vrijdag 28 september 2012

Begin van een briljante dag

Vanmorgen werd ik wakker met een speciaal gevoel. In eerste instantie wist ik niet waarom. Maar al gauw begon het te dagen. O ja, vandaag is het de 28e. Ik lag nog in bed, mijn ogen waren nog niet open. De buitenwereld had nog niet de kans om binnen te dringen. Kortom een heerlijk moment.
De 28e september is de huwelijksdag van mijn ouders. Sterker nog: ook nog van mijn grootouders. Dubbel feest dus vandaag. Ze zijn weliswaar allang overleden, maar dat mag de pret niet drukken.
Tot mijn grote verbazing volg ik daarin de voetstappen van onze oude overbuurvrouw. Een gezellige dame, kasteleinse uit het Limburgse, een beetje verdwaald geraakt in een Brabants dorp en een Brabants café en er nooit meer verdwenen. Haar kleindochter zat bij mij op school en in het koor. Die vertelde me dat ze zondag, met vrijer, dringend verwacht werd voor een feest bij oma, onze overbuurvrouw dus. Het lieve mens was al jaren weduwe, ik geloof 30 jaar zelf of zo, maar nu gingen ze vieren dat ze anders 50 jaar getrouwd was geweest met wijlen haar man. Ze telde gewoon door, alsof er niks gebeurd was. Kijk, dat is de ware spirit. Ik hoorde het toendertijd verbijsterd aan. En vond het ronduit belachelijk in mijn puberbrein. Nu kijk ik er wat genuanceerder naar. Applaus voor die vrouw en bloemen en gebak. Ze had met haar gezin een heerlijke dag en vierde haar huwelijk op fantastische wijze!
Terug naar mijn ouders. Hier zijn ze op de grote dag.
Mijn vader strak in het pak. Hij was ´s morgens bi zijn a.s. schoonvader in de kapperszaak om geknipt en geschoren te worden. Beiden kwamen uit hetzelfde dorp, wat in zijn voordeel sprak. Maar opa testte zijn potentiële schoonzonen. Slaagden ze in zijn ogen, dan werd verkering toegestaan. Hij voegde er aan toe dat er bij hun in het gezin maar één jaar gevrijd werd, dan was het ´trouwen of uit´. Mijn vader gooide bij voorbaat al de kont tegen de krib. ´Maak jij dat uit?´ voegde hij de verwekker van zijn meisje toe. Precies goed, want opa moest juist tegengas, hij wilde pit voor de mannen van zijn dochters. Zeker voor die van zijn oudste dochter. Mijn moeder wilde tijdens de oorlog geen verkering. Veels te onzeker en ze wilde pas in vredestijd trouwen. Toen het jaar bijna om was, fietsen ze naar haar huis. Ze stopten onderweg, want ´mijn vader had iets´, zei hij. ´Ik ook´, zei mijn moeder tegen hem. Halverwege stapten ze af. Hij haalde uit zijn zak een doosje en schoof toen een gouden ring om haar vinger. Zij deed, tot ontsteltenis, hetzelfde bij hem. Ze wisten het niet van elkaar. Mijn vader was een romanticus. Hij verklaarde nooit zijn liefde aan mijn moeder. Het enige wat hij zei was; ´Sommigen zeggen ik hou van Holland, maar ik hou van jou.´ Het lijkt niet veel, maar na 5 jaar van ellende en onderdrukking in de oorlog je meisje boven het geliefde vaderland beminnen? Draag mij maar weg! Vervolgens kwam het moeilijke stuk. Het toestemming vragen aan schoonvader. Dat moest toen nog tot de 27 jaar, anders kon je het vergeten zonder de ouders zegen. Opa draaide er opeens om heen. ´Ik wil haar niet graag missen. Vraag maar aan de vrouw.´ Bij oma was het niet anders. ´Als het nog oorlog was geweest....´ `Het is geen oorlog meer´ was het vinnige antwoord van de ongeduldige vrijer. ´Ik kan haar eigenlijk niet missen.