maandag 30 december 2013

Hoera...een meisje!

Het schijnt vrij uniek te zijn. In het dolfinarium is een jonkie geboren. Zomaar, in de winter, dat komt nog minder voor. Na enig onderzoek blijkt het een meisje te zijn. De moeder heet Molly. Het nieuw geboren dolfijntje heeft nog geen naam. Daar zal wel weer een prijsvraag voor komen of zo, verwacht ik. Alles gaat goed, met moeder en ik, zo word gezegd. Nou wil ik geen spelbreker zijn, maar ik betwijfel dat. Hoezo? Wel, stelt u zich eens voor. Ergens in de oceaan worden dolfijnen, in dit geval tuimelaars, gevangen. Ze worden ineens weggelokt van een groep van dolfijnen, waarmee ze samenleven. Het zou zomaar kunnen dat het juist jongen zijn, waarbij dat gebeurt, al dan niet met pas bevallen moeders. Dan worden ze getransporteerd naar een bassin, ergens ter wereld. Ze moeten daar wennen. Hun groep en familie zullen ze zeker missen. Dolfijnen zijn zeer intelligent en gevoelig en hebben een eigen taal, waardoor ze communiceren met andere leden van hun leefgroep. Dat kunnen ze dan wel vergeten. De uitgestrektheid van de oceaan en hun vrijheid dus ook. In het dolfinarium staan trainers klaar. Van die frisse jongens en meiden die volop enthousiast aan de slag gaan met deze dieren. Die toch echt gevangen zijn en gevangen worden gehouden. Ze leren allerlei dingen voor een beloning. Stomvervelend en afstompend, maar ja, het publiek is er dol op. Allerlei mensen en kinderen die nietsvermoedend zich verheugen op een dagje uit. En plaats nemen op de tribune nadat ze een kaartje gekocht hebben. Ze worden getracteerd op de sprongen en duiken, het getuimel. En de dieren krijgen dan een lousy visje toegeworpen. De mensen klappen en lachen, net als de dolfijnen. Nou nee, dat is geen echt lachen, als ze hun bek open maken, lijkt dat maar zo. Een heleboel dingen worden ongetwijfeld verkocht. Menigeen zal kaarten, posters, tshirts, stickers enz. kopen om het gevoel van de dag nog wat te prolongeren. En te laten zien dat ze echte dierenvrienden en dolfijn-liefhebbers zijn. Dezelfde dieren gaan, dag in dag uit, door met hun stompzinnige leven. Alsof het ezels zijn in een tredmolen worden ze gedwongen om hun kunstjes te vertonen. Niet echt een luizenleventje. Ik kan helaas niet echt blij zijn voor Molly en haar kleintje. De moeder die met andere dolfijnen zo'n bestaan leidt en haar kind die hetzelfde lot is beschoren. Ik deel dan ook niet de jubelstemming van de journalisten en van velen. Ik snap best dat we dit al een hele tijd gewend zijn met elkaar, net als voorstellingen in het circus. Maar dat wil nog niet zeggen, dat we er mee door moeten blijven gaan. Of dat het zo geweldig leuk is. Ben bang dat Molly en haar lotgenoten het met me eens zullen zijn. Ik denk liever aan alle dolfijnen die nog in alle vrijheid en samen met hun eigen leefgroep rond kunnen zwemmen, dartelen en zelf hun visjes vangen. Ik hoop dat ze uit de buurt kunnen blijven van degenen die dat leven willen verstoren, om welke reden dan ook. En dat er nog veel kleine dolfijntjes in vrijheid geboren worden en in vrijheid leven en sterven.

Meneer Philips en het week up laajt

Soms gebeuren er dingen die je niet verwacht. Of niet meer verwacht. Van de week overkwam me zoiets. Er arriveerde een nogal groot uitgevallen doos. Da's niks nieuws, we bestellen om de haverklap via internet iets. Mijn man keek me geheimzinnig aan en glimlachte. Ik vroeg natuurlijk wat hij besteld had. Geen antwoord. Zou ik wel zien. Maar iets waar ik blij van werd. Nou ja!

