vrijdag 30 december 2011

Rekensommetje

Mijn maag is nog niet gewend om het zonder vet, rijk en machtig voedsel te stellen. Ik vind het zonde om het surplus aan feesteten weg te gooien, dus proppen we ons nog dagen vol met dit ´lekkers´. Ik weet dat het niet goed is, maar ga even vrolijk verder. Waarom doen we dat eigenlijk? Of ik...?
Op het nieuws hoor ik dat we in Nederland 825 miljoen gespendeerd hebben aan Kerstinkopen bij AH, C1000, Jumbo, Jan Linders en zo. Daar boven op komt nu nog 65 miljoen voor vuurwerk. En alle oliebollen, toastjes, chips, kaasblokjes, worst en champagne.
Ik tel alvast bij elkaar...825 miljoen plus 65 miljoen = 890 miljoen. Daar komt dan nog een hoop bij, dus boven de 1000 miljoen, dus dat is 1 miljard in Nederland alleen in december van dit jaar.
Ik denk aan de 9 miljoen die Serious Request heeft opgeleverd. En dan aan de moeders in b.v. de Sahel, waar droogte enorme hongersnood heeft gegenereerd, die hun kinderen niet te eten kunnen geven. Hoe lang kun je met 9 miljoen mensen voeden of onderdak geven of medicatie/medische zorg. 
Wordt het niet tijd voor een luxe-belasting, zodat b.v. van elke euro die we besteden om ons vol te proppen in de feestmaand één dubbeltje afgehouden wordt om voor goede doelen te besteden? Dan zouden we dit jaar ongeveer 100 miljoen euro hebben, zomaar...´t is maar een idee...
Dat is één oliebol per persoon en één ijstaartportie. Plus een enorme opluchting de dag erna en geweldig blije gezichten bij velen in mindere omstandigheden. Die dan weer opgelucht zijn om hun maag nou eens wel gevuld te hebben zonder pijn en een fatsoenlijk onderkomen. Een plek in de herberg, zogezegd....

woensdag 28 december 2011

Uitverkoren

Lieve God,


Ik schrok me gisteren wild. Tijdens de koffie zag en hoorde ik op het nieuws iets verschrikkelijks. In Israël zouden twee mannen, orthordoxe joden, een meisje van acht belaagd hebben. In hun ogen zou ze niet kuis genoeg gekleed geweest zijn. En dat was schijnbaar de aanleiding geweest om het kind uit te schelden voor ´hoer´ en te bespugen. Afgezien van de vraag of een kind van die leeftijd begrijpt wat een hoer is, zal ze zich erg onprettig en onveilig hebben gevoeld, niet in de laatste plaats door het bespugen. In mijn ogen een onmiskenbare belediging voor een ieder. 
Ik moet zeggen, dat ik twijfel aan de waarheid van dit bericht. Maar ik moet bekennen dat de wereld soms harder is dan ik wil toegeven.
Wat een angst moet dit kind hebben gevoeld, als het echt zo is gebeurd. Wat een onbegrip als twee volwassen mannen zich zo gedragen en zij het mikpunt is geworden van hoon, afkeur en ja, diepe haat.
Verder hoorde ik dat mannen en vrouwen in de bus b.v. apart dienen te zitten van elkaar in bepaalde contreien. Het deed me terugdenken aan de zwarte mensen in het zuiden van de VS in de jaren zestig. En aan de apartheid in Zuid-Afrika.
Volgens eigen zeggen, zijn of voelen de orthodoxe joden zich het uitverkoren volk. Ze verwijzen naar woorden, opgetekend in oude, heilige boeken. Nou heb ik er persoonlijk niet al teveel mee, met die boeken. Ik geloof er in, lieve God, dat u volkomen bij machte bent om ons persoonlijke boodschappen te geven. Mits we er voor open staan.
Ik heb er ook moeite mee, dat u een volk of groep zou hebben uitverkoren. Want dat betekent automatisch dat anderen minder zouden zijn. En dat wil er bij mij niet zo in. Ik moet eerlijk bekennen dat ik alom te boek sta als eigenwijs. Ik doe echter mijn uiterste best om ondanks mijn vele ondeugden, anderen te begrijpen en vooral te respecteren in hun eigenheid en onze verschillen de waarderen. 
Maar mijn hart gaat uit naar een onschuldig meisje, waar ook. Als dit het gevolg is van het uitverkoren zijn, lieve God, dan zou ik het ten zeerste waarderen dat u zich opnieuw zou aankondigen. Het hoeft geen brandende braambos te zijn, geen trompetgeschal, geen donder en bliksem.
Misschien een heilig boek dat uit de hemel valt? Toevallig boven op een scheldende man met pijpenkrullen, die dan gevloerd wordt en effe zijn kanis houdt? Ik vraag het u maar, deemoedig...
Want ik vrees dat mijn eigenwijsheid en ongeduld me erg in de weg zou zitten, als ik daar voorbij zou lopen.
O ja, God, en mag er dan een los briefje in dat boek zitten, dat er uit dwarrelt? Waarop b.v. staat: uitverkoren betekent ook respect betrachten voor elk levend wezen waarmee je het leven deelt, dumbo! 
Groetjes, JHV.
Bij voorbaat dank! Ook namens alle achtjarige meisjes.