´ probeerde ze nog. Maar ze kon het pleit niet missen, het was maar eenschijnbeweging in dit gevecht. ´Ja, dan doe er maar mee wat je wilt.´ En daar mee was de kous af. Ze trouwden. Mijn moeder was coupeuse en wilde haar eigen bruidsjapon maken. Wit mocht niet van haar moeder, wat zouden de klanten wel zeggen. ´Dat hebben wij allemaal betaald´, nee, dat ging niet. Dus moest het in het lichtblauw. Een blamage, want in die tijd werd de maagdelijkheid nog als een trofee geëerd door witte bruidkleding. Het heeft beide ouders tot aan het eind van hun leven dwars gezeten. Een feest thuis, dat dagen duurde. Tussen de klot(turf) die ze van opa kregen als brandstof voor de kachel. Plus dat mijn moeder haar geld mocht houden 6 weken lang. Normaal moest ze dat afgeven aan haar moeder en kreeg ze een kwartje zondagsgeld per week. Woningnood was hun deel. 8 kinders, waarvan er 5 overbleven. Het waren geen feesttypes, geen fuifnummers. Bescheiden vieringen in huiselijke kring. Met stukjes, liedjes, sketches, waarin absurde humor. Hapje en een drankje. Alleen de zilveren bruiloft vierden ze met heel de familie, buren, vrienden. Het patronaat(de voorloper van dorps- of gemeenschapshuis) werd afgehuurd. Het laatste feest in het ding bij ons dorp, dat werd de dag er op afgebroken. Men heeft, ondanks diverse verzoeken van mijn vader nooit een rekening gestuurd. Wat een meevaller.Mijn moeders ouders waren op dezelfde dag getrouwd. Die vierden op de zilveren bruiloft van mijn ouders ´een beetje mee´ en werden in het zonnetje gezet. Al 55 jaar deelden ze lief en leed. Mijn opa leerde mijn oma kenen op de kermis. Net als mijn ouders trouwens, alleen een ander dorp. Oma, een heel verlegen meid kwam de montfiatte jonge vent tegen en ze vielen voor elkaar. De verkering was al een tijd bezig, maar opa diende in het leger. Hij was gestationeerd in het verre Leeuwarden. Daar pakte hiij het plan op om naar Indië te gaan, als Kniller bij het Koninkljk Nederlands Indisch leger. Spannende verhalen over het exotische verre land, toen nog onze kolonie en misschien wel verhitte fantasiën over halfblote vrouwen daar, zwarte ook nog, zullen hem zeer waarschijnlijk parten hebben gespeeld. Maar de dochter van de keuterboer uit Brabant zat toch ook in zijn hoofd. Hij stuurde haar een telegram en zette haar onder druk. ´Ik wil nu trouwen  of ik teken voor Indië.´ Ze koos fluks eieren voor haar geld en ze trouwden. Soms vind ik dat nog jammer, want voor hetzelfde geld was ik in de gordel van smaragd opgegroeid met gamelan, bedienden en als beige jongen met ´s ochtends een sarong aan en ´s middags na het dutje onder de klamboe en mandiën pakkean met jas toetoep en ´s avonds naar de soos met krontjong muziek en een kreteksigaret. Adoe, kasian...Het werd een simpele bruiloft en inwonen ´in de gevel´(het voorhuis) bij haar ouders. Ze kregen 9 kinderen. Mijn opa had later 3 beroepen tegelijk, een zieke vrouw te verzorgen en een paar kinderen, een groot stuk land voor groente en aardappelen en werkte van ´s morgens vroeg tot ´s avonds laat. Een heel geëmancipeerde man, die ´gewoon´ een mantel of b.v. een hoed voor zijn vrouw ging kopen. Tot hilariteit van de verkoopster, paste hij die even, want zijn kop was toch even groot als die van zijn vrouw. Ongetwijfeld heeft ie gekke bekken getrokken in de spiegel en onschuldig geflirt met de verkoopster. Een charmante man, maar dol op zijn vrouwtje. 57 jaar hebben ze vol gemaakt. Dit zijn ze rond hun ´verloving´.

Ik ben zelf met mijn lief de 20e september getrouwd. Veel later in het leven dan mijn ouders en grootouders. Dat kon ook niet anders, want eerst moest er een wet worden aangenomen, die toestond dat 2 mannen konden trouwen met precies dezelfde rechten als man en vrouw(behalve wat betreft kids toen nog) We waren de eerste in heel de wereld, ons klein dappere landje. En ik hou, net als mijn vader, nog meer van mijn man als van dit prachtige vaderland. Het zullen de genen zijn...Wij hebben, dat heb ik effe gegoogled, ons stalen huwelijk gevierd  dit jaar. Op naar het koperen! Mijn grootouders zijn al zolang getrouwd vandaag, 95 jaar, daar is geen naam meer voor. Mijn ouders hebben vandaag hun briljanten huwelijk. Nu kan ik met een gerust hart zeggen, dat ze briljant zijn. Maar dat geldt voor ons allen, zonder overdrijving. Geen wonder dat ik met de ogen dicht al weet, dat het een speciale dag is. Want ze mogen dood zijn, maar in mij leven ze nog volop. Dus feliciteer ik ze alle 4 van harte! En wens ze een briljante dag, mezelf en mijn man incluis.

Appeltje eitje

Op de vroege ochtend wordt ons gemeld dat er een nieuwe gadget geïntroduceerd is en te koop. In het tv-programma zit naast de oogverblindende presentratices een nerd. Een schuchter sprkende man van onduidelijke leeftijd, grote baard, bril met zwaar montuur en een trui die in de jaren vijftig al als ´suffig´zou worden geclassificeerd. Ze bespreken het feit dat de onovertroffen Apple een nieuw hebbedingetje op de markt gegooid heeft. De nerd legt desgewesnt uit dat ie een groter beeld heeft, wat dunner is en ietsje sneller kan werken. Het is niet veel, maar een babystapje in de enorme ontwikkeling die er nog aan komt.
Nu worden we getrakteerd op beelden gemaakt voor de Applestore in de hoofdstad. Zoets heet natuurlijk geen winkel en zekr ook geen shop. Voor een monumenteel pand staat een file van kopers. Nr. 1 in de rij is een gladde nerd, type ideale schoonzoon. Hij blijkt er al 22 uur te vertoeven. Het ongeloof van de verslaggeefster straalt van haar af. Waarom kom  je niet gewoon morgen, kun je op je gemak het ding aanschaffen? Nee, nee, ze heeft het niet begrepen...Nu is het de sfeer, de gezelligheid. Ik voel mijn wenkbrauwen omhoog gaan. Welke gezelligheid? Ik zie het niet. Hij wijst om zich heen. Gedurende bijna een etmaal heeft ie 17 nieuwe vrienden gemaakt, zegt ie en zijn hand laat de anderen dik ingepakte types zien, die er staan te blauwbekken en wachten. O ja, hij had van zijn schoonvader nog een miniflesje sterke drank meegekregen, voor ´als het te bar werd´. Misschien een erfenis van schoonpapa ontstaan bij de Elfstedentocht of zo...

Ik kan er niks aan doen. Terwijl de mensen op tv verder babbelen en de mooie interviewster wat geilig informeert bij de nerd hoe hij nu al aan zo´n ding komt, wat hij pareert met de vraag: ´Wil jij er ook een?´(Dat moet toch een moment van triomf zijn voor hem, om deze prijspoes van de bekende advocaat, een lichte flrt) gaat mijn gedachten ujit naar het verre China. Want deze week kwam het bericht naar buiten, dat er verbeteringen waren geboekt voor de werknemers bij de Apple-fabriek. Waar eerst onmenselijk veel uren gemaakt werd om die gadget te maken in een duizelingwekkend tempo en giga hoeveelheden, wat voor de werknemers vroeg om zeer veel uren per week en ze zelfs bij de fabriek sliepen, aten, leefden(nog steeds begrijp ik uit het bericht), is na protest, omdat een baas een werknemer had geslagen nota benen, de werkweek teruggebracht tot het ´schamele´60 uur. God, wat zullen die Chinezen blij zijn geweest, denk ik dan. In mijn simpelheid noem ik zoiets het produceren van ietsje minder slavernij. Een horige die zondags vrij is om naar de kerk te gaan, hiep hoi!
En mijn gedachten gaan ook naar Steve Jobs, die volgens zijn biografie in huilen uit kon basrsten als ie zijn zin niet kreeg doorgedrukt, waarop iedereen aan de vergadertafel stil viel en meestal Steefke toch door kon.
Nu zegt de presentratice dat Apple, ondanks dat de glans er vanaf lijkt te gaan, goed ´gehyped´ heeft, blijkens de mafkezen die hun nachtrust willen opgeven voor zo´n apparaatje. Het spijt me maar om op die manier ´vrienden´ te maken, komt op mij wat armoedig over. 
Zo gauw als het ding in zijn bezit is en de sterke drank genuttigd door de 18 nerds, kan via de app deze jongenman misschien nog meer vrienden maken via Facebook. In China, want daar zitten veel werknemers véél eerder in de kantine van het bedrijf of op hun bed met Apple-dekbedje. Wat zullen ze blij zijn! En zo is de cirkel weer rond.
Maar je snapt, hoop ik wel, dat ik even pas. Bij mij geldt een nieuwe leuze: ´hype verstandig, eet een apple´


zaterdag 15 september 2012

Roep uit het verleden

Soms gebeuren er vreemde dingen in je leven. En soms heel vreemde dingen. Onverwacht, onverhoopt. Zomaar dus. 
Een vrouw uit Australië, ene Diana, nam via internet contact met me op. Een tijd geleden had ik mijn stamboom op internet gezet. Tenminste wat ik er van gevonden had. Als prille jongeling van een jaar of 20 ben ik ooit naar het gemeentehuis getogen om er verstofte ambtenaren aan het werk te zetten. Ik had wat info over mijn ouders en grootouders verzameld en wilde de generatie´s ervoor in kaart brengen. Dus bestookte ik de ietwat verstoorde ambtenaar met allerlei vragen door het loket, waarop hij de vereiste boeken tevoorschijn toverde uit een schamel verlicht archief. Ik opende die met gepaste eerbied en zocht oma en opa op. In zwierig krullend schrift stonden er zaken over hen vermeld. Het kostte wat inspanning en conentratie om a. het systeem te doorgronden en b. de handschriften te ontcijferen. Ver kwam ik echter niet. De ambtenaar, die er opeens wat zin in begon te krijgen, vertelde dat hun informatie slecht tot de tijd van Napoleon reikte, omdat de Corsicaan ook hier ten lande had ingevoerd dat mensen een fatsoenlijke achternaam dienden te hebben en alle dingen keurig genoteerd diende te worden in de burgerlijke stand.
Jacob Janszoon van de Kuiper was niet meer rechtsgeldig, zal ik maar zeggen. Alles van voor de Franse keizer, daarvoor diende ik me te wenden tot de provinciale archieven te Den Bosch. Waar ik natuurlijk heen toog, gewapend met blocnote en allerlei vragen. Daar bevonden zich de archieven van de R.K. Kerk, dopen, huwelijken, geboortes en sterftes. Ook daar kreeg ik alles in handen. Erg leuk om b.v. het document in handen te krijgen van mijn opa, waaruit bleek dat ie uit dienst ontslagen was, nodig om met mijn oma te trouwen. De familie van mijn moederskant, de helft er van tenminste, komen uit dezelfde hoek als die van mijn vader. En alle familie uit Noord-Brabant. 
Het was een monnikenwerk om dingen te vergaren en na te checken. Maar de puzzel groeide allengs. Je begon met het schatten van de leeftijd van een vader en moeder en ook de traditie van het vernoemen van kinderen in een bepaalde rangorde hielp enorm. Steeds meer begon ik het te snappen en kon ik zelf clou´s begrijpen. Zo las ik van alles tussen de regels door.
