vrijdag 29 november 2013

Dag 29 Big

Groot. Ik heb het volgende gefotografeerd.


Een doosje lucifers is groot genoeg om de hele wereld te laten verdwijnen. Hou het maar 's voor je oog, dan weet je wat ik bedoel.
Zet je echter op een aantal meters van je af, dan wordt het opeens een ding van niks, een flutdoosje met wat stokjes er in. Dat laatste weet je alleen nog maar, omdat je het kent. Voor hetzelfde geld is het leeg.  Of bevinden zich er alleen maar afgebrande lucifers in. Een overigens erg irritante gewoonte. Soms betrap ik me er op, dat ik hoop dat het erin gestopte lucifertje de andere 38 nog vlam laat vatten, zodat degene die zoiets doet zich rot schrikt. Zonder zich te branden overigens. Ik geef het toe ik heb een verderfelijk karakter.
Je kunt natuurlijk ook met een zo'n stokje een vuurtje stoken. En daarmee hele hectares natuurgebied verwoesten. Daarmee verdwijnt dan een leefgebied van vele bomen en planten, allerlei dieren, vogels, zoogdieren, amfibiën en insecten. Plus een mooi recreatiegebied voor mensen, waar ze in kunnen ontspannen en energie opdoen. En ook gezonde lucht inademen.
Of bijvoorbeeld een gebouw in de hens jagen en dan de werkplek of woonruimte van mensen en dieren in een puinhoop laten veranderen. Iets wat ik ten sterkste afraad. Dat is ook 'groot', want je eigen plek, waar je je veilig waant, je kinderen in bed stop of je honden of kat in hun nest, de kanarie op zijn stok en die dan in no time omgetoverd wordt tot zwartgeblakerde ruïne is verre van leuk.
Iets kleins kan dus heel groot zijn. Andersom kan ook. Iets groots kan heel klein zijn. Een kwestie van perspectief, hoe kijk je er tegen aan en wat voor effect heeft het op je leven, voor even of voor langere tijd. En zo krijgt de aloude wijsheid 'Wie het kleine niet eert, is het grote niet weerd' nieuwe betekenis. Door mij steevast verbasterd tot 'Wie het kleine niet eert, doet het grote ook verkeerd'.
Morgen de laatste dag van deze uitdaging. Ik vond het leuk! Ik hoop de lezer ook...

donderdag 28 november 2013

Dag 28 Vehicle

Vehicle oftwel het ouderwetse woord voertuig. De zooi waarmee je je verplaatst. Dat kan van alles zijn. Aangezien ik het het liefst dicht bij huis hou, valt er van alles af. Vliegtuig(absoluut geen favoriet van me), boot(die wel, lekker slow travel), trein(absoluut in mijn top 3, vanwege dezelfde reden), bus(dagelijkse kost voor mij), auto(soms), scooter(vroeger, echte Vespa nog, de ouderwetse zoals in Roman Holiday), brommer(o hemel, nog langer geleden, stomme Berini), fiets(nog een favoriet van me). Wat overblijft is....

 
Ik wil graag orginele foto's gebruiken, maar hier diende zich opeens praktische bezwaren aan. Eentje was dat ik geen enorme spiegel in huis heb, die bovendien ruimte genoeg zou overlaten om schuinweg een foto te nemen. En er zit op mijn huidige camera ook geen zelfontspanner, vroeger wel, erg handig. Gewoon op een richel of kast, knop indrukken en snel op je plek en flats, flits, hopla. Toen bedacht ik dat mijn uiterlijke verschijning zonder opsmuk of kleding, dus in mijn niksie zich niet meer leent voor een onverbloemd tonen aan den volke. Kijk, ik heb toch behoorlijk moeite gedaan om een lezerspubliek op te bouwen, zelfs internationaal. En dan is het niet handig om door het showen van een toch wat tobberig uitziend lijf de boel in één klap op te blazen en alle interesse het raam uit te laten vliegen. Of dat nu in Tietjerkstradeel, Gent of op de Maladiven of Buenos Aires is. Daar mag je best zuinig mee omgaan, al staat de Bezige Bij nog steeds niet op de stoep om mijn schrijfsel te drukken, promoten, zodat ik volgend jaar uitdrukkelijk uitgenodigd wordt voor het Boekenbal. Ach, Leonardo da Vinci maakte een prachtige tekening van de man onverbloemd.
Een lijf is toch een vreemd iets. Met de grootste moeite door moeders naar buiten gedreven, enigszins geholpen door de verse boreling, met een beetje geluk. Dan moet het opgroeien door de juiste voeding en zorg. Het verduurt allerlei 'aanvallen' van de omgeving. Koude, warmte, vocht, droogte, schimmels, bacteriën, verwondingen, van binnen en van buiten. En onderwijl verwacht men over het algemeen, dat alles functioneert, erger nog, dat alles ook blijft functioneren. Buiten de snottebellen en een nies af en toe, een paar puistjes of mee-eters, de gebruikelijke haaruitval tijdens het kammen en borstelen vinden we het nogal normaal dat we kunnen lopen, zitten, bukken, dingen dragen, zien, horen, ruiken en proeven. Ook dat we van tijd tot tijd zonder problemen poepen en ook als we opgewonden raken van een ander type met leuk lichaam, dat we gaan transpireren, dingen opzwellen of zich openen, zodat we kunnen genieten, hopelijk van een opwindend samenzijn. We verzorgen ondertussen de boel door het schoon te houden, te verwarmen, af te koelen, te oefenen zodat de spieren soepel blijven, de buik plat. We laten oren die uitsteken corrigeren, wallen verwijderen of opspuiten, voeten bijwerken, tenminste de nagel. We verven, lakken, laten haar knippen en frutten er met allerlei vloeistoffen aan, net als aan onze huid. Spul tegen het zweten, tegen ultraviolette stralen, uitdrogen, piekend haar, winterse neusvliezen, sabbelen op dingen om onze keel te smeren etc. etc. En dan het zwaardere werk: we krikken hangende borsten en billen soms op in de strijd tegen de zwaartekracht. Onwillige piemels daar weten we ook raad op, slikke Viagra of bezoeken de seksuoloog of psychiaters. Vlekjes worden weggehaald, onderzocht. We zijn er maar bezig mee. En dan....aan het einde liggen we toch, ondanks al die zorg, met stijve kuiten en de neus omhoog. Met de laatste lik verf en soms wat spul in je aders om het verval nog enigszins een halt toe te roepen en de temperatuur te houden zoals het altijd was. De mensen die van je houden(en soms wat nieuwsgierigen) komen kijken 'hoe je er bij ligt', roepen ach en wee en janken wat. En dan wordt dat lijf, waar zoveel geld en moeite in gestopt is in jaren of onder de grond gestopt of verdwijnt in de oven om verpulverd te worden tot een toch treurig hoopje as. Het is niet allemaal wat of wie we zijn. We zijn meer als dat lichaam. Lic-haam. Lic betekent vlees, haam is hemd. Dat u het effe weet. Gelukkig maar. En voor mij staat vast, dat we na een tijd het helemaal nog eens 'gezellig' over doen. We zoeken een moeder en een vader, een familie en zo meer, duiken weer 's zo'n lijf in en floepen het leven weer in, hier op aarde. En..gek genoeg, leren we er toch van. Laat dat een troost zijn. En ondertussen dat lijf maar even wat vergeten, want ik word er anders maar wat treurig van. Het tuigje waar ik me mee vervoer. Soms huppelend, soms slepend. En soms helemaal niet...haha. Zoals alle anderen om me heen... 
 

woensdag 27 november 2013

Dag 27 Tree

We naderen al weer het einde van de uitdaging. Vandaag het onderwerp Boom. In de straat waar ik woon staan veel bomen. Gelukkig wel. Ik hou van bomen. In de straat waar ik ben geboren stonden ook bomen. Eiken om precies te zijn. Een geruststellend beeld die prachtige grote bomen naast de weg. Helaas namen ze ook het zicht weg van de automobilisten, zeker als die te hard reden. In de straten waar ik later woonde, zag ik veel minder bomen helaas. In Venray voor de flat stonden bomen, ik weet niet meer welke. In Heerlen aan het plein stonden bomen, met propellertjes er aan in de herst. Die dwarrelden zo mooi dromerig naar beneden. En verder in de straat andere bomen, net als bij de vijver. We hadden er één zomer een vreselijke storm, waarbij ze omknakten als lucifershoutjes. In Weert had ik lindebomen voor de deur en aan de overkant stonden veel bomen bij de beek. O.a. een enorme oude kastanje. Prachtig! Mijn neefje en nichtje gingen er rapen toen ze bij ons logeerden. Ze vonden het geweldig, want in Zeeland, waar ze woonden stonden niet zoveel bomen vlakbij. Later bij mijn flat stonden platanen. Vanaf de 1e verdieping zag ik hun bladerkroon, die 1x per 3 jaar gesnoeid werd. Een beetje aftandse bomen bleven dan over, ze zagen er uit als armoedige kandelaars. Maar in de lente kwam het weer goed en bloeiden ze weer op. Bij het appartement later stonden ook kleine boompjes. En bij ons laatste huis niet, de straat was nog te nieuw. Dat zou later nog komen, vertelde me ons. Net als de postcode, die hadden we niet, omdat nog niet alle huizen klaar waren. Ik heb nog nooit zo'n onzin gehoord van de gemeente, dat je geen postcode had bij het huis waar je al lang en breed in woonde. En dat terwijl Fred toen zo'n 125 penvrienden had, wereldwijd. Onze onvolprezen oude postbode bracht de post alsnog 'gewoon', omdat hij herinnerde waar we eerst woonde. Heel secuur, hij was autistisch. Geweldig, geen brief gemist! Nu wonen we aan een weg, buiten ons dorp. Er staan tegenover ons coniferen, hele grote. En taxusbomen, berken, populieren, hazelaars, hulst.  In sommige hangen in de zomer hopplanten. En onder in de berm bloeien braamstruiken. Aan de andere kant staan kastanjes, canidassen, beuken(rode en groene) o.a. En bij de bushalte acacia's en platanen. Net als in de straat tegenover ons, daar sieren dikke platanen de weg naar boven.
In onze tuin bevinden zich ook bomen. Voor we hier kwamen wonen, stond er een oude eik. Die was te groot en liet teveel bladeren vallen die vervolgens in de vjiver viel. En werd dus omgehakt. Ik weet nog van vroeger toen in mijn straat de helft van de eiken moest verdwijnen, dat het enorm scheelde in licht in ons huis. De boom viel voor ons raam en het leek of opeens een hoop lampen aan gingen. Gek, hoe snel je daar weer aan wende, alsof het nooit anders was geweest. In onze tuin staan nog een grote taxus achterin. Die produceert prachtige rode bessen(giftige dat wel) en blijft altijd mooi donkergroen. Ernaast staat een zomereik. En verder in de tuin een tulpenboom, een paar hulststruiken of -bomen en een plataan. Die een parasolvorm heeft. Min of meer. Elk jaar nemen we ons voor om de boom flink te snoeien, zo'n keer of 3 á 4 per zomer. Elf jaar geleden was het een dun stammetje, ondersteund door een paal met een rubber band. De vorige eigenaar had er een vierkante houten tafel omheen getimmerd met een gat in het midden voor de boom. Met 8  houten stoelen er om heen. Zag er leuk uit, maar het was erg onpraktisch. De tafel is inmiddels gesneuveld, de stoelen zijn er nog. Geschilderd en wel. De helft in een soort botergele kleur en de andere in lichtblauw. Oersterk. De plataan staat fier rechtop. Hij is stukken dikker nu en bladdert lekker af, zodat de stam doet denken aan camouflagestof die men gebruikt voor militaire kleding. Fascinerende kleuren en patroon tussen de stukken onderling. Het verveelt nooit. Dat is bij bomen sowieso niet het geval, vind ik. Er staat achterin de tuin ook nog een hazelaar. Elke lente mooi rood van kleur en als door betovering worden de bladeren verder in de zomer groen. De eekhoorntjes komen snoepen van de hazelnoten, die ze vinden. Soms liggen die onrijp op de grond, de rokjes er om heen. We hebben ook een krulhazelaar geplant. Eigenlijk hebben we nog een hele rij bomen. Hedera helix aborecens. De klimop. Maar dat mag hier eigenlijk geen boom heten, die hechten zich aan andere oppervlakken. Ze vormen in onze tuin een haag, van het huiskamerraam tot achter aan het einde van de tuin, 45 meter verderop. De vogels vinden het heerlijk, want het zit vol met besjes, insecten en zo meer. Ze bouwen er nesten in en planten zich voort als bezetenen. Twee tot drie nesten per seizoen zijn geen uitzondering. Ik heb de liefde voor bomen mee genomen vanaf mijn geboorteplek naar hier. En ik heb natuurlijk mijn voorkeuren. Lindebomen stonden in de straat bij mijn ene oma. Daar slofte ik lekker door de bladeren in de herfst en schopte ze omhoog. Bij mijn andere oma stonden ze aan de zijkant van hun huis. Ze hebben mooie hartvormige bladeren. De rode beuken vind ik ook erg mooi, statig! Ik ken hier vlakbij een laantje dat er vol mee staat. En op de hei hier staan prachtige Amerikaanse eiken. De taxus is vanouds her een boom die je zag op kerkhoven, vanwege de kleur die blijft herinnert die aan 'eeuwig leven', net als de buxus. En de hazelaar komt voor in veel sprookjes, o.a. dat van Assepoester. Net als de vlier. Bij de Kelten stonden strenge wetten op het beschadigen van bomen, ze waren heilig. Ik kan me daar goed in vinden. Ik zag in Engeland twee oeroude eiken, zowat 2000 jaar oud. En de Engelsen zouden de Engelsen niet zijn als ze er niet op een speciale manier mee omgingen. Ze hadden namen gekregen en een hek stond er omheen. Je mocht er niet dichtbij komen of ze aanraken. Ik heb nog nooit zoiets absurds gezien en trok me er geen bal van aan. Helaas zijn ze inmiddels gesneuveld. De karkassen staan er nog, ontdaan van bladeren en van binnen aardig hol. Ik was er zo'n 35 jaar geleden. Ah, er is nog zo'n mooie boom, de olijf. En natuurlijk de vijg, die inmiddels, door het veranderende klimaat beiden hier aardig stand kunnen houden. Net als sommige palmen.
En de eucalyptus, die uit Australië komt natuurlijk. Een arbetorium is wat dat betreft een leuke plek om eens verschillende bomen bij elkaar te zien en wat meer aan de weet te komen. De klimop b.v. komt oorspronkelijk uit Zuid-Amerika, daarom bloeit ie nog steeds in de winter hier, omdat het dan daar zomer is. En als je een fruitvlek hebt, pluk dan een blad van de klimop, doe die bij je was in de wasmachine en de vlek is gegarandeerd weg. Goedkoop en het werkt! Het blad moet gekneus worden, maar daar zorgt de machine voor...De boom is erg veelzijdig. Vroeger werden er zelfs stukjes stof van zieken in gehangen om hun genezing af te smeken. De zgn. koortsbomen. En dan heb je nog de vogellijm of mistletoe, die als parasiet in de bomen groeit in b.v. Zuid-Limburg. Op te hangen met de kerst, want een ieder die er onder staat mag gekust worden. Als dat geen vrede brengt, dan weet ik het ook niet meer. Want wie kust, vergeet al het andere, dat kan niet anders. En daarom is het ook zo goed dat we, naar oud heidens gebruik, een boom binnen zetten en versieren in de winter. Ere wie ere toekomt! En daar zal Irene van Lippe-Biesterfeld het ook wel mee eens zijn. Kan ze een keer binnen knuffelen...:)
 

