donderdag 29 september 2011

Machtigen der aarde

Angela Merkel is opnieuw de machtigste vrouw. Dat is mooi, maar ja, wat betekent dat nou? Deze dame die in Duitsland, de scepter zwaait in haar ietwat saaie powersuit en met de eeuwige keurige pagekop en moeie ogen.
Wat weten we eigenlijk van haar? Want zij bepaalt dus in hoge mate, hoe ik leef. Goh, dat is nogal wat.
Ik snap van de Europese gemeenschap al vrij weinig. Als kind kregen we te horen dat de Benelux ontstaan was, ooit en dat dat fantastisch was. Waarom? Joost mocht het weten...ik vroeg er niet naar.
Later kwam de EEG. Nog veel mooier! Want nu ging het beginnen...nou zou je eens wat gaan zien! Wat dan? Ik wacht eigenlijk nog steeds. Het enige wat ik gezien heb, is het invoeren van de Euro. Niet langer een zilveren of nikkelen gulden met het lieve gezicht van Juliana met haarnetje op de achterkant, maar een tweekleurig schijfje met Beatrix. We moesten aan het rekenen slaan, want alles werd peperduur. En de politici in Brussel en Straatsburg zeiden dat dat niet zo was...
Wat ik pas heb gezien, was in Brussel. Ik kwam er met een lieve vriendin om de tuinen en kassen van Koningin Fabiola te bekijken(die ook de moeite waard waren) en onze bustour voerde ook naar het centrum van de Belgische hoofdstad, o.a. naar een triomfboog met wapperende vlaggen. Om er te komen, dienden we langs het Europese Parlement. Niet één keer, maar twee of drie keer. Dat verliep niet vlot. Ze hadden nl. open dag en dat betekende, dat er heel veel mensen in auto´s naar toe waren gekomen, dat er vlaggen en ander vertoon was en een enorme drukte in de hal en er buiten. Aan de zijkant stonden chique tentjes met lekkere hapjes en drankjes. Ik bedacht cynisch dat het toch wel tekenend was voor de situatie. Als een zo groot parlement niet eens een bussendienst kan regelen voor zo´n dag, dan vraag ik me af waarom niet...en meteen ligt op die zaterdag de boel op zijn gat.
Want doorgaans zie ik alleen een montere Portugees speechen daar, iemand die ik totaal ongeloofwaardig vind, simpelweg omdat hij zoveel kracht bij moet zetten om anderen te overtuigen van zijn missie. In de zaal zie je dan heel veel mensen zitten met tolken. Die tolken schijnen het vaak voor het zeggen te hebben, omdat ze gewoon vertalen, zoals zij vinden dat het moet gaan. Dat las ik tenminste, dat het jaren zo gegaan is...
En dat hele logge aparaat kost ons, de gewone burger handenvol geld. Je zou verwachten dat ze als eerste beginnen met bezuinigen, nu heel Europa in crisis is. Niets lijkt minder waar. 
Maar goed, terug naar Merkel. Wat weten we van die dame? B.v. doet ze zelf wel ´s boodschappen? Draagt ze onder haar pak pantykousjes van de Liddl, die veels te strak zitten en dan enorm beginnen te jeuken? 
Wat voor vrienden heeft ze? Hoe woont ze? Eet ze elke dag kilo´s toffees of stiekem in haar dienstauto, terwijl ze de papiertjes achteloos om haar heen gooit? Zodat er een enorme bende ontstaat die haar chauffeur tot waanzin drijft? Wat voor hobby´s heeft ze? Er schijnt een gerucht te zijn dat ze via een kennis van de vroegere Stasi een sporthal in Oost-Duitsland op de kop heeft kunnen tikken, waar ze regelmatig verblijft. Het ding is geblindeerd, maar ze doet daar turnoefeningen in haar blootje. Het schijnt de enige manier te zijn om tot rust te komen en de stress van zich af te gooien. Na de sessie, gaat ze op een turnmat liggen, voor pampus en onder de talg. Daarna draait ze wat heavy metal, zegt ´das war ja wunderbar´ en stapt monter op haar scootertje om terug te rijden naar huis...
Deze berichten zijn niet door betrouwbare bronnen bevestigd. Wel het bericht, dat ze regelmatig naar het strand gaat. Incognito, met een donkere pruik op. Ze struint daar rond, gooit steentjes in de golven, bouwt zandkastelen en doet er absoluut niks. Wel neemt ze een enorme zak toffees mee, de restanten waarvan later terug te vinden zijn op het zand. 
Al deze dingen zijn toch uitermate van belang. We dienen toch te weten hoe deze vrouw door het leven gaat?
Ze staat zichzelf niet toe om kuilen te graven. Ze schijnt ooit gehoord te hebben, dat je de kans loopt er zelf in te vallen. Verstandige vrouw.
Een ander, die me intrigeert, nu we toch bezig zijn, is Hugo Chavez uit Venezuela. Het gerucht gaat, dat hij de jarretelgordels, die hij voor zijn minnaressen koopt, altijd dubbel koopt, omdat hij zelf een exemplaar onder zijn militaire oufit draagt. Je moet toch ook iets, als je als dictator je volk toespreekt..eh...toebrult. Bovendien verschijnt hij regelmatig in een klein kerkje, waar hij op de kniën gaat voor de afbeelding van de madonna van Guadaloupe, beschermheilige van zowat alle landen in Midden- en Zuid-Amerika. Niks mis mee, maar zeer vreemd voor een doorgewinterde communist. Hij zou in Havanna, na zijn zoveelste chemokuur, in het ziekenhuis zijn hart uitgestort hebben bij een verpleger. Daarop barstte hij in tranen uit. De verpleger nam hem in zijn armen en liet hem schreien, terwijl hij hem zachtjes wiegde. 
De man gooit ook altijd, direct nadat hij voor de camera is geweest, de dure sigaren, die hem altijd als geschenk worden aangeboden, direct weg in een prullebak, omdat hij ze haat. Het schijnt dat zijn echt passie bestaat in het kweken van groenten. Hij loopt dan in zijn tuin te dribbelen en staat er op om zelf te wieden en de plantjes water te geven met een roze gietertje. Dat ding moet speciaal roze zijn en er moet, volgens ingewijden een vrouwelijk Nijntje op staan. Vroeger is hem dat altijd verboden door zijn moeder, die inmiddels vorig jaar op 108-jarige leeftijd de pijp aan Maarten heeft gegeven.



Tenslotte hebben we nog Hillary Clinton, de minsiter van buitenlandse zaken. Van haar is iets meer bekend, omdat ze simpelweg een boek heeft gepubliceerd over zichzelf én heftig heeft tegengesproken, dat het waar zou zijn wat er in ongeauthoriseerde biografiën over haar leven.
Toch schijnt er iets van waarheid in te zitten, o.a. over de geruchten dat ze onder haar gewone kloffie Lolita-kleren draagt. En dat na haar werktijd ze de bijpassende pruik en schoenen aantrekt. 
Verder doet ze aan ballonvaart, waarbij ze in die outfit, boven zee uit het mandjes springt. Dat is de enige kick in haar leven, naar het schijnt. Kijk, daar kun je als eenvoudige burger iets mee.
Dat geeft houvast in het leven.Je moet je toch ergens aan afmeten, om te weten dat je ´normaal´ bent.
Ik ben benieuwd, waar haar dochter straks mee komt, kan haast niet wachten...