Gister is het ding geïnstalleerd. Wat blijkt? Een van de weinige irritante dingen in het leven van mijn toenmalige vriend, later verloofde en inmiddels echtgenoot was het gewekt worden door, godbetert, een wekkerradio. Lag ik lekker te slapen en opeens klaboem sprong dat rotding met een klap aan en produceerde afschuwelijke muziek of een lullig interview of een stomme jingle of reclameboodschap. Ik heb dus de afgelopen pak hem beet 13 1/2 jaar me aangewend om mijn oren onmiddellijk af te sluiten  's ochtend vroeg. Een lastiger manier om gewekt te worden, lijkt me nauwelijks mogelijk. Door de jaren heen heb ik verzoeken in gediend, gebid, gesmeekt en ten slotte zelf oplossingen bedacht. O.a. een soort ringvormige vibrator onder het kussen waardoor manlief wakker getril zou worden en ik dus met mijn hoogsensitieve oren door kon slapen of op zijn minst niet hyperventilerend op mjn kussen zou liggen, dag na dag. Nou is mijn man erg meegaand en meedenkend, maar in dit specifieke geval wilde het maar niet lukken. Excuses en smoesjes dat ie anders niet goed wakker werd, zich zou verslapen etc. Ik heb zelf gedreigd om het kreng in elkaar te slaan, de wekkerradio bedoel ik. Of 'per ongeluk' in mijn emmer met dweil te laten vallen als ik boven aan het kuisen was. Toch maar niet gedaan. Zuchtend bleef ik mijn handen voor mijn oren slaan op elke werkdag. Daaraan is dus nu, de hemel zij geloofd en geprezen, een einde gekomen. Meneer had een lichtwekker aangeschaft. En warempel...na enige dagen uitpluizen al geïnstalleerd. Met een gebruiksaanwijzing van meneer Philips in 42 talen had ie het voor elkaar. Voor de zekerheid stond de oude wekkerradio nog onder het tafeltje, ook gezet voor de ochtend. Er kon ons weinig gebeuren de volgende ochtend, mist de satelliet het niet zou begeven of de PLEM uitval van stroom zou krijgen. Ik kondigde aan het ouwe kreng meteen naar buiten te smijten of mnstens het voorrecht te krijgen het in 1000 stukken uit elkaar te hakken met een vuisthamer.
Fred kondigde dus apentrots aan gisteravond dat 'het klaar stond'. De voorstelling kon beginnen. Tandjes gepoetst, hondjes in de mand en de bench, lichten uit, deur op slot. Naar boven, vol verwachting. Hij lag al in bed. De kamer was gehuld in een waar. Ik ging tevreden achterover liggen in ons lits jumeaux. Het nieuwe ding stond op het Indonesische tafeltje. Kon net aan de voet van de gouden boeddha staan. Een ronde schijf met een punt er achter aan. Er zaten veel knopjes aan en mijn lief was enigszins onzeker of de goede ingedrukt waren geworden en de verkeerde met rust gelaten. We zouden zien. De schijf lichtte op. Onderin de digitale tijd, een 70 cm nog een keer, de ouwe. Het licht, zo vertelde Fred met gepaste trots zou langzaam dimmen. Een 20 minuten voor dat proces. Het was erg gezellig en romantisch, alsof je onder het maanlicht lag. De romantiek beperkend vanwege verregaande moeheid, praatten we met elkaar. En verdomd, het werkt aardig. De 'maan' scheen allengs minder fel. We werden lomer en praatten langzamer. Alsof een ander soort hromonen werd geactiveerd. Ik vond het wel wat hebben. We begonnen verder te fluisteren. Alsof anders de betovering verbroken zou worden en het proces teniet gedaan worden, met alle gevolgen van dien. Op de valreep kondigde Fred nog aan dat morgen het proces in omgekeerde volgorde plaats zou vinden. Een soort bleek ochtendzonnetje zou ons wekken. En om het nog echter te maken, kwamen er nog natuurgeluiden bij. Ik vroeg in het donker schor welke. Nou ja, de meeste vond ik niks, zei Fred. Ik heb gekozen voor de vogelgeluiden. O mooi, antwoordde ik. Duurt dat ook..Ja, viel hij me in de rede, ook 20 minuten. Joepie, wil jij dat nog even aan onze hondjes mededelen, wel zo handig, giechelde ik. Dat deed ie niet en zo vielen we stil en in slaap. En niet te geloven, we werden door het artificiële zonnetje wakker. Ik meer dan hij, maar de morgenvogels kwetterden hem wel naar het land van de levenden. Ik was zo blij en verrast dat ik van schrik de hamer niet kon gaan zoeken voor de ex-radiowekker. Bovendien moesten de hondjes nodig naar buiten. Mooi begin van de dag. Verheug me nu al weer op het maanlicht van vanavond. Misschien omdat ik niet meer moe ben...hihi
Kom er net achter dat het nieuwe gadget Philips Wake up Light heet. Klopt wel...ik wake veel lighter op. Al lijkt het op de mechanische nachtegaal van de Chinese keizer, ik ben blij met het maantje en de zon en de vogeltjes...balsem voor mijn oren. Hoera, lang leve Philips!

dinsdag 24 december 2013

Hondenleven

Buten waait de wind om het huis. Maar de kachel staat niet te snorren op 4. Ik lig in bed, pardon, wij liggen in bed. Het gaat aardig tekeer buiten. Ik reken uit of ik me zorgen moet maken. Om pannen die van het dak waaien, bomen die omkiepen. Lekken ergens. Ik besluit dat niet te doen. Kan altijd nog, als ik opgestaan ben of vreemde geluiden hoor. Mijn eega is onrustig.

Tijdens ons tweede rondje vandaag regent het. De wind is sterk. Windkracht 10 aan de kust blijkbaar, dus hier toch gauw 7, schat ik. Dat het regende zag ik al, binnen achter het raam. Oskar vindt het best. Een beetje lab houdt hier wel van. Hij stapt rond, likt het water van het fietspad. Ik dirigeer hem op het gras, waar hij onmiddellijk hapt naar de natte blaadjes die daar liggen. Daar zijn we echter niet voor op pad. Er dient geplast te worden en gepoept. Gelukkig volgt dat al snel, na enige bokkensprongen. Hij houdt ondertussen het verkeer nog in de gaten. Snel terug, waar stokoude broer Muffin en zus Pippi ongetwijfeld ongeduldig wachten. Onderweg pikt Oskar nog gezellig een tak op. Zeker 40 cm lang. Hij klemt hem tussen zijn tanden met de vastberadenheid van de soldaten die de Berezina over moesten steken. Ik haal hem toch tussen zijn kaken uit met een welgemeend 'foeit'. Hij loopt bijna onverschillig verder. Parmantig, neus in de wind. Zijn fluffige oortjes dansen op en neer. Ik pik hem op tegenover ons huis. De auto's komen hier zeer gevaarlijk hard en scherp door de bocht. Ik wil snel over kunnen steken.
Nu zijn SB Muffin en GZ Pippi aan de beurt. Snel doe ik Oskar in de bench, verdwijn in de hal. Ik verwacht een klaaglijk piepen of een verongelijkt geblaf. Niks. Gelukkig. Fred was in alle Herren Gott's Frühe opgestaan om mij bij te staan. Hij had geen oog dicht gedaan en elk uur gezien op de wekker. Dus verzocht ik hem dringend zijn bed weer op te zoeken toen het spul voorzien was van eten. Met een 'autoritaire' blik in mijn ogen. Lachend 'gehoorzaamde' hij, met zgn. protest.
Als ik de voordeur open, zien de lummels een prachtige zwarte lab lopen aan de overkant van de weg. Pippi staat meteen rechtovereind. Muffin begint te blaffen, de held. De jongen die aan de lijn vastzit van de zwarte hond, kijkt verbaasd op. Dan sjokt ie door. Ik hou mijn pas in. De deugnieten worden gemaand tot kalmte. Eenmaal aan de andere kant doen ze hun behoefte. Ik treuzel wat. De jongen loopt vrij langzaam. Ik zie dat ie een raar loopje heeft. Zijn billen steken naar achter. Stijf. Hij staat hoog op de voorkant van de voeten. Die deinen enigszins, maar de hakken raken de grond niet en ook de bal van de voet doet niet mee. Net of ie halfhoge pumps draagt, maar dan onzichtbaar. Een jongen op middelbare school had dat ook. Rare, wat irritante manier van voortbewegen, vind ik. Ik maak het rondje af. De lummels houden zich gedeisd.