De familie vond het geweldig interessant. Zolang ze zelf maar niet achter de feiten aan hoefden te hollen, lieten ze mij begaan en informeren af en toe naar de stand van zaken.Want ze waren wel nieuwsgierig.
In de loop van jaren kreeg ik van alles boven water. Leuk om met bepaalde takken in de 16e eeuw terecht te komen. Maar dan stopte het ook wel. Erg teleurstellend dat ik daar moest stoppen, bij gebrek aan meer info. 
Na jaren, we waren inmiddels aanbeland in het digitale tijdperk, besloot ik mijn informatie te delen en gooide alle takken van mijn familie op een programma van het internet. Daar had Diana mijn getraceerd, wiens familienaam hetzelfde was als de mijne. De familie kwam zelfs aardig uit de buurt van het dorp waar mijn voorgeslacht leefde. En nu zat Diana vast. In Australië met ene Willem en zijn moeder. Ach, ik kende het gevoel. Of ik haar kon helpen met haar zoektocht? Beetje wrevelig begon ik er aan. En rommelde wat en keek wat. In mijn informatie, een stapel papier variërend van blocnote-vellen, getypte A4-tjes en kladblokblaadjes met gekrabbel vond ik niks over Willem. Dan maar het internet op. En warempel, ik zag iets wat er op leek(dat is vaak genoeg voor de amateur-geneoloog). Ik vond niet de exacte info, dus ik mailde degene die die stamboom beheerde en legde de boel uit. De aardige Deborah schreef meteen terug en gaf me zomaar de informatie over Willem en diens moeder. Mama bleek helemaal niet ongetrouwd te wezen, zoals Diana dacht. En Willem was zelf ook geboren, getrouwd en weer gestorven. Dus vreugde alom toen ik haar de info stuurde. 
En ja, door alle commotie ging ik zelf nog wat nalezen in mijn stamboomgegevens. Het labyrint van blaadjes en gekrabbel zat ik wat te mijmeren. Toen bekeek ik welke tak het minst ver terug ging. En gooide vroegste telg maar ´s in de aanbieding op het internet. Voor ik het wist, het was nog vroeg en ik zelf nog wat slaperig, raakte ik verzeild in een site met stambomen. En warempel daar verscheen voor mijn oog Arnoldus. En de lijntjes met daarboven pijltjes, die verwezen naar familie ervoor. Grappig!
Ik klikte en las. En klikte en las. En klikte en las. De pijltjes bleven komen en de lijn naar het verleden dreef me dieper en dieper terug in de tijd. De namen die verschenen werden steeds intrigerender en gekker.
En het hield maar niet op! Inmiddels was ik de magische grens van 1500 al gepasseerd. En nog steeds bezig in het dorp van mijn vader en opa van moederskant. Wat ik zag, nu klaarwakker, moest wel op adel duiden.
Voor ik het wist, zag ik het begin van een rij. Een voorvader met een VI achter zijn voornaam, daarna telden ze terug naar I, soms met een toevoeging zoals de Oude. Aan het einde van de rij volgde een andere voornaam met III. Een soort van broeierige koorts nam bezit van me. Een hebberig iets van meer, meer, meer...ik wil meer. We schreven al 11zoveel. En het ging maar door. 
Af en toe gaf ik aandacht aan de aangetrouwden en hun ouders en grootouders, waarna ik voorzichtig terug klikte naar het begin, bang om een verkeerde toets aan te raken. Ik stelde me voor dat ik dan voorgoed mijn voorgeslacht zou uitschakelen door één zo´n schijnbeweging en ik me voor de kop zou slaan van pure frustratie.
Gelukkig gebeurde dat niet. Door de dag heen ging ik door. Ik klikte en schreef. En het begin van de zijtakken, ook familie, op een apart blaadje, zodat ik dat later kon uitwerken. 
Inmiddels zat ik royaal in de vroege Middeleeuwen. Ik werd gek, dit was te maf, dat kon toch helemaal niet? 
De mensen, waarvan geboortes en sterfte met datum werden genoemd en ook de huwelijksdatum, dit zag ik vaak in 18zoveel niet eens, laat staan 6 eeuwen ervoor....
Van de plaatselijke adel en uit de streek verlegde zich de focus naar meer Europees grut. Ik werd om de oren geslagen met titels verder weg. En het werd nog erger.

Aan het einde van de dag was ik terug gekomen tot het jaar 170. Van de mensen voor die tijd was geen datum meer bekend, wel namen tot 2 of 3 generatie´s.
Ik zat hondsmoe en totaal verbluft in mijn stoel. Mijn broer had ik inmiddels verwittigd, omdat ik een bekende figuur uit de geschiedenis had kunnen indentificeren als onze voorouder, verbijsterend. Ik had werkelijk kippevel op mijn armen toen ik het las. 
Ik controleerde de hele boel nogmaals om er zeker van te zijn, dat dit waar was, maar ik kon er niks aan doen. Het was zoals het was.
Vanaf mijn voorvader 6 generatie´s terug voerde men mij naar de 2e en 3e eeuw. In het hele zooitje zaten edelen, koningen en keizers, bisschoppen, heiligen. 
In de dagen er na googlede ik enkele namen. Er verscheen dan hele levens met geboortes, huwelijken, veldslagen, minnaressen, politieke intriges, kroningen, sterven.
En verhalen, prachtige verhalen. Over hoe een voormoeder van alles deed wat er toe leidde dat ze heilig werd verklaard. Over de bisschop die een dochter verwekte. 
Een zus van een keizer die verdomde met haar verloofde te trouwen, gevangen werd gezet in een klooster, bevrijd door een barbaar, die ze uitnodigde via een geheime brief met ring. En passant baarde ze hem een zoon en trouwde later alsnog met de vervelende eerder beoogde verloofde. Lekker huwelijk zal dat geweest zijn. Of de koningin die haar koning verliet, omdat ze haar zinnen had gezet op de machtigste koning en daarom trouwde met een andere koning, die ze zelf uitkoos...
Hofmeiers, die het land bestuurden en toen vrolijk zichzelf uitriepen tot koning. 
De namen van al die mensen tuimelden door mijn kop. Vreemde namen zoals Bilithis, Doda of Ehrenfried. Maar ook Blamber of Faustina. Ik dacht aan waar ze vandaan kwamen, verre streken, over heel Europa en zelfs daarbuiten. Volken waar ik nog nooit van gehoord had. Koninkrijken met vreemde namen. 
Ik vroeg me af hoe ze geleefd hadden. Wat voor kleren droegen ze? Wat was hun lievelingskleur, wat aten en dronken ze? Wat voor sporten beoefenden ze? Wat voor sieraden, wat voor behuizing? 
Wat voor talen spraken en lazen ze? Wat voor muziek hoorden ze? 
Al deze mensen, vele generatie´s, gevormd door de omstandigheden, allemaal hebben ze hun genen doorgegeven. Aan mij, mijn broers en zus, onze ouders. Aan mijn neven en nichten. 
Ik ontdekte dat ik in steden ben geweest waar ze hof hielden of in een abdij begraven liggen of gekroond zijn. Heel ontroerend. Het is heel vreemd, maar bij sommige mensen in de stamboom, gewoon of van adel, heb je meteen een klik. Iets trekt je in hen aan, hun naam, hun gezin, hun leven. Je kunt er vaak de vinger niet op leggen, maar je hebt ´iets´ met hen. 
Dank zij een simpele vraag van een vrouw uit Australië kwam er een enorme sliert familie naar boven uit  het verleden. Het duizelde me en ik heb even tijd nodig gehad om het een beetje een plek te geven. Je hebt er niks aan. Ik moet even goed boodschappen doen, de plee poetsen en lief zijn voor mijn schoonfamilie. Maar toch is het een aardig gegeven. En ergens, al wist ik dat al, lijkt het er op dat ik er niet zomaar ben. Net zo min als die geweldige, afschuwelijke(ook die) en heilige voorouders. Daar ben je mooi klaar mee...