dinsdag 26 november 2013

Dag 26 In the cupboard

In de kast. Nu kan ik heel wat kasten open trekken, bij ons thuis. Heb ze even geteld. 10 losse, grote en kleine, dan 2 ingebouwde en nog 4 boeken- en cdkasten. Goh, zijn er nogal wat, voor een tweepersoonshuishouden. Ik wil met liefde en plezier een kast openen en de inhoud tonen. Maar ja, toch wel enige gêne. Tenslotte geef ik al heel wat vrij over mijn privé-leven.


Deze kast sierde eerst onze keuken. Tot we een nog veel leukere zagen. Daarom verhuisde hij naar het halletje achter. Bovenin staan onze kookboeken. We hebben er in de loop van de tijd nogal wat verzameld. Sommige vanwege tijdelijke rages in afvallen of bewustzijn in voeding. Andere kreeg ik of kochten we vanwege de smakelijke plaatjes en dito recepten. Inmiddels zijn het er zo'n 50. Ook bakboeken maken deel uit van de collectie. Er zijn ouderwetse bij, waarin je kunt lezen hoe je dingen kunt bereiden, die bij mijn grootouders niet zouden misstaan of die ze heel gewoon vonden. En andere waarin b.v. eten uit andere culturen. Het Beb Vuyk boek, dat beroemd is onder indo's, met de meest uiteenlopende Indische gerechten. Marokkaans eten, Mexicaans, Italiaan en natuurlijk ook Noors. En de tegenwoordig alom fusion kitchen, waarbij lekkere dingen uit meerdere streken of landen gemixt of gecombineerd zijn voor nieuwe recepten. Ach, niks heerlijker dan op een avond of middag te bladeren in deze boeken en je dan voor te stellen, hoe je de dingen bereidt. Zeker als dat nog beeldender wordt met foto's of tekeningen.
De kast heeft ook laadjes, zoals je kunt zien. Altijd handig. Aan de linkerkant bewaren we daar hondenspul, lucifers, asbak(die we nooit meer gebruiken) en aan de andere kant zaad en kiempotjes, die over zijn. Voor in de tuin wel te verstaan. Onder de schaal zit nog een enorme lade, waarin de verschillende soorten thee en aan de andere kant onze theedoeken en keukenhanddoeken. Je kunt nooit genoeg kastruimte hebben. Dit is een tweedeurs kast uit Frankrijk. In onze keuken bevindt zich een grotere, driedeurs kast met een open ruimte, drie laden en een broodplank die uitschuifbaar is. Ook uit Frankrijk. Vroeger was die vrij fel groen geschilderd, nu wit. In de meeste van onze kasten zit weinig logica, tenminste waar het de inhoud betreft. Maar dat maakt ons niks uit. We weten precies waar zich alles bevindt en pakken we zonder al te veel omhaal er uit, wat we nodig hebben. En worden nog steeds blij van deze kast, elegant maar toch landelijk en met de stoere houtnerven aan de binnenkant. Zo lijkt alles keurig opgeruimd en met wat kleur vormt het een leuk hoekje.

 

Dag 25 Sky

Sky oftewel lucht. Valt weinig eer aan te behalen vandaag. Grijs, grauw, de kleur van kou.

 
Nood breekt wet, zegt het spreekwoord. Als vanzelf dwaalt mijn geest af. Een jaar geleden waren we in Noorwegen. We stonden, 5 hoog in ons hotel, een stuk buiten Oslo. Als we naar buiten keken, zagen we de Oslofjord. Bitter koud. Laat in de middag aangekomen, met onze koffers omhoog gesjouwd naar het oude houten gebouw. Heel tevreden namen we het uitzicht tot ons. De kleuren van de lucht die al vroeg de hemel kleurde. Rond half 4 zakt de zon in november en december al achter de horizon daar. Later maakten we nog meer kiekjes, hangend vanuit het raam. Het bevreemde me dat dat open kon, 5 hoog. In de meeste hotels kan dat niet, ik neem aan omdat ze depressieve mensen niet op ideeën wil brengen. Natuurlijk moeten ze hun goeie naam ook beschermen. We knokten bijna om de goeie plek, Fred en ik, want geloof me, we bleven foto's maken. Binnen in de kamer hingen aan de muur grote foto's van Noorse helden, sporthelden wel te verstaan. Skiërs, schaatsers en zo meer. Achter ons hotel bevond zich de skiskans van Holmenkollen. Enorm gevaarte, nog niet zolang vervangen door een nieuwe. Of misschien moet ik zeggen opgebouwd. Je zag pas als je zo dichtbij kwam, dat het zo groot is als het is. Alles werd prima in orde gehouden, de sneeuw op dat ding. Vlak erbij een oud kerkje, ook van hout. En het beroemde restaurant waar de onvolprezen appeltaart geserveerd werd. Niet alleen laat in de middag was de lucht zo mooi daar. Ook gedurende nacht een prachtig uitzicht, de stroom water en de stad met alle lichtjes en de auto's die daar reden, af en aan. Fascinerend. Ook in de ochtend, na ons onvolprezen ontbijt, hingen we weer uit het raam. Langs de toren, versierd met draken, kleurde het landschap goud. Je vergat de vrieskou, totaal.
Ach, mooie herinneringen...voorlopig zit het er hier even niet in. We blijven wachten totdat de grauwheid wegtrekt en koning Winter de lucht blauw kleurt en een laagje rijm over de natuur drapeert. En als er dan nog een zonnetje bij mag, dan is het helemaal geweldig. Ook in ons eigen kikkerlandje...Nog even geduld...
 

zondag 24 november 2013

Dag 24 A sound you heared

Ik hou niet van constant structureel werken. Mijn creatieve geest komt dan al snel in opstand, voelt zich beknot. Maar ik doe mijn best, ook bij deze uitdaging. Kom ik er achter dat ik dag 24 al per ongeluk geschreven heb in het gedicht hier onder 'Uit de voeten'. Nou ja, het zij zo. Morgen dan meteen maar door naar dag 25. Het einde nadert. Niet getreurd, na de ene uitdaging volgt de andere weer. Of even rust. Nooit lang. Gelukkig maar, het moet niet saai worden. No rest for the wicked. Never a dull moment. Onwards and upwards dus...haha!

Dag 23 Black

Black oftewel zwart. Ik heb er een gruwelijke hekel aan. In mijn puberteit liep de halve school in het zwart. Mij staat het voor geen meter. Donkerblauw wel, zwart niet. Het slaat dood.

Zwart. Tja. Zwart voor de ogen. Zwarte Piet. Zwarte draad. Zwartkijker. Zwarthemden. Zwart maken. Zwart-wit. Zwarte grond. Zwarte vlekken. Op zwart zaad zitten. Zwarte gat. Zwart jurkje. Zwart werken. Zwart geld. Zwarte goud. Zwarte plak. Zwartgallig. Zwarte humor. Zwarte band. Ga zo maar door.

Zwart is eigenlijk de afwezigheid van kleur. Zoals wit een veelheid van kleuren is. Dan flikker je alle tinten op een hoop en krijg je wit. Zwart is als je er alles uit haalt van kleur. Kleurloos dus. En ik hou niet van kleurloos. Net zo min als smakeloos. Of geurloos. Het is allemaal niks. Ongrijpbaar. Er tussen in is veel leuker vind ik. Grijs b.v. Niet veel, maar tenminste nog iets. Je kan je er wat bij voorstellen. Bruin ook. Black is beautiful, een spreuk op een poster vroeger. Maar er stonden toen zwarte mensen op. Die mochten zo nog genoemd worden, in vroeger tijden in de VS. Later werden het kleurlingen. En nog later Afro-Amerikanen. Maar ze waren wel bruin. In allerlei varianten. Die werden toen nog gediscrimineerd daar. En op veel andere plekken. Nu ook nog, zei het veel genuanceerder en geraffineerder. En gemener, als je het mij vraagt. Apartheid is hard, maar wel helder. Iemand geniepig op zijn plek zetten, tenminste de plek die jij hem of haar wil toestaan, is fnuikender, omdat diegene zich vrijwel niet kan verweren.

Zwart heeft te maken met stiekem, met clandestien. Of met depressie. Ook met rouw. Deftigheid of gepast decorum. En...in combinatie met erotiek. Zwart in negligé of lingerie. Het zwart op vrouwenhuid roept erotische gevoelens op. Het bekende zwarte jurkje, eenvoudig, decent en tegelijk prikkelend. Zwart is chique. Vooral ook in combinatie iets van een ander kleurtje.
Zwart dringt zich niet op, maar houdt zich op de achtergrond. Priesterkleding, de dominee.

Als ik huis rondkijk, zie ik weinig zwart. Niet in mijn kleding of huisinrichting tenminste. Wel in saaie dingen. Apparaten, afstandsbedieningen, boxen. Gsm. camera, laptop(grotendeels)En...verrassing, in bepaalde boeken. De omslagen. Vaak titels met gekleurde stukjes er in of plaatjes.
Mapjes, handvaten, knoppen enzovoorts. O ja, en ons onvolprezen bed, onze boxspring is helemaal zwart. Te lange leste vind ik toch nog iets. Onverwacht. Een spreuk, een reminder. Voor als ik me schuldig maak aan zwartkijken(tijdelijk) of last heb van zwartgalligheid. Dan zie ik het nog voor me, boven de tafel. La vie est belle. Het leven is mooi. In Frankrijk. Of waar je maar bent. Want leven als God in Frankrijk, ik vind het zo'n onzinnige uitspraak. God is overal. Het leven is verrukkelluk, zoals Campert schreef. Als je maar niet het maar niet zwart in ziet, want dan val je in een zwart gat. De kopjes hangen er bij ons naast. Voor ons geen zwarte koffie. Maar wel met een wolkje melk. En je weet wat de Engelsen zeggen: Every cloud has a silver lining. Aan elke wolk zit een zilveren randje...



 

Uit de voeten

De regen sloop dichterbij
ze tikte zacht op het dakraam
als een schuchter meisje
dat toegang zocht

Het portglas stond leeg
op de rand van het bed
en keek leeg en verongelijkt

De sloffen schots en scheef
als giebelende meisjes
onderbroken in hun spel
ruw en plots
nu bewegingsloos

De regen sloeg inmiddels
op het dakraam
als een middelbare vrouw
die ontdekt dat haar man
toch thuis gekomen
dronken en veel te laat

Het dekbed deed
wat het hoorde te doen
zoals altijd dekte het toe
met liefde, met warmte
met onophoudelijke trouw

De regen was gestopt
abrupt en onverwacht
ze legde zich neer
bij het onvermijdelijke

Ik voelde
hoe in mijn hoofd
de nevel optrok
de nacht zich uit de voeten maakte
plaats maakte voor de dag
Mijn ogen waren nog gesloten
maar ik zag het door mijn leden
en door het dekbed heen
Ik hield de nevel vast
nog even, aan één puntje
maar ze rukte zich los
lachend in zichzelf
Alleen het dekbed restte me
troostend met al haar warmte

Ik verlangde naar de winter
wit en koud, genadeloos
en na de buik van het dekbed
ook naar haar zoete borst

Het was te vroeg
en ook te laat
het was te schots
en ook te scheef
te leeg en toch te vol
Te giebelend en te kwaad
te warm en toch te koud
 

vrijdag 22 november 2013

Dag 22 Grateful

Dankbaar. Mooi onderwerp. Maar hoe vang je dat in een foto? Nog niet zo gemakkelijk. En er is zoveel om dankbaar voor te zijn. De meest 'gewone' dingen. De wonderlijke dingen, die 'toevallig' gebeuren, maar onverwacht. De meevallers. Maar aan de andere kant ook de tegenvallers. Want het zijn juist de lullige dingen, kleine en grotere, die me er aan herinneren, dat het niet vanzelfsprekend is altijd, dat het leven op rolletjes loopt. En, afgezet tegen wat ik bij anderen zie gebeuren(of denk dat ik zie gebeuren), doet me beseffen, dat het ook aardig tegen kan zitten. Even of voor langere tijd. Dan komt het er op aan, wat voor houding je aan neemt. Je kunt je hoofd laten hangen, verzuipen in verdriet, in melancholie, in herinneringen over hoeveel beter het was, eerder, of in depressie. Je kunt ook zoeken naar wat er wel goed gaat, hoe klein ook. De lichtpuntjes, de dingen die hoop geven, die kunnen groeien. En je daar dan aan op trekken.
Vandaag geen foto. Soms zijn dingen niet te pakken of vast te houden. Dat wil niet zeggen dat je er geen beeld bij kan hebben. Mijn man zei ooit tegen een vriend, die zo'n moment beleefde en spijt had, dat er geen foto van te nemen was 'O, dat is makkelijk op te lossen. Dan neem je gewoon een foto met je hart.' Een prachtige uitspraak, vind ik. Dus als je iets vind, of meerdere dingen, waarvoor je dankbaar bent, neem dan een foto. Met je hart. Bewaar die dan daar. Draag het met je mee. En vergeet niet of af en toe een kijkje te nemen. Want alles waar je aandacht aan geeft, groeit. Ook in je hart...

donderdag 21 november 2013

Dag 21 What I wore


Na mijn oogverblindende foto van gister gooi ik hem er maar meteen in. Met gepaste tegenzin. Want doorgaans probeer ik mooie, zo niet schitterende plaatjes te scoren. En dan nu dit. Weinig poëtisch, erg gewoontjes. Om niet te zeggen rommelig, oninteressant, ordinair. IJdelheid der ijdelheden. De schrijver maakt zich er schuldig aan, evenals de fotograaf. Ik wil mijn beste beentje voorzetten. En dan kom ik met dit. Het is niet anders. Ik moet met de billen bloot. Gelukkig niet letterlijk. Tenminste dat geloof ik niet. Gelukkig voor jou, beste lezer. Want ik denk niet dat ik de lenigheid heb om dat technisch voor elkaar te krijgen. Bovendien kan ik me niet voorstellen dat er enig weldenkend mens is, die blij zou worden van het resultaat. Uitzonderingen daar gelaten. Maar die zijn niet helemaal kosjer of erg bevooroordeeld. Ik dwaal af. Het is nog vroeg in de ochtend, we schrijven nog niet eens 8 uur des ochtends. Dus laat ik me bij het onderwerp houden en bij het plaatje. In other words 'let's get on with it'...
Op de stoel in onze voorkamer, sommige zouden het bestempelen als ''dressingroom', tevens bibliotheek, logeerkamer en muziekkamer, 'compact and bijoux', multifunctioneel, ligt het spul wat ik gedragen heb. Achteloos uitgestald. Een drietal vesten. Van C& A is het gestreepte, dan het oranje en blauwe links van Djive. Er onder nog een glimp van een grijs vest van Sjoeby. Goh, ik verbaas mezelf dat ik het nog allemaal weet. Een paar jeans. Ik heb de neiging om de dingen die ik gedragen heb 'even' te parkeren op deze stoel. In mijn hoofd probeer ik te onthouden, hoe vaak ik ze gedragen heb, dus hoever ze nog van de wastrommel verwijderd zijn. Aangezien er twee lieve, maar overenthousiaste honden ronddartelen in ons huis, probeer ik me om te kleden als ik thuis kom. Zeker in de rui-periode geen overbodige luxe en ook de soms wat scherpe nagels kunnen je kleren behoorlijk beschadigen. En het geld groeit me niet op de rug. Dus dat geeft veel rust, zo kan ik onze schatten begroeten en knuffelen en maakt het niet zoveel uit als er haren blijven plakken of er eens iets blijft haken in mijn kloffie. Gister ben ik heel zachtjes naar boven geslopen. Mijn lief lag al te slapen en ik heb nog even afgeschakeld. Berichtjes bekeken op de pc, wat gedronken. Daarna maar geen tv meer gekeken, geen zin in. Naar boven, uitkleden en zalig onder het dekbed. Vrijwel meteen naar dromenland. En vanmorgen heerlijk uitgerust opgestaan. Zo dan weten jullie dat ook weer.
Ik vraag me opeens af of mijn lezers het zelf zouden durven. Wie zou er zomaar mij een kijkje durvan gunnen op hun gedragen kleding, sieraden etc.? Is toch wel behoorlijk privé. Al stelt het weinig voor, in mijn ogen. Het is niet onfatsoenlijk...toch? Ah, mijn schoenen heb ik buiten beschouwing gelaten. Sieraden had ik niet om gister. Wel mijn onafscheidelijke leesbril. Gebruik ik zelfs in de bus. Gisteravond even niet. Geen zin om te lezen, maar dat is een unicum.
Vooruit dan maar. Ik ben toch lekker bezig. Doe ik deze er ook nog bij. Ik lijk wel gek. Dit is onze trap op een normale door de weekse dag. Als we thuiskomen, is het eerste, nadat we onze jas ophangen, het uitdoen van de schoenen en het aandoen van de sloffen. Het beschermt onze eiken vloer in de kamer, we hoeven minder te dweilen en, niet onbelangrijk, het doet meteen huiselijk aan. We zijn pas echt thuis, als we de sloffen aan hebben. Het zijn de verkeerde soort, zoveel is zeker. Maar dat hoorde ik pas een week of 2 terug. Beelden op tv, dat deze Spaanse sloffen giftig waren. Ze zullen wel in een verkeerd goedje gegooid worden, ergens onder Valencia of zo. Mijn voetjes en die van mijn lief zijn dus al heel lang ondergedompeld in gifstoffen. Ik heb nooit gemerkt dat die troep via de poriën van onze voeten binnen sijpelden. En ook de meiden van de Bristol, waar ik de krengen elk jaar voor de winter kocht, hebben nooit wat gezegd. Ik verwacht niet dat die op de hoogte waren...Af en toe stopte ik ze in de wasmachine. Nee, niet de meiden van Bristol, maar onze Spaanse sloffen. Drogen en ze waren weer fris. Even dan...haha. Ik gebruik ze nu nog maar door. Onze voeten zijn toch al verpest. Mocht jullie binnenkort niks meer horen van me en deze blog op zwart gaan, dan weten jullie van wanten. Reclameren bij de fabriek onder Valencia, niet bij de meiden van Bristol s.v.p. Al verwacht ik er niet veel van. Ene Jansen Steur heeft ongevraagd een Duitse Mutti geprikt in de rug, een zenuw geraakt en daarvandaan kwam ze in een rolstoel en ging ook nog dood. Haar achterblijvers krijgen nu een 120.000 euro. Ik kan me niet voorstellen dat ze voor mij meer bieden in Spanje. Zeker niet nu ze deze foto's te zien krijgen. Al is het wel bewijsmateriaal. Adios.  
 

Dag 20 Work-play deel 2

Zoals beloofd, zal ik me nader verklaren over de foto van gister. Die slimme José had het bij het rechte eind. Het betrof natuurlijk mijn hersenen. Ze bestaan uit 2 helften. De linker voor het abstracte denken, dingen zoals rekenen b.v. en verbonden met de rechterkant van mijn lijf. En de rechter die verbonden is met taalgevoel, intuïtie en zo en verbonden met de linkerkant van mijn lijf. Zoals bij iedereen natuurlijk. Wetenschappers hebben vastgesteld dat bij vrouwen de twee helften van het brein verbonden zijn en samenwerken. Bij mannen is het een ander verhaal. Wel ontdekten ze, dat er een 'soort' man was, waarbij het anders werkte. Die hadden, net als bij vrouwen, ook 'draadjes' tussen de helften grijze cellen en de energie flippert heen en weer en zo werken ze samen. Dit functioneert zo bij de homofiele medemens. Toen ik het las, verbaasde me dat nauwelijks. Net zoals ik me voorstel, dat veel vrouwen dat geen echt nieuws vinden.
Ok, de foto die ik gebruikte, een schamele poging om mijn niet vast te leggen inhoud van mijn hoofd, tenminste niet door mij en mijn camera. Ik gebruik ze inderdaad voor mijn werk, het organiseren, in kaart brengen van de dingen die moeten gebeuren, maar ook voor het begrijpen en inventariseren van de behoeften van de mensen waar ik bij werk. Dat zijn mensen met een verstandelijke beperking en mensen met autisme. De cellen in mijn bovenkamer doen ook goeie dienst in het proberen te begrijpen van die mensen, zodat ik ze van dienst kan zijn. Dat is prettig voor hen, elke keer dat dat lukt en ook voor mij, als ik weer iets meer begrijp over mensen die weer anders in elkaar 'gemonteerd' zijn dan ik. Blijft fascinerend!
Ook voor wat betreft het spel in mijn leven heb ik mijn hersenen nodig. Ga ik een foto maken, moet ik me afvragen, waar ik ga staan, welke afstand ik heb van het onderwerp, hoe het licht is, hoogte vanaf de grond, wat ik wil zien straks enz. En ook bij het schrijven. Ik moet soms flink graven voor het vinden van het goeie woord of de juiste zinsopbouw. Een komma kan een groot verschil maken. En ik wil dat het goed overkomt op de lezer, wat ik wil zeggen.
Bij een ander 'spel', het zingen, geldt het zelfde. Ik heb heel veel liedjes, deuntjes, aria's etc. opgeslagen op de harde schijf. En als ik in een bepaalde gemoedsstemming ben, diep ik zonder al te veel problemen het juiste liedje op in die database en 'jodel' ik er lustig op los. Dat maakt dan weer van alles los in mezelf. En ook voor de ander die toevallig in de buurt is. Mensen. Maar ook b.v. dieren, zoals onze honden. Die laten dat ook duidelijk zien in hun gedrag. Mensen voelen aan hoe de sfeer verandert, want ik kan door het laten trillen van mijn stembanden(want dat is zingen in fysieke zin) de hele sfeer veranderen. Een melancholiek lied uit Schotland of een fado doen iets anders dan een Hallelujalied of 'Hoeperdepoep zat op de stoep' of 'Geef mij maar Amsterdam', ik noem maar wat. Of een stuk van Purcell genereert een heel ander gevoel dan een chanson van Julien Clerc of een reggaenummer of een House of rapnummer. En dat in een fractie van een seconde. Mijn hersenen en ja, ook de uwe werken daar compleet aan mee. Het is een prachtige persoonlijke computer, als het ware. Of het nu afgewerkt is door een mooi kapsel van dik, al dan niet echt haar of zoals in mijn geval een flufferig schamel restant van blondachtig haar. Gelukkig is de kwaliteit van de toplaag niet van invloed op de inhoud van het koppie. Mooi, het kon dus nog veel erger. Beter een rommelig, wat armoedige verpakking met inhoud, dan een armzalig gebrekkig werkende inhoud met prachtige buitenkant...een mens moet tevreden zijn met wat ie toebedeeld krijgt. En zo ben ik al vast aan het wennen met wat mijn in de tijd voortschrijdende lijf nog meer in petto heeft in de misschien zeer nabije toekomst...