Na de verplichte rust(het kleintje moet kunnen slapen om te groeien) volgt het 'speelkwartier'. De keuken is 'verbouwd' voor de komst van Oskar. De tafel en stoelen zijn weg. Tegen die muur staat de grote blauwe hondenmand. De rand is al vervormd door het vele bijten van eerder pups, beetje rafelig. We laten dat maar zo, want onze nieuwste telg zal dat voorbeeld ongetwijfeld nog volgen, gezien zijn tandjes die moeten wisselen. Liever dit dan ander meubilair. Omdat er nu alle  ruimte is, gooi ik de speelgoedjes op de grond. Zelf plof ik op de vloer met mijn rug tegen de gele muur aan. Drie paar ogen kijken me verwachtingsvol aan. Ze hebben er zin in. Ik gooi met de flossie. Pippi vliegt er achter aan. Al snel heb ik de rubberen ring vast. Tot mijn verbazing bijt Muffin er in, die niet zo van het spelen is. Hee, dat is jaren geleden! Hij laat niet los. De anderen bijten er ook in en ze trekken uit alle macht. En wat zijn honden dan sterk! Vervolgens gooi ik de speeltjes alle kanten op, zodat Pippi er meteen op af vliegt. Uiterst behoedzaam lokt ze Oskar uit zijn tent. Even later ploft in de grote mand. Hij verzuipt er bijna in, in die immense ruimte op dat kussen en de plaid die er in ligt. Ik kras aan de buitenkant tegen de mand. Als door een wesp gestoken begint hij nu te graven aan de binnenkant. Er zit daar iets! En hij gaat uitvinden wat. Aandoenlijk. Pippi kijkt ondertussen verwachtingsvol naar mij en ndan naar de ring. Ik ga die toch nog wel gooien? Ik smijt de flossie de lucht in. Ze maakt een salto, die bij een schoonspringer of in het circus niet zou misstaan. Opeens heb ik ze allemaal weer over me heen. Oskar is nog zo soepel en zacht en lenig. Je kan hem bij wijze van spreken alle kanten in vouwen en draaien. Hij vindt ook alles leuk, zolang het maar bewegt. Hij begint erg ondeugend te worden in de euforie van het gedoe.. Bijt in mijn hand, mijn mouw, mijn broek. Au, dat was mijn vinger. Ook mijn hele arm verdwijnt in zijn bekkie. Zeg, overdrijf je niet een beetje. Lachend til ik hem op en zoen hem op zijn bol. Meteen staan de anderen ook om me heen. Ik was bijna vergeten hoe leuk het is om te spelen. Zo lijk ik wel op Muffin, beetje op leeftijd, maar toch bij lange na niet verleerd om me speels te gedragen en er van te genieten. Gezeten op de grond bedenk ik hoe anders ik de keuken nu zie. Het is opeens geen plek om te koken. Ook niet om af te wassen of te poetsen. Niet eens om na te praten aan tafel. Het is nu een honden-speelpaleis. Gek dat je je eigen huis vaak maar zo één-dimensionaal ziet. Het is veel meer! Net zoals het weer, dat nat en guur is, kun je het heel anders zien. Een frisse bries in je toet. De kans om takjes en blaadjes te vangen en mee te sjouwen. En als je thuiskomst de druppels van je vacht te schudden, je kussen weer op te zoeken en je oogjes even te sluiten en de pootjes te strekken. Tot het volgende avontuur. Kon slechter...

donderdag 19 december 2013

Trio tussen regendruppels en afwas

Ik lig in bed. Na een lange dag eindelijk rust. Helaas, ik kan de slaap niet vatten. Verdorie, ik had nooit zoveel moeten drinken. Al die koffie en daarna nog fris. Vaak te koud uit de koelkast voor mij. Beneden is het stil. Naast mij ligt mijn wederhelft in diepe rust. Ik reken uit of ik de ochtend haal. De heel vroege ochtend zelfs, zonder toiletbezoek. Na veel gedub besluit ik van niet. Ik gooi het dekbed aan de kant, loop zacht de trap af. In de hal knip ik het licht aan. De gangdeur zet ik op een kier. Het licht schijnt net genoeg naar binnen. Dan open ik heel voorzichtig de keukendeur. Ik sluip langs de hondenmand en de bench. Dan de andere deur, trapje af. En zo de lange weg. Terug naar boven. Tot mijn verbazing blijft de hemelse rust gehandhaafd. Ik glij weer tussen de lakens en draai me op mijn linkerzij. Gelukkig, nu kan ik naar dromenland.

De komst van onze lieveling resulteert in een soort van extatisch gevoel. Een kleine verliefdheid, die alle andere dingen minder belangrijk maakt. Of tenminste de indruk wekt dat dat zo is. In onze ogen is het dat ook. Natuurlijk ligt er niemand wakker van, afgezien van onze lieve buren misschien. Het gevaar schuilt er in dat het onderwerp van onze bewondering ineens zoveel ruimte krijgt en ook neemt, meer dan goed is. Voor hem zowel als voor ons. Met als resultaat dat het een verwend kreng wordt en wij de slaven van zijn grillen en grollen. Dat kan nooit de bedoeling zijn. Het is zaak dat het een gezonde jongeman doet, die volgens de etiquette zich kan bewegen, een volwaardig lid van de samenleving. En dat wij als ouders trots kunnen zijn op onze gezonde opvoeding en niet ons hoofd dienen te buigen van schaamte, schuldgevoel en achteraf spijt.

Ik besluit om daar eens met de mede-opvoeder van over gedachten te wisselen. Voorlopig is dat nog geen optie, want pappa Fred ligt nog volop te genieten in dromenland. Gelijk heeft ie, hij heeft genoeg afgezien de laatste dagen.

Na het ontbijt zit ik op de bank. De regen tikt tegen het raam. Druppel plakken aan het vensterraam, waarachter de nacht het vertikt te verdwijnen. De donkere dagen voor kerstmis. Oskar zit in de bench. Naast GZ Pippi, die net als SB Muffin op het kussen ligt aan mijn voeten, staat de bench. Oskar zit vol energie. lees kattenkwaad. Hij draait en bijt. Hij frummelt aan het handvat en het slot. Hij steekt zijn pootjes in het rond en bekijkt de boel van alle hoeken en hoogtes. Ondertussen piept ie afkeurend. Hij vindt het niks dat de ouderen van het gezin vrij rond mogen bewegen, al liggen ze braaf op het kussen. Te lange leste heb ik hem wel genoeg genegeerd. Ik haal hem uit zijn 'benarde' positie en leg hem op mijn buik. Onmiddellijk bijt ie achtereenvolgens in mijn neus, mijn kin, mijn nek, het touwtje van mijn vest, de rits, mijn arm en probeert wanhopig zo te buitelen dat ie van de bank af kan. Of tenminste van mijn schoot. Helaas voor hem heb ik zijn nekriempje als houvast.  Even later geeft hij het eindelijk op en valt in een gelukzalige slaap. Op zijn rug. Zijn lieve snoetje met de aandoenlijke rimpels kijkt eigenwijs omhoog. De oogjes zijn toe. Ik kijk nar de lichte randjes rondom. Buiten zijn regelmatige ademhaling hoor ik niks in huis.

Het rondje buiten zit er weer op. Keurig heeft Oskar eerst zijn drolletjes geproduceerd. Met een hoog opgericht rugje, de staart achteruit. Daarna huppelt ie over het gras. Hij duikt met zijn achterwerk naar beneden. Als een meisje produceert hij zijn miniplasje. Niet meer dan op een opscheplepel past. Ik prijs hem hogelijk. Tevreden waggelt hij nog een stukje. Zijn mollige buikje schudt van de rechter- naar de linkerkant en zijn oortjes deinen vrolijk op en neer. Het laatste stuk draag ik hem. Zijn onderkant is flink nat.

In de keuken sluit ik de deur. De speeltjes van het spul hebben namen bij ons. De rubberen speeltjes met geluid heten allemaal Piep. Het gevlochten touw in de vorm van een bot heet Flossie. De bal heet gewoon Bal. Je kunt het ook te gek maken natuurlijk. Ik geef Pippie de grootste maat Flossie, Oskar krijgt de kleine. Ondertussen begin ik met de afwas. Muffin verlaat de mand. Dat is prachtig. Nu loopt Oskar naar de enorme mand. Met een flinke sprong springt ie over de rand. Flossie hangt in zijn bekkie. Op het kussen kluift ie gelukzalig aan het ding. Pippie kijkt. Ze loert op een kans om, naast haar grote Flossie die van Oskar ook in te pikken. Ik was 'gewoon' door. Even later is SB Muffin opeens aan het spelen met Pippie. Hij trekt, geheel buiten zijn gewoonten, aan Flossie. Pippie is geenszins om dat op zich te laten zitten en als een bezetene verdedigt ze haar 'bezit'. Om de boel ingewikkeldere te maken, kruipt ze onder hem door. Het verbaast me. Normaal is Muffin heel goed in het roerloos in de zon gaan liggen(is ie dol op), het neutraal staren in het niets(door ons mediteren genaamd) of het hooghartig aannemen van een 'adellijke pose', standje Noordeinde. Hij kijkt dan langs alles heen, alsof hij zich niet met het gewone gepeupel bezig kan houden. Kan zo als standbeeld bij de poort naast de ingang van een landgoed. En dan nu lekker spelen. Het kan verkeren.
Ik bedenk dat het wel grappig is. In menselijke termen is SB Muffin een jong-bejaarde van 70, een pensionado. Pippie is een late puber-meid, wild, passioneel en gevoelig. En onze Oskar een lief babytje, dat ontdekt via de zintuigen. Al met al een grappig trio, bij elkaar.

Even later is de afwas klaar. Verder kan ik niks doen. Ik wilde de duur verdiende slaap van Fred niet storen. Maar ik hoor boven mij al rumoer. Hij is in aantocht. De lummels vliegen naar de gangdeur, in blijde afwachting van. Ik verheug me op het ophalen van mijn laptop, zodat ik mijn lezerspubliek kan verblijden met alweer nieuwe avonturen van ons kroost. Wij allen wensen u alvast een geweldig mooie dag, waar u ook bent en wat u ook doet! Gods speed, haha!  