zondag 25 december 2011

Dikke mik of een oud ritueel



Ons mam had ´t druk. We zaten aan de tafel. Voor ons een stukje krant. Mam draaide door een kom. Voor we het wisten hadden we een kwakje wit spul op tafel liggen. ´En nou heel vlug´ zei ze. ´Het is zo hard.´
De een maakte figuren. Met een vork door het natte gips. De ander eerst de kaars in het midden. ´Mooi recht er in, anders gaat ie straks druipen.´ En daarna volgden de dennentakken uit het bos.We waren aardig arm, maar daar wisten we niks van.
De stukjes waren in al uitgehard. Er zaten ook rode besjes tussen en paddenstoeltjes. ´Goed gelukt!´ Mam plukte de stukjes één voor één van tafel. Het krantenpapier plakte aan de onderkant. ´Dat is geen probleem.´ Ze zou het later met een schaar wegknippen. ´Dat stuk staat op tafel, daar ziet niemand niks van.´
Boven op de kast stonden ze te pronken. Wachten op de grote dag.


De keuken rook naar lekker. De groten houten tafel was schoongemaakt. Ons mam zette van alles klaar. Bij ons in Brabant was alles ´ons´. Ons mam, ons huis, ons konijn, onzen hond, ´soma en ´sopa. 
Zo, alles wat er! Het meel, de eieren, het gist, het armoma in het flesje, de melk. Wij zaten verzameld rondom de tafel, gebiologeerd te kijken. De berg van meel in het midden. Ons mam maakte er ´n kuuleke in(een kuiltje) Ze nam de gist in haar handen. Verkruimelde die er in. De grijze kruimeltjes in het maagdelijke meel.
De warme melk zorgvuldig er in. O god, de vloeistof ´ontsnapte´ aan alle kant uit deze berg. Snel graaide ze het spul van alle kanten en schraapte de boel weer bij elkaar.
Daarna volgden de eieren. Krak, nummer 1. Krak de volgende. De schalen donderde ze handig aan de kant. 5 gingen er in! Een heerlijk geur begon zich te verspreiden. Ze drong door in onze neuzen. Onze magen reageerden onmiddellijk. Dit was het hoogtepunt vnn het jaar. Wij aan de tafel, onze moeder die het deeg mengde. De geur die een geweldige kerst beloofde. Ons pap die later er bij kwam. De stukjes op de kast met hun rood.
Nu mengde mam alles. Toen het deeg een wat vastere vorm had aangenomen, begon ze het te kneden. Ze rolde en kneep, Ze draaide en drukte. Daarbij maakte ze draaiende bewegingen. Het viel nog niet mee. Ze was niet groot en het was een heidens karwei. Maar ze wist waar ze het voor deed. Haar gezin, dat de geboorte ging vieren van het Kindeke Jezus. De mooiste dag van het jaar.
Zo, nu was ze klaar. Ik kreeg de bol deeg overhandigd. En droeg die naar de huiskamer.Voorzichtig, alsof het een baby was. Voor de kachel stond een stoel met daarop een kussen met een theedoek. Ik legde de deegbol er op, dekte het geheel af met een theedoek. Nu moest ie rusten. Een half uur of zo.
In de keuken stonden de bakvormen. Twee langwerpige metalen bakjes. De binnenkant was ingewreven met boter. En daarna een beetje bloem, die mam door ronddraaiende bewegingen overal in de vorm had laten vastplakken aan de boterlaag. De oven ging vast aan. Het deeg zou wel bijna gerezen zijn. Ik mocht gaan kijken. Ondertussen werd de keukentafel schoongemaakt. Want dit was pas het begin. De mikken. Hierna zouden de krentenmikken nog volgen. Ook twee. En als laatste de Weihnachtstol. De meest luxe, met de extra eieren, de amandelessence en de rol spijs tussen het dubbelgeklapte deeg. Dat werd onderin de oven gebakken, een vloerbrood zonder vorm.
Het deeg bleek klaar. Ik had voorzichtig mijn vinger er in gestoken en het deeg sloot zich weer. Dat was het teken. Nu werd het weer op het tafelblad gelegd, zoals een priester de kelk er op zet. Daar lag het nu. Ons mam begon opnieuw met ´werken´ van de bol. Weer gedraai en gerol. Een dans op de tafel. Ondertussen sommeerde ze ons ´ons pap te roepen´. Hij kwam. Duwde nog niet net ons mam aan de kant. En begon met het kneden van het deeg. Dat moest flink gebeuren, anders werd het niks. Elk jaar vertelde ze het weer. In haar schort observeerde ze stil de verrichtingen van haar man. Wij deden hetzelfde. Dit zwijgend tafereel was voldoende om hem tot grote hoogte aan te moedigen. Hij stompte en kneep, hij draaaide. Hij gooide het deeg in de lucht, waarop het met een doffe klap terecht kwam op de het blad van de tafel. Wij zeiden niks, keken met bewonderende blikken toe. Wat ons mam had gedaan was mooi. Maar dit, dit...Als een stierenvechter ging onze verwekker tekeer. Hij tilde andermaal de bol op en smeet die met enorme kracht naar beneden. De tafel sidderde. En opnieuw hief hij het ding op en plofte het met schier menselijk vermogen op de tafel. Die kraakte in haar poten. Ze ontving dit geweld als onderdeel van het jaarlijks ritueel. Vader hijgde, wij keken met bewondering toe. Moeder stond nu klaar. Ze maakte een eind aan het schouwspel. ´Het is genoeg Pieter!´ zei ze lachend. En sneed met het grote mes de getergde bol in tweeën. Prachtige evengrote stukken.
Die werden in de bakvormen gelegd. Ze bleken schitterend te passen en vulden ze perfekt. Een beetje meel werd er nog over gestrooid. Toen verdwenen ze in de hete oven. 
Later zouden ze er uit herrijzen, maar we controleerden de inhoud van de oven door het ruitje onder de merknaam ´Etna´. En prezen de grootte bij voorbaat. ´Kijk mam, ze groeien nog vast boven aan de oven. Straks gaan ze er niet meer uit.´ Moeder beweerde dat dat wel mee zou vallen, maar we waren er niet gerust op.
In de tweede ronde volgde het deeg voor de krentenmikken. In onze taal betekent mik witbrood. Ons mam verdeelde stukjes deel na het rijzen. Er voor probeerden we stukjes deeg te pikken, terwijl ze nog werkte er aan. Pats, daar had ze er een te pakken. ´Afblijven, stuk ongeduld. Ik zei toch dat jullie er dadelijk iets van krijgen.´ Ze gaf ons kleine stukjes deeg. Die mochten we vormen. Meestal werden het mannetjes met krenten in hun gezichtjes als ogen. Alles rook zo verdomd lekker. Vaak aten we alvast stukjes deeg op. Dat mocht niet. Het was ongezond.
Naast het brood had vlees ook prioriteit. Ons pap wilde altijd lever eten. Bij het ontbijt wel te verstaan. Dus werden er stukken lever gebakken. 


Eindelijk, het was zover. De tafel gedekt. Damasten tafellaken. Op ieders plek stond een déjeunertje. Van oma gekregen. Bij onze eerste communie. Ik had een bordje waarop twee in het wit geklede engelen tegenover elkaar knielden met korenhalmen er bij. En een bijpassenden kop en schotel. Mijn oudere broer een setje met drie engelen er op. Een met roze, een met gele en een met groen kleed. Hij verwisselde altijd iets van zijn en mijn set. Ik werd daar dan pissig om. Ik weet nog steeds niet of ie dat expres deed. Of per ongeluk.
Mijn jongere broer had een set met modernere engelen erop. Die waren korter van stuk en wat gezetter. Dat was in zijn tijd meer in. 
Voor onze bordjes stonden de eigengemaakte stukjes op tafel. De rode kaarsen staken triomfantelijk de lucht in, alsof ze wisten wat hun functie was. Pas als alles klaar was om het ontbijt te beginnen, mochten de kaarsen voorzichtig aangestoken worden.
Eerst zouden de mik, krentenmik en Weihnachtstol gesneden worden, de koffie ingeschonken. Pas dan de kaarsen aan. En de lampen uit. Wow, wat een sprookjesachtige sfeer. De enige keer dat er niet geklierd werd onderling en er in rust getafeld kon worden. Voor even dan toch...
We namen dikke sneeën mik en lever met saus op onze bordjes. Geen engel meer te zien. De kaarsen flikkerden, we sopten stukjes mik in de jus en namen er lever bij. Mmm, het leek wel de hemel! 
We waanden ons steenrijk. Wie had er zo´n mooie kersttafel, zo´n luxe mik en overal engelen om zich heen bij prachtig gedempt licht? Wie zulke ouders, die titanenwerk leverden om zoiets te voorschijn te halen?
Toen de lever verdwenen was, de engelen weer verschenen, kwam de anticlimax. Mijn broer keek naar mij en toonde mij, hoe hij zijn vinger door de vlam van zijn kaars bewoog. ´Dat durf jij niet´ fluisterde hij. Ik bewees met twee kaarsen dat het tegendeel. Flats, vaders hand bracht me naar de harde werkelijkheid. Ik protesteerde en wees naar mijn broer, terwijl nr. 3 zijn kans schoon zag om het huzarenstukje met 3 kaarsen te herhalen. De eerste rode druppels had ik al veroorzaakt op moeder beste tafellinnen. 
Een pandemonium volgde, vader vloekte en verklaarde dat ´het gedaan was met die rotdingen. Nooit meer van de verrekte stukjes.´ Moeder probeerde te sussen. Te laat. We waren weer terug in ´standje normale familie´. Toch gek, dat we het eerste stukje van die kerstontbijten en de voorbereiding altijd hebben geconserveerd in ons brein. En dat mijn broers nog mik bakken, lever eten, na al die jaren. Zalige broers!

