zondag 25 december 2011

Dikke mik of een oud ritueel



Ons mam had ´t druk. We zaten aan de tafel. Voor ons een stukje krant. Mam draaide door een kom. Voor we het wisten hadden we een kwakje wit spul op tafel liggen. ´En nou heel vlug´ zei ze. ´Het is zo hard.´
De een maakte figuren. Met een vork door het natte gips. Maar eerst de kaars in het midden. ´Mooi recht er in, anders gaat ie straks druipen.´ En daarna volgden de dennetakken uit het bos.We waren aardig arm, maar daar wisten we niks van.
De stukjes waren in al uitgehard. Er zaten ook rode besjes tussen en paddestoeltjes. ´Goed gelukt!´ Mam plukte de stukjes één voor één van tafel. Het krantenpapier plakte aan de onderkant. ´Dat is geen probleem.´ Ze zou het later met een schaar wegknippen. ´Dat stuk staat op tafel, daar ziet niemand niks van.´
Boven op de kast stonden ze te pronken. Wachten op de grote dag.


De keuken rook naar lekker. De groten houten tafel was schoongemaakt. Ons mam zette van alles klaar. Bij ons in Brabant was alles ´ons´. Ons mam, ons huis, ons konijn, onzen hond, ´soma en ´sopa. 
Zo, alles wat er! Het meel, de eieren, het gist, het armoma in het flesje, de melk. Wij zaten verzameld rondom de tafel, gebiologeerd te kijken. De berg van meel in het midden. Ons mam maakte er ´n kuuleke in(een kuiltje) Ze nam de gist in haar handen. Verkruimelde die er in. De grijze kruimeltjes in het maagdelijke meel.
De warme melk zorgvuldig er in. O god, de vloeistof ´ontsnapte´ aan alle kant uit deze berg. Snel graaide ze het spul van alle kanten en schraapte de boel weer bij elkaar.
Daarna volgden de eieren. Krak, nummer 1. Krak de volgende. De schalen donderde ze handig aan de kant. 5 gingen er in! Een heerlijk geur begon zich te verspreiden. Ze drong door in onze neuzen. Onze magen reageerden onmiddellijk. Dit was het hoogtepunt vnn het jaar. Wij aan de tafel, onze moeder die het deeg mengde. De geur die een geweldige kerst beloofde. Ons pap die later er bij kwam. De stukjes op de kast met hun rood.
Nu mengde mam alles. Toen het deeg een wat vastere vorm had aangenomen, begon ze het te kneden. Ze rolde en kneep, Ze draaide en drukte. Daarbij maakte ze draaiende bewegingen. Het viel nog niet mee. Ze was niet groot en het was een heidens karwei. Maar ze wist waar ze het voor deed. Haar gezin, dat de geboorte ging vieren van het Kindeke Jezus. De mooiste dag van het jaar.
Zo, nu was ze klaar. Ik kreeg de bol deeg overhandigd. En droeg die naar de huiskamer.Voorzichtig, alsof het een baby was. Voor de kachel stond een stoel met daarop een kussen met een theedoek. Ik legde de deegbol er op, dekte het geheel af met een theedoek. Nu moest ie rusten. Een half uur of zo.
In de keuken stonden de bakvormen. Twee langwerpige metalen bakjes. De binnenkant was ingewreven met boter. En daarna een beetje bloem, die mam door ronddraaiende bewegingen overal in de vorm had laten vastplakken aan de boterlaag. De oven ging vast aan. Het deeg zou wel bijna gerezen zijn. Ik mocht gaan kijken. Ondertussen werd de keukentafel schoongemaakt. Want dit was pas het begin. De mikken. Hierna zouden de krentenmikken nog volgen. Ook twee. En als laatste de Weihnachtstol. De meest luxe, met de extra eieren, de amandelessence en de rol spijs tussen het dubbelgeklapte deeg. Dat werd onderin de oven gebakken, een vloerbrood zonder vorm.
Het deeg bleek klaar. Ik had voorzichtig mijn vinger er in gestoken en het deeg sloot zich weer. Dat was het teken. Nu werd het weer op het tafelblad gelegd, zoals een priester de kelk er op zet. Daar lag het nu. Ons mam begon opnieuw met ´werken´ van de bol. Weer gedraai en gerol. Een dans op de tafel. Ondertussen sommeerde ze ons ´ons pap te roepen´. Hij kwam. Duwde nog niet net ons mam aan de kant. En begon met het kneden van het deeg. Dat moest flink gebeuren, anders werd het niks. Elk jaar vertelde ze het weer. In haar schort observeerde ze stil de verrichtingen van haar man. Wij deden hetzelfde. Dit zwijgend tafereel was voldoende om hem tot grote hoogte aan te moedigen. Hij stompte en kneep, hij draaaide. Hij gooide het deeg in de lucht, waarop het met een doffe klap terecht kwam op de het blad van de tafel. Wij zeiden niks, keken met bewonderende blikken toe. Wat ons mam had gedaan was mooi. Maar dit, dit...Als een stierenvechter ging onze verwekker tekeer. Hij tilde andermaal de bol op en smeet die met enorme kracht naar beneden. De tafel sidderde. En opnieuw hief hij het ding op en plofte het met schier menselijk vermogen op de tafel. Die kraakte in haar poten. Ze ontving dit geweld als onderdeel van het jaarlijks ritueel. Vader hijgde, wij keken met bewondering toe. Moeder stond nu klaar. Ze maakte een eind aan het schouwspel. ´Het is genoeg Pieter!´ zei ze lachend. En sneed met het grote mes de getergde bol in tweeën. Prachtige evengrote stukken.
Die werden in de bakvormen gelegd. Ze bleken schitterend te passen en vulden ze perfekt. Een beetje meel werd er nog over gestrooid. Toen verdwenen ze in de hete oven. 
Later zouden ze er uit herrijzen, maar we controleerden de inhoud van de oven door het ruitje onder de merknaam ´Etna´. En prezen de grootte bij voorbaat. ´Kijk mam, ze groeien nog vast boven aan de oven. Straks gaan ze er niet meer uit.´ Moeder beweerde dat dat wel mee zou vallen, maar we waren er niet gerust op.
In de tweede ronde volgde het deeg voor de krentenmikken. In onze taal betekent mik witbrood. Ons mam verdeelde stukjes deel na het rijzen. Er voor probeerden we stukjes deeg te pikken, terwijl ze nog werkte er aan. Pats, daar had ze er een te pakken. ´Afblijven, stuk ongeduld. Ik zei toch dat jullie er dadelijk iets van krijgen.´ Ze gaf ons kleine stukjes deeg. Die mochten we vormen. Meestal werden het mannetjes met krenten in hun gezichtjes als ogen. Alles rook zo verdomd lekker. Vaak aten we alvast stukjes deeg op. Dat mocht niet. Het was ongezond.
Naast het brood had vlees ook prioriteit. Ons pap wilde altijd lever eten. Bij het ontbijt wel te verstaan. Dus werden er stukken lever gebakken. 