Een nieuwe kijk



Jaren geleden zag ik wel eens bij katholieke gezinnen een schilderij hangen. Gelukkig bij ons thuis niet. Het was het ´Alziend Oog´. Een afschuwelijke afbeelding, waarbij je het idee kreeg, dat dat oog je overal volgde en gewoon alles waarnam en, erger nog, wist, over wat en hoe en wie je was. Bah, wat een rotsymbool! 
Tegenwoordig is dat niet meer nodig. We zijn ons er van bewust dat we gezien worden en in de gaten gehouden. Of tenminste we KUNNEN ons er van bewust zijn. 
Big brother is watching us, werd in het verleden geschreven. Nou, later is nu dus! Overal zijn camera´s aanwezig. Alles wat we doen, kopen, vinden, zeggen wordt geregistreerd en opgeslagen. Ik heb daar lange tijd verzet bij gevoeld. We zijn tenslotte Nederlanders, die voelen hun nekharen overeind komen bij elke poging om dit soort dingen te reguleren en registreren. 
Momenteel zijn we door de werkelijkheid ingehaald. De meeste mensen maken zich niet meer druk over het gebruik van gegevens, die lange tijd als privé golden. Daarmee is de devaluatie van wat persoonlijk is en wat niet een feit geworden. Ik schrijf het met enige weemoed. Aan de andere kant: het belang van veiligheid dient volgens velen voorrang te krijgen boven het recht om dingen geheim te houden of voor jezelf.
Men is tegenwoordig op de hoogte van waar ik reis, hoe laat ik reis, waar ik uitstap, of ik eerste of tweed klas zit in de trein, gebruik maak van een grote of kleine bus, mét of zonder korting. Ook weet men alles van kortingen op producten, zoals koffie, fruit, maar ook kaartjes voor de Efteling en de reis er naar toe via Blokker, Kruidvat of Appie Heijn. Ze weten of ik grote of kleine foto-albums heb besteld. Of ik een vaste telefoonaansluiting heb, lid ben van de vakbond of politieke partij, welke boeken en cd´s ik koop, spellen en of die via marktplaats, V & D of bol.com deel van mijn leven gaan uitmaken.
Ook zien ze wie mijn vrienden zijn op Hyves en Facebook, wie ik twitter van de BNers en wat en ook wat die zelfde BNer terug twittert, evenals half Nederland trouwens.
Als ik in de stad loop, kunnen ze zien of ik aan mijn neus krab of mijn ballen, mijn broek ophijs of mijn leesbril tevoorschijn haal, een dame of heer molesteer, dan wel aanrand, een klein meisje schop of een kat door de straat schop(wat ik overigens nooit doe) Ook wordt gefilmd als ik wildplas of een autoruit in tik(om de airbags te jatten, zoals ik gister op het nieuws zag, alleen weet ik niet wat ik in hemelsnaam met gejatte airbags moet...) Ze weten alles van me. En van u, geloof het maar.
Ze weten ook bij welke dokter ik loop, wat voor kleur tanden er in mijn kunstgebit zitten, hoe vaak ik bij de gynaecoloog kom, welke taart ik gekocht heb voor mijn verjaardag en met welk weekendje weg ik mijn lieverd verrast heb. Zelfs hoe lang ik met mijn steunkousen doe, de zalf voor platjes gebruik, hoeveel ik aan de kerk betaal en aan het kankerfonds. 
Alleen, ik vraag me af, wat ze met die informatie aanmoeten? Wat hebben ze er aan om te weten, dat ik over een half jaar weer een nieuwe gehoortest mag bij Schonenberg, dat mijn hond een wormkuurtje krijgt en ik een dringend verzoek krijg mijn tvgids te betalen of een herinnering dat ik gebruik wil maken van de winterschilder?


Ik word er inmiddels niet warm of koud meer van. Is dat nou erg? Dat is de vraag die ik mezelf soms stel?
Soms verlang ik terug naar een tijd waarin mensen leefden in hun eigen huisje, af en toe de radio aanzetten en dan meewarig hun hoofd schudden en zeiden ´wat een wereld toch´ voor zich heen. Een leven waarin mensen nog een dutje deden na de warme prak, genoten van hun groentetuin op een zelfgemaakt bankje met een pijpje en ´s avonds een borrel. Waar ze over de heg kletsten met de buren(die ook van niks wisten) of onder het was ophangen. Waar je op je gemak je krant las en alles heel comfortabel ver van je af gebeurde. 
Ik weet ook wel dat dat laatste een illusie is. Maar toen was de wereld wel overzichtelijker en lagen de dagen  aan het eind opgevouwen en gestreken in de kast, waarna je lekker kon gaan slapen en morgen zien we wel weer...
Die tijd is voorbij. Ik probeer soms het tij te keren door b.v. ´s morgens alleen de teletekst te lezen. Geen indringende beelden van het nieuws bij bijbehorende verontrustende geluiden van sirenes, gejammer van mensen in doodsnood of diepe smart. Ik voel me daar dan wel gelijk weer schuldig bij.
We krijgen zoveel informatie op ons bordje. Het wordt me met de regelmaat van de klok teveel. Waarom doen we onszelf dit aan? Wie heeft ons wijsgemaakt dat dat ´normaal´ is en dat je een achterlijke zonderling bent zonder lijntjes naar de werkelijkheid, wanneer je weigert om dit in al zijn volheid tot je te nemen? Op het gevaar af dat je je doodongelukkig of bijna ziek gaat voelen? En hoe zou dit wel niet zijn voor diegenen onder ons die zelf kinderen op de wereld hebben gezet, waarvan je toch gevoeglijk mag aannemen dat ze die erg gelukkig willen zien in de toekomst?
Ik hou met de regelmaat van de klok die informatie buiten. Ik doe mijn best om het wat vorm te geven en het behapbaar te houden voor mezelf. Ik eigen me die luxe toe. Ik heb het broodnodig. De rolluiken dicht, de tv uit, alleen met mijn dierbaren. En net doen of het veilig is. Diep van binnen.Ik sluit gewoon het Alziend oog van Big brother. Lekker puh! Morgen misschien...maar vandaag niet!



Berichten uit de wereld van Pippi

Het gaat goed met onze pup. Ze groeit gestaag. Ze gaat de hoogte in en ook haar puppyvet begint plaats te maken. Langzaam ontstaat zomaar een wat stevigere hond. Wonderlijk...
Vorige week hebben we een andere bench gekocht. De vorige was ze al uitgegroeid. Ze kon er wel in liggen, maar met de staatrt tussen de tralies uitgestoken. Ze lag dan op haar rug, met de poten in de lucht. Haar hoofd op de bodem gelegd. In diepe slaap, maar bij het minste of geringste geritsel, geschuifel of gekraak van schoenen gingen de oogjes open en keken klaarwaker de keuken in. Dat viel nog niet mee, om de goeie maat te bepalen voor die bench. Die er stond, voldeed niet meer. Maar hoe groot moest de nieuwe dan zijn? Gelukkig hadden we nog een oud exemplaar staan buiten. Eentje waar GB Muffin vroeger vertoefde met zijn broer Brownie. We besloten, na het opmeten, om een ietwat kleinere te nemen, deze keer. Op naar de dierenwinkel.
De bench was snel gevonden. Gelukkig wilde de winkeldame het ding wel even thuis brengen en nou ja, wij pasten ook nog wel in de auto. 
Daar zetten we hem in de gang. Eerst even de keuken ´ontruimen´. Met wat passen en meten, het doorschuiven van de keukenkast ging het net. Enige nadeel: de komende anderhalf jaar dienen we in de huiskamer te eten. Och, de meeste mensen offeren veel meer op voor hun kroost dan dit, het is goed te doen.
De bench werd uit de grote doos gehaald en daarna gezamenlijk uit gevouwd en in elkaar gezet. In een mum van tijd stond ie. Met twee deurtjes, eentje in de lange kant en eentje in de korte. 
Als eerst liep GB Muffin naar binnen met een kop van ´hé, dit ken ik nog van vroeger..´ Hij voelde zich onmiddellijk thuis. Acuut wilde Pippi ook wel een poging waagde en liep naar binnen en vleide zich neer. Meteen instant thuis. Ik deed voor de grap de deur dicht.
Een opgroeiende hond en haar broer dienen de ruimte te hebben. Ze spelen weliswaar binnen volop, maar toch. Wij gooien haar een balletje toe(niet te hoog, anders springt ze en probeert hem in de lucht te vangen) Vervolgens neemt ze die half en half in haar bek, rent als een bezetene vanuit de keuken naar het raam in de kamer. Daar kwakt ze nonchalant haar charmate lijfje op het kussen, dat er meteen verfrommeld bij ligt. Galijk springt ze weer vol leven op en sjeest als door een bij gestoken naar de keuken terug. In het begin rende GB Muffin achter haar aan. Nu is hij wijzer geworden en kijkt meewarig naar al die voortvarendheid als een absurde, vrij nutteloze bezigheid. Zij laat af en toe ´toevallig´ in het voorbij gaan de bal vallen. Heel geraffineerd en verleidelijk. Smiechterig pakt GB Muffin hem dan op. Waarop zij haar voorkant laat zakken en driftig tegen hem begint te blaffen om hem nog meer uit te dagen. Uiteindelijk krijgt ze het ding te pakken en begint het hele geraus opnieuw. Wij vinden dat prima, deze hondensportschool.
In onze vakantietijd had Fred achterom opgeruimd en ik had een heleboel mos weggehaald, die zich in de loop van de natte zomer ´gezellig´ had genesteld op het terras achter. Wat wel een vochtige boel opleverde.
Nu is alles weer netjes en schoon. Dus doet het weer dienst als speelplaats voor onze viervoeters. Ik hoef de keukendeur maar open te doen en Muffin springt over het trapje naar beneden. Hij weet dat ie dan naar buiten mag en staat ongeduldig te kijken bij de achterdeur. Kleine zus Pippi moet echter opgetild worden, ze mag nog geen trap lopen. Eenmaal buiten is het feest. Lekker rennen en dollen.
De twee buurmeisjes, een zwarte cocker spaniel en haar kleine zusje zijn aanwezig aan de andere kant van het poortje en de schuting, onzichtbaar maar wel hoorbaar en te ruiken. De kleinste van het stel, Lola, heeft de gewoonte om onder de poort door te snuffelen. Onze Muffin weet dat en hij staat er op te wachten. Hij weet ook dat dat taboe is, net zo goed als Lola dat weet. De verleiding is erg groot om uit te dagen,  dus roepen we van beide zijden regelmatig onze hondjes tot de orde.
Het rubberen balletje vliegt in het rond en de uitloop is hier nog langer, dus dat is zeer prettig. Muffin twijfelt erg tussen het meedoen of neerploffen en genieten van de zon. Een grote voetbal is net voldoende leeggelopen om in ieder geval te proberen hem in de bek vast te houden. Muffin lukt dat, KZ Pippi net, maar niet lang! Ze doet erg haar best om dat voor elkaar te krijgen. Ook probeert ze en de grote bal én de kleine bij elkaar te houden. Leuk!
Af en toe moeten we Pippi dwingen tot rust. ´s Morgens als we opstaan, staat ze al te stuiteren van geluk, dat die meneer die voor haar eten zorgt en zo, alweer voor haar neus staat. Haar staart kan het amper bijhouden met kwispelen. Ze wringt zich tussen mijn benen door naar het halletje. 
Hetzelfde fenomeen doet zich voor, als we terugkomen en ze naar de keuken kan. Omdat ze erg schrokt, hebben we de tip gekregen één voor één de brokjes te geven of te strooien. De hele keukenvloer doet dan dienst als voerbak eigenlijk, terwijl onze dame kwistig op zoek gaat naar die brokjes en evengoed nog schrokt, maar dan één voor één. Als ze hier mee klaar is, krijgt ze water, dat ze haastig opslurpt. Ondertussen  wacht GB Muffin nuffig achter de stoel waarop ik of Fred zit af. Als zij drinkt, fungeert hij als kruimeldief en mag de kruimeltjes, waar KZ Pippi geen geduld voor kan opbrengen, maar die toch heus ook brokjes zijn op. Hij is de bijbelse Samaritaan, die genoegen neemt met extra kruimels...(naast zijn eigen portie natuurlijk) Dan verdwijnt Pippi in haar bench, deurtje dicht. Plof en rust. Muffin drinkt water en moet in zijn stoel. 
´s Avonds is het een ander verhaal. Vaak laten we ze samen uit. Muffin schiet de straat over, terwijl Pippi gezellig gaat zitten voordat ze oversteekt. Ze wringt zich tussendoor en plast op het eerste het beste plekje op het gras, echt het uiterste puntje, volgens mij op de milimeter precies elke keer. Ze lijkt te genieten van elk plas, terwijl GB Muffin gegeneerd om zich heen kijkt, nog altijd an 7 1/2 jaar. Verder door springt Pîppi tegen  haar broer aan, als ze de kans krijgt. Die is daar allerminst van gecharmeerd noch van gediend. Hij is toch de engiszins chagrijnige oudere heer, die helemaal niet gestoord wil worden tijdens zijn sukkelgangetje. Zij springt en vliegt en draaft, voor haar is het iedere keer één groot avontuur. Zelfs in de hal stuitert ze nog..
Dan doen we de kamerdeur open en beginnen als of het afgesproken is te roepen: ´We gaan slaaapeh´, onze laatste mantra. Muffin kijkt dan schuw omhoog ´Is het heus?´ en posteert zich voor zijn stoel. Pippi gaat olijk een halve meter van de benchdeur af zitten. Wij herhalen maar steeds ´We gaan slaaapeh´ teneinde wat enthousiasme te genereren. Tevergeefs. Onze blondine wordt spreekwoordelijk dom en blijft stokstijf zitten, terwijl haar zwoele, donkere ogen mimen ´Ik weet bij de beste wil van de wereld niet wat jullie toch bedoelen´ Meestal eindigt het tafereel met een diepe zucht en een lachje en tillen haar in de bench, waar ze toegeeft en neerzeigt om haar nachtrust aan te vangen. Muffin zet zijn voorpoten op de stoel, eindelijk is het zover, want hij stond sukkelig te wachten en trekt zijn achterpoten op. Hij vouwt zich behendig in een rondje, wij spreiden zijn dekentje over hem heen, verzorgen zijn oren en knippen het licht uit en doen de deur dicht met onze finale mantra ´Weltrusten, slaap lekker!´ en sjokken naar boven. Het is net een gewone familie.

zaterdag 24 september 2011

Verleiding en haar gevolgen

Vandaag dacht ik onwillekeurig aan mevr. B. Ze woonde een stukje verder in onze straat. Haar dochters waren van de leeftijd van mijn zus, die vriendin met hen was. Dan nog een zoon, die vond dat ie goed kon voetballen en verder eigenlijk alles heel goed kon(wij noemden hem een slijmbal)
Ik bevond me vaak bij hen in huis. Waarom? Geen idee! Waarschijnlijk vaak meegetroggeld door mijn zus, want meiden van die leeftijd schenen te denken, dat peuters eigenlijk aankleed-  en speelpoppen waren. Zo leerden ze alvast hoe het aanvoelde om later moeder te zijn, nam ik aan. Ik had een hekel om meegetroggeld te worden, waar dan ook heen. Vaak hield het in dat je bewonderd werd, ongevraagd geknuffeld en gekust door mij onbekende vrouwen of, erger nog, in mijn wangen geknepen. Het gebaar dat ik daarna maakte door over mijn wangen te wrijven met de rug van mijn handen, werd zelden begrepen en al helemaal nooit geäppricieerd. Ze gingen er gewoon mee door, totdat ik te groot was geworden en mijn broertje de pisang was.
In die tijd(Napoleon net verbannen en zijn schamele leger terug naar la douce France) maakten vrouwen zelf nog pudding. In een pan verdween melk uit een fles, die nog even nagevuld werd met water om de laatste restjes room die bovenin de fles zat er uit te spoelen, in de pan. Dan werd de melk gekookt en op het juiste moment het pakje puddingpoeder geopend en erbij gedonderd, waarna driftig in het spul geroerd werd met een houten lepel.(Anders komt er teveel lucht bij en brandt de boel bliksemsnel aan. Niks zo smerig als aangebrande puddinglucht) Wanneer het mengsel dikker werd, hoorde men een inschatting te maken om het in de vorm te gieten. Soms een grote vorm met versiering, die na afkoeling omgekeerd kon worden op een bord, zodat de boel verdeeld kon worden. Maar ook vaak in kleine schaaltjes.Daarvoor verhuisde de boel naar de kelder op een plank. Gek genoeg zonder iets er op, gewoon zo op een schap.
Ik weet niet wat ik heb gedaan, maar mevr. B. liet me na dit hele proces de pan ´uitschaarsen´ zoals wij dat plachten te noemen. De lepel eerst en daarna gretig met de vinger in de gele, bruine of roze smurrie en aflikken. Een feest!
Soms werd ik echt ´gesommeerd´ om te komen, zodat ik de pan tot op de bodem leeg kon maken...
Zo ben ik dus door haar verleid....ik kan het met de beste wil van de wereld niet anders zien. Bij Adam was het een appel die aangeboden werd, bij mij een puddingpannetje. Het effect bleek hetzelfde. 
Door mevr. B. ben ik gewaar geworden dat de wereld vol verleiding zit(Wat door de Wereldraad van Kerken beveestigt wordt, alsmede door het Vaticaan en de Raad voor Neleving van de Sharia in Teheran). Zij heeft als het ware de poort geopend, wat zeg ik, wijd open gezet. Alsof er niets aan de hand was...
Daarna heb ik allerlei verleiding gezien. Het bleef niet bij eten alleen. Ik had het ook helemaal niet in de gaten, want mevr. B. juichte het de eerste keren alleen maar toe. Ze vond het geweldig, dus wie was ik om het in twijfel te trekken?
Ik wil haar niet postuum beschuldigen of verwijten maken, ik ben er van overtuigd dat ze de reikwijdte van wat ze aanrichtte niet kon overzien. Maar het onheil was wel geschied.
Meneer B. heeft ze ook verleid, daar kan ik kort over zijn. Hij heeft haar ook gretig gevolgd, wat ze ook opperde of voorstelde. O, ze leek zo onschuldig met haar bloemetjesschort, de scheurkalender, krulspelden en de Arbeidsvitiaminen op de radio in de achtergrond. Wie zou daar nu niet ingetrapt zijn? Een engel op aarde. In een schoongeboend huis vol gezelligheid en gewoon een gezin.
Voor meneer B. was echter de maat vol, dat blleek jaren later. Ik wist er niet het fijne van, maar hoorde grote mensen om me heen fluisteren. Er was ´iets´ voorgevallen. Met een jong meisje. In de stad waar hij werkte. En nu was hij weg. Zomaar weg. Hij woonde in de stad. Met die del. (Ik wist bij god niet wat een del was, maar het leek niet goed) En mevr. B. was alleen met de kinderen. En volgens mij kookte ze nooit meer pudding, want ik werd niet meer gevraaagd voor die pan. Een hele teleurstelling voor mij...ik was zo gewend aan haar verleidingen en de houten lepel. Ik voelde me er zo bij thuis.
Ik vond meneer B. maar een sukkel. Om dat achter je te laten voor een del, wat dat ook mocht zijn. Mevr. B. was nu zielig, al snapte ik niet waarom. Dat krijg je nou met verleidingen. ´t Is maar dat u het weet. Want je tuint er zo in. En dan zit je met de gebakken peren. En zonder lepel...

maandag 19 september 2011

Lazing on a sunday afternoon...