dinsdag 17 december 2013

Nieuwe ochtend

In het oude gammele busje ga ik naar huis. De altijd stille chauffeur is erg spraakzaam vanavond. Ik hoef maar één opmerking te maken en hij vertelt honderduit. Zijn Nederlands is niet heel goed, maar ik begrijp hem wel. Met een beetje goeie wil komt een mens ver. Een gezette man van Turkse afkomst, iets ouder dan ik. Er zit grijs door zijn haar. Zijn ogen kijken vriendelijk de wereld in. We praten over politiek en hoe het komt dat de buitengebieden in zijn oude land niet vooruit komen. Als ik uit stap, wens ik hem goeieavond. Ik loop de avond in. Het is nog warm. Lijkt wel lente in plaats van midden december. Terwijl ik mijn gedachten laat gaan, wandel ik naar huis. De maan staat vol aan de hemel. Er rijden weinig auto's voorbij.
Met mijn sleutel open ik de deur. Ik hoor meteen de blije geluiden van de honden. Ik poot mijn tas in de gang en kijk voorzichtig door de deur naar binnen. "Moeten ze nog naar buiten?' vraag ik. Fred knikt. Dan komt hij overeind en doet zijn jas aan. Samen lopen we met het spul de avondlucht in. Op ons gemakkie doen we ons rondje. Pippi huppelt blij en kijkt steeds achterom waar haar broertje Oskar is. Muffin doet net of het hem niks interesseert. Hij doet zijn behoefte en sukkelt verder. Oskar springt en draait. Hij bijt af en toe in zijn eigen riem. Hij onderzoekt elk blaadje en takje.Dat mag hij niet van ons want we zien niet goed wat ie oppikt.  Af en toe ploft ie op zijn achterwerk en kijkt vrolijk zonder één stap te zetten met zijn groene oogjes rond. We manen hem tot verder gaan of proberen hem te verleiden. Eenmaal thuis gekomen doen wij de jassen uit, trekken de sloffen aan. We halen de riemen los. Pippi en Muffin zitten keurig op de grond. Oskar dartelt er tussen door. Binnen is het warm, gezellig en sfeervol. Het is ook net een winterwonderland, denk ik. De muziek staat nog aan. Kerstnummers natuurlijk. De lichtjes van de boom branden. Ik ga op de bank zitten en zet mijn laptop aan. Ff zien of er nog berichtjes zijn. Al gauw slaat de moeheid toe. Ook bij Fred. Hij schuift met de muziekboxen. Ik vraag me af wat ie doet. Maar voor ik het hem kan vragen, geeft ie al antwoord. Zijn bedoeling is om vannacht de liedjes door te laten klinken in de keuken. De stereo gaat op heel zacht en de repeterende knop doe de rest. De honden gaan in hun mandje, Oskar in zijn bench. Wij sluipen naar boven. Niet lang daarna ronkt iedereen in huis.
Om 6 uur staan we op. Fred vliegt naar zijn kleren. Ik ga rechtop zitten. In no time staan we weer buiten met het hele spul. De 'normale' mensen draaien zich nog om in bed. Oskar is heel wakker. Pippi ook. Ze bruisen van leven en energie. Muffin vindt het allemaal wel goed. De muziek lijkt goed gewerkt te hebben. 'Toch weer één uur erbij', zegt Fred. Ik knik. 'Als het zo door gaat, kunnen we in het weekend uitslapen', zeg ik blij. Nou ja, om 8 uur op zou al uitslapen betekenen in ons boekje. En dan moet Fred toch naar de bakker. In een mum van tijd zijn we weer terug. Ik schep de brokken uit de tonnen in de kelder en voer de grote lummels. Dan komt de piepende Oskar op Freds arm aan de beurt. Terwijl de groten slurpen van het water, staat hij op de grond en vreet zijn brokjes uit de bak. Al gauw is een ieder tevreden en rustig. Ze ploffen op hun kussen. Even pauze en de boel laten betijen. Een goed begin van weer een dag.
 

maandag 16 december 2013

Trots

Ik lig op de bank. Naast mij het kussen van de honden. De bench heb ik er pontificaal op geplaatst. Met Oskar er in. Tussen hem en de bank ligt Pippi. Fred is er vandoor. Hij moest met Muffin naar de dierenarts. Niks bijzonders. Sinds enige jaren heeft ie last van zijn oren. Krijgt ie zalf voor, maar dan moet ie wel regelmatig gecheckt worden. Is mee te leven. Vanaf het moment dat ze de deur uit zijn, laat Pippi een zielig geklaag hoor. Langgerekt gepiep. Ik maan haar tot stilte. Broertje Oskar is de rust zelve. Hij heeft zich zalig uitgestrekt op de bodem van de bench en slaapt. Zijn nog kale buikje met zijn minipiemeltje. En waar de achterpootjes beginnen vouwen zich de huidplooien. Ik weet dat dat buikje warm is. Net als ik word, als ik naar hem kijk. Wat een weelde. Vanmorgen werd ie pas om 5 uur wakker. Terwijl we toch al om 11 uur gingen slapen. Helemaal murw. Geen boe of bah meer. We zijn erg trots op hem, dat ie zo lang geslapen heeft. Eerder dan verwacht. Natuurlijk hopen we op meer van die nachten. Een mens heeft wat nodig om naar uit te kijken. En dit smaakt naar meer. De schat ligt nu met gestrekt pootje tegen de tralies. Zijn ademhaling is regelmatig. Hij is senang. Pippi doet nog een poging tot piepen. Ik straf dat meteen af. Achter mij is de dag begonnen. Hij gloort naar binnen en het bleke zonnetje straalt door het raam. De verlichting in de kerstboom is onnodig geworden daardoor. Maar ik ben veel te loom en gelukkig om op te staan en hem uit te doen. De Noorse Nissen(kerstkabouters) kijken me aan. Ze hangen naast de gebreide kerstballen. Eentje zit op een kruk. De ander houdt een ski vast(Noorse uitvinding, skiën) En dan zijn er nog die zich te goed doen aan een bordje Jule-pap(kerstpap) ongetwijfeld met de traditionele kont boter er in. En een andere is bezig met de post. Ik voel me volmaakt happy. De vloer ligt vol haren. De salontafel is één rommeltje. Het kan me niks schelen. Ik laat dit gevoel niet verstoren. Glimlachend pak ik een stukje modder van de bank. Modder? Hoe komt dat nou hier? Opeens realiseer ik me dat het geen modder is. Op het veldje waar ik kleine Oskar uit laat, heb ik nog zo uitgekeken. Helaas, het is en blijft poep. Gadverdamme! Zuchtend haal ik het spul weg met een tissue. Ik frommel de grand foulard bij elkaar en loop naar de wasmachine. Onderweg zie ik nog een bloeddruppel op de eiken vloer. Verdorie, ondanks haar broekje en schoonhouden heeft ook Pippi haar ongelukjes. Ik zet de wasmachine aan. En veeg de druppel weg. Ik wist dat het niet blijvend zou zijn dit gevoel. Maar even goed geniet ik er van na. Het is nog een zootje ongeregeld hier. Toch is alles okee. De kerstboom staat. De lampjes branden. Koffie op, ik hoef niks. Er is even rust. En de boel is aardig onder controle. Wat wil een mens nog meer? Nou opletten, dat ik niet in slaap sukkel. Er is nog werk aan de winkel vandaag.

zondag 15 december 2013

Er doorheen

Ergens in de krochten van mijn hoofd klinkt er vaag iets. Ik zit meteen rechtop. Op de wekker zie ik dat het vier uur is. De liefde van mijn leven werd door de natuur gedwongen naar beneden te gaan, waar zich nu eenmaal de wc bevindt. Dat betekent dat ie door de keuken moest, langs onze lummels, die lusteloos en gelaten in hun mand liggen. En langs de minibench waarin Oskar de Gevaarlijke resideert in de nachtelijke uren. En soms overdag. Die is meteen wakker. Hij kan maar aan één ding denken: spelen, keten, lol trappen. Helaas denkt zijn baasje daar anders over. Hoorde ik gisteren nog bezwerende geluiden van beneden ontsnappen en over de trap naar boven kringelen, vandaag hoor ik een ander geluid. Meer gebiedend, iets ongeduldiger, machtelozer en dwingender. Het helpt allemaal geen zier. Gezond verstand doet Fred afscheid nemen van onze kleine lieveling en hem achterlaten om zich bij mij in bed te voegen. Zijn benen zijn steenkoud. Onder gaat het geblaf door. Wij overleggen over de situatie, fluisterend. Ik word het al snel zat en sla het dekbed van me af. 'Wat ga je doen?' vraagt Fred. Ik sis en grauw, briesend bijna. Hij weet me ternauwernood tegen te houden. Ik kruip weer terug in bed. We praten over het gedoe van de nachtelijke onrust die een pup teweeg brengt. Natuurlijk begrijpen we dat hij moeders mist en vooral dan de tepels waar die nog aan lebberen en zuigen, van tijd tot tijd. En ook de nestwarmte van broers en moeders. Hij weet niet dat zijn andere broertjes waarschijnlijk nu ook het nest verlaten hebben om een eigen bestaan te gaan opbouwen bij nieuwe gezinnen. Liggen zij ook zo smachtend en hartverscheurend te piepen en te blaffen? Het zal wel. Hier gaat het in ieder geval zo. Het zal een uur en een kwartier duren. We fluisteren verder onder het dekbed in het donker. Onze zorg geldt de buren, die hier ook niet om gevraagd hebben. Onze eigen nachtrust. En ons geduld wat op de proef gesteld wordt. Fred herinnert me aan hetzelfde fenomeen met Brownie, onze eerste hond, ook een bruine lab. Hij dreef ons tot wanhoop en dat duurde een week. In het donker kan hij mijn verwondering niet zien. 'Daar herinner ik me niks van', zeg ik weifelend. 'Toch is het zo. Dat je dat niet meer weet.' klinkt het bijna triomfantelijk. Als ik niet zo moe zou zijn, zou het me irriteren. Onder vrienden heb ik de naam een geheugen als een olifant te hebben. Ik herinner me dingen van toen ik nog heel klein was en nu en alle tijd daartussen. Dit dus niet. Ik bedenk me dat dit zoiets moet zijn als het hormoon dat bij moeders begint te werken na de geboorte en in de eerste jaren bij hun kind, waardoor ze heel veel kunnen doorstaan van ' nachtelijke concerten' en zich er weinig van aantrekken, naar het schijnt, terwijl ze van andere kinderen veel minder kunnen hebben. Wonderlijk fenomeen. Ik zal die mindere kant van Brownie's begin wel weggepoets hebben of zo. Het was zo'n lieverd.
Beneden is het geblaf overgegaan in gepiep. Hartbrekend zielig gemeek, zoals ze dat hier noemen. We blijven onverminderd overeind en negeren het. Dat is het beste, dan houdt het vanzelf op, besluiten we moedig. Hij moet er doorheen, zegt de een. Ja, hij moet er doorheen. Anders wordt het niks. Wij moeten er ook doorheen. En het is nu al niks. Maar dat gaat over, dat weten we. Al voelt het alsof het nooit meer over gaat. We zijn moe, onze lijven doen zeer, onze koppen zitten vol watten. In gedachten zie ik de mollige pup staan, zijn koppie tegen de tralie geplakt, zich eenzaam en verlaten voelend. Remi uit alleen op de wereld. Ernaast liggen Pippi en Muffin. Muffin kijkt met een uit de hoogte blik, alsof het hem helemaal niet aan gaat allemaal, dat gedoe. Hij ligt in een plaid gedraaid, vanwege de kou. Zijn velletje is wat dunner dan dat van de anderen. Tegen hem aan geplakt ligt Pippi. Ze draagt een broekje. Mevrouw is nl. loops oftewel ongesteld. Ze vindt het 3 x niks, maar we hebben ff geen zin in overal bloeddruppels. Wat een zootje ongeregeld, bedenk ik me. Maar wel ons zootje ongeregeld. Ons gezin. Waar ik heel veel van houd. Jaren terug wilde ik dit al. Koters van mezelf zat er niet echt in. Ik had al moeite genoeg om een prima vent te vinden. Dit is wat er het dichtste bij komt. Ik zou het niet anders willen. Ah, kijk, het geblaf en gepiep is afgelopen. Kleine Oskar heeft zich voorlopig overgegeven. Hij ligt op het matje met zijn dikke buikje met uitpuilend naveltje en zijn mooie oogjes zijn langzaam dicht gevallen als een nachtkaars die uitgaat langzaam. Hij zal nu wel ronken. De rust is weergekeerd. Mijn echtgenoot haalt opgelucht adem. Hij verontschuldigt zich en valt prompt in slaap. Ik heb één hand tegen hem aan. Klaarwakker staar ik in het donker voor me uit. In-gelukkig. Het leven is goed. Geen slaap voor mij. Maar wat zou het? Een tukje op de bank straks. Een mens kan met heel weinig toe, als het moet. Ik doe het er voor...

vrijdag 13 december 2013

Oskar of pupgevoel revistited

Oskar begon meteen te kijken, rond te lopen en te snuffelen. De oude bewoners hadden iets meer moeite. 'Wat maken jullie me nou klaar?' leken hun ogen te zeggen. Ze deden voorzichtig en vonden het maar zozo. Hun nieuwbakken broertje dacht daar duidelijk anders over, die bewoog zonder enige gêne onderzocht hij de boel, keek naar die 2 en sprong tegen ons op. Eerst maar de keuken. Hij liep vooral achter dingen door, kroop in de kleinste hoeken. Daarna kwam de huiskamer aan de beurt. Tijd voor een grondige inspectie. We keken elkaar enigszins verbaasd aan. Hij stak toch enorm nietig af tegen wat we gewend waren.
Grote zus Pippi kon het niet meteen waarderen. Die uk bewoog zich erg vrijpostig en bovendien onvoorspelbaar. Dat was niet in haar straatje. Ze gromde 's vervaarlijk. Wat door ons gepareerd werd met een 'doe 's lief tegen dat kleine hondje'. Daar had ze geen boodschap aan, maar onze toon zorgde er toch voor dat ze de opmerking serieus nam. Grote broer Muffin maakte wel snel contact. Hij plakte heel voorzichtig zijn neus tegen allerlei lichaamsdelen. En af en toe tegen de neus. Oskar vond het best, zolang ze maar niet in de weg liepen. Ik nam al gauw mijn camera ter hand om wat kiekjes te maken. Immers uniek als een pup pas in huis is. Muffin ligt qua generatie natuurlijk 2 of 3 voor op Oskar. Hij is dan ook een stokoude broer(SB) Met Pippi ligt het wat anders. Ze is van hetzelfde soort, een labrador retriever, hoewel zij blond is en Oskar chocoladekleurig. Maar...ze komt van dezelfde twee fokkers. Sterker nog, ze is een tante van Oskar. Haar moeder een halfzus van zijn moeder. Onze kleine zal het worst wezen, hij laat zich door geen familieband iets ontnemen of remmen.
Op zijn ontdekkingstocht had ie de klompjes  ontdekt die bij de kachel in de kamer staan. Erg aardig, want je schuift er zo mee over de vloer. Bovendien kun je er in in bijten. Net als in de gordijnen, de sleutel in de kast, het kussen van de andere hondjes, draden, enz. enz. Af en toe vinden de baasjes dat niet goed. B.v. in jeanspijpen. En ook de veters in schoenen vindt ie erg aantrekkelijk! In een mum van tijd trekt hij die los en als een van de baasje een soort dansje maakt om dat te voorkomen, draait ie vliegensvlug mee, leuk spelletje! Hij begint ook al in de billen van GZ Pippi te bijten, de staart van SB Muffin. Die laatste kan het niet zoveel schelen, maar Pippi vindt het niks. Ze laat haar ongenoegen wel blijken. Na wat gespeeld te hebben, werd het stilaan al erg laat. Dus lieten we Oskar zien waar we zijn slaapplek bedacht hadden. Een lap van het nest, waarin volop de geur van 'thuis en mam' hing, moest het makkelijker maken. Helaas, wat wij als tweebeners in gedachten hadden, viel buiten het idee wat meneer zelf in gedachten had. Hij zette een keel op van jewelste. Onze lummels zaten verbijsterd in de mand er naast, maar gingen toch gehoorzaam 'af'. Aangezien Oskar ons hoorde door de dichte kamerdeur heen, we moesten wel erg lachen om de deugniet, al was het een besmuikt lachje, namen we de benen naar boven. De laptop mee, want de gemaakte foto's moest onze trots illustreren op de social media. We zijn wel niet meer piepjong, maar wel volop bij de tijd. Het gedrein van monsieur ging onverwijld verder. Maar aangezien we doorgewinterde hondenpapa's zijn inmiddels, weten we dat je dat moet negeren, anders beloon je het gepiep met aandacht en is het hek van de dam. Dan kun je wel inpakken. Je knijpt evengoed de tenen bij elkaar, vanwege de buren b.v. Het geblaf ging nog een hele tijd vrolijk door, maar opeens was het stil. Een weldadige stilte vulde het huis. Het kroop in mijn hoofd en dat vloeide uit elkaar als een vlek en de slaap nam bezit van me. Rond 5 uur opende ik mijn ogen. Fred was er al uit Hij liep al snel aan de overkant van de weg. Ik stak mijn voeten in mijn broekspijpen, kleedde me aan. Beneden gespte ik de riemen van de groten aan, opende de voordeur en liep het normale rondje. Daarna gaf ik ze te eten. Fred wachtte met Oskar tot die aan de beurt was. Ik keek hem aan. De wallen onder zijn ogen zeiden zonder veel woorden dat ie bevangen was door een mega soort jetlag-gevoel. 15 km boven de aarde zweven, niet weten of het dag of nacht is, of er nog een luchtzak komt en de slaap die je uit je ogen wrijft je goed heeft gedaan of niet. Het was toen, dat ik wist dat we weer weten hoe het is om een pup in huis te hebben. Dat en toen Fred hem uitgelaten had, zorgvuldig geprezen om de plasjes die hij deed op het bevroren grasveldje. Blij allebei kwamen ze terug. En meteen kroop hij in een hoekje in de keuken om daar te poepen. Drie drolletjes. Perfecte, mooie stevige, glazend, dat wel...
 Ik ben moegespeeld, dus plof ik neer en ik slaap. Jaloersmakend! En dan droom ik met rennende pootjes en  smakgeluidjes of ik beweeg mijn bekkie ondertussen...