woensdag 20 november 2013

Dag 20 Work-play

Vandaag even anders. Ik plaats een foto en vraag van u wat u denkt. Wat bedoel ik en is het voor werk of voor spel of spelen? Ben benieuwd naar de reacties. Leef u uit, zolang het respectvol is!

Ik zal morgen vertellen, wat ik bedoel. Clou: een ieder beschikt er over, komt in een paar en elk heeft een ander doel. ???

dinsdag 19 november 2013

Dag 19 Something awesome

In de aankondiging zag ik dat ie er in zat. Ik heb het over een tv-programma. De zanger Charles Aznavour in een interview met Ivo Niehe. De goeie man is inmiddels 89 jaar jong. Volgende maand komt ie, voor de laatste keer, naar Amsterdam om daar een concert te geven. In no time uitverkocht, dus kwam er een 2e bij. Eerst werd ons de kleine man getoond, jaren terug. Met kleine donkere ogen keek hij de wereld aan. Zijn ambitie om zanger te worden werd door producers en managers compleet de grond in geboord. 'Hij is te klein, te lelijk en zijn stem klinkt als schuurpapier.' Buiten de waard gerekend. De man ik kwestie, opgegroeid tijdens de genocide in Armenië, als klein jongetje, straatarm, emigreerde met zijn ouders naar Frankrijk. En ergens in de opgroeiende knaap moet een droom hebben geleefd. Dat hij zanger wilde worden. En hij flikte het. Ontdekt door Edith Piaf, 'de mus', die ook al in de minst ideale omstandigheden opgroeide en wel wat in hem zag, rees zijn ster. Hij ging, naast het zingen, ook acteren. Nooit geweten. En nu, een vedette, en France. Hoewel hij daar zelf geen boodschap aan had aan die titel. Noch aan 'ster'. En dat tekende hem. In zijn kapitaal nieuwe huis, gebouwd in Zwitserland, waar hij zijn dagen slijt met zijn 3e vrouw, vertelde hij. Dat huwelijk duurt al 47 jaar, een unicum in zijn business. Wat mij trof was zijn ongekunsteldheid. Ik kon het nauwelijks geloven, een man die zo gelauwerd was. Aan alle kanten. Maar het klopte wel. Hij vertelde dat hij was gaan lezen, elke dag 3 uur. Moliere, Camus, Shakespierre enz. Want het zat hem nog steeds dwars, dat ie als knulletje in Azië, niet naar school had gekund. Vanwege de oorlog. Dat had zijn generatie getekend. Voor het leven. De armoe? Mee te leven voor een kind. Maar niet kunnen ontwikkelen, leren, begrijpen. En nu, bijna 90 jaar oud, deed hij dat. Gretig als dat kind zou zijn geweest...Dat raakte me. Iemand die zo enthousiast en passioneel daarover kon zijn. Hij brak alle onzin over hem af. Voor zijn 40e uitgaan, drank, vrouwen, teveel van alles. Daarna, toen hij zijn Zweedse Ulla ontmoette en trouwde, veranderde alles.
Zijn stem? Die klonk zoals vroeger, slechter als ooit. 1 /14 stemband. Al heel zijn leven. Daar moest ie het mee doen. 1200 liedjes schreef ie. Vooral over de liefde. Maar ook stipte hij al vroeg maatschappelijke misstanden aan zoals b.v. homofilie, scheidingen, leeglopende dorpen etc. 
Hij deed me denken aan een andere zanger. Bijna net zo oud. Net zo goed en vol passie. Naar muziek zowel als naar leven, authentiek zijn. Op mijn verjaardag kreeg ik een dubbelcd van hem. Met dvd.
Geboren in New York. Van Italiaanse afkomst. Hij is 2 jaar jonger dan Aznavour. Op de dvd zie je hem werken, 85 jaar oud. Na 55 jaar zingen en een briljante carrière, is hij nog net zo fris en vrolijk bezig als een twintiger. Met alle bagage en de ongetwijfeld minder rooskleurige ervaringen gaat  hij 'gewoon' door. Het is fascinerend te bedenken, dat ooit een paar Italianen de euvele moed hadden om ergens de trein te pakken, de Atlantische oceaan over te steken. Ze moeten het eilandje met het Statue of Liberty levensgroot aan het schip waar ze ongetwijfeld aan dek stonden voorbij hebben zien gaan. En zich gevestigd daar. In Queens werd de kleine Antonio geboren. En hij heeft, zijn naam verbasterd tot Tony en zijn eigenlijke naam van Benedetto tot Bennett, furore gemaakt.
Zijn sukses is voor mij niet zijn heerlijke manier van zingen. De jazz-nummers, met Latijns-Amerikaanse invloeden, maar Amerikaans accent. Zijn rijkdom, beroemdheid. Zijn bezit. Hij zat tussen de studio-opnames door te schilderen, ergens buiten. Simpele landschapjes. Maar mooi. En onder dat alles ontving hij grote andere sterren, die het stuk voor stuk een eer vonden met hem te mogen werken en zijn nummers samen op te nemen. En stelde ze op hun gemak. Lachte met ze. En..en dat vond ik ook opmerkelijk: bedankte hen na afloop. Omdat ze het samen zo leuk hadden gehad en dat ze zijn songs wilden opnemen met hem.
Het ontroerde me dat zo'n kanjer zo open stond, zo bescheiden was, maar tegelijk de ander zo tegemoet trad en echt blij was met de ervaring. Dat is de kern van het sukses en van hun tomeloos doorgaan. En geeft me de moed om me te verheugen zo oud te worden en te genieten van wat ik leuk vind om te doen in mijn leven. Met mensen samen. Kan dus niet wachten.
En dat houdt ook, het spijt me buren, collega's en vele anderen, zingen in. Luidkeels, met 2 gezonde stembanden en niet alleen jazz, ook aria's, gospel, folk en zo wat meer. Nee, het spijt me niet. Ik geniet! Want ik heb nog 30 jaar te gaan. Minstens...hou je maar vast! (Ok, ik zet het 'dempertje' er wel op..af en toe)

 

Dag 18 Happened this weekend

Kriebels had ik. Zaterdag uitgerust en genoten van de chocolade pistache-koekjes. Ik had een tijdschrift gezien met heerlijk winterse dingen: lekkere recepten van snoepdingen, mooie huizen, gezellige columns en ook nog 's rode houten huisjes in een sneeuwwit Zweden. Dat kon ik niet laten liggen, te verleidelijk! Ik toog dus aan het bakken. Zag er lekker uit, verspreidde een lekker aroma. Toch vond ik het minder dan de kaneelkoekjes die ik eerder tevoorschijn toverde uit de oven. De noten zorgden wel voor een prachtige groene kleur in het chocolade. Ik vergaapte me aan de niet eens zo dure weekjes in winters Zweden. Zo gezellig!
Op zondag was ik klaar met het 'bankhangen'. Ik stelde voor om iets actiefs te gaan doen. Wandelen, fietsen, gewoon...iets anders. We besloten naar de naburige stad te gaan. Mooi! Eenmaal op de fiets vond ik het aardig koud. Mijn wederhelft merkte terecht op, dat ik niet moest zeuren. Eenmaal buiten het dorp werd het nog erger. Gelukkig had ik alleeen last van mijn handen. Ik bedacht dat we wel vrijwel zeker terecht zouden komen in de intocht van de plaatselijke intocht van de Goedheiligman. Dat bleek ook zo het geval. De muziek schalde al van verre over het plein waar we gewoontegetrouw onze stalen rossen in de houders parkeerden. Fred plaagde me dat we 'eerst even naar K3 zouden gaan kijken'. Ik geloofde dat, naïef als ik ben en verwachtte achter de eeuwenoude basiliek de Vlaamse meidengroep in levende lijve hun capriolen te zien uitvoeren ter vermaak van de kleintjes voor de kiosk. Welnee, het betrof een overspannen D-jay die met afgeknepen stembanden erreg zijn best deed om 'sfeer' te scheppen. Vergeefse moeite wat mij betreft. Maar ik behoorde niet tot de doelgroep natuurlijk. Een paar straten verder kwamen de opa's en oma's ons tegemoet, duwend achter de buggy's. Waar papa en mama uithingen was me een raadsel, misschien in de kroeg, blije singles imiterend of zo...blij dat hun ouders hun kroost voor de neus van de Sint en buitelende Pieten zouden schuiven? We stuiten, gek genoeg even verder op een orkest en zagen verderop de ouwe bisschop wegtrekken, uit ons gezichtsveld. Geen probleem, we hadden hem al de haven van Groningen binnen zien komen. Dat was genoeg...
We installeerden ons in ons choco-café, tevreden met de warme sfeer, betrekkelijke rust, nadat we eerst vriendelijk begroet werden door het blonde meisje dat er werkt en een stukje verder door de baas, 'Madame Chocola' zelf. Het leven is goed dan! Natuurlijk vertrokken we weer met lekkers in kek taaje. Nog even slenteren. Browsen door enkele winkels, kijkend in etalages. En snel lekkere koffie scoren. Toen was het genoeg en stapten weer op de fiets. Langs de overvolle Outlet(what's new?), over de brug en langs de statige canidassen, de plassen. En daar doemde ons lieve dorpje al weer op. Het oude kasteel, het lelijke kerkje.
Vlak bij huis zag ik de voetballers erg hun best doen. Tot mijn verbazing droegen ze geel/zwart. Zou dus wel 's oude dorpsgenoten van me kunnen zijn. De Hornenaren stonden met 2-0 achter. Ik plaagde Fred en hij mij omdat hij zgn. niet wilde geloven dat de Zeilbergenaren zo ver Limburg binnen zouden dringen, laat staan ons huidig dorp zo zouden vernederen.
Terug in ons huis voelde ik pas hoe koud mijn handen aanvoelden. Niet gek natuurlijk, midden november. Ik herinner me Allerzielen, waarbij ik mijn vader vergezelde en op het kerkhof mijn eigen adem zag als wolkjes uit mijn luchtpijp komend. Vorst overdag dus. Stom dat ik mijn handschoenen nog niet had opgezocht. Moest diep nadenken waar ik die ook al weer gelaten had, vorige winter. Pas toen ik die avond in slaap viel, kwam het bovendrijven. In de onderste la van de nieuwe ladenkast natuurlijk, samen met de sjaals, wintermutsen, dikke sokken enz. Nam me voor ze in de aanslag te houden voor de ongetwijfeld koude dagen die binnenkort zouden volgen. Aan de bushalte kan het 's avonds aardig koud worden, vooral voor alles wat wat uitsteekt aan een lijf. Handen dus, oren, neus en zo meer. Toch handig om ze dan in te pakken...Het Unox-gevoel zal ik maar zeggen...Niet altijd charmant, wel zo lekker! Met de onvoormijdelijke opmerkingen door een ieder 'Koud he'...
 