Op de laatste dag voor mijn vakantie moest ik nog werken op zondag. In het dorp die dag een manifestatie of braderie-achtig gebeuren. Het weer werkte goed mee, dus de mensen enthousiast gemaakt, jassen aan en er op af. De winkels open en in de winkelstraten een keur van auto´s, nieuwe, oude en wat er tussen in.
Een erg leuk oud Fordje, maar ook gezellige VW-kevertjes, in allerlei kleuren, Morris Mini´s, ook in allerlei uitvoeringen en kleuren, oud busje, een Fiat bultje(wat een klein dotje) 
Verderop stonden opgepimpte auto´s. Er achter stonden jonge mannen te kijken, vooral heel stoer en onverschillig, hun petjes naar achter, sjekkie in de mond met diep verholen trots. De portieren stonden schuin omhoog open. Er daverde muziek met enorm basgeluid. 
Ik vermoed altijd dat die jonge mannen barstensvol hormonen zitten, waar ze geen weg mee weten en daarom heel stoer en ruig rondscheuren met veel herrie(kapotte uitlaten) en dreunende basmuziek. En een pk´s in de motor van zo´n auto, waar ze eigenlijk geen bal aan hebben, want waar in ons drukke land kun je eens flink gassen zonder geflitst te worden en een fikse bon te kunnen verwachten?
Aan de andere kant moet die testosteron ergens een uitweg zoeken...boys will be boys.
Je houdt je hart vast, dat moet voor ouders en vrienden nog veel erger zijn. Want af en toe gaat het helemaal mis en vliegen ze met auto en al compleet uit de bocht en dat heeft vaak enorme gevolgen!
In de straat waar die auto´s stonden, waren de decibellen echt heel erg, ik was bang dat mijn trommelvliezen zouden scheuren. De mensen die voor ons liepen, treuzelden zodat we niet echt opschoten.
Ondertussen rook je al van verre de lucht van hamburgers en gebakken ui, je zou van minder onpasselijk worden. We zagen een stuk verderop nog wat nieuwe Mini´s, alsof de oude met een enorme pomp wat opgeblazen waren. Mijn collega verwoordde wat ik ook voelde op dat moment: hier viel goed mee te leven en vooral te rijden. Ze vond vooral het dashbord gaaf met de mooie grote kilometeraanduider.
Nog verder bevond zich een wat triest aandoende snoepkraam...onze mensen weigerden pertinent iets te kopen, toen ik er naar vroeg. Het leek wel of ik probeerde oude paardendrollen aan ze te slijten...
Een ijsje van een romantisch karretje kon ze ook al niet bekoren. 
Te midden van het tumult ontving ik nog een telefoontje. Onmogelijk dus om tussen dat geronk een fatsoenlijk gesprek te voeren...helaas! We bekeken nog wat vervaarlijk uitziende Porsches, van die brede platte ´ligauto´s´ in pittige kleuren. Er vlakbij bevond zich een wat onduidelijke stand waar jongemannen met matjes(dat die nog voorkomen, dacht ik) en dorpsmeiden in strakke outfit vergeefse pogingen deden om sexy babes te lijken, wat alleen bij middelbare corpulente mannen nog wat aandacht trok. De jongens werden geiler van de wagens, had ik zo het idee.
Uiteindelijk keerden we terug naar ons beginpunt waar we warempel nog een zowat leeg terras aantroffen mét een plek uit de wind. Daar namen we allen een heerlijke versnapering en daarna keerden we terug.
Al met al een genoeglijk middagje. Een kinderhand is gauw gevuld, dat blijkt maar weer. Je moet immers genieten van een mooie zondagmiddag, want voor we het weten, hangen we weer binnen, alwaar we mismoedig en enigszins licht depressief naar buiten staren waar het ´alweer´ miezert ....dus dit was alvast in de pocket. Een mooie afsluiting alvorens ik me naar huis begaf, waar man en honden wachtten, samen met een fantastische vakantie! 

zondag 11 september 2011

HOE ZOU HET ZIJN, ALS OSAMA BIN LADEN AAN DE ANDERE KANT VAN HET LEVEN DE SLACHTOFFERS VAN 9/11 (EN ANDERE AANSLAGEN) ÉÉN VOOR ÉÉN ZOU ONTMOETEN EN ZIJ HEM EEN MOMENT IN DE OGEN ZOUDEN KIJKEN....?

Twin families



Het is tien jaar geleden. Een spannende tijd voor ons. We hadden plannen gemaakt om te trouwen. Het eerste jaar dat dat mogelijk was voor mannenstellen. Nadat ik Fred ´per ongeluk´ had gevraagd, besloten we op mijn verjaardag in september onze bruiloft te vieren.
Onze bedoeling ook op huwelijksreis te gaan, maar dan voor de grote dag, naar Noorwegen. Uiteindelijk viel dat in het water. Een paar weken voor de grote dag zagen we een mooie woonruimte. Stel je voor: een heel huis! Nieuw, twee onder één kap, met garage, tuin voor en achter. Dus togen we naar de makelaar die bemiddelde en voor we het goed en wel wisten, hadden we de sleutel. Tenminste, dat kostte nog wat strubbelingen en ik werd van hot naar her gestuurd. Tot ik bij de makelaar met mijn vuist op tafel sloeg en me hardop afvroeg of hij dacht dat ik een loopjongen was. ´Zorg maar dat de sleutel er komt, want ik ben geen joker die alle kanten opfietst´, voegde ik er aan toe. En zie daar...in no time kwam het ding boven tafel.
We pakten onze huisraad in, grepen onze kat bij zijn nekvel en donderden een en ander in de verhuiswagen, de kat met de nodige voorzichtigheid natuurlijk.
Bij de eerste keer dat we de voordeur opende, een magisch moment, sprong er voor ons uit een kikkertje de hal in, een vrolijke noot. Het bijgeloof wil dat het ook nog geluk brengt.
De vloerbedekking en gordijnen werden besteld. De man van de interieurzaak reed zich vast in de modder, terwijl we hem nog zo hadden gewaarschuwd! Waar je normaal een weg zou veronderstellen, bevond zich een onduidelijk zanderig geheel, wat bij enige neerslag veranderde in een modderpoel of moerasgebied, al naar gelang...
Onze kleding voor het grote gebeuren hing klaar en zo gingen de dagen voorbij met inrichten, poetsen, het tonen van onze stulp aan belangstellende familieleden en vrienden.
Tegelijk met ons ging een Amerikaanse vriend van Fred ook trouwen, tien dagen na ons. Ze woonden in New York. De gezonde spanning omtrent onze huwelijken liepen zo´n beetje gelijk op. Het was leuk om die te delen, al ging dat per brief en email, want inmiddels was ook de digitale snelweg aangelegd.
Tot aan die fatale dag. We zaten verbijsterd aan de buis gekluisterd en zagen, één voor één de vliegtuig zich in de Twin Towers boren. In eerste instantie dachten we aan een slechte film. Maar het tijdstip maakte dat niet erg aannemelijk. Pas door de manier waarop Loretta Schrijver aangedaan was en Max Westerman ter plekke begon het te dagen dat dit echt was...
De dagen erna en ons gevoel heel dubbel. Aan de ene kant nerveusiteit en blij dat we echt gingen trouwen. Aan de andere kant het afschuwelijke, dat we niks meer hoorden over onze vriend. Hij was politie-agent daar en zijn broer brandweerman. Het bruidspaar zou trouwen in een beroemde kerk daar en het feest zou plaats vinden in de 105e verdieping van een van de Twin Towers....
Het hoorden niks, leefde hij nog? Zijn broer? Niemand enig idee, waar hij zat...Trouwen in de kerk? Onmogelijk! De feestzaal was natuurlijk totaal verwoest...En iedereen in de weer met zoeken, opruimen, verbluft zijn, verdrietig en kwaad. 
Het is gek, als je gevoelens deelt van blijdschap over mooie dingen in je leven, die parallel lopen, al zit er een oceaan tussen. 
Wij hadden een fantastische plechtigheid in het stadhuis, voorbereid door een geweldige babs. Daarna een geweldig feest, precies wat we wilden, iedereen had het erg naar de zin op een ongedwongen manier. We kregen veel complimenten over de locatie.
Maar af en toe dwaalden onze gedachten af naar die man en vrouw, die ook hadden willen trouwen, 10 dagen na ons. En naar die plekken daar, waar onze bevriende natie veel was aangedaan. Onschuldige mensen. Ik dacht aan soldaten, die hier ons land mee bevrijdden en hoe de VS Europa er weer bovenop had geholpen.En nu dit...afschuwelijk! 
Na een tijd hoorden we meer. Vriend was ongedeerd, zijn verloofde ook. Zijn broer gelukkig ook! Zijn tante, die in een van de towers werkte, als door een wonder, na aankomst op haar werkplek, 95e verdieping, naar beneden gegaan om een broodje te kopen voor de lunch vast...De lift was ´out of order´, maar dat scheen vaak voor te komen, dus ging ze met de trap. Ze verwonderde zich wel over de rare manier waarop mensen zich rondom haar bewogen...mafkezen, dacht ze. Maar door dat broodje is ze aan de dood ontsnapt.
Later dan gepland hebben deze mensen hun bruiloft gehad. Ze zijn gelukkig, nu in Brooklyn, wij in Midden-Limburg. Allemaal verhuisd. Zij hebben twee kids, wij twee honden. 
Beide nog steeds happy, nu tien jaar later. Maar nooit vergeten we, hoe die gemengde gevoelens de dagen toen kleurden. En hoe kwetsbaar geluk en het leven zijn. En hoe één broodje kan het verschil maken... 





zaterdag 10 september 2011

Er gebeurde iets geks deze week. Ik was, op weg naar mijn werk, de supermarkt in geschoten om snel iets te kopen wat ik nodig had. En voor ik het wist, stond ik met een zak snoep in mijn handen. Dat doe ik anders nooit, ik probeer mijn snoepgebruik wat te beperken, door niet te grote hoeveelheden te kopen, anders loop ik de kans dat het de spuigaten uitloopt. Dit betrof nu een zak drop(waar ik gek op ben), die ook nog ´s reclame was. Ik kocht het, voor ik er erg in had, en nam elke kans te baat, weer onderweg naar huis, om er gebruik van te maken. Dus ik graaide en grabbelde tussen de zwarte lekkernijen en stak die in mijn mond.
Er zal wel een psychologische verklaring voor zijn...Ik had dus een vreetbui van jewelste. Het donderde er eigenlijk ook niet meer toe, welke soort ik omhoog takelde uit de zak in het voorvak van mijn tas. Alles was lekker, alles was goed en ik kauwde tevreden door de straat naar de bushalte. Daar stopte ik om met de chauffeur te kunnen praten, want de hele tijd kauwen onderweg vind ik onbeleefd en onfatsoenlijk. Toen ik echter weer uitstapte, ging het spel verder. Mijn hand had ´ a mind of its own´ en ging als vanzelf de rits in...
Drop is veruit de meest favoriete snoepsoort voor mij, al sinds mijn jeugd(chocola volgt er meteen na).
Ik hou van het kauwen, het sabbelen en de heerlijke smaak. In verschillende periodes had ik voorkeur voor verschillende soorten.
De laatste tijd is honingdrop het helemaal en dan niet de ronde zachte, maar de harde in een vorm van een bijenkorf. Ik heb ook altijd de gewoonte gehad om er twee tegelijk te nemen. Geen idee waarom...maar het moeten er twee zijn. Ik heb ook katjesperiodes gehad, boerderijdropfases, salmiaktijden, dubbel zoute drop, engelse drop, veterdrop, muntendrop, trekdrop, sleuteldrop, wiebertjes noem maar op(al is dat geen echte drop, net zo min als winegum en zo) Het vreemde is ook, dat als ik op een gegeven moment tot mijn nek toe gevuld ben met drop, ik even goed acuut stop. Dan kan ik geen drop meer zien. Nou ja, wel zien, maar ik loop er onverschillig aan voorbij. Een tijdlang heb ik drop gekocht, die uitsluitend gemaakt was met arabische gom. Erg lekker, wat taaier dan gewone echter en alleen maar verkrijgbaar op de markt. Een beetje lastig, ook omdat de koopman die soort soms vergat, erg teleurstellend.
En dan was er nog, heel vroeger, het zoethout, drop in de vorm van een sabbelsteel, die uitmondde in onbeschrijfelijk goor uitziende takjes, meer kwastjes...het pleit voor mijn ouders dat ze er nooit opmerkingen over maakten. Waarschijnlijk waren ze allang blij, dat we tevreden ons stortten op het afkluiven van die snoeptakken...Even geen tijd voor kattekwaad. Zoals nu met die vreetbuien...alleen een zwarte waas voor ogen en een hand die niet bij de rest van mijn lijf schijnt te horen...

I do not tiptoe through life, only to arrive safely at death

Er is maar één ding erger dan voorzichtig zijn: te voorzichtig zijn...

Luchtjes

Als ik wakker word, kijk op de wekker. 12 over 6. Ik sta op. Beneden lijn ik de honden aan en zachtjes doe ik de voordeur achter ons dicht. De mensen in de buurt slapen nog. We steken de straat over. Onder het wandelen kijk ik naar de lucht. Achter mij is die loodgrijs-blauw en voor mij klaart ze op naar lichtblauw-oranje. Daar komt de zon op. Meteen ruik ik het asfalt. Heel gek, ik moet altijd als ik die lucht ruik aan Engeland denken. Ik weet niet waarom, maar toen ik daar regelmatig kwam, rook ik vaak asfalt. Een typische lucht, niet lekker, maar toch houd ik er van. In Frankrijk vond ik de zee zo apart ruiken, in Griekenland de vijgenbomen, die meteen de herinnering naar boven brengen aan rondtuffen op een scootertje, heerlijk!
Hetzelfde effect als met het asfalt deed zich vroeger voor met dikke viltstiften. Ik kon nooit de verleiding weerstaan, trok de dop er af en snoof er aan, tot diep in mijn longen, als een verslaafde aan zijn cocaïne. Houtlijm trouwens ook. Het deed me altijd denken aan de werkplaats van mijn vader.
Mijn vader werkte vroeger bij Vroom en Dreesman. Hij was timmerman. Achter het grote warenhuis in de stad, liep een steeg. De laadkade van de expeditie, waar baldadige jongens auto´s in- en uitladen. Even verder links de werkplaats van mijn vader. Hij had er zijn werkbank, hout-opslag en altijd krullen en zaagsel(ook een heerlijke geur, hout!) Halverwege de werkplaats een donkere kelder, die we niet in mochten. Rechts een trap met een deur.
Die leidde naar een atelier. Er werkte een kek mannetje, meneer de Vries. Vrij klein met een typisch snorretje, twee vrolijke ogen en eeuwig en altijd droeg hij een colbertje en vlinderdasje. Hij was etaleur. Ik heb nog een blauwe maandag bij hem gewerkt in de vakantie. Het rook er naar verf, lak en viltstift. En overal kleurig platen, krullerige details enz. Net het decor van een studio of zo.
Soms ruik ik water na een regenbui, dat doet me denken aan vissen met mijn vader. En turf, nog zo´n geur, waarbij ik terugga naar mijn opa die nog een veldje had om turf te steken in de Peel. Typische geur als hij die turf  de keuken in bracht bij mijn oma. 
Van die zelfde opa heb ik nog de handkoffiemolen, zo eentje die je tussen je knieën klemt om de koffie te malen. Soms open ik het bakje onderin en snuif de oude koffiegeur op en zie ik hem voor me. Hun hele huis rook naar oude mensen. Gek genoeg vond ik dat lekker, want het waren wel ´mijn´ oude mensen, waar ik enorm van hield. Ach en de geur van sigaren, niet lekker, maar ik kan er soms naar verlangen. Wie rookt er nog sigaren nu? Of gebruikt er pruimtabak? 
Niet allemaal de lekkerste geuren. Net als de geur van de dood die ik een aantal keren heb beleefd. 
Geuren zijn zo indringend, als inbrekers in je lijf en brein. De herinneringen dringen zich aan je op of je wilt of niet, soms heel fijne, soms mindere. Soms waarschuwen ze je, waarop je lijf en systeem dan reageren.
Met boeken heb ik het ook. Als ik twijfel of een boek zal lezen of kopen, dan steek ik mijn neus er in. Ja, ook in de boekhandel  Ruikt het niet goed, koop ik het niet.
Ik vrees dat ik met mannen het zelfde heb. In een ver verleden heb ik iemand wel ´s afgewezen door zijn geur. Ik kon er niet mee leven. Dan kun je beter stoppen, want je kunt je over veel dingen heen zetten, maar niet over een verkeerde geur. Als het wel goed ruikt, stiekem ruiken aan kleren of het kussen van je lover...


We zijn weer goed thuis gekomen. Fred brengt heerlijk italiaans brood mee, ik kan het me al voorstellen voor dat de zak opengaat. De geur van mediterrane tomaten, kruiden en zon. Zelf geeft ie al de voorkeur aan meer ´herfstig´ brood met rozijnen en een heel andere geur. Ik heb lekker koffie gezet.
Morgen ga ik appeltaart bakken en geurt het huis naar appel en kaneel. En om het af te maken: slagroom.
Ondertussen waait de wind door onze bovenverdieping en neemt de geuren van de nacht mee van het opengeslagen bed. Straks zal het bed de geur ontvangen van fris gewassen bedlinnen. En nog later ons...



donderdag 8 september 2011

In een groen-groen knollen knollen land...



Geïnspireerd door een artikel over ´groen leven´ bedacht ik me vandaag hoe groen mijn leven eigenlijk is. Jaren geleden hield ik me als prille twintiger al bezig met milieubewust leven en recyclen en meer van die dingen.
We hadden onze eigen groentetuin. Toegegeven het was vrij makkelijk, de zoon van de kennissen waar de tuin lag, ploegde en egde de grond, nadat de mest van de kippen en varkens die ze biologisch groottrokken er de hele winter was ingetrokken. We hoeven alleen maar te zaaien en zo. Ik maakte er een vrolijke boel van, want een boek over biologisch tuinieren liet zien, hoe je gewassen kon combineren, zodat die beiden er van profiteerden. Sommige groenten vinden het niet zo leuk naast elkaar en gedijen dan slecht. Anderen doen het prima en waarom zou je die kennis niet toepassen. Bovendien kon je bloemen gebruiken om schadelijke insecten te weren of weg te houden, simpelweg omdat die er niet van houden. De vrouw des huizes zag dat allemaal met nuchterheid aan. Het betrof boeren, die de helft van een prachtige carréboerderij bezaten, waarachter ´ons´ tuintje lag. Het onkruid dat ik wiedde, kiepte ik in de kippenren. Ze vroegen mij, wat ik met de kippen uitvreette, want de smaak van de eieren ging ineens met sprongen vooruit. Ik legde dat uit.
Ook keek men met belangstelling naar de afrikaantje, zonnebloemen en zinnia´s. Regelmatig gaf ik de boerin een lekkere bos bloemen, die daar even aan moest wennen, maar ze vond het wel leuk. 
We maakten zelf zuurkook van onze kolen, die we konden fijnsnijden bij de neef van mijn schoonvader, die een groentezaak had bij ons om de hoek. In keulse potten rijpte die kook, gekneed met wat karnemelk en met kruiden, tot heerlijke zuurkool. Die kwam de vrouw van de neef bij ons halen, omdat die lekkerder was dan die ze zelf in de winkel verkochten. Ook maakte we de bonen in. Weer in keulse potten met laagjes zeezout, waardoor de bonen indroogden en er veel bonen ´pasten´ in zo´n bruine pot met houten deksel.
De prei en wortels bewaarden we ook in de kelder, in een bak met scherp zand. Bleven erg lang goed.
In de omgeving waar we woonden, zocht ik naar plekken waar ik bramen vond en vlier in het wild, zonder uitlaatgassen. Daar maakten we jam van, net als van aardbeien, en die gingen in potjes in de kelder op schappen. We kregen regelmatig eitjes mee van de boer en we kochten er een half biologisch varken per jaar. Daarvoor moesten we dan naar de boerderij als de slachter er was. Het varken hing aan de ladder een paar dagen om het vlees af te laten sterven. We dienden aan te geven, hoe het vlees gesneden moest worden. De slachter sneed en hakte en kapte dat het een lieve lust was en sleep zijn messen aan het aanzetstaal. In no time lag het varken in stukjes, klaar voor de diepvries. 
We sloten dat tradioneel af met het bakken van de kleine rare stukjes vlees in een braadslee te bakken en dat met lekker brood op te soppen met de schoonfamilie, die dat pötteke noemde. Erg gezellig!
Als nu kijk naar mijn leven, merk ik dat er veel dingen zijn die een hoop mensen gewoon vinden, die wij niet hebben. Bewust niet hebben. Geen auto b.v., we doen alles met de fiets en het openbaar vervoer. Geen stoom machine, maar een ouderwets stoomstrijkijzer. Geen vaatwasser, we wassen nog met de hand af, wat of verstilde mijmermomenten oplevert in je eentje óf goeie gesprekken in keuken met zijn tweetjes. Geen waterkoker, nou ja, we hebben er wel eentje, maar we gebruiken een fluitketel. Sinds we gemerkt hebben, dat het water veel zachter is en de thee en Nescafé dus veel lekkerder, gebruiken we die. Bovendien staat het gewoon veel gezelliger, die rode ouderwetse fluitketel met tuit. Hetzelfde met de koffie: geen senseo of expresso-apparaat. We gebruiken nog een koffiezet-apparaat. De expresso of cappucino vinden we heerlijk, zo lekker dat we die liever als iets speciaals nemen in de stad. We hebben ook niet genoeg plek op ons ´ouderwetse´ aanrecht.Een wasdroger hebben we ook niet, we drogen de was lekker buiten of boven. 
Al met al sparen we zo een hoop energie uit voor ´zij die na ons komen´, al zijn het niet ´onze´ kinderen, het zijn toch ´onze´kinderen, de generatie aan wie we graag de boel zo goed mogelijk overdragen.
We vinden ook, dat het gemak vaak niet opweegt tegen de gezelligheid en het slow-gehalte. Het leven heel gemakkelijk maken door allerlei apparaten, gaat ons iets te ver. Een beetje nadenken doet geen kwaad.
Want het heeft toch al gauw een hoop gevolgen. 
Wat we niet doen, is onze manier van omgaan hiermee aan anderen opdringen. Dat zien we niet zitten. Mensen zijn vrij om hun eigen keuze te maken. Ik had vroeger een kennis die macro-biologisch kookte. Het vervelende was alleen, dat ze een uur of 4 bezig was hiermee op een woensdagmiddag en haar kinderen ondertussen het halve huis afbraken. Als die een keer mee mochten eten bij vriendjes of vriendinnetjes, dan werd dat in de kiem gesmoord, want dan vertelden ze doodleuk aan de moeder dat ze geen sla uit de supermarkt aten en precies waarom, nl. dat het vol gif zat en wat daarvan precies de gevolgen waren. Ik noemde die kennis dus vaak ´macro-idiotisch´, vond het te ver gaan. Maar in het artikel herkende ik veel en ik stelde tevreden vast dat ik het zo slecht nog niet deed. En zette toen de fluitketel weer op...

Andere kant


Dit boek las ik een tijd geleden en herlas het daarna nog eens. Marjan Berk beschrijft het leven van een vrouw die haar man volgde toen hij als ´gastarbeider´ hier kwam werken en werpt licht op hoe dat door haar ervaren is. Een fascinerende inkijk in het leven van een ´allochtone´ vrouw en familie. Blijkt dat het verschil met het leven van een doorsnee Nederlandse vrouw helemaal niet zo groot is. Met originele Marjan Berk humor! 

Pluim



In tegenstelling tot wat men vaak hoort, valt het me op dat het goed gaat met jongeren. Tenminste dat is mijn ervaring. Het gebruikelijke gezeur over jongeren die onbeleefd, luidruchtig, brutaal, onverschillig etc. zijn, vind ik dan ook onzin. Misschien heeft het er mee te maken, dat ik zelf wat begin te vorderen in leeftijd. De eerste keer dat een jongmens ´u´ tegen me zei, keek ik verwonderd rond om me, om daarna te moeten constateren, dat hij het tegen mij had. Erg onwennig voor mij. Bovendien ben ik opgegroeid in de 60er en 70er jaren, toen het tutoyeren te pas en te onpas in gebruik was en de nivellering grote vormen aannam. Allerlei mensen die voorheen een ´hoge´ status hadden en met groot respect werden aangesproken en behandeld, moesten opeens leren genoegen te nemen met heel andere omgangsvormen en kijk op hun positie. Het voetstuk waarop ze triomfantelijk en prinsheerlijk stonden of zaten, werd onder hen gesloopt en verbrijzeld.
Als ik nu als senior naar ´de jeugd´ kijk, dan neem ik mijn petje voor hen af. In plaats van tijden van ongebreidelde groei, economische vooruitgang en vrijheid om van alles uit te proberen, worden er niet van alle kanten aan hen getrokken en worden hun studie-mogelijkheden door bezuinigingen belemmerd, eisen gesteld al jong. Bovendien zijn de vooruitzichten vrij somber, naar mijn mening. Veel en hard werken, om de enorme bevolkingsgroep van boven de 50 straks te kunnen ´onderhouden´, waarschijnlijk hulp uit het buitenland om allerlei banen in te vullen(met alle bijkomende problemen van dien) en moeilijk zelf kunnen starten als huizenbezitters, omdat banken en financiers de hand op de knip houden vanwege de crisis. Ondertussen moeten ze nog een soort van bevredigend liefdesleven opbouwen, uitgaan, vakantie houden en balanceren tussen een summier privéleven en nogal flexibele werktijden, want de baas houdt niet van een 9-5 mentaliteit. 
Ga er maar aan staan!
De jonge mensen die ik tegenkom werken over het algemeen hard aan hun toekomst, zijn beleefd en netjes.
Ze zijn heel behulpzaam, vriendelijk en positief en ook nog geduldig. Iets wat ik zelf nog helemaal niet onder de knie had op die leeftijd en nog niet soms...
Daarentegen volgen mijn leeftijdsgenoten naadloos de trent van hun ouders en grootouders en zeuren over het minste of geringste, daarbij ook nog eens lekker afgevend op de jeugd met het afgekloven zinnetje ´de jeugd van tegenwoordig´...
Ik stel daarom voor om de hand in eigen boezem te steken en de boel om te draaien. Jonge mensen, dikke pluim en van mij de permissie om af en toe eens diep te zuchten en te zeggen ´poehpoeh, de ouderen van tegenwoordig´. Ik hoop alleen dat jullie je beleefdheid en respect dan even vergeten en het op kunnen brengen, na jullie harde werken en geduld...anders blijf je steken bij ´poeh poeh...´

Pluim



In tegenstelling tot wat men vaak hoort, valt het me op dat het goed gaat met jongeren. Tenminste dat is mijn ervaring. Het gebruikelijke gezeur over jongeren die onbeleefd, luidruchtig, brutaal, onverschillig etc. zijn, vind ik dan ook onzin. Misschien heeft het er mee te maken, dat ik zelf wat begin te vorderen in leeftijd. De eerste keer dat een jongmens ´u´ tegen me zei, keek ik verwonderd rond om me, om daarna te moeten constateren, dat hij het tegen mij had. Erg onwennig voor mij. Bovendien ben ik opgegroeid in de 60er en 70er jaren, toen het tutoyeren te pas en te onpas in gebruik was en de nivellering grote vormen aannam. Allerlei mensen die voorheen een ´hoge´ status hadden en met groot respect werden aangesproken en behandeld, moesten opeens leren genoegen te nemen met heel andere omgangsvormen en kijk op hun positie. Het voetstuk waarop ze triomfantelijk en prinsheerlijk stonden of zaten, werd onder hen gesloopt en verbrijzeld.
Als ik nu als senior naar ´de jeugd´ kijk, dan neem ik mijn petje voor hen af. In plaats van tijden van ongebreidelde groei, economische vooruitgang en vrijheid om van alles uit te proberen, worden er niet van alle kanten aan hen getrokken en worden hun studie-mogelijkheden door bezuinigingen belemmerd, eisen gesteld al jong. Bovendien zijn de vooruitzichten vrij somber, naar mijn mening. Veel en hard werken, om de enorme bevolkingsgroep van boven de 50 straks te kunnen ´onderhouden´, waarschijnlijk hulp uit het buitenland om allerlei banen in te vullen(met alle bijkomende problemen van dien) en moeilijk zelf kunnen starten als huizenbezitters, omdat banken en financiers de hand op de knip houden vanwege de crisis. Ondertussen moeten ze nog een soort van bevredigend liefdesleven opbouwen, uitgaan, vakantie houden en balanceren tussen een summier privéleven en nogal flexibele werktijden, want de baas houdt niet van een 9-5 mentaliteit. 
Ga er maar aan staan!
De jonge mensen die ik tegenkom werken over het algemeen hard aan hun toekomst, zijn beleefd en netjes.
Ze zijn heel behulpzaam, vriendelijk en positief en ook nog geduldig. Iets wat ik zelf nog helemaal niet onder de knie had op die leeftijd en nog niet soms...
Daarentegen volgen mijn leeftijdsgenoten naadloos de trent van hun ouders en grootouders en zeuren over het minste of geringste, daarbij ook nog eens lekker afgevend op de jeugd met het afgekloven zinnetje ´de jeugd van tegenwoordig´...
Ik stel daarom voor om de hand in eigen boezem te steken en de boel om te draaien. Jonge mensen, dikke pluim en van mij de permissie om af en toe eens diep te zuchten en te zeggen ´poehpoeh, de ouderen van tegenwoordig´. Ik hoop alleen dat jullie je beleefdheid en respect dan even vergeten en het op kunnen brengen, na jullie harde werken en geduld...anders blijf je steken bij ´poeh poeh...´

donderdag 1 september 2011

Gebelgde Belg



Al sinds jaar en dag ben ik gefascineerd, zoals vele anderen door de verhalen van Agatha Christie. Een sterke voorkeur voor Miss Marple, een rol die voor de serie films over haar door velen is vorm gegeven. Een ander type vormt Hercule Poirot. Ik moest even aan hem wennen. De laatste jaren wordt deze neergezet door de acteur David Suchet. En op sublieme wijze, als je het mij vraagt. De pedante Belg, die steeds door iedereen voor Fransman wordt aangezien(en soms beledigt door de Engelse term ´frog`) met het rare snorretje(zorgvuldig in vorm gehouden door wax) met een onberispelijk kostuum in gedekte tinten en niet te vergeten de schoenen met slobkousen. Altijd heeft hij de wandelstok met verzilverde gestileerde zwaan aan het einde bij de hand, een ander handelsmerk. En dat typische merkwaardige loopje!
Werd hij vroeger bijgestaan in zijn detectivewerk door Captain Hastings, een vrij suffe lange man, en op kantoor door Miss Lemon(nog zo´n structopate), tegenwoordig duikt Mrs. Oliver op als zijn alter ego(aangevuld met een butler, die George heet en een mannenhuishouden vormt met Hercule in het appartement in de stad). Een meer geslaagde combi! Ze is de wat verstrooide, altijd appel verslindende turbulente schrijfster van detectiveverhalen, die wat romantischer zijn dan de werkelijkheid. Ze vormt een prachtig tegenwicht voor de wat afgemeten persoonlijkheid van Hercule, die net zo´n onmiskenbare afkeer heeft voor haar bijrijderstoel in de sportwagen, waarop altijd ´heaps of apples´ liggen, die ze met een zwaai achterin dondert, wanneer nodig, als van haar gewoonte om te pas en te onpas na het verorberen van een appel het klokhuis gewoon weg te smijten, waar ze zich ook bevindt. Even goed stelt ze haar vragen zeer direct en somt in twee zinnen de situatie vast, terwijl monsieur Poirot nog wikt en weegt om de goeie woorden te vinden en de juiste toon in een conversatie of verhoor. Zijn figuur begon te ontstaan bij de schrijfster door een Belgische politieman, die voor de Eerste Wereldoorlog gevlucht was naar Engeland(zoals ook veel Belgen naar ons land zijn gevlucht, omdat we toen neutraal bleven)
De verhalen van Agatha hebben inmiddels geresulteerd in 12 boxen met dvd´s. David Suchet heeft zijn best gedaan om er nog meer te mogen produceren, maar de televisiezender in Engeland die ze maakte, heeft hem een halt toegeroepen. Helaas, want het zou prachtig zijn, als hij de kans krijgt om ze allemaal te verfilmen.
Het mooiste vind ik de verhalen waarin treinen een hoofdrol spelen. Het geruststellende ritme van het geluid van de wielen over de rails, terwijl binnen zich de meest gruwelijke dingen zich afspelen.


Ik bedacht me laatst dat Engeland een rondreis mogelijk is in vele vormen, naar gelang de interesse van de reiziger. B.v. om diverse schrijvers te ´bezoeken´: Agatha Christie, Charles Dickens, Roals Dahl, Beatrix Potter, de Brontë zusters, Thomas Hardy, Somerset Maughan, Barbara Cartland, Jane Austen,  P.G. Woodehouse en ga zo maar door.
Maar ook de tuinen, huizen en kastelen zijn niet te versmaden. Men zou ook de diverse biersoorten als uitgangspunt kunnen nemen. Of de Nationale Parken om te wandelen. Honden, paardenraces, antiek. Bootsales, stoommachines, treinreizen. Archeologische sites, zoals Stonehenge, Avebury, Wilmington, Cerne Abbas, Tintagel, Glastonbury, die ook veel spirituele mensen aantrekken. 
En de stranden met de ouderwets aandoende pret-parken voor dagjesmensen.
O jee, ik moet mijn eigen stukje maar niet lezen zo meteen. Voor ik het weet, verdwijn ik weer met de ferry naar de overkant. There´ll be blue birds over, the white cliffs of Dover....O ja, muziek ook nog. En films....
Ik hoop dat  het toch nog gaat lukken.En dat de beste detective ter wereld al zijn ervaringen per dvd met ons gaat delen, samen met George en Mrs. Oliver.

Zonovergoten wandeling met verrekijker



Het beloofde een mooie dag te worden. Onze kleine hond lag lekker in de bench. Ik besloot dat het tijd werd voor een fikse wandeling. Zachtjes nam ik Muffin mee naar de gang en lijnde hem aan. Toen hij mijn laarzen rook, begreep hij al waar het heen ging. Hij dartelde om me heen en zijn staart maakte overuren met kwispelen. Ik trok mijn dikke vest aan en haalde nog even de verrekijker. Daar gingen we!
Het was nog vroeg. Niet veel verkeer op de weg. We staken die over en doken het groen in. Meteen zaten we in een heel andere wereld. Al snel haakte ik de lijn los en moedigde Muffin aan om te gaan rennen. Die had eigenlijk helemaal geen aanmoediging nodig...We liepen over het smalle pad langs de bramen. Links van mij zag ik een diepe beek of wat een beek was geweest, nu een droge diepte met allerlei planten en paddestoelen. Verderop stond Muffin uitdagend te kijken. Ik bukte me en toen vloog hij weer naar me toe. We draaiden linksaf, voorbij het vossenhol. Rechts allemaal varentjes. De zon brak door en scheen er op los, gefilterd door de kronen van de hoge bomen. We liepen het pad op omhoog. Muffin ´lachte´ naar me. Een Dalmatische hond doet dat soms, trekt de lippen in een soort grimas. Door naar het open stuk, waat allemaal geel zand ligt. Daar sjeeste Muffin in het rond. Ik verbaas me nog altijd, dat daarbij geen ongelukken gebeuren. Hij vliegt op topsnelheid tussen de bomen en struiken door met militaire precisie, zonder zich ooit te vergissen. Heerlijk vind ie dat. Op de ´zandvlakte´ checkt ie meestal of er geen mensen aankomen of...beter nog, andere hondjes om mee te spelen en ravotten. We liepen langs het gaas. Een groot stuk van de hei is hier afgezet om het wild te beschermen en de schaapskudde die hier vaak loopt rond deze tijd van het jaar. 
Ik had de verrekijker meegenomen. Een ding wat ik geërfd heb. Omdat het niet druk zou zijn, had ik nu de mogelijkheid om én de hond eens flink uit te laten én te genieten van de vergezichten en de natuur. De verrekijker zette ik dus tegen mijn ogen. Prachtig om de dingen dichtbij te halen. Als een soort passe partout fungeerde die. En ik zag de details heel duidelijk. Het was net het hulpmiddel wat fotografen gebruiken om hun onderwerp even apart te bekijken van de omgeving. Door een kader te gebruiken, zoals bv. een diaraampje, kunnen ze iets makkelijker zien ´hoe het wordt´. 
De vogels vlogen af en aan. Nog vrij moeilijk om dan op tijd op de goeie plek te richten. Ook de planten en het water van de vennen kwamen haarscherp in mijn blikveld terecht. Het maakte me heel ontspannen. Ik bedacht me dat zo´n ´ouderwetse´ uitvinding als een verrekijker eigenlijk zwaar ondergewaardeerd wordt. In deze moderne tijd staan we er vaak niet bij stil, hoe het kan werken. We zijn zo gewoon geraakt aan techniek die subliem werkt en steeds verder verbetert wordt, dat de verwondering over hoe dat mogelijk is, wegvalt bijna. Het staat vaak zo ver van ons als gebruiker af. Bij de verrekijker is dat anders. Ik kan me nog voorstellen hoe de uitvinder gebruik heeft gemaakt van de mogelijkheden. En: ik heb als gebruiker nog veel zelf in de hand. Ik hoef enkel wat met een schroefknop te draaien om het beeld bij te stellen.
Verder gingen we weer, het afgeperkte deel in, langs de vennen, voorbij de berkengroep, om de omgevallen boom heen, waar een nieuw pad onstaan is. Voorbij het grote ven met de waterlelies. En door het klaphek het oude pad op. Daar bij de oude dikke eik slaan we linksaf. Muffin is nog steeds heel enthousiast. Hij drinkt van een verse waterplas. En dan een nieuw pad in, over de hoogte naar het bankje. Hier ga ik zitten. De hond drentelt om me heen. Maar ik wil even genieten van de omgeving. Voor me ligt weer een afgerasterd stuk met een enorme spar en rechts een groep amerikaanse eiken, waar een pad naar boven loopt.
Links gaat het grote pad verder. Ik geniet van de hei, die prachtig paars bloeit, ongegeneerd bijna. De dauw glinstert nog op de planten en ze zitten vol met spinnenwebben, die als guirlandes in een balzaal de boel nog feestelijker maken. De zon lijkt extra mooi te schijnen. 
We lopen verder. Net voor het donkere bosje gaan we weer een klaphek door. Hier liggen allemaal schapenkeutels. Toch zie ik ze niet. In de verte op de vlakte schreeuwen vogels. Ik richt mijn verrekijker en zie kraaien cirkelen. Eentje zit te pikken, waarschijnlijk ligt er een dood konijntje. Ook vliegen er Vlaamse gaaien voorbij. En een grote roofvogel, waarschijnlijk een buizerd. We lopen over de vlakte. Ook hier de paarse hei. Wat gek, waar zijn toch de schapen. De keutels liggen overal, vers en glimmend. In de verte zie ik al de beuken, statig en donkergrijs, net voor het grote hek. Ik moet hier uitkijken, want het pad is niet overal gelijk. Ik wil niet vallen en hulpeloos hier liggen, al heb ik mijn smartphone bij me.
Nu we het beukenbosje naderen zie ik vanuit mijn ooghoek de kudde schapen staan. Sommige ooien zijn gedekt en hebben grote gele vlekken op hun kont. De ram heeft die er op gestempeld, toen hij ze besprong om te bevruchten. Ze liggen nu vredig en sommige staan, allemaal kauwen ze tevreden. Deze schapen hebben de hei gemaakt tot wat het nu is. Ze eten van alles, woelen de aarde om en poepen allerlei zaden uit, zodat er nieuwe vegetatie ontstaat, wat ook weer goed is voor de insecten, die dan weer andere vogels aantrekken en vlinders. Ook in hun vachten zitten zaadjes, die elders weer in de aarde vallen en ontkiemen. 
Gelukkig heeft Muffin de kudde nog niet ontdekt. Hij leeft in de vaste veronderstelling, dat ze enkel voor zijn plezier op de wereld zijn gezet en beleefd satanisch genoegen aan het opjagen van de ´dames´. Die vliegen natuurlijk verschrikt op, al kan hij niet bij ze...Nu loopt ie stevig aangelijnd. Ik besluit geen sjoege te geven en eens te zien, hoe hij reageert. Al gauw staan we weer aan de buitenkant van het gaas. Ondanks dat ik totaal niks laat merken heeft de rakker al heel gauw het witgewolde volkje ontdekt. En daar vliegt de vlegel al op hen af, luid blaffend, als een baldadige puber, die het weer niet laten kan. De kudde vliegt een paar meter naar achter, maar komt toch schaapachtig kijken, waardoor nu eigenlijk al die commotie ontstaan is. Voor onze hond is de lol er al weer af en hij snuffelt aan de andere kant van het pad verder. Oei, even opletten! Want hier plegen nog wel eens allerlei paddenstoelen te staan, het is hier nogal vochtig. En die dingen kunnen problemen veroorzaken, als je er gevoelig voor bent. 
Zo lopen we door. De dauw zit aan mijn laarzen geplakt. Muffin is aardig moe, zo lijkt het. Zijn tong bugelt uit zijn bek. Hij kijkt me wat ´verhit´ aan. Ik vertel hem dat we langzaam huiswaarts gaan. Een vrij overbodige opmerking, dat merkt ie zelf ook wel. Na het doorkruisen van het andere afgegaasde stuk mag hij nog even rennen. En dan is het uit met de pret. Het laatste stukje over het smalle pad langs de bramen. We steken de weg over, waar hij keurig over de richel van het viaduct naar huis toe loopt. We gaan naar binnen. In de keuken ´roept´ zijn zusje beetje klaaglijk. Ik schop mijn laarzen uit, geef hem wat water en zet het koffiewater op.Pippi komt uit de bench en springt vrolijk tegen haar broer op. Die heeft daar duidelijk minder zin in. Als de koffie klaar is, liggen beiden op het kussen. Ik moet de kleine nog manen eens te gaan liggen, maar na 351 keer ligt ze al. Een plaatje! En ik nip tevreden van mijn koffie...What ever next?

Verrekijker