Oskar of de intrede van een jongeheer

Het had niet veel voeten in de aarde. De manier waarop Fred en ik om elkaar heen draaide en argumenten uitten tegen elkaar over de voor en tegens, het leek meer op schijnbewegingen, een dans om de hete brij heen, waarbij de uitkomst eigenlijk bij voorbaat vast stond. We hadden besloten dat onze viervoeter Muffin nu wat ouder begon te worden en dat het wel verstandig en gewenst zou zijn, dat bij een eventueel overlijden(volgens de kille statistieken te verwachten tussen nu en 2 jaar ongeveer) een maatje voor onze andere lieveling Pippi erg leuk zou zijn. Wachten tot na dat verschijden betekende wellicht een groot leeftijdsverschil. Niet zo leuk! Wel zou het de laatste pup worden in ons gezin, gezien onder eigen leeftijd. Je kunt nu eenmaal niet tot in der eeuwigheid je een keer of 4 per dag over het rijwielpad laten sleuren zonder fysieke gevolgen, nog afgezien van de verkeersonveilige situatie bij minder reactievermogen en zicht. Omdat we toch eenmaal verstandig bezig waren, planden we de zwangerschap en aanschaf, zodat we keurig de normale procedure en het vol verwachting klopt ons hart-gevoel ruim baan konden geven, van a tot z. Het leek ons een unieke ervaring de dingen eens op normale wijze te ondergaan...
De laatste week van het wachten viel ons zwaar. De geboorte van de nieuwe rakker was leuk. We bezochten moeder en kroost een paar keer. Door het lot bepaald, belanden we aan de top van de verlanglijst van dit nestje. De eerste keer was moeders wat zenuwachtig toen er twee heren opeens voor haar neus verschenen. Haar pups, nog erg klein, lagen vlak bij haar en ze maakte van meet af aan duidelijk, dat er een fikse afstand bewaard diende te worden. Gelijk had ze! Bovendien was het gevaar van infectie vrij groot, na haar keizerssnede. Dus bekeken we gretig, maar met de handjes op de rug, naar de scheetjes. Ze groeiden daarna als kool. Moeder had 3 koters op de wereld gezet. Hoewel we ons hadden ingesteld op een teefje, zat dat er niet in. Drie stoere binken, dat was dat. Ze groeiden als kool, want melk genoeg. Niks vechten om eten of een tepel. Elke keer weer groter en blakender als de keer ervoor. Gelukkig mochten we ze toen wel voorzichtig aanraken, oppakken en knuffelen. Moeder liet al snel zien, dat dat gedoe 'daaronder' wat van zijn glans begon te verliezen. Pups hebben nou eenmaal zeer scherpe tandjes en nageltjes en als die in haar tepels belanden is dat nou niet het lekkerste gevoel. De natuur heeft het allemaal heel mooi bedacht, zo nemen ze al vrij snel wat afstand van elkaar en worden de kleintjes klaargestoomd voor een wat zelfstandiger leven.
Gister kregen we het bericht. De keurmeester van de Raad van Beheer had zich eindelijk gemeld, de hondjes gekeurd en goed bevonden. Hup, chip er in en dus mochten ze naar hun nieuwe huis. Brokjes eten behoorde als tot de normale bezigheden. Ik reed net, moe van een lange werkdienst, naar huis bij een lieve collega in de auto. Opeens was de net ervoor bedachte rustige avond helemaal van de baan. We moesten geld overmaken, bedenken of we nog een puppy-riempje hadden. Gelukkig had ik net afgesproken dat we die avond friet zouden eten. Dus fietsten we, wat onthutst door de wendingen, door de avond naar de friteskraam, beetje suffig. Eenmaal daar kregen we keurig ons avondmaal voor de neus. We aten met smaak en dachten na over de verwikkelingen. Het was warm binnen en gezellig. Daarna fietsten we terug. Een snelle douche. We demonteerden de keukentafel en brachten die naar boven. De kleine bench stond al te wachten, die installeerden we op de lege plek. Straks zou die vervangen worden door de grote, maar voorlopig was dit voldoende. De hele keuken zag er opeens heel anders uit. De buurvrouw, een 'mede-hondengek', kwam vertellen dat ze graag ons naar de fokker toe zou rijden. We ploften nog effe neer. In onze hoofden draaiden de hersenen op volle toeren. Hoe ging het ook allemaal weer? Onze jongste Pippi, inmiddels 2 jaar voorbij, maar de herinneringen aan haar vroege jeugd verdomden het om boven te komen drijven. Het was veel voor onze grijze cellen, op zo'n korte termijn.
Na enige rust zetten we Muffin en Pippi in de mand, namen vrolijk afscheid met de toevoeging dat we zouden terugkeren met hun nieuwe broertje. Ze keken ons wat verbaasd en enigszins ongerust aan met een blik van 'wat hangt ons in hemelsnaam boven het hoofd?'
We reden rustig richting fokker. Daar aangekomen was de boel al snel beklonken. De nodige administratie werd afgewikkeld. En toen kwam eindelijk het grote ogenblijk dat we Oskar, want zo zou de nieuweling gaan heten, bij moeders weg zouden halen om bij ons zijn intrede te maken. Maar eerst mam begroeten, de andere broertjes aaien. Een foto nog voor de eeuwigheid door de fokker genomen, die ons met haar zegen richting Limburg liet verdwijnen. Haar werk zat er op.
We hobbelden lekker naar huis. Fred zat achterin met Oskar. Die lag heel rustig tegen hem aan, zich van geen kwaad bewust. Maar halverwege de rit begon die zich te roeren. Hij draaide en piepte en deed, het duurde hem eigenlijk te lang.
Eenmaal thuis liepen we met de hond en zak voer naar de voordeur. We trokken de jassen uit en meteen begonnen Pippi en Muffin te blaffen. Daarna liepen we de keuken in en zetten na een momentje Oskar op de keukenvloer. Met argusogen kijkend hoe die 2 lummels zouden reageren en hoe de kleine uk.