Eindelijk, het was zover. De tafel gedekt. Damasten tafellaken. Op ieders plek stond een déjeunertje. Van oma gekregen. Bij onze eerste communie. Ik had een bordje waarop twee in het wit geklede engelen tegenover elkaar knielden met korenhalmen er bij. En een bijpassenden kop en schotel. Mijn oudere broer een setje met drie engelen er op. Een met roze, een met gele en een met groen kleed. Hij verwisselde altijd iets van zijn en mijn set. Ik werd daar dan pissig om. Ik weet nog steeds niet of ie dat expres deed. Of per ongeluk.
Mijn jongere broer had een set met modernere engelen erop. Die waren korter van stuk en wat gezetter. Dat was in zijn tijd meer in. 
Voor onze bordjes stonden de eigengemaakte stukjes op tafel. De rode kaarsen staken triomfantelijk de lucht in, alsof ze wisten wat hun functie was. Pas als alles klaar was om het ontbijt te beginnen, mochten de kaarsen voorzichtig aangestoken worden.
Eerst zouden de mik, krentenmik en Weihnachtstol gesneden worden, de koffie ingeschonken. Pas dan de kaarsen aan. En de lampen uit. Wow, wat een sprookjesachtige sfeer. De enige keer dat er niet geklierd werd onderling en er in rust getafeld kon worden. Voor even dan toch...
We namen dikke sneeën mik en lever met saus op onze bordjes. Geen engel meer te zien. De kaarsen flikkerden, we sopten stukjes mik in de jus en namen er lever bij. Mmm, het leek wel de hemel! 
We waanden ons steenrijk. Wie had er zo´n mooie kersttafel, zo´n luxe mik en overal engelen om zich heen bij prachtig gedempt licht? Wie zulke ouders, die titanenwerk leverden om zoiets te voorschijn te halen?
Toen de lever verdwenen was, de engelen weer verschenen, kwam de anticlimax. Mijn broer keek naar mij en toonde mij, hoe hij zijn vinger door de vlam van zijn kaars bewoog. ´Dat durf jij niet´ fluisterde hij. Ik bewees met twee kaarsen dat het tegendeel. Flats, vaders hand bracht me naar de harde werkelijkheid. Ik protesteerde en wees naar mijn broer, terwijl nr. 3 zijn kans schoon zag om het huzarenstukje met 3 kaarsen te herhalen. De eerste rode druppels had ik al veroorzaakt op moeder beste tafellinnen. 
Een pandemonium volgde, vader vloekte en verklaarde dat ´het gedaan was met die rotdingen. Nooit meer van de verrekte stukjes.´ Moeder probeerde te sussen. Te laat. We waren weer terug in ´standje normale familie´. Toch gek, dat we het eerste stukje van die kerstontbijten en de voorbereiding altijd hebben geconserveerd in ons brein. En dat mijn broers nog mik bakken, lever eten, na al die jaren. Zalige broers!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten