woensdag 27 juni 2012

Chinezen en autisten

Af en toe overkomt me iets vreemds. Bevind ik me in een situatie en vraag ik me af hoe ik er in hemelsnaam in terecht in gekomen ben. Meestal denk ik dat ik redelijk bij mijn verstand ben(al mogen anderen daar anders over denken) en de loop van mijn leven ´im Grif´ heb. Niets is dan minder waar. Het gekke is dat het me vaak niks kan schelen. Op zich al aardig verontrustend. 
Voorbeeld? Ik merk ´opeens´ dat ik in mijn fauteuil zit. Bord met warm eten op mijn schoot. Tv aan. Ik steek, vrij gedachteloos happen in mijn mond. Terwijl ik, van huis uit al, avondeten verorber aan tafel, al dan niet gedekt. En nu prop ik van alles tussen mijn lippen door. Ik val nog net niet om van verbazing door deze ontdekking. Het wordt nog echter nog erger. Voor mijn ogen zie ik de tv. Op de beeldbuis zit een man te praten en te lachen. Een belachelijk grote bril op. Even denk ik dat ik in mijn eigen verleden zit en dat mijn geest mij als een soort tijdmachine teruggeflitst heeft en ik het Journaal bekijk met Frits Thors. Dan zwiept het beeld naar een donkere man. En ik me realiseer dat ik RTL Boulevard zit te kijken. En die brildrager is de meest ongeloofwaardige tvfiguur zo´n beetje die ik ken. Naast hem zit een van de leukste mannen van de Nederlandse tv en sportwereld, Humberto Tan.


Het gekeutel en gedreutel gaat aan één stuk door. En ik realiseer me, dat IK DIT ABSOLUUT NIET WIL ZIEN. Ik wil die onzin niet in mijn oren en ik wil helemaal niks horen van het geroddel en halfslachtige berichtgeving van meneer Bril, de ´burgemeestersvrouw´ van Mestreech. Verbluft staar ik naar mijn bordje. Hoe kan dit? Wat is dit?
Andere momenten haal ik zelf aan. Ik zit in diezelfde fauteuil. Voor me mijn laptop. En ik speel een spelletje. Het heet Mahjong Titans. Een soort van Memory, maar dan voor gevorderden. Terwijl ik het icoontje aanklik, bedenk ik hoe ik het wil spelen. Er verschijnt een keuzemenu. Het spel is altijd het zelfde: zoek twee gelijke plaatjes en vorm er een paar mee. Die klik je dan weg. Veel mogelijkheden zijn mogelijk. Kaartjes met bolletjes, met staafjes, met wolken, met draken, kanarie´s, streepjes. Elke soort is er in verschillende kleuren, die moet je ook nog uit elkaar houden. De keuze voor je begint bestaat uit de vorm waarin de zooi je voorgeschoteld wordt. Wil ik een kasteel, een draak, een spin of een krab? Meestal kies ik voor het kasteel. Dan begint het spel. Wanneer ik een paar gevormd heb, valt dat weg. Daarbij komen geluidjes. Allereerst bij het neerleggen van het spel. Prrrt, prrrt, prrt klinkt het. Dan als ik twee kaartjes wegklik: een klik, een zoem. Die geluidjes geven me welhaast een lichamelijk gevoel van welvinden. Vrolijk ga ik verder. Soms als ik een paar maak, klinkt er een diepe zucht. Nee, niet van mij, maar vanuit het spel. Ik moet het hele spel overzien en de verschillende kleuren, soorten en getallen uit elkaar proberen te houden. Mijn hersenhelften maken overuren en de draadjes er tussen staan zo roodgloeiend als een ouderwetse telefooncentrale. Ik ben meestal bloedserieus. Wat er om me heen gebeurt, interesseert me stukken minder.  Ik klik dat het een lieve lust is. En kijk naar alle hoeken van het speelveld. Natuurlijk steeds sneller door oefening. Ondertussen klinkt klassieke muziek uit de radio(dat dan weer wel) Ik hoor b.v. een vaag bekend stuk op de achtergrond...terwijl ik driftig de boel opruim. Welk stuk, geen idee...Dan hoor ik, enkele klikken later...ergens op de achtergrond, dat het Solveigs lied was, uit de Peer Gyntsuite van Grieg, gezongen door de sopraan van André Rieu. O ja, natuurlijk denk ik afwezig.


Ik speel flink door, benieuwd of ik het spel uit krijg. Vanuit de verte ´roept´ het toilet, dat het wel een sopje kan gebruiken. Of de wasmachine piept dat de was klaar is. Ja, hallo, dat vind ik minder interessant nu. 
Telefoon die gaat? Boeien...Het nieuws dat er weer ´ergens´ een bank is gevallen? Een aardbeving met 2000 dooien. Het zal wel. De Paus kan van een vliegtuigtrap donderen. De koningin bevallen van een zesling. 3000 ontslagen in één dorp. Ik kan viervoudig miljonair worden. Kan..het zal best..
Nu even niet dus. Dit spel moet uit. En wel nu. Helemaal. De bevrediging die het oproept als ik zie, dat het gaat lukken, is met niks te vergelijken. Ik vraag me niet af of ik nog 60 wordt. Of ik ooit nog sex zal beleven. Of we morgen uit de recessie komen en allemaal 1000 euro op de rekening krijgen, terug van de Energie-bedrijven. Het is allemaal niet belangrijk.
Dit gaat natuurlijk nergens over. Ik zit hier te ordenen voor eigen gerief. Niemand die er wakker van ligt. Er valt niks mee te verdienen. Kosmisch gezien stelt het geen reet voor. Nee, u hoeft nog geen psycholoog te bellen. Ik voel een onbeschrijfelijk genoegen in het terugkerend rangschikken. Het opruimen. Kloppend maken. Ik weet dat er diep in mij een autistisch stuk schuilt, wat een levensgrote behoefte heeft aan rangschikken, structureren, etiketteren. Alleen niet in welk stuk van mijn brein die resideert. Ik laat hem af en toe los. Het is een hij en hij zetelt waarschijnlijk ergens aan de linkerkant van mijn kop. Maar er loopt ook een lijntje naar rechts...ergens.
Ooit is er een goocheme nerd geweest, die het wel een aardig idee vond om mensen zoals ik ter wille te zijn en ontwierp dit duivelse spel. Mooi vorm gegeven, lekker makkelijk voor dagelijks gebruik. Waarschijnlijk is die er schathemeltje rijk mee geworden.
En nog eerder was er een leipe Chinees, die op blokjes klei of hout figuurtjes ging tekenen. Hij legde ze te drogen. Een aantal dorpsgenoten hebben waarschijnlijk over zijn schouders mee zitten kijken en commentaar gegeven, niet wetende wat ´die gek´ aan het doen was. Misschien was die betreffende Chinees het eeuwige kaligraferen moe en wilde eens wat anders. Terwijl hij wel een heel vaste hand ontwikkeld had. En zo moeiteloos de figuurtjes schilderde op de vooraf gebakken mini-tabletjes. Toen alles klaar was, heeft men het spel daar gespeeld. Een paar kommen thee onder handbereik. En zo is het van dorp tot dorp gegaan en via steden naar Bejing. Al gauw aan het hof van de Keizer. 
Zo´n slordige 43 eeuwen heeft het er over gedaan, voor het gelinkt werd door die slimme nerd in zijn achterkamertje. En nu zit ik met de gebakken peren. Het alternatief is met mijn prak op schoot kijken naar Albert Verlinde. Waarom bleef die Chinees niet gewoon keurig kaligraferen, wordt de burgemeestersvrouw van Maastricht niet verplicht in de dienstwoning het personeel aan te sturen en vooral geen bijkomende werkzaamheden te ontwikkelen. Zodat ik zelf niet meer naar Umberto Tan kijk, maar keurig aan tafel mijn avondmaaltijden nuttig, zonder enige afleiding en meteen bij de eerste tonen van de radio kan opmerken. Heej, de 5e symfonie van Beethoven, wat leuk! Nou, omdat u dan geen stukjes krijgt op mijn blog om te lezen....Dus hieruit blijkt onomstotelijk en waterdicht dat het wel degelijk kosmisch nut heeft. En dat Chinezen en autisten helemaal niet zo raar zijn.Toch fijn om te weten, lijkt me.

dinsdag 26 juni 2012

Vagina

Soms lopen dingen ineens heel synchroom, een verschijnsel dat serendipity wordt genoemd. Gister zag ik een berichtje van een kennis op Facebook. Dat ging over de vagina. Vandaag werd onze hond ongesteld, wat me aan het denken zette.
Tijd om me te verdiepen in dit vrouwenfenomeen!
Het bericht van mijn kennis uit de VS zag er zo uit.


VAGINA´S....BRENGER VAN HET MENSELIJKE RAS SINDS HET BEGIN DER TIJDEN


Denk je dat het tijd wordt dat we het woord hardop gaan gebruiken?
Denk je dat het niet tijd is dat we de Vagina gaan eren en aanbidden?


Ik heb het maar even vertaald. In eerste instantie overviel me de boodschap even. Daarna moest ik wel lachen, om de gedachte dat vrouwen en mannen in Amerika de Vagina misschien gaan eren en aanbidden.
Maar ik snap natuurlijk de bedoeling wel.


Hier hebben we de Vaginagesprekken natuurlijk gezien en gehoord. En dat heeft ons allang aan het denken gezet, voor zover dat nodig was.
Maar het klopt natuurlijk wel: het hele leven in alle soorten en maten komt uit de vagina voort en uit de vrouw. Tegelijk is het eeuwenlang ontkend, miskend, weggemoffeld, verstopt, verguisd. Een groot taboe.
En dat moet maar ´s afgelopen zijn. 
Hoog tijd voor de emancipatie van de vagina! De vagina hoort respect, bewondering  te krijgen en de waardering die het eeuwenlang gemist heeft. 
Ieder mens maakt er gebruik van, op de een of andere manier. Maar daar houdt het dan ook vaak bij op.
Meesmuilend gepraat, gefluister of flauwe grappen. Verdoezeling van de kenmerken, in allerlei opzicht.
Aan elke vagina zit een vrouw vast. Dat is een onmiskenbaar gegeven. En ook die ondergaan, als ´eigenaresse´ van die vagina de taboe´s die er aan gekoppeld zitten. Zelfs doorgegeven door hun moeders, grootmoeders, zusters, leraressen, buurvrouwen, vriendinnen, collega´s. Zo houden we de taboe´s natuurlijk in stand. En de kwade geur waarin de vagina staat.


Ik heb me lang afzijdig gehouden van de vagina. Als mannenman dacht ik me te kunnen vrijwaren van kritiek, commentaar of andere oordelen. Niets is minder waar. Ook ik moet met de billen bloot, want ook ik ben door de vagina dit leven in gekomen en dank er dus mijn bestaan aan, samen met de eigenaresse van die vagina: mijn moeder. En daarvoor degene met de vagina, die haar liet geboren worden enz. Dus helemaal terug naar de oermoeders van de dageraad van de schepping. Geen wonder dat de oude volken de Godin eerden en niet een mannelijke God. 


Om me iets meer bekend te krijgen met het onderwerp ben ik vlijtig gaan Googlen. Lang leve het internet, waar men een hoop te weten kan komen, zonder dat iemand het schaamrood op je konen ziet of het lachen om wat je leest.
Ik voelde me net Alice in Wonderland, maar ik was, dank zij de kennis van Facebook(ook een mannenman) het punt voorbij waarop ik het gevoel had, dat ik er niet mocht komen of vertoeven. Dat scheelt een hoop, dan kun je de Hartenkoningin zonder angst tegemoet treden. Dit voor de mannenbroeders die dit stukje gaan lezen. Voor hen is het extra belangrijk, ze hebben veelvuldiger en gulziger met de vagina te maken. Dus, ik zou zeggen, mannen, doe er je voordeel mee!
Daar gaat ie dan! Dit is wat ik ontdekte in de wereld van de Vagina, allemaal nog virtueel-digitaal, dat wel!


Mooncupje
Dit ´organisch zakje´ met de poëtische naam Mooncupje kan in de plaats van tampons of maandverband gebruikt worden. Het kan 10 uur blijven zitten en absorbeert het maandelijkse bloed niet, maar vangt het op.  Er zit een handig maatstreepje op, zodat je gemakkelijk kunt aflezen hoeveel bloed er ´geloost´ is. Ik ben natuurlijk maar een leek, maar ik snap in de verste verte niet waarom een vrouw zou willen weten, hoeveel cc er al in haar maancupje zit. Dan is er de kwestie van legen en schoonmaken of vervangen? En ik vraag me af hoe het met de geur zit, want dat vermelde het stukje niet. En het draaggemak of ongemak. Natuurlijk moet ik mijn meer dan grote fantasie even laten uitzoomen tot de situatie waarin ietwat normalere mensen zich van nature bevinden om te beseffen dat het Mooncupje waarschijnlijk geen 15 cm doorsnee heeft, maar meer iets van 8´mm of zo. Mag ik toch hopen voor de dames die er gebruik van willen maken....want dat wordt allemaal niet vermeld door Google...toch een flink minpunt.

Komen we bij het volgende, het Ongesteldheidsalarm. Zoals de foto hierboven al overduidelijk demonstreert en ten overvloede werd uitgelegd, lijden veel vrouwen aan het ongemak van menstrueren en voelen zich daarbij niet opperbest om het zacht uit te drukken. Handig is het dan als partners dat in de smiezen hebben zodat ze empathisch verantwoord kunnen reageren. Daar voelt de vrouw zich dan bij gesteund en begrepen, dat zal duidelijk zijn. Iets wat sowieso wat prettig is en handig als je je relatie goed wil houden lijkt me, ook buiten menstruatiedagen. Nou schijnt dat voor veel mannen een moeilijk punt te zijn, zeg maar mijn heteroseksuele evenknieën. Die merken dat a. niet op, b. te laat op of c. doen net of ze het niet opmerken. Een Engelsman, genaamd Karl Dorn, had daar ook last van en zijn vrouw des te meer. Waarop hij een uitvinding deed, u raadt het al, de Ongesteldheidsalarmband. Men dient tijdig de vrouw het armbandje om te doen. Deze verkleurt bij verandering en hey presto...de flapdrol waarmee je getrouwd bent, verandert van een ijskonijn zonder enige scrupules in een meegaand, gevoelig en sympathiek mens. Ja sorry hoor, maar als je de liefde van je leven een bandje moet omdoen, loop je volgens mij eeuwen achter. Het doet me denken aan slaven die kettingen omkrijgen, gevangenen of geringeloorde stieren. Wat is er mis mee om een klein beetje op te letten, zodat je opmerkt dat je vrouw strontchagrijnig wordt of tegen het plafond gaat of een beetje misselijk, moe of hangerig. Hoort toch bij je taak als goed partner of ben ik nou gek? Ik zou tenminste als vrouw ten ene male weigeren om zo´n ding te dragen. Geef hem een lekkere dreun op zijn kanis en zeg dat je je niet helemaal lekker voelt omdat je weer een ´bloeiende maagd´ bent, lijkt me veel handiger....en vertel hem er meteen bij dat ie verdorie wel op een andere manier een salaris bij elkaar kan schrapen dan over de rug van zich miserbale voelende vrouwen...

Komen we bij het derde item..
My new pink button
Nee, het is niet het toetsenbord van je kekke Iphone of Ipad in roze! Het is het nieuwste van het nieuwste uit de VS(waar anders vandaan) Plastische chirurgen en dermatologen ontwikkelden daar iets nieuws, de verf voor de vagina. Je ken niet zonder de Gamma, zal ik maar zeggen. Geënt op filmsterren is daar verf verkrijgbaar om je vagina te verven. Nee, niet het haar wat er gesoigneerd bijligt, maar de vagina zelf. 
Dit zijn de verschillende versie´s: 
Marily: licht, voor beginners(toch een postume belediging aan het adres van Monroe lijkt me zo)
Betty: zoals chique lipstick(maar dan voor de andere lippen)
Audrey: bourgondisch roze, voor de vrouw die durft(zijn ze dat niet allemaal met dit product?)
Ginger: voor de gekleurde vrouw(wat bedoelen ze daar mee, Michelle Obama en Oprah of roodharigen?)


Ten slotte zag ik dat men nog gebruik kon maken van radiogolven. Een apparaat wordt dan door de gebruikster tegen de vagina gedrukt, het voelt koel aan(is dat lekker dan?), maar verhit het lichaam. Door de radiogolven vernauwt het de vagina en verbetert zo het sexleven. Het is maar dat u het weet.
Een soort handmagnetron die alles weer terugbrengt naar de oorspronkelijke staat. Bij proeven, die wat sterk bleken, vielen vrouwen af, maar ook dat was enigszins een mislukking. De uitkomst zag er uit als een junk die op roomtaartjes leefde zo´n 20 jaar lang.

Er was ook nog fitness voor de vagina, haarverf voor de vagina en meer van dat alles. Teveel om op te noemen. Terug lezend zie ik hoe moeilijk het is, door lange conditionering die mij door de genen van voorvaders en voormoeders is opgedrongen, om niet te verzanden in flauwe grappen of zonder respect over het onderwerp te schrijven of te spreken. Maar ik heb mijn best gedaan. En ik hoop dat u er wat aan heeft.
Ik ben al blij dat ik een verminderde angst heb voor de vagina, maar wel respect en waardering! En dat verdient ze, samen met de trotse bezitsters! Leve de vagina!





maandag 25 juni 2012

George

George is dood. Gister was ie nog springlevend. Maar vanmorgen is ie gevonden. Door zijn verzorger. Morsdood. Hij was zo rond de 100. De verzorger keek wat witjes om zich heen, terwijl hij geïnterviewd werd. Hij wist het ook niet zo goed. Het leek er sterk op, dat hij bang was om er op aangekeken te worden.
George woonde op een piepklein eiland. Ergens in de Pacific. Dat eiland maakt onderdeel uit van de Galapalos-eilanden. George is een schildpad. Niet zomaar een schildpad. Een hele grote, een reuzenschildpad. Zijn soort maakt deel uit van een ondersoort met een ingewikkelde naam. Sinds Darwin daar is geweest, hebben alle diersoorten van die ingewikkelde namen gekregen, lijkt het wel. Darwin heeft daar schijnbaar zijn evolutie-theorie ontwikkeld of ontdekt. Of allbei. 
Men toonde beelden van het dier. Een enorm schild met van die zeshoekige delen in onbeschrijflijk groen-bruine tinten. Er staken poten uit, van die wat onhandige, zodat het beest rond kon schuifelen. En verder een hoop rimpels met een dito nek, die uitmondde in een soort ET-koppie. Wakkere donkere oogjes, die nog nieuwsgierig rondkeken. Hij leefde toen nog...Ik neem aan dat een dode George teveel zou worden voor de argeloze kijker. Even later liet men zien hoe hij zijn lunche verorberde. Dat verdiende geen schoonheidsprijs. Langs zijn bek hingen onduidelijke groenachtige slijmslierten. Ik ben al niet zo dol op schildpadden, maar deed voor mij de deur dicht.Maar hij was dus nu morsdood, onze George. De verzorger stond er maar bedremmeld bij, toen hij het vertelde. Men wist niet waaraan. Ik dacht meteen ´hoeveel liter schildpadsoep zou je kunnen trekken van zo´n oude reus?´(mits je een enorme pan had en een takel om hem in de bouillon te laten plonzen) En ook: wat een prachtige leesbrillen met bijpassende koker zal dat opleveren. Ik geef toe, dat het van weinig piëteit getuigt. Maar ik ken George niet persoonlijk en ik ben vrij pragmatisch ingesteld. Dat zijn mijn twee argumenten. 


George was het zeldzame laatste exemplaar van zijn soort. Men had enorme moeite getroost om nog voor enig nageslacht te zorgen. (Ik zie dan in mijn morbide geest hoe, nadat George met enige moeite op een wijfje is geschoven, een team van enthousiaste wetenschappers hem aanmoedigden en toejuichten. Helaas heeft George toen verstek laten gaan. Premature ejaculatie misschien, waarbij het kostbare semen wegdreef over de vulkanische bodem van de Galapalos?) 
Ik dacht dat George een mooi graf zou krijgen. Niets is minder waar. Een ernstig kijkende wetenschapper verzekerde ons ervan, dat ie persoonlijk door hem zou worden gebalsemd en geprepareerd(of is dat hetzelfde?) en dan tentoongesteld. De mensheid diende aan de hand van zijn karkas opnieuw er van doordrongen te worden, dat men voorzichtig met onze planeet aarde dient om te gaan. Wat ik van harte toejuich, dat zult u begrijpen. Ik kan alleen niet zo goed de stap volgen, dat eerst een van de laatst bekende schildpadden moet sterven en we dan daardoor de link leggen met het goed omgaan van de aarde. Maar ik ben maar een simpele ziel. 
In mijn brein zag ik de schildpad, gebalsemd en wel(deden ze trouwens niet met Lenin?) in een hoekje van een obscuur museumpje staan, een grijns om zijn bekkie en met zwarte kraaloogjes, terwijl er boven hem een peertje schijnt en er een bordje naast staat met ´Lonesome George´, laatste der reuzenschildpadden. Uitgestorven door slechte verzorging of eventueel waardeloos beheer van onze planeet. Wees toch voorzichtig! 
Maar het schijnt dat ie naar een modern wetenschappelijk instituut gaat, die onderzoekt hoe en waarom hij overleden is. Ik hoop dat de verzorger eventueel allang geëmigreerd is tegen die tijd, dat de uitslag bekend wordt. Je weet maar nooit. Dat instituut wordt misschien wel in stand gehouden door captains of industry van enorme, sterk vervuilende productie-maatschappijen, die zo hun schuld proberen af te kopen of nog enigszins te verlichten, wie zal het zeggen.
Het dier werd Lonesome George genoemd. Omdat ie geen nageslacht kreeg en hij de laatste was. Hoe je dan überhaupt voor kroost kan zorgen is me een raadsel. Een vrouwtjeschildpad is dan toch wel erg handig, lijkt me zo. Maar misschien heeft zij de pijp aan Maarten gegeven na de mislukte bevruchting. Vond ze het zo´n looser, dat ze er mee opgehouden is. Hem achterlatend.
Deze dieren schijnen met gemak 200 jaar oud te kunnen worden. Hij was dus nog ´maar´zo ongeveer halverwege. 


Ik ken mensen die dol zijn op schildpadden. Een aardige buurvrouw en haar gezin. Een broer, die vitrinekasten vol heeft staan in zijn hal. Houten, aardenwerken, plastic, metalen, stenen schildpadden. Ik weet niet of dat telt. 
Ik heb er ooit eentje gewonnen. Per ongeluk, want ik win nooit iets. We waren in het toenmalig befaamde dierenpark in Eindhoven, Animali genaamd. Er waren voornamelijk vogels van allerlei pluimage. Ik was gefascineerd door de roze flamingo´s. Ergens midden in het park was er een wedstrijd. De direktie had het plan gekregen om aan een soort van grove klantenbinding te doen en elke zondag was er een schildpaddenrace. De arme dieren(Prins Bernard jaagde nog op neushoorns en wist van geen kanten van het bestaan van een Wereld Natuurfonds) waren beschilderd met nummers. Ze kwamen ongeveer op een rij te staan en dienden dan een afstand af te leggen. Ieder kind kreeg een nummer toegewezen(ik zit me nu plaatsvervangend te schamen) en de schildpad die het eerst de eindstreep haalde, had gewonnen. Of eigenlijk het kind dat dat nummer had toegewezen gekregen. Ik won en kreeg zo´n dier mee. Ik had liever een flamingo gehad, al wist ik met geen van beide dieren raad...Geen idee wat er van geworden is, waarschijnlijk heeft mijn broer hem toen ingepikt.


Een andere keer heb ik ooit een schildpad gekregen van mijn tante. De zomer ging het nog goed. Met bakjes water en sla en zo. Daarna deed ie ´ineens´ niks meer. Ik heb hem zonder enige spijt in de vuilnisemmer gekiept. Nooit van een winterslaap voor schildpadden gehoord. (Internet bestond nog niet en ik was nog niet bij de bieb) Lonesome George wordt dat lot bespaard. Gelukkig maar! Alhoewel...of je blij moet zijn als je overblijfselen in een museum terecht komen, na enige ´behandeling´, ik weet het niet. Liever soep van getrokken en wat kekke leesbrillen met dito kokers van gemaakt...maar ja. Ik heb geen recht van spreken. Mijn enige droom is, dat ´mijn´ schildpad nog een paradijselijk leven op de plaatselijke vuilnisbelt heeft gehad, knabbelend aan blaadjes sla en drinkend van regenpoelen. Misschien is ie daar uitgegroeid tot een flinke jaap, die enorm veel nageslacht heeft geproduceerd met een verloren vrouwtjesschildpad in de buurt.
En dat op een dag een kunstenaar gefascineerd is geraakt door het schild van dat dier en thuis een fantastisch mooi mini-schildpadje heeft gesneden uit speksteen, wat verkocht is geworden en kado gedaan aan mijn broer, waar het nu in de vitrine prijkt, terwijl mijn inmiddels overleden tante glimlachend en tevreden toekijkt.
Niet? U denkt van niet? Nou ja, dan ga ik het Wereld Natuurfonds maar gauw bellen. Wie is hier nou verdorie lonesome?

dinsdag 12 juni 2012

Soldaatje

Een piepklein berichtje trok mijn aandacht. Een soldaat was gevonden. Let wel: 200 jaar nadat ie viel op het slagveld. Het bleek zelfs dat ze nog delen van zijn wapenrok teruggevonden hebben en zijn uitrusting. Wat mij dan weer hogelijk verbaasd. Wat is er in hemelsnaam nog over van zijn spullen? Of van zijn vege lijf?
Wat me ook fascineert is: waar komt ie vandaan? Wie is het? Want in juni 1815 hebben ze een Duits-Brits-Nederlandse alliantie gevormd om de legioenen van de Franse keizer op de knieën te dwingen. Een ieder weet dat dat gelukt is. Midden in wat nu België is, kwamen enorme mensenmassa´s bij elkaar. Duitsers, Britten en soldaten van de lage landen plus de Fransozen. Achter al die mannen kwamen nog anderen mee, de marketensters en zo meer. Want dat hele spul moest eten, scheuren in hun broek genaaid, sokken gestopt en de adrealine zorgden voor nog meer opwinding. Ook daarin moest worden voorzien door vrouwen van lichtere zeden. En er moest gegeten en gedronken worden. Bratwurst en Knödel voor de Germanen, haringen voor de Noord-Nederlanders, gebraden kiekens voor de Zuid-Nederlanders, schapenvlees voor de Schotten en Welshmen, stew voor de Engelsen met Black Pudding of Spotted Dick. En niet te vergeten voer voor de Fransozen: Quiche voor die uit Elzas-Lotharingen, baguette en ratatouille voor de mediterrane Fransen. Bovendien nog bier, schuimend bier! En wijn. En mede! Ach, wat een toestand, zo´n veldslag. Wat een organisatie! En dan heb ik het nog niet over het voer voor de paarden. Van de officieren en die de kanonnen moesten trekken, van de ene plek naar de andere. Vaandels die versleept dienen te worden. Trommels met stokken en fluiten. Doedelzakken. 


Ik vraag me inenen af hoeveel van die dappere mannen toen in het stof hebben gebeten op dat onmetelijke veld, waar ze werden opgesteld. Pionnen in slagorde. Kanonnenvlees. Hoeveel bajonetsteken, hoeveel kogels, hoeveel kanonskogels. Hoeveel kreten en schreeuwen. En naderhand? Gekreun, gezucht, gehuil. Ik stel me voor, dat je als soldaat je heel wat voelt. Met je makkers op één rij. Uniformen aan in mooie kleuren, nieuwe laarzen. Maar ja, als er aan de andere kant een even grote groep staat. Met daarachter paarden met mannetjes er op, blinkende bajonetten, tromgeroffel en schrille fluiten. Wapperende vaandels, die jij met je club moet veroveren. Al is het alleen maar om er eer mee in te leggen en in een of andere kapel straks op te hangen. Maar ja, dat kost heel wat maten van je dan hun leven. Of enkele ledematen. Ook niet zo handig, als je na dat avontuur weer terug naar huis moet strompelen met één been minder. En er dan op het land moet werken voor vrouw en kinderen. Schiet niet zo op.
Ik denk dat er heel wat stoere mannen met angst en beven aan begonnen zijn. God zegene de greep. Bijna in hun broek piesend met gierende zenuwen in hun keel. Denkend aan hun vrouw, hun lief, hun kinderen. En...als ze neergestoken of geschoten waren...aan hun moeder. Het schijnt dat zowat elke soldaat in doodsnood om zijn moeder roept...
Dat gigantisch veld moet wel een verschrikkelijk tafereel hebben geboden na afloop. Doden, gesneuvelden, gevelden, gewonden die niks meer konden. Ook paarden die het begeven hadden. Bloed, de geur van dood en verderf. Hebben de overgeblevenen zich uitgekuurd op de vrouwen in de buurt? Hen verkrachtend en bedreigend? Of hebben ze ´alleen´ plunderend en moordend zich uitgeleefd in de regio?
Ik stel me dat ene mannetje voor, hoog op zijn schimmel, die de oorzaak was van heel veel van die ellende. Die een behoorlijk overmaats ego bezat en de boel wel even zou regelen. Nou dat heeft ie gedaan. Maar ten koste van wat. 
De man die ze gevonden hebben, na 2 eeuwen, blijft onbekend. Ik kan me niet voorstellen dat ze ergens nog aan kunnen vaststellen wie het betreft. Gewoon een arme dondersteen die gerecruteerd werd. Of vrijwillig, onder het mom van patriottisme. Zijn mannelijkheid en ijdelheid aangespoord, zijn zin voor avontuur en het grote onbekende uitgebuit. 
200 jaar heeft ie vergeten onder een grasveld gelegen. Onwillekeurig moet ik denken aan hoe ik in de Dome des Invalides stond in Parijs. Onder een prachtige koepel met marmer stond pontificaal een tombe. Zeven kisten over elkaar heen met daarin de armzalige resten van de grote kleine man. Geflankeerd door de oude ijzervreters van het toenmalige Franse leger, die de boel moesten bewaken. Er hing een plechtige stilte. Door mij op een verschrikkelijke manier verstoord, want ik kreeg een gigantische giebelbui. Die wilde natuurlijk niet meer over gaan. Het kwam me ook behoorlijk belachelijk voor, zo´n enorm gebouw met die koepel. En dan die gewelfde tombe met dat menneke daarin. De bewaking keek me vals aan en maande me tot stilte. Dat lukte me voor geen meter. Ze waarschuwden dat ze me zouden verwijderen. Ik kon er alleen maar om lachen, maar maakte door handgebaren duidelijk dat ik uit eigen beweging wel zou vertrekken. 
Ik kon en kan niet het respect opbrengen voor die ondermaatse figuur, die zo graag heel erg groot wilde zijn.


Maar wel voor die arme sukkel die onder de Belgische grasmat lag, onondekt. Zou hij nog rond gezworven hebben als geest. Ieder die zich daar waagde en er uitzag als de vijand proberen te raken of weg te jagen? 
Terwijl er hobbyisten de laatste jaren die slag bij Waterloo zo authentiek mogelijk hebben nagespeeld? Nou, als ze echt authentiek zou zijn, verdwenen ze zelf voor 200 jaar onder de zoden. Zal wel niet. Hoe het ook zij, ik heb de neiging om te salueren! Grote klasse! Ik hoop dat ie eindelijk rust heeft gevonden, de held! En in gedachten trek ik nog een lange neus tegen die kleine in de tombe. Salut en de kost...

woensdag 6 juni 2012

Zomaar een woensdag

Al voor ik mijn ogen open had vanmorgen, was het al mis. Ik hoorde het op het dak, ik hoorde het toen ik de trap afkwam, dwars door het geblaf van de honden en ik zag het toen ik het rolluik omhoog liet zoeven. Buiten zag alles grijs en grauw. Het motregende en dat was nog maar zacht uitgedrukt. Ik zuchtte eens diep. Ook dat nog. Eerst maar ontbijten. Terwijl ik mijn boterham kauwde, kreeg ik het idee om de laptop eens aan te zetten en de buienradar in te schakelen. Het duurde weliswaar nog wel even voor ik de deur uit moest, maar een mens kan nooit te voorzichtig zijn en het internet staat voor niks. Wat ik zag op het scherm stemde me niet vrolijk. Het zou minstens aanhouden tot ik mijn fiets op zou moeten, waarschijnlijk langer. Ik diende op tijd bij de tandarts te verschijnen. Nog nooit was het zo bar en boos, zo lang ik daar kwam in het naburige dorp. Ik besloot het busboekje eens te raadplegen. Tja, dat ging prima, tenminste op de heenweg. 


De mondhygiëniste stond al klaar. Tot mijn verbazing hoefde ik niet het vervelende onderzoek te ondergaan, waar ik de afgelopen tijd zo tegenop had gezien. Af en toe bekijken ze hoe het er met mijn tandvlees voorstaat. De aardige vrouw met mondkapje wacht dan tot ik plat lig. Zij en de tandarts zijn de enige vrouwen die dat dusver voor elkaar hebben gekregen. Daar houdt het ook mee op, ik wil de goden niet verzoeken(of godinnen). Dan buigt ze zich over mij heen en ik open mijn mond, zodat zij met een hele hoop metalen dingetjes in mijn mondholte tekeer kan gaan. Het lijkt wel meer als een automonteur gebruikt, al lijkt me dat gezien de ruimte vrij onmogelijk. Elk tangetje, dat er op een verrijdbaar kastje uitziet als een onschuldig ding, doet aan als een bako of waterpomptang zo gauw het mijn lippen voorbij is. Ik houd mijn ogen stijf dicht, terwijl zij met mondkapje waarboven haar blauwe ogen en met haar blauwegehandschoende vingers haar ambacht beoefend. Het liefst zou ik nog een briefje op mijn neus plakken met daarop ´ik ben d´r niet´, maar ik begrijp ook wel dat dat niet gaat. Alles komt neer op een trauma dat ik tig jaar geleden opliep bij de hoefsmid die zich schijnbaar ook tandarts mocht noemen uit mijn jeugdige adolesentie-jaren. Hij verordonneerde op laconieke wijze een behandeling, wat in de praktijk neerkwam op een martelgang van enkele uren uitgesmeerd over diverse afspraken ZONDER VERDOVING. Hij boorde gezellig tot op mijn zenuwen, zodat ik geregeld het gevoel had dat ik drie of vier luciferdikke restantjes had staan van wat eerst een kies was geweest met daartussen een spelonk waar de gidsen van de grotten van Valkenburg zich de vingers bij af zouden likken. Daar flikkerde die een hoop amalgaan in en pleisterde dat in redelijke vormen. Het geheel zat wel...tot nu toe! Maar mijn diepe afkeer van tandartsen nam echt traumatische vormen aan. Zo erg dat ik dagen niet sliep als ik naar de tandarts moest voor een simpele controle. Mijn toenmalige vriend stelde eens voor om zo´n sessie na te bootsen. Hij nam een vork ter hand, vroeg me mijn mond te openen en hetzelfde moment stond ik al op de gang. Hij had verdomd veel geluk dat ik hem geen ram voor zijn kanus gaf, want op dat moment was hij voor mij de tandarts. Een monster uit mijn kinderdromen was er niks bij.


Dat stadium ben ik, de hemel zij dank, voorbij. Ik ga tegenwoordig fluitend naar de vrouwen die mijn gebit in tiptop-conditie houden. Maar ik behoud me het recht voor de boel te laten verdoven voor een behandeling zoals boren. De vrouwen stemmen daar glimlachend in. Ik ben ervan overtuigd dat ze meer ´schijterige´ mannen gewend zijn, iets wat ze beroepshalve zeer goed weten te verbergen, opgesmukt met het nodige respect. Een beetje tandarts dient nl. ook zakenvrouw te zijn, zeker in dit tijdsgewricht! 
Van de praktijk uit ging ik weer fluks naar de bushalte. Daar wachtte mij nog een pauze, alvorens het openbaar vervoer zou arriveren. Ik doodde de tijd met mijmeren, de bomen in de omgeving te bewonderen alsmede een ietwat vervallen maar prachtig huis ter plekke en nog even te zwaaien naar een collega die voorbij reed, omdat ze daar een zaak heeft vlakbij. Onderwijl startte de motregen weer vrolijk. Ik stak de weg over en stapte in toen de bus arriveerde.
Eenmaal in de stad liep ik richting centrum. Mijn gsm had het begeven en deed ´raar´. Gister was ik al even bij de winkel. De jongenman vroeg, nadat ik mijn klacht had geuit, naar het simkaartje, propte dat in het toestel en overhandigde me het met een soort van sarcastisch lachje ´hij doet het gewoon hoor...´ wat mijn zelfvertrouwen reduceerde tot dat van een peuter uit een achterstandswijk. Zwijgend verliet ik het pand. Nadat ik vlakbij een cappuccino met appelgebak had genoten, bekeek het ding nog ´s. Ha, hij deed het weer niet! Sluit de lader aan, zei die. Ja, dat had ik de laatste dagen alleen maar gedaan, maar geen bereik. Het kreng verdomde het. Techniek is leuk, zolang het werkt. Daarna wordt het een ´bloody nuissance´....
Ik had echter geen zin meer om terug te keren op mijn schreden en besloot later opnieuw een poging te wagen, want ik was al halverwege de grote bushalte en best moe na een nacht van werken. 
Vandaag stapte ik weer binnen, legde uit aan een andere jongeman, wat er aan de hand was en dat ik vermoedde dat er iets mis was met de batterij. Hij keek ´ns, vroeg om het aankoopbewijs. Ja, verrek, dat had ik niet in mijn zak gestoken, te druk met de buienradar en zo. Of ik nog ´s terug wilde komen met  dat ding, want anders duurde het veel langer, het vertegenwoordigde meteen de garantie. Welja, dat moet dan maar. Mismoedig liep ik weer de stad in. Ik had vanmorgen al een donkerbruin vermoeden dat er zoiets zou gebeuren en dat deze dag als mislukt was, voor die goed en wel begonnen was. Buiten regende het weer. 


De kermis stond mismoedig te kijken op het plein. Dan maar effe lunchen. Ik stapte de V & D binnen. De broodjes daar bevielen me vandaag allerminst, bovendien werd alles geblokkeerd door een horde ouderen, die maar niet op wilde schieten. Wat een getreuzel. Weg hier...Bij de Hema ging het beter. Ik nam een broodje en een cappuccino en ging zitten aan het enige vrij tafeltje. Tussen het toilet en de afruimkarren, niet echt ideaal, maar vooruit. Ik knabbelde aan het broodje, het smaakte naar niks. Even later viel er een kwak ondefinieerbare saus uit. Gadver, had ik nou nog maar dat broodje Surinaamse kip genomen. Voor mij ging een ouder stel voorbij. Zij had duidelijk de leiding, hij volgde. Drentelde naar een tafel, terwijl het assortiment in zich op nam en ´of het wat was´. En voor ik er erg in had, dirigeerde ik de man met een hoofdknik om zijn vrouw te volgen. Idioot, een volslagen vreemde man, het ging vanzelf. En nog idioter...hij deed het ook nog. Waarshijnlijk was hij zo blasé dat ie dat automatisch al deed, wie hem ook het zetje gaf...
Even later kwam er een oudere dame met haar kleinkind. Het meisje wilde zitten waar het niet kon. Oma legde het uit, maar ze wilde niet luisteren. Op aandrang van oma ging ze een servetje halen om de stoel droog te maken. Toen dat gebeurd was, veranderde ze van mening en ging aan de andere kant van de tafel zitten. Meteen begon ze te dreinen. Het meisje had hoogblond haar en was verder helemaal in het hardroze. Oma leek net een Zweedse, kort haar, kittige bruine oogjes en een strakke mond. Haar blik dwaalde rond. Daar kwam dochterlief. Nu werd de hele boel verhuisd. Dochter keek net zo rond als moeder met haar paardestaart en wat grotere ogen. Kind dreinde door. Ik verliet de lunchroom en het pand.
Ik liep naar de supermarkt toe, ten einde wat levensmiddelen in te slaan, nu ik toch hier was. Dat ging verder prima. En via de kathedraal liep ik naar de andere bushalte toe. Eenmaal gezeten, zette ik de zware tassen naast mij op het bankje. Tegenover begon de kermis, achter de toren verscheen een lange arm met een bakje er aan, waarop lampjes schenen. Het motregende flink, wat een triestig plaatje opleverde. Steeds kwam de arm voorbij en de lampjes versprongen van felpaars naar groen, naar oranje, blauw en geel. Wat een zinloze bezigheid, dacht ik. Het regende nog harder. Auto´s en vrachtwagens denderden voorbij, wolken van opspattend water achter zich aan toverend. 


Langzaam zag ik de tijd die nog restte voor mijn bus arriveerde verstrijken. Toen verschenen er twee tegelijk. Ik stapte in de achterste. Ik herkende de chauffeur, dezelfde als gister. Hij zei vriendelijk goeiendag. Vrolijk tufte hij naar ons dorp. Ik stapte uit met mijn tassen in de hand en de paraplu vooruit gestoken. De chauffeur zwaaide nog. Tevreden spoedde ik me huiswaarts, waar de honden op me wachtten. Vanavond een ovenschotel. Ik had behoefte aan iets warm en vriendelijks. Wat een dag...

zaterdag 2 juni 2012

Oranjegekte in aantocht

De lente doet haar uiterste best. Vanuit een ooghoek zie ik tennissende dames weer kreunend over het gravel schuiven. Ach ja, het sportseizoen is weer in volle gang, bedenk ik me. Het EK komt er aan, zoveel is zeker, dat is onmogelijk om te missen. De supermarkten verdringen elkaar, niet om hun kruidenierswaren aan te prijzen maar om hun frutsel en fratsels te tonen, zodat een ieder weet dat ie bij een bepaalde hoeveelheid aan boodschappen deze rommel mee mag nemen. Er zullen weer fanatiek jongetjes en meisje navraag doen of men dit of dat heeft gekregen van de cassiere, misschien geheel overbodig? Maar ook gretige moeders en oma´s kijken je verlekkerd aan, niet omdat je een waanzinnig geil uiterlijk hebt, nee, ze hebben het voorzien op voetbalplaatjes, wuppies, gruppies of fluppies of op rare toeters en bellen, meestal oranje gekleurd. De voetbalspelers zelf laten zich filmen in de meest krankzinnige poses met rare beestjes in hun haar, op hun kont of waar dan ook, terwijl rappers, volkszangers en operasterren hun achterna zingen alsof hun leven er van af hangt. Ik kijk er met lede ogen naar. Wat moet een enigszins intelligent mens hier mee?


Maar ja, zijn er überhaupt nog eniszins intelligente mensen te vinden in ons kleine kikkerlandje, de komende tijd? Waar de tradioneel als nuchter en doe maar gewoon dat is goed genoeg- bekend staande Nederlanders hun eigen eigenwijze gang gaan, slaat in deze tijd een complete gekte toe, een soort van bewustzijnsvernauwing vanaf het moment dat ze enkele heren in het oranje zien. Er is geen richt meer mee te schieten. Sommige vrouwen doen nog wel pogingen om, zoals gewoonlijk hun mannen en de rest van hun gezinnen enigszins in het gareel terug te dringen, maar helaas...onbegonnen werk! Dat mondt dan uit in gemopper, soms geruzie en geweldige discussie´s of ijzige langdurige stiltes en sessie´s van negeren. Vooral de dames die houden van het betere filmwerk of gewoon rust in de tent hebben het moeilijk. 
Ook buitenshuis slaat de koorts toe. Het is een epidemie die nationaal is en gewoonweg niet te stoppen. Hier is geen inenting tegen bestand. Al in een vroeg stadion ziet men hele buurten bezig. De vogelaarswijken, aandachtswijken of achterstandswijken, volgens mijn gewoon gezellige volksbuurten nemen het voortouw. Hele straten en wijken kleuren oranje, onze nationale kleur. Partytenten verschijnen, meterslange snoeren met vlaggetjes in oranje en rood-wit-blauw. Sommigen maken het heel bont en schilderen simpelweg hun huizen. Ook worden soms tv-toestellen buiten gezet om gezamenlijk het voetbalgeweld op te kunnen volgen en bouwt men tribunes met tuinstoelen er op. De barbecues worden klaargezet, fritespannen gecontroleerd, massaal frituurvet, bitterballen en andere snacks ingeslagen, alsmede mayonaise, curry en ketchup. Niets wordt aan het toeval overgelaten. Er kan geen tijd verspild worden aan bijzaken als eten en drinken. De brouwers draaien overuren en wachten, handenwrijvend of - wringend op warm weer. Hun omzet zal zeker weer stijgen. 
Ondertussen bereiden de heren zich voor, waar het allemaal om te doen is. Onder de bezielende leiding van Bert van Marwijk, de held die onze trots al eerder opstuwde tot grote hoogte met een gezicht van ´waar heb je het helemaal over´ dient uit te zoeken wie er al dan niet opgesteld wordt en voordien wie er überhaupt mee mag doen. Het commentaar is natuurlijk niet van de lucht. Zoals ik las ´in deze tijd bestaat de Nederlandse bevolking uit 17 miljoen coaches´. Voorwaar geen sinecure! Maar tegelijk heeft dat ook een ongelooflijke charme. Iedereen zeurt en zeikt er over of men er nou verstand van heeft of niet. Men dient gewoon een mening te hebben. En degene die dat niet heeft, is verdacht of een allien. Die staat gewoonweg buiten de maatschappij en men dient er verder ook geen rekening mee te houden. Zonder woorden zegt men eigenlijk dat die ´niet normaal is´. En dat is ook nog een volkomen terechte vaststelling.
De voetbalhelden die het waar zullen gaan maken, daar is geen twijfel over mogelijk, doen meestal uiterlijk gezien koelbloedig hun werk. Sommige mensen schijnen hen vanaf de bank dan toe te roepen met leuzen als ´lopen luie miljonair´ en meer van dat fraais. Ze nemen het allemaal erg persoonlijk. 
Laat een voetballer van het eigen elftal zich tactisch gezien op een geijkt moment vallen, grijpend naar een of ander ´gekwetst´ lichaamsdeel dan snuiven ze verontwaardigd, onderwijl de scheids uit makend voor ´blinde kip´ of meer van dat fraais, als die geen strafschop uitdeelt. Maar als de gazon-acteur wel sukses boekt, dan slaan ze zich van plezier op de knieën en verheugen ze zich volledig.
Nog erger wordt het als Nederland van Duitsland lijkt te gaan verliezen. Of erger nog: gelijk spelen. Dan komen de penalty´s. Ik vrees dan ook voor menig ouder hart in dat geval. De spanning die gezamenlijk naar een hoogtepunt wordt gevoerd, ondersteund met hitte en het overmatig gebruik van gefrituurd eten en bier, kan in vele gevallen leiden tot medische problemen. Dat alles wordt echter op de koop toegenomen.
Er staat gewoon teveel op het spel om het niet serieus te nemen. Ik bedoel 22 mannen die  als volslagen idioten achter een stuk opgepompt leer aandraven met een man met een fluitje er tussen, die in het beste geval niet in de weg loopt of anderszins het spel hindert en twee andere mafkezen die langs dat grasveld met een vlaggetje lopen te rennen en daaromheen een zooi mensen die zingen, roepen. fluiten, schreewen, lachen, huilen, rollen closetpapier gooien of rookbommetjes afsteken met daartussen filmcamera´s en achter de goals fotocamera´s. Wie wil dat nou niet zien? 

Tja, enkele of meerdere dames die liever een goeie detective zien of ´gewoon´ rustig een boek lezen of een kruiswoordpuzzel invullen, zonder gebrul en geloei vlakbij en hunkeren naar het einde van deze periode zonder eind....en dan heb ik het nog niet over de manier waarop de opgebouwde spanning een uitweg zoekt in de echtelijke sponde! Ook dat nog...
Die dames die geen frikandel meer kunnen ruiken of pilslucht, die geen vlaggetje meer kunnen zien, geen wuppie meer verdragen. Die willen gillen bij elke reclame of de cassiere wel kunnen wurgen die er op aandringt dat ze de rommel meeneemt voor man en kroost. En hoe zit het met de voetbalvrouwen. De spreekwoordelijke bimbo´s die met hun glas champagne kijken naar wat vriendlief of manlief neerzet op de groene mat. Geen sex, nee schat, je weet ik moet spelen. Geen tijd voor de P.C.Hooftstraat of de winkelarcade in Milaan. En zelfs hun minnaar moet wachten. Want het schijnt dat ze altijd wel een leuke lover achter de hand hebben, voor als het misgaat met hun voetbalmiljonair. Ze mogen dan wel voor blond doorgaan, maar een slimme meid is op haar toekomst voorbereid. En niet iedereen is een ex-Spice girl Victoria die aardig bijkleunt in de Vs of een Sylvia, die eigen tvshows heeft in die Heimat. Je moet toch iets als je vent na een jaar of drie weer toe is aan wat anders....Ook voor hen is het dus afzien. 
Ik las op een van mijn social media het volgende: Bevolkingsonderzoek: iedere man dient zijn erectie op te meten. Mocht die onder de 15 cm uitkomen, dan dient men vlaggetjes, toeters en bellen op te hangen om het te compenseren, aan huis, in huis en aan de auto. Dat laatste is natuurlijk een algemeen geaccepteerd verlengstuk van het mannellijk orgaan. De meeste vrouwen die ik ken, aaien hun man of vriend spreekwoordelijk over de bol ter compensatie als hij bezig is over zijn favoriete speelgoed, de automobiel, omdat ze uit ervaring of van hun moeder weten hoe belangrijk het is om manlief tevreden te houden, ook voor de vrede in huis. De auto, voetbal of hun piemel, het maakt allemaal niet zoveel verschil voor de heren. Daarom dames, blijf aaien, zet de frituur aan en de pils koud. En adem diep door. Voor je weet is het voorbij. Vraag niks over buitenspel en zo. Reik pils aan, doe of je meejuicht, leg je dvd´s klaar voor later en gooi nog wat in het vet. En wacht af. De Tour is zo hier...
Kan iemand mij als-je-blieft nog even uitleggen welke idioot op het idee is gekomen om een foto te schieten, waarbij de eerste rij voetballers er uitzien alsof ze bijna gaan zitten op het toilet?