zondag 17 november 2013

Timmeren aan de weg

Vond ik me toch opeens, per ongeluk, een foto van mijn vaders vader oftewel mijn grootvader. Hij staat op het zwartwit kiekje, terwijl hij een lintje opgespeld krijgt.
Ik kende het ding van verhalen van mijn vader, want zijn verwekker woonde een dorp op zo'n 17 km afstand van ons dorpje. Na 40 jaar trouwe dienst als werknemer had het hare majesteit behaagd om de goeie man een lintje te schenken. In gedachten zie ik HM koningin Juliana lezen op een brief, voorgelegd aan haar door haar secretaresse, dat dhr. P. van Lieshout al 40 jaar staat te timmeren bij de firma van Houtert(what's in a name?) en iemand hem voorgedragen heeft voor de onnoemelijke eer om een lintje te mogen ontvangen. Het arme mens heeft hem gauw 'goedgekeurd', stempel er op en de rotzooi laten doorsturen naar de burgemeester van Gemert. Daar aangekomen heeft weer een ambtenaar de opdracht gekregen hem te laten overvallen en de burgemeester het sierspeldje op de revers van zijn ongetwijfeld zondagse pak te spelden. Applaus, borreltje, klaar. Eigenlijk had het heel anders zullen lopen. Mijn grootvader had zich in het zweet gewerkt en ook nog tussendoor diploma's verworven. Bovendien de hand weten te leggen op een flinke schuur. En zo was hij, anno 1939, klaar om de firma te verlaten en op eigen gelegenheid verder te gaan als aannemer. Een flinke stap vooruit. Helaas gooide de politieke gebeurtenissen, in de vorm van dhr. A. Hitler, in Europees verband roet in het eten. Met als gevolg dat als de wiedeweerga flinke jongemannen(lees: zowat alle gezonde mannen tussen 18 en 55 jaar) opgetrommeld om zich te melden. De Duitsers hadden het onzalige plan gekregen om ons lieve landje, dat andermaal neutraal wenste te blijven, aan te vallen en daarom moest het slecht uitgeruste en sterk verouderde leger stand proberen te houden tegen de Oosterburen die ons binnen enkele dagen vertrapten. Daarmee begon een afschuwelijke periode, zoals bekend. En opa kon fluiten naar zijn eigen bedrijf.
Ik wist als klein kind allemaal geen bal van. Ik zag, als we hem bezochten, een stugge, kille man, die stoïcijns aan zijn stomp sigaar trok. Wat hij tussen stukjes vinger hield. Afgezaagd in een onbewaakt ogenblik. Fascinerend en eng tegelijk. In zijn huis scharrelde toen een Duitse vrouw rond nota bene. Zijn tweede gade. Ze was een vervelend mens, dat constant opmerkingen maakte, die boze reacties uitlokte bij mijn vader. Geen gezellige toestanden zeg maar. Mijn opa negeerde dat soort conflicten compleet. Hij kon dus niet converseren, niet sociaal zijn, was een waardeloze timmerman(zager van niks) en toch kreeg ie een lintje. Voor 40 jaar bij de zelfde baas 'rondhangen', dacht ik als tienjarige. Mijn afkeer voor hem was ingegeven door de innige trouw aan mijn vader, die genegeerd werd door hem en gekleineerd door zijn stiefmoeder, de vervloekte Duitse die zich ongetwijfeld op achterbakse manier een plek had veroverd in het huis van mijn grootmoeder en het hart van haar man. Nooit werd het uitgesproken, maar juist daardoor sterker merkbaar in elk woord dat niet gezegd werd en elk gebaar. De koningin zou zich daar niet van bewust zijn geweest. Anders zou ze haar lintje zeker wel gehouden hebben, veilig opgeborgen in het doosje, ergens achter in een kabinet op Paleis Soestdijk. Dat leek me het meest aannemelijk. Zonde dat daar niet voldoende op gecontroleerd werd.
Na de dood van mijn grootvader lag het lintje, zowel het daaglijks draagbare knopje als het officiële lintje met de medallie, zoals het genoemd werd in ons dialect, nutteloos in het doosje. Uit de bijbehorende papieren diende het weer teruggestuurd te worden, in geval van overlijden van de drager en ontvanger. Mijn vader, de rebel, weigerde dat categorisch en behield het kleinnood. Ik weet niet wat de beweegredenen die daar aan ten grondslag lagen, waren. Hij had een vreemd soort relatie gehad met zijn vader. Zijn afkeer voor zijn stiefmoeder was groot geweest. Het lintje had zijn glans verloren, tegelijk met mijn grootvader, die er nu niks meer aan had. Misschien wilde hij iets van de glans, dat mini-lichtpuntje van zijn vader toen die één maal in het licht had gestaan, voordat het licht doofde voor altijd, behouden. De trots, de burgemeester, de foto in de krant, die de belangrijkheid onderstreepten, moesten een beetje de vergelding zijn. De stille wraak, tegen alle onrecht, de omstandigheden die hem alle hoop dat zijn droom diende uit te komen, uit handen geslagen had. Een symbool, dat het allemaal niet voor niks was geweest. En dat ie wel degelijk, ondanks die ene Duitse, niet geknecht was en hij de droom van zijn vader en zijn kwaliteit en kunnen onderkende, ondanks alles? Wie zal het zeggen. Ik hoop het. Want dan begrijp ik eindelijk het zwijgen van mijn grootvader. Dat het geen onderdanigheid was, maar een triomferend negeren van dat wat eigenlijk in zijn ogen niet belangrijk was. En het weten, diep van binnen, wat ie eigenlijk waard was, al werd dat jarenlang door alles en iedereen ontkent. Misschien heb je daar niet eens een lintje voor nodig van de koningin. Omdat je het zelf verdient. En iedere bevestiging overbodig is.

Dag 17 The last thing I bought

Het laatste wat ik gekocht heb. Nou ja, de koffiemelk en hondenbotjes sla ik over, iets minder interessant, net als de vetbollen voor de vogels. Kom ik bij een drietal dvds uit. Gekocht via internet. Ik was deel 1 en 2 opnieuw aan het kijken van de Engelse serie 'Upstairs, downstairs'.  In een statig huis wonen een Lady en haar man, dochter en zoon. Er komen allerlei mensen over de vloer, vrienden, een advocaat die de familiezaken behartigd, dokter, gasten. Beneden is een heel andere wereld. Bedienden zorgen voor de kleding, thee, maaltijden en een schoon en warm huis. Ze zorgen dat ze zoveel mogelijk onzichtbaar blijven. Tegelijk kennen ze alle ins en outs van de familie, de leuke en minder leuke. De klapdeur boven aan de trap vormt de poort naar de wereld van de adellijke familie. Beneden is de keuken, de bijkeuken voor de meid om af te wassen, de pantry voor de voorraad, de wijnkelder, het kolenhok enz. Alles is strak geregeld en orde en regelmaat worden door de butler gegarandeerd. Toch is er regelmatig een verstoring, problemen die een oplossing vragen. Daarbij spelen de karakters en diverse posities van de mensen en gevoeligheden een grote rol. Boeiend!
Nadat ik alle afleveringen had gezien, bedacht ik, dat ik bepaal episodes miste. Kijken of dat klopte, bleek, dat ik een aantal delen miste. 3 tot en met 5 om precies te zijn. Kostten ''geen drol', metten besteld. Binnen een dag in huis. Betekent dus nog 39 afleveringen te gaan, elk van één uur. Smullen. Ik controleerde even wanneer het spul geproduceerd was(beeldkwaliteit is natuurlijk minder als we nu gewend zijn)  1973 en 1974. Grappig, dezelfde jaren als toen ik de 1e en 2e keer naar Engeland ging. Met de auto, vader achter 't stuur en oudste broer mee. Gelogeerd in het oude huis van mijn oom en tante. Beide Nederlands, maar aardig verengelst toen. Oude volkswijk in Manchester. Ze hadden 7 kinderen, die volgens mij allemaal rookten, volgens mij. De oudste 2 verstonden nog ons Nederlandse dialect, al spraken ze het niet meer.
Ik realiseer me dat het via internet bestellen zoiets was als vroeger via de onvolprezen Wehkamp of, eerder nog Ter Meulen Post. Een boekje om thuis uit te zoeken, wat je wilde. En dan via een lullig kaartje, dat je in kon vullen en
opsturen, waarna de boel thuisgestuurd werd. Met de mogelijkheid van terugsturen. Het was nogal een stap voor mijn moeder. Strenge opvoeding waarbij 'eerst sparen, dan pas kopen'  er aardig ingepeperd was door oma. 'Zuinigheid met vlijt, bouwt huizen als kastelen' hoorden ze ook met de regelmaat van de klok en ' Dat kan bruintje niet trekken'.  Maar....de marketing was te verleidelijk en ze bestelde uiteindelijk toch wat, gelokt met de belofte dat het zoooo voordelig was, alsof je je eigen gezin anders tekort deed, als je het niet deed. Wel beperkte ze zich tot kleine dingen.

Nu koop ik aardig wat via internet. Bekijken op mijn gemak, vergelijken, eventueel op mijn 'verlanglijstje' zetten en er nog 's over denken. En dan kopen, betalen via Ideal of achteraf. Gemak dient de mens. En als ik het niks vind of er om andere reden van af zie, mag ik het zomaar terug sturen...Vroeger had ik alleen rond deze tijd van het jaar een verlanglijstje. Ik piekerde me suf om op een briefje te krabbelen wat ik graag wilde van de goedheiligman. Niet te hebberig, waarschuwde mijn moeder. De Sint diende immers kinderen overal te voorzien van leuke geschenken. Dat viel soms nog niet mee. En vaak kreeg ik nog verrassende dingen. Waar ik niet eens om gevraagd had.
Maar bij de internetbedrijven krijg ik precies wat ik wil en bestel. Zoals nu. Het gevoel van lekker met de gordijnen dicht(of rolluiken nu), de verwarming aan(vroeger de kachel) op de bank kruipen en genieten, blijft vrijwel hetzelfde. Wat een heerlijke tijd! Al speel ik nu goedheiligman zelf, 't kind dat het spul in ontvangst neemt en ja, ook mijn ouders die de rekening mochten betalen. Gelukkig kan dat, allemaal. En 't is ook nog goed voor de economie, die langzaam uit de recessie kruipt. Mooi, hoeven Sint en Pieten niet bang te zijn om terug naar Spanje te gaan. Tenminste, mag toch hopen dat daar de werkeloosheid ook gaat dalen en de mensen weer voldoende appeltjes van oranje kunnen plukken en exporteren, zodat zij ook van de paëlla kunnen genieten en gezellig de flamenco kunnen dansen...of iets...:) 

zaterdag 16 november 2013

Dag 16 The view from my window

 
Goedemorgen. Na een nacht waarin ik vast sliep en intensief droomde, klonk het geluid van de wekker. Gelukkig was ik net ervoor al wakker. Genietend van de warmte op deze kille ochtend en de nabijheid van mijn lief. Die verhief zich, zoals gewoonlijk, ongelooflijk snel en maakte een einde aan het geluid van de radiowekker. Iets wat ik verfoei, ik lig altijd met mijn vingers in de oren...tot ie het kreng het zwijgen oplegt. Hij stond op, kleedde zich aan. Beneden wachtten de honden met smart op hem. Ik sloop vast naar de voorkamer, keek door het raam. Een vrij dikke mist had de weg op slinkse wijze overgenomen en versluierde het zicht. Mooi, maar gevaarlijk! Ik hoorde de voordeur gaan, haastte me naar beneden. Toen ik weer boven was, kwamen de honden terug. Ik kleedde me aan en ging naar beneden. Fred had de hondjes gevoerd, ze lagen tevreden op hun kussen. Hij had de grote tas waarop de letter en het logo 'De echte warme bakker' al klaar staan. Als eerste zou hij zich weer aandienen bij de winkel, waar ongetwijfeld de heerlijke broodlucht al buiten hem zou verwelkomen. Ondertussen zette ik het koffiezet-apparaat klaar, de kop en schotels en ontbijtbordjes. En keek naar de teletekst voor het nieuws. Al snel keerde Fred weer, gewapend met brood en broodjes. De honden schoten als door een bij gestoken overeind om hem te begroeten. We genoten van ons ontbijtje. Buiten deden koolmeesjes zich te goed aan de vetbollen die ik opgehangen had. En een enkel pimpelmeesje kwam ook een kijkje nemen. Ik hoopte op roodborstjes en vinken en misschien later een winterkoninkje. De fiere kleine vogel met het wipstaartje, dat zo luidkeels zingt heeft mijn hart gestolen. Hij pikt vaak de overblijfselen die op de grond terecht komen en wat vliegjes in de klimop weg. Nog niks van die soorten te zien, de mezen voeren de boventoon. Nadat ik wat nagekeken had op de laptop, ging ik naar boven. Ik voelde eens aan de was, die ik daar gisteren had opgehangen. Nog wat klam, dus nog niet klaar om te strijken. Ik keek onwillekeurig naar buiten. De mist wat minder dun. Door het raam zag ik de bomen. Ze stonden kaal als skeletten in de nevel. Naast hen, aan het begin torende de immer groene taxus uit. De rode bessen waren niet zichtbaar op deze afstand. De weg voert omhoog. Door de week fietsen de scholieren druk pratend naar hun school toe. Om 's middags luid joelend, gillend en lachend naar beneden te denderen. Waarbij ik, wanneer ik me voor in de huiskamer aan tafel zit, in elkaar krimp. Ik hoef niet eens te kijken hoe ze als ware waaghalzen met doodsverachting de scherpe bocht nemen, het dorp uit, terwijl ik uitreken hoe snel de auto's die naderen, afgemeten aan het geronk van hun motoren. Ze zouden niet de eersten zijn die zich vergissen of verrekenen.  Ik hou mijn hart vast. En bedank in stilte hun beschermengelen als het goed gaat en ze vrolijk verder gaan, op weg naar huis. Zeker in dit seizoen, als het miezert en drizzelt en grauwt en de kleuren in elkaar schijnen te vloeien tot een grijsbruine soep, nauwelijks te onderscheiden van andere kleuren of vormen. Ik hou van deze dagen, maar dat is een minder iets. Vandaag staan de bomen, grote platanen, als lakeien paraat. De stilte en rust is mooi, na de drukke weekdagen. In mij is het ook vredig, dus dat stemt mooi overeen. Ik kijk tevreden naar het plaatje en neem het in me op. Een goed begin van de dag.

vrijdag 15 november 2013

Dag 15 In your bag

We gaan verbazingwekkend snel vooruit, of misschien heb ik dat idee extra omdat ik vandaag 3 dagen ineens doe..
Voor dag 15 duik ik in mijn tas. Tot mijn verbazing voelt het daar klam en vochtig aan. He?????????
Wat raar, het regende gister niet toen ik naar huis liep. Geen drankje wat omgevallen kon zijn of zo. Ai, ik vind de boosdoener al snel.

Op de foto van vandaag zien we tissues, tube handcreme, paraplu, leesbril, busboekje, buskaartje en...de boosdoener, een banaan. Die had ik jammer genoeg vergeten. De banaan van gister wel uit mijn tas gevist, aangezien ik die niet opgepeuzeld had en ik een week vrij heb vanaf nu. Vertoonde al wat bruine vlekjes, maar nog eetbaar. De tissues zijn eigenlijk onmisbaar, om de bril te poetsen en de neus te legen natuurlijk. Aangezien ik voor mijn werk vaak met de handen in het water zit, mensen douchen, wassen, afwas voorspoelen, wasgoed en af en toe een matras afsoppen(met dettol) hebben die veel te lijden. Dus is mijn huid dankbaar voor de nodige creme die er met de snelheid van een straaljager in verdwijnt. Alsof je een hongerige voedt...:) Dan de plu, altijd handig in ons land om bij de hand te hebben. Opvouwbaar, want niks zo erg als het gehaspel van een gewone in het openbaar vervoer, niet handig in trein en bus. Nee, zo'n kleintje kan lekker in de tas, je raakt hem niet kwijt en je hebt je handen vrij. Plus is ie niet zo saai als een zwarte...Dan de leesbril, absoluut onmisbaar. Ik lees elke dag, onderweg naar mijn werk. Daarvoor zit ik in twee of drie bussen elke dag. Het landschap kan ik na bijna 7 jaar uittekenen, dus dood ik de tijd met een goed boek.  Bovendien heb ik de leesbril nodig op het werk voor de kleine lettertjes bij medicijnen b.v. We willen geen fouten maken daarbij...Het busboekje is om snel de buslijnen en de bijbehorende tijden te bekijken onderweg. Ik heb geen apps op mijn gsm, wil ik ook niet. Ik ken mezelf en dan zit ik als een maf de hele tijd te rommelen op dat ding. Wil ik niet, dus dat houd ik nog effe buiten de deur. Het busboekje schaf ik elk jaar aan voor het astronomische bedrag van 1 euro. Om de twee jaar trouwens, als de nieuwe dienstregeling bij Veolia komt, dit jaar weer. Ik kan er aardig goed mee uit de voeten, beter als sommige chauffeurs zelfs. Ernaast ligt een verfrommeld dagkaartje volgens mij. 5 euro en je reist zoveel je wilt in de bus. Kunnen ze makkelijk doen, want langer dan een uur hobbelen in de bus is heftig, kan ik u melden. Ondanks de meestal heel capabele en vaak aimabele chauffeurs(uitzonderingen daargelaten), die ons door alle weersomstandigheden geweldig goed en veilig vervoeren. Terwijl hen daar toch krap bemeten tijd ter beschikking staat en ze regelmatig hun pauzes moeten laten schieten, als het wat druk is op een lijn. Ik geef het je te doen, een volle bus met 'dampende' passagiers, beslagen ramen of met de nodige herrie, hetzij door luidruchtige conversatie's of door meligheid en vlak ook de muziek producerende apparaten niet uit. Soms komt er aardig wat geluid naar voren, zit er toch iemand met een paar doppen in de oren een bank of drie achter je. Onderaan ten slotte op het plaatje die vermadelijke banaan. Nr. 2 zal ik maar zeggen, die weggekropen onderin een vouw aan mijn aandacht kon ontsnappen. Met als gevolg een vreemd plakkerig busboekje. Gelukkig heb ik het nog maar 2 weken nodig, na Sinterklaas komt al gauw de nieuwe. Tenminste dat hoop ik, want ook bij Veolia denken ze dat ieder hoogbejaarde met zwier de lijndienst en stremmingen op hun lijnen moeiteloos tevoorschijn tovert op hun gratis te downloaden app. Voor het zelfde geld komt het boekje niet meer uit en sta ik voor joker met mijn euro aan de balie van het altijd gezellige hokje achter de fietsstalling van de NS weggefrommeld. Waar je altijd zeer vriendelijk en rustig te woord wordt gestaan, dat moet gezegd!
Gadverdamme, wat is zo'n ouwe banaan toch vies, een dikke harde donkerbruine schil, waarbinnen een soort gele drab of snotachtige substantie hangt. Die meestal op plekken naar buiten druipt, waar je het dus ff echt niet verwachtte. Shit happens, zullen we maar zeggen. En op naar het nieuwe busboekje!
 

Dag 14 Man-made

De oplettende lezer had al door dat ik eergister en gister het niet voor elkaar kreeg om aan de uitdaging te werken. Dus nu een drietal 'dagen' met foto's, het is niet anders.
Vandaag is het onderwerp 'Man-made'. Even de neiging om mezelf als onderwerp te gebruiken, al zullen meerdere mensen het niet helemaal er mee eens zijn, dat een mens puur een creatie is van mensen. Man-made zou de lading dan niet dekken, bovendien zou het dan eerder Woman-made kunnen zijn op zijn minst. En hogere machten die een dikke vinger in de pap hebben.
Dus hou ik het bij iets veiligere objecten.

Het is een engeltje. Gekregen van een dierbaar iemand, vervaardigd door iemand met een verstandelijke beperking, waar de dierbare vrijwilligerswerk deed. Dat is dus dubbelop mooi in mijn ogen. Want ik heb iets met engelen, wat zeg ik, een heleboel met engelen. En als ik naar mensen kijk, komen vooral mensen met een verstandelijke beperking een aardig eind in de richting van engelen, simpelweg omdat ze puur en eerlijk zijn. En daar hou ik enorm van. Het is goud geverfd en ook dat is passend, want goud betekent kostbaar. En puurheid is kostbaar. De weerloosheid ervan is prachtig. En daarom staat dit engeltje al jaren te pronken in al zijn eenvoud in ons huis.

 

Dag 13 Where I slept

Na een slaapdienst was ik aardig suffig toen ik thuis aan kwam. Ik moest echter een auto ophalen en aangezien ik die tot mijn beschikking had, meteen maar even boodschappen doen, zodat ik weer voorraad in huis had. Altijd handig. Daarna geluncht en toen vonden de honden het tijd voor quality time. Ik had ze al uitgelaten natuurlijk. Al gauw zakte ik weg in een zalige vergetelheid. Heerlijk om je spul in huis te weten, wat tijd aan jezelf en de honden die dat nog een bevestigen. Tegen mijn eigen gewoonte in nam ik onze Pippi bij me, die draaide zich genoeglijk tegen me aan en zo viel ik zowat in slaap op de bank. Haar warme huid tegen me aan, haar geur en ze ronkte zacht van genot. Muffin lag aan de voet op het kussen. Na verloop van tijd moest ze toch hem gezelschap gaan houden. Met tegenzin legde ik haar bij hem. En strekte me toen uit op de bank, voor zover dat kon. Ik sloot me af voor de geluiden van buiten, sloot de ogen en liet me gaan. Voor even, want ik kon de slaap niet echt vatten. Misschien maar beter ook, als ik te vast of te laat dut, verstoor ik nog verder mijn dag-nachtritme en lig urenlang in bed, klaarwakker. Voor alle duidelijkheid: ik lig rechts met mijn hoofd en steek mijn voeten over de leuning links, best comfortabel. Al droom ik stiekem al van een iets grotere bank, de volgende keer...haha.

 

dinsdag 12 november 2013

Dag 12 Drink



Herfst. Vroeg donker. Koud buiten. Binnen gordijnen dicht, sfeerlicht aan. Warm. Weg met het fris, ijsthee, bier. Nu is het tijd voor warme drankjes. Koffie, cappuccino, winterthee of speculaasthee. En...natuurlijk de onvervalste warme chocolade. Al dan niet met slagroom. Beetje kaneel. Dit is een makkelijke variant. Gewoon warme meld, twee flinke theelepels van dit spul er in, roeren, klaar. Ik houd dan Engelse theelepels aan in een mok, dat zijn dessertlepels bij ons. Heerlijk! Te koop bij de wereldwinkel.
Ghanese boeren telen de cacaobonen onder de schaduw van het tropisch regenwoud. Dan drogen en verder verwerken en voor je het weet staat ie in de wereldwinkel. Dat betekent dat de boeren en anderen eerlijk betaald krijgen. Ook nog 's mooi verpakt met duidelijke gebruiksaanwijziging.
Laat de wind maar waaien. De winter komen. We zijn er klaar voor! Lekker...:) Dus benen omhoog, genieten en ontspannen.

maandag 11 november 2013

Dag 11 Night





NACHT

Na een volle dag
met een goeie vriend of vriendin

De bus uit
de voeten moe
en één voor één
naar huis toe

Het hoofd vol
het hart ook
uitgelachen
leeg gepraat

De maan staat vol
de wind waait
late wolken

Geen mens op straat
De dag ten eind
Een goeie dag
Een volle dag

Zachtjes de deur open
de trap op
in het donker
kleren uit
onder het dekbed

Blij en goed
alles loslaten
als een vrolijke ballon
drijvend, weg
maar in je dromen
gloeit de dag

glijdende wolken
en een volle maan

zondag 10 november 2013

Dag 10 Something you cannot live without

Ai, dag 10 stelt me voor de vraag waar ik niet zonder zou kunnen leven. Mijn eerste impuls is te antwoorden met  'Fred en de honden'. Toch is dat niet helemaal waar. Ik kan prima zonder onze honden leven. En zelfs zonder Fred. Betekent dat dat ik niet ontzettend van hem hou of van onze huisgenoten? Nee, geenzins. Maar ik weet dat ik zonder mijn partner kan leven, sterker nog...de dag zal komen dat ik zonder hem of hij zonder mij moet verder gaan in het leven. En omdat we allebei een leven voor onze verkering en huwelijk hebben gehad, weten we dat dat mogelijk is. Of het leuk zal zijn? Verre van, het is nooit om afscheid te moeten nemen van je geliefde en zonder verder te gaan. Dat geldt zelfs voor een lief hondje(of kat, kanarie, schildpad, wandelende tak, slang etc.)
Ik hou heel erg van boeken. Toch zou ik, als het moet, zonder kunnen leven. Hetzelfde geldt voor muziek. Liever niet zonder, maar ja, als je moet kiezen. Bovendien kan ik zelf verhalen schrijven en weer lezen of zingen, kloppen, trommelen etc en zo een soort van muziek produceren. Zonder eten en drinken kun je echt niet leven, je lijf houdt er dan al vrij snel mee op. En als je longen niet meer kunnen ademen of je hart niet meer kloppen, je hersens geen lucht krijgen is het al snel einde verhaal. Mijn hemel, wat een rotvraag. Het enige wat overblijft voor mij is de natuur. In het algemeen. Luchten, aarde, wolken, wind, de regen, zon. Paddestoelen, vlinders, meikevers, sprinkhanen. Mussen, arenden, zwanen. Bananen, appels, olijven. Koren, rozen, seringen. Olifanten, luiaards, walvissen. Mierenhopen, wespennesten. En ook...mensen, honden, een huis. Met een oven en gaspitten. Iets om te wassen. Een hoek om te slapen. Waar het droog is in de herfst. Koel in de zomer, warm in de winter. Waar het ruikt naar ons. Waar we lachen, spelen, ruzie maken, tv kijken, huilen, ons vervelen. Ik moet gewoon bekennen. Ik kan niet zonder Fred. Niet zonder onze scheetjes: Muffin, Pippi en straks Oskar. Ik kan niet zonder mijn Creusetpan, mijn douche, mijn tv, computer, boekenkast,cd's, fotoboeken en mijn tuin. Ik kan niet zonder mijn vrienden, mijn collega's, mijn buren.
IK KAN GEWOON NIET LEVEN ZONDER MIJN LEVEN. EN IK WIL NIKS MISSEN DAARIN.
Nou, weten we dat ook weer! Op naar dag 11...
 

Dag 9 Small

Gister had ik even geen inspiratie. Iets kleins...eh...
Vandaag maar ingehaald. Ik kwam mijn oude ring tegen.Ik heb een soort liefde/haatverhouding met ringen. Geen  hekel aan, maar het werkt niet zo bij mij. Aan de ene kant komt dat mooi uit, omdat ik vrijwel altijd beroepen uitgeoefend heb waarbij het dragen van ringen (en soms andere sieraden) gewoon minder handig is. Of ronduit vervelend. Bovendien verandert mijn hand om de haverklap, al naar gelang het seizoen. Dikker, ietsje dunner enz. De ene keer knelt een ring, soms zo erg, dat je vreest voor je bloedsomloop. De andere keer valt ie gemakkelijk van je vinger, wat natuurlijk ook niet de bedoeling is. Ik ben één keer getuige geweest toen bij een lief iemand de trouwring verwijdert moest worden met geweld. Leidend aan een slopende ziekte en door de medicijnen, knelde de trouwring de boel af. De vinger werd blauw, de drager benauwd en toen is, met behulp van een ijzerzaagje, het ding verwijderd. Zowel de drager als diens partner moesten huilen, want de ziekte was terminaal en dan is zo'n daad bijna symbolisch, hoe nodig ook...
Mijn kleinnood kwam ik tegen ver van huis. Na een uitputtende periode, waarin ik mezelf aardig kwijt was geraakt, kon ik weer opgelucht adem halen. Door een toevallig gesprek kwam er een idee naar boven en voor ik het wist, verdween ik, samen met een collega richting Mexico.
We reisden rond daar, een week lang. Per bus deden we Taxco aan. Een zilverstadjes, waar enkel en alleen zilverwinkeltjes waren. Overal waar je keek, zag je etalages vol zilver. In een soort binnenhofje zag ik, in een klein winkeltje deze ring. Ik vond hem speciaal en hij trok me aan. Maar ik had geen ring nodig. De vrouw bij me trok me mee, winkel in, winkel uit. Maar aan het einde van de middag, hongerig geworden, hadden we er genoeg van. Zij met tassen vol spullen en ik mijn hoofd vol. Voor we gingen eten, ben ik terug gegaan. Ik had het sterke gevoel dat de ring op me aan het wachten was, als het ware. Ik vond hem simpelweg mooi en had ook het gevoel dat ie me paste. En dat bleek te kloppen. Mijn behoorlijk dikke vinger schoof er moeiteloos in. Ik vond het motief in de massief zilveren ring mooi en kocht hem.
Nadien trokken we verder. Mijn metgezelle moest na één week helaas afhaken en ging nog even door. Eenmaal thuis kwam ik er achter dat het motief op de ring een oud indiaans iets was. Het turquoise driehoekje verbeeldt het vrouwelijke en het rode het mannelijke in de mens. En zo'n ring deed dienst als trouwring. Ik vond het een mooi symbool en het ontroerde me dat ik hem na een roerige tijd was tegen gekomen, waarbij ik mezelf danig was kwijt geraakt. In Mexico kreeg ik weer zelfvertrouwen, wist weer wat ik wel en niet leuk vond, waar ik van genieten kon en deelde ik heel veel met aardige mensen, die ik zomaar tegen kwam. Bovendien maakte ik weer contact met een heel oud verleden. De kleuren daar en het eten, de mensen en natuur, ik vond het geweldig. En daar moet ik nog altijd aan denken, als ik deze ring weer tegen kom. Ik nam me destijds voor me nooit meer uit het lood te laten slaan, door wat of wie ook. Trouw aan mezelf blijven... 

vrijdag 8 november 2013

Vrije dag

Het was zo'n gekke dag. Eentje waarvan je van meet af aan denkt 'mwah, kweettutniet'. Al vroeg uit de veren en wat gerommeld na het ochtendritueel van plassen, hondjes, brokken, ontbijt. Niet verkeerd, maar ook niet om over naar huis te schrijven. Na mijn 4e koffie kwam manlief uit zijn bed. Het kraken van de vloer boven was het teken voor de honden om smachtend bij de gangdeur te wachten. Man slofte naar achter en verscheen met zijn eigen ontbijtje. Hij plofte neer op de bank. Inmiddels iets te wakker kletste ik de oren van zijn hoofd. Iets teveel van het goeie. Met moeite hield ik mijn mond. Hij checkte, de boterhammen binnen, op zijn laptop of er berichten waren en nieuws. Ik zocht het internet af, omdat de luiheid me overmande, geen leeszin en de serie op de dvd waarop ik me verheugd had al helemaal ten einde, helaas...
De zon scheen door het achterraam. Volkomen onverwacht en in complete tegenstelling met mijn binnenste. Ik bedacht wat ik nog moest. Nou, niks eigenlijk. De boel aan kant, boodschappen in huis. Tja, ook wat...
De zonnestralen bleken wat hardnekkiger. Man haalde de vuilniscontainer naar binnen en pootte die op zijn plek. Ik liet de honden weer uit. Inmiddels tijd voor de boterhammen. Eigenlijk hoorde het grijs en grauw te zijn. Het KNMI zei het. De kalender ook. En mijn ziel schreeuwde mee. Herfst, mist, regen.
Ik pakte wat spul uit de kelder. Uit de keukenkast mixer, deeghaken, deegkom. Alles op een rijtje op het aanrecht en de tafel. Bond mijn schort voor en begon onverdroten. De oven op 190 graden.
Koekjes ging ik bakken. Op de richel tussen de andere kruiden zocht ik de kaneel. Man vertelde, dat 'ie nieuwe had gekocht'. Fijn, maar ja, hoe zag dat ding er uit. In het mandje bevonden zich 3 verschillende flesjes, potjes, blikjes. Nee, dat waren ze niet. Ik keek en keek en zag het kreng niet. Welke winkel hij het had aangeschaft bleef in het midden. Hielp dus ook niet. Uiteindelijk vond hij, mopperend op de keldertrap, waarna ik de andere 3 rigoreus wegplukte en in de vuilnisbak de inhoud omkiepte. En de potjes klaarzette voor de glasbak.
Het recept begon meteen goed. Snij de blokjes boter in stukken. Hallo, in welke eeuw leven ze daar bij Koopmans? Ieder kind weet onderhand dat 'wat in de koelkast hard is, ook in onze aderen vastplakt' als een drenkeling die zich vastklampt aan een natte plank in de oceaan....Ik mat het vloeibare bakspul af met een eetlepel. (Boordevol omega en goeie cholesterolvetten, mijn hart schreeuwt er gewoon om) Zelfrijzend bakmeel er op in de deegkom. Snufje zout. Eens kijken, een half ei, geklopt. Jezus, welke maf bedenkt zoiets? Wat moet je in godsnaam met die andere helft. En...het ene ei is het andere niet. Ik koos het kleinste van de eitjes in het doosje. Door ervaring wijs geworden. De vorige keer werd het een zo'n kleffe boel, dat ik er maar wat extra meel door deed. Helaas werkte dat niet, dus herhaalde ik de handeling. Aan het einde van de baksessie had ik een bak deeg bij elkaar, waar de koekenbakker van W.G. van der Hulst in de Gouden Krakeling van achterover zou vallen...ik bakte me een ongeluk tot diep in de avond, omdat ik nu eenmaal zuinig en economisch ben opgevoed door moeders.
Ik klodderde de zooi, nadat ik een snufje zout had toegevoegd, door elkaar. Rare uitdrukking eigenlijk, snufje zout. Is dat zoveel als de heren in de pruikentijd in een neusgat opsnoven of zoiets als een tv-producent of popmuzikant nu aan cocaïne opslurpt?
Eigenlijk hoorde ik dit met mijn handen te doen, volgens meneer of mevrouw Koopmans. Nou mooi niet! Vorige keer had ik de helft van de rommel aan alle kanten aan mijn handen hangen. Met geen mogelijkheid er vanaf te krijgen, trouwens ook niet van de mixer, het aanrecht, de keukenvloer(ik liep naar de kelder voor extra meel) en de keukendoek. Een ramp, want ik werk altijd systematisch en schoon, normaal. Dus de deeghaken, ze konden me wat.
Als laatste strooide ik de kaneel lekker royaal over de smurrie, op hoop van zegen. Tot mijn verwondering zag het er goed uit, niet te slap of te nat, niet te droog. Ik keek naar de bakplaat met vetvrij papier, die wachtte. De oven was op temperatuur. Ik ook(niet oververhit, zoals vorige keer) Maak kleine bolletjes. Plaats die op de ingevette bakplaat. Nou nee, ik krijg visioenen dat ik de vastgeplakte zwarte koekjes met geen mogelijkheid van de bakplaat meer los krijg en die plaat als een losgeslagen paard uit de wei losgebroken over het aanrecht vliegt en eindigt met koekjes nog in de vuilnisbak belandt en ik gefrustreerd en luid vloekend mezelf beloof NOOIT meer te zullen bakken. Bakpapier dus. Ik rol bescheiden balletjes. Die plaats ik zoals het hoort 3 tot 5 cm uit elkaar, want koekjes zakken nog uit, als een borst van een oudere dame. En voor je het weet heb je één grote plak koek, waar je niks aan hebt. Bij het derder bolletje word ik , gedreven door onstuitbaar ongeduld, gedwongen om een ietwat flinkere bal te produceren. Verrek, het verschil is wel groot. Ach, kniesoor die er op let. Uiteindelijk heb ik een min of meer keurige bakplaat met 16 balletjes. Als je tenminste op enige afstand kijkt...een metertje of 5. O ja, je moet er wat op duwen, zodat ze niet te bol worden. Tevreden schuif ik het ding in de oven, vol verwachting. Ik richt mijn blik op het wekkertje op de vensterbank. De zon is weg. Goed zo. Een grijs wolkendek trekt voor ons keukenraam. Wat een timing, perfect. Ik plof even neer op de bank in de huiskamer. 'Denk je wel aan de tijd' ,zegt mannetje droog. "ja.' Een zoete kaneelgeur vult ons huis. Kijk, nou wordt het wat. Dit is de dag die ik voor ogen had. Faai en loom en lui, tegen het melancholieke aan, met grijs en nat buiten, geen redden aan en kaneel en zoet binnen, de hondjes zoet slapend aan de voeten, man naast me op de bank. Och jee, heeft de lieverd een nieuwe kerstcd in de cd-speler.