Dikke mik of een oud ritueel



Ons mam had ´t druk. We zaten aan de tafel. Voor ons een stukje krant. Mam draaide door een kom. Voor we het wisten hadden we een kwakje wit spul op tafel liggen. ´En nou heel vlug´ zei ze. ´Het is zo hard.´
De een maakte figuren. Met een vork door het natte gips. Maar eerst de kaars in het midden. ´Mooi recht er in, anders gaat ie straks druipen.´ En daarna volgden de dennetakken uit het bos.We waren aardig arm, maar daar wisten we niks van.
De stukjes waren in al uitgehard. Er zaten ook rode besjes tussen en paddestoeltjes. ´Goed gelukt!´ Mam plukte de stukjes één voor één van tafel. Het krantenpapier plakte aan de onderkant. ´Dat is geen probleem.´ Ze zou het later met een schaar wegknippen. ´Dat stuk staat op tafel, daar ziet niemand niks van.´
Boven op de kast stonden ze te pronken. Wachten op de grote dag.


De keuken rook naar lekker. De groten houten tafel was schoongemaakt. Ons mam zette van alles klaar. Bij ons in Brabant was alles ´ons´. Ons mam, ons huis, ons konijn, onzen hond, ´soma en ´sopa. 
Zo, alles wat er! Het meel, de eieren, het gist, het armoma in het flesje, de melk. Wij zaten verzameld rondom de tafel, gebiologeerd te kijken. De berg van meel in het midden. Ons mam maakte er ´n kuuleke in(een kuiltje) Ze nam de gist in haar handen. Verkruimelde die er in. De grijze kruimeltjes in het maagdelijke meel.
De warme melk zorgvuldig er in. O god, de vloeistof ´ontsnapte´ aan alle kant uit deze berg. Snel graaide ze het spul van alle kanten en schraapte de boel weer bij elkaar.
Daarna volgden de eieren. Krak, nummer 1. Krak de volgende. De schalen donderde ze handig aan de kant. 5 gingen er in! Een heerlijk geur begon zich te verspreiden. Ze drong door in onze neuzen. Onze magen reageerden onmiddellijk. Dit was het hoogtepunt vnn het jaar. Wij aan de tafel, onze moeder die het deeg mengde. De geur die een geweldige kerst beloofde. Ons pap die later er bij kwam. De stukjes op de kast met hun rood.
Nu mengde mam alles. Toen het deeg een wat vastere vorm had aangenomen, begon ze het te kneden. Ze rolde en kneep, Ze draaide en drukte. Daarbij maakte ze draaiende bewegingen. Het viel nog niet mee. Ze was niet groot en het was een heidens karwei. Maar ze wist waar ze het voor deed. Haar gezin, dat de geboorte ging vieren van het Kindeke Jezus. De mooiste dag van het jaar.
Zo, nu was ze klaar. Ik kreeg de bol deeg overhandigd. En droeg die naar de huiskamer.Voorzichtig, alsof het een baby was. Voor de kachel stond een stoel met daarop een kussen met een theedoek. Ik legde de deegbol er op, dekte het geheel af met een theedoek. Nu moest ie rusten. Een half uur of zo.
In de keuken stonden de bakvormen. Twee langwerpige metalen bakjes. De binnenkant was ingewreven met boter. En daarna een beetje bloem, die mam door ronddraaiende bewegingen overal in de vorm had laten vastplakken aan de boterlaag. De oven ging vast aan. Het deeg zou wel bijna gerezen zijn. Ik mocht gaan kijken. Ondertussen werd de keukentafel schoongemaakt. Want dit was pas het begin. De mikken. Hierna zouden de krentenmikken nog volgen. Ook twee. En als laatste de Weihnachtstol. De meest luxe, met de extra eieren, de amandelessence en de rol spijs tussen het dubbelgeklapte deeg. Dat werd onderin de oven gebakken, een vloerbrood zonder vorm.