De eerste lading koekjes zijn wat miezerig. In mijn enorme handen lijken koekjes al gauw klein. Och, op een bordje lijkt het ok. Koopmans kan tevreden zijn.
Onmiddellijk probeer ik er eentje. Aangenaam verrast. Niet zo slap als een keer ervoor of zo hard dat ze wel verbrand lijkt. Ik schep de koekjes voorzichtig van 't bakpapier en leg ze op het vlaaienrooster om af te koelen. Dan richt ik me tot de bakplaat. En de deegkom. Een hoop deeg staart me nog aan. Ik steek mijn vingers er in en vorm weer ballen. Vooruit, iets groter dan. Als de bakplaat weer vol ligt, druk ik met mijn kluiven nog eens op de ballen. Dan gaat de handel de oven in.
Vervolgens leg ik wat koekjes op een bordje en ga die naar de buren brengen. Kunnen ze ook even keuren. Ik laat de iets te lage praatsessie dit keer achterwege, anders kan ik net zo goed het hele deeg weggooien, verbrandt het waar ik bij sta.
Alles gaat goed. Ik maak nog een portie en dan is alles op. En..het is nog licht als ik de boel opruim. Dan zet ik koffie en vergenoegd plaats ik een aantal koekjes erbij. De kerstmuziek is klaar. Fred heeft Kiri de kanarie tevoorschijn gehaald. Zo noem ik haar altijd. Eigenlijk is het een heel goeie sopraan met de naam Kiri te Kanawa(sorry Ki) Op deze cd zingt ze liederen van haar volk, de Maori's. Onbegrijpelijke klanken en woorden, maar wel mooi. We genieten. De buuv ook, want ze meldt op FB dat ze lekker waren. Ik gek dat ik nog 85 recepten moet, voordat ik klaar ben voor Heel Holland bakt. Is een grapje. Ik wil er wel lol in houden. Want daar heeft de gay Rudolf al zijn kunsten vertoond. Niet alleen erg lekker, maar ook versierde hij de boel, ik bedoel taarten en broden en zo, prachtig. Zo prachtig dat je er gefrustreerd en jaloers naar keek. Meteen de 1e keer de lat zo hoog gelegd, dat geen normaal mens er zich nog aan wil wagen. Roosjes in marsepijn die echt lijken, glimmende chocolade, messcherp gebak volgens wiskundige berekeningen. En brood waar de zaadjes half in en half boven de korst lijken te zweven. En alsof dat niet genoeg is, een vriend die alles eet en fotografeert. Daarbij heeft Rudolf een nuchterheid en bescheidenheid die ronduit belachelijk is. Zo beminnelijk kan een mens toch helemaal niet zijn. Ach, ik mag niet klagen. Dan maar niet met Martine Bijl speelse grapjes maken en nagelbijtend het juryrapport af wachten. Ik knoei gewoon lekker eigenwijs door met de recepten en zit daarna innig tevreden met man op de bank, blij dat die zon weg is en de grijsheid door de ramen naar binnen dringt zonder dat ie de kaneellucht kan verdrijven. Kijk daar kan ik wat mee, op mijn vrije dag! Kom, ik haal nog maar 's wat koffie en wat koekjes.

Dag 8 Something you do everyday

Iets wat ik elke dag doe. Goh, ff denken. Ah...ik heb hem!

 
Ja, hehe, wat flauw. Douchen. Nou, dat is orgineel. Nee, dat niet, ik moet het toegeven. Maar afgezien van het saaie ervan, is het niet zo vanzelfsprekend als het lijkt. Er zijn mensen die, om allerlei uiteenlopende redenen, niet toekomen aan een dagelijkse douche of andere 'wasbeurt'. Met alle gevolgen van dien. En dan bedoel ik in onze directe omgeving. Wat te denken van daklozen, die slapen onder een paar struiken in een park of een gammel, lekkend tentje? Of b.v. een alcoholverslaafde zwerver, die niet het geluk heeft om elke dag voor een paar centen een slaapplek binnen te bemachtigen ergens. Heus, ze bestaan hoor. En we lopen er achteloos aan voorbij in de stad, zonder ze te herkennen. Ook de junks, die alleen maar bezig zijn met het scoren van hun verslavende middelen en daarvoor eerst wat geld moeten scoren. Ik heb in het verleden een tijdlang als bijbaan gepoetst in het politiebureau. Alvorens ik begon moest ik eerst mijn poetsspul op gaan halen. Die stonden in een kast tussen de politiecellen. Ik kon na een tijdje precies vertellen hoeveel mensen er in de cel zaten, die op straat leefden. Hoe? Nou de penetrante geur van verzuring die ze bij zich droegen, was onmiskenbaar aanwezig. En het was diezelfde lucht toen ik op een keer thuis kwam en de deur van mijn flat geforceerd was. Gewoon met een koevoet, rats, opengereten. Ik had het niet eens in de gaten. Pas toen ik in de kamer stond en het achterraam zag klapperen tegen mijn jukebox, daagde er iets. Ik zag mijn omgekiepte tas en de deuren in de gang open staan, iets wat ik nooit deed. Maar de geur die er hing, verraadde dat er een junk of zwerver in huis was geweest en zijn of haar slag had geslagen. Buiten dat zijn er natuurlijke hele volksstammen die niet eens kunnen douchen. Mensen in arme landen, zoals we vroeger zeiden, die niet eens een badkamer tot hun beschikking hebben of iets van stromend water. Soms alleen een bron of put. En soms heel ver weg. Ik las gister in de Libelle een verhaal over mensen in een Afrikaans dorp. De columnise en een man waren er naar toe gereden over een hobbelweg, gewapend met een tang en wat smeersel. Toen bleek dat ze een moer of zo nodig hadden, moesten ze terug en opnieuw die hobbelweg over. 30 km. En even later met wat gedraai, was er opeens water. De vrouwen huilden, want nu hoefden ze niet ellenlang te zeulen met water op hun hoofd. Je denkt toch echt niet, dat ze dat kostbare goedje voor het wassen verspilden, de hele tijd. Ik stel me voor dat ze dat toch voornamelijk voor het koken gebruikten. Nou ja, misschien hier en daar een kattewasje, neus poetsen, de edele delen wat deppen en hupsakee. Tja, nog niet eens zo heel lang geleden moest mijn moeder de teil die in de keuken gezet werd vullen met warm water. Wij werden in het zinken gevallen verordonneerd, ze schobde en poetste of hield supervisie over het gebeuren en maande haar opgroeiende knapen tot haast. Immers, daarna kon er nog eentje in. Scheelde een hoop gesjouw en geklieder. Die paar zeepvlokken? Zo nauw moesten we niet kijken, kom op. Kijk, dan is een dagelijkse douche een grote luxe. Je gaat naar je eigen badkamer, die van top tot teen is betegeld. Je draait aan de kraan, laat het water tot een aangename temperatuur stijgen, terwijl je je ontkleedt. En dan stap je er onder. Je zeept je in, je wast je haar en je spoelt je af. De mengkraan zorgt er voor dat je je niet verbrandt of bevriest, mits goed ingesteld. De spaarkop regelt de hoeveelheid stralen en hoe ze over je hoofd en huid denderen. Pure luxe. En helemaal schoon en verfrist stap je op je badmatje, waar de warme badhanddoek op je wacht om je af te drogen. Daarna ziet de wereld er heel anders uit. Ik doe mijn best om een beetje op te schieten. Het is voor mijn onbegrijpelijk om te zien, hoe mijn korte douche iemand helpt in de Andes of Sahara of Maagdeneilanden om er meer water te hebben om te baden of douchen, maar ik wil graag mijn steentje bijdragen aan het geluk van een ander, ergens op de wereldbol. En tevens aan de lieve mensen die na ons gaan komen, onze kinderen. Ik heb ze wel niet in elkaar geflanst, maar evengoed zijn het mijn kinderen, want ik voel me verantwoordelijk voor hen en voor hoe ik deze plek na laat aan hen, als ik de benen neem en mijn ogen voorgoed sluit.
Meestal ben ik dus blij met mijn douche. Afgezien van het gepruts om hem schoon te krijgen en te houden, het gepruts met kalkaanslag, haren in het afvoerputje(gelukkig alleen van mij), randen in het bad etc. is het een aanwinst in huis. Na een vermoeiende werkdag is het een oase van rust en intimiteit, een opfrisser van jewelste. Schoon en fris er uit, dan voel ik me een heel ander mens. En daarom ben ik nog steeds heel blij en dankbaar voor die plek. Wat korter er onder voor de mensen in Afrika, Zuid- en Midden-Amerika, Azië en de koters die na ons hier zullen vertoeven is dan een kleine moeite. In de hoop dat hun moeder niet met emmers water hoeven te zeulen en dat ze nooit in de vlokken van een ander hoeven te badderen...
Als toegift nog iets. In een ver verleden vertoefde ik op de kapperschool. Gestoken in een belachelijk verplichte schort, een wit soort jasje, waarin ik me meer een Italiaanse ober waande, dan een aankomend kapper zoog ik alle informatie op die de leraar met ons deelde. We vertoefden 's morgens in de ene locatie en dienden dan tussen de middag snel naar de andere kant van Eindhoven te gaan voor de andere, waar we praktijklessen kregen. In die ruimte geurde het naar haarlak en versteviger. De leraar stond losjes geleund tegen een kaptafel, terwijl hij uitleg gaf over borstels en kammen. De ene borstel gemaakt van geitenhaar, de andere van varkenshaar etc. Kammen van plastic, backeliet of van hoorn of schildpad. De laatste waren de beste en ja, ook de duurste. Wat ons ook ingepeperd werd, was dat we elke dag onze voeten omhoog dienden te leggen. Pedant werd ons medegedeeld dat we een staand beroep hadden gekozen(goh) en dat onze benen en voeten veel te leiden hadden door die keuze. Zaak om er goed voor te zorgen en we dienden ons niet druk te maken over de vooroordelen van goedbedoelende, maar uiterst domme familieleden of andere randdebielen, die dat niet snapten, maar onze benen omhoog te leggen, elke avond na het eten. Daarmee voorkwamen we dat de bloedcirculatie niet optimaal zou zijn, de spieren het zouden begeven en we spataderen zouden ontwikkelen of andere complicaties zouden krijgen. Terwijl hij oreerde, keek in rond. Ik zag de lusteloos kauwende meiden, ik was één van de 2 jongens(de andere was in no time omgetoverd in een meisje, bleek later) De meiden leken zich drukker te maken om jongens, make up, kauwgum en andere zaken en al helemaal niet geïnteresseerd in spataders. De ver van mijn bed-show, tenminste dat stond op hun gezichten te lezen. Ik knoopt me dit goed in de oren en vertelde mijn inderdaad niet bijster slimme gezinsleden, waarom ik een plek op de salontafel confiskeerde om mjn moeie voeten te rusten te leggen. Iets wat ik heden ten dage nog steeds doe. En de leraar had gelijk! Na 40 jaar staand werk heb ik nog steeds geen statader in mijn kuiten, mijn enkels doen het nog en mijn tenen staan nog recht. Al koop ik nooit geen geitenharen scheerkwast, uit principe geen hoornen kammen(die snel breken bij temperatuurswisselingen en tevens de dood van arme schildpadden betekenen) Ja ja, ik draag Spaanse sloffen. Al jaren. Maar ik wist niet, wat we nu wel weten, dat die giftig zijn. Ik weet niet hoe, ik stel me voor dat gemeen lachende Spaanse boeren eerst onschuldige lammetjes villen en dan na het drogen, hun vrouwen er sloffen van naaien, die dan door oma in een bad met kleurstof en cyanide gedoopt worden tot ze verkleuren om vervolgens verscheept te worden naar Rotterdam. Je zou willen dat mensen zich daar drukker over maakten, dan over de huidskleur van zwarte Piet! En ik was al niet dol op Spanje, joost mag weten waarom. In ieder geval: geniet van je dagelijkse douche en leg in hemelsnaam die voeten omhoog als je de hele dag staat te werken!