Het deeg bleek klaar. Ik had voorzichtig mijn vinger er in gestoken en het deeg sloot zich weer. Dat was het teken. Nu werd het weer op het tafelblad gelegd, zoals een priester de kelk er op zet. Daar lag het nu. Ons mam begon opnieuw met ´werken´ van de bol. Weer gedraai en gerol. Een dans op de tafel. Ondertussen sommeerde ze ons ´ons pap te roepen´. Hij kwam. Duwde nog niet net ons mam aan de kant. En begon met het kneden van het deeg. Dat moest flink gebeuren, anders werd het niks. Elk jaar vertelde ze het weer. In haar schort observeerde ze stil de verrichtingen van haar man. Wij deden hetzelfde. Dit zwijgend tafereel was voldoende om hem tot grote hoogte aan te moedigen. Hij stompte en kneep, hij draaaide. Hij gooide het deeg in de lucht, waarop het met een doffe klap terecht kwam op de het blad van de tafel. Wij zeiden niks, keken met bewonderende blikken toe. Wat ons mam had gedaan was mooi. Maar dit, dit...Als een stierenvechter ging onze verwekker tekeer. Hij tilde andermaal de bol op en smeet die met enorme kracht naar beneden. De tafel sidderde. En opnieuw hief hij het ding op en plofte het met schier menselijk vermogen op de tafel. Die kraakte in haar poten. Ze ontving dit geweld als onderdeel van het jaarlijks ritueel. Vader hijgde, wij keken met bewondering toe. Moeder stond nu klaar. Ze maakte een eind aan het schouwspel. ´Het is genoeg Pieter!´ zei ze lachend. En sneed met het grote mes de getergde bol in tweeën. Prachtige evengrote stukken.
Die werden in de bakvormen gelegd. Ze bleken schitterend te passen en vulden ze perfekt. Een beetje meel werd er nog over gestrooid. Toen verdwenen ze in de hete oven. 
Later zouden ze er uit herrijzen, maar we controleerden de inhoud van de oven door het ruitje onder de merknaam ´Etna´. En prezen de grootte bij voorbaat. ´Kijk mam, ze groeien nog vast boven aan de oven. Straks gaan ze er niet meer uit.´ Moeder beweerde dat dat wel mee zou vallen, maar we waren er niet gerust op.
In de tweede ronde volgde het deeg voor de krentenmikken. In onze taal betekent mik witbrood. Ons mam verdeelde stukjes deel na het rijzen. Er voor probeerden we stukjes deeg te pikken, terwijl ze nog werkte er aan. Pats, daar had ze er een te pakken. ´Afblijven, stuk ongeduld. Ik zei toch dat jullie er dadelijk iets van krijgen.´ Ze gaf ons kleine stukjes deeg. Die mochten we vormen. Meestal werden het mannetjes met krenten in hun gezichtjes als ogen. Alles rook zo verdomd lekker. Vaak aten we alvast stukjes deeg op. Dat mocht niet. Het was ongezond.
Naast het brood had vlees ook prioriteit. Ons pap wilde altijd lever eten. Bij het ontbijt wel te verstaan. Dus werden er stukken lever gebakken. 


Eindelijk, het was zover. De tafel gedekt. Damasten tafellaken. Op ieders plek stond een déjeunertje. Van oma gekregen. Bij onze eerste communie. Ik had een bordje waarop twee in het wit geklede engelen tegenover elkaar knielden met korenhalmen er bij. En een bijpassenden kop en schotel. Mijn oudere broer een setje met drie engelen er op. Een met roze, een met gele en een met groen kleed. Hij verwisselde altijd iets van zijn en mijn set. Ik werd daar dan pissig om. Ik weet nog steeds niet of ie dat expres deed. Of per ongeluk.
Mijn jongere broer had een set met modernere engelen erop. Die waren korter van stuk en wat gezetter. Dat was in zijn tijd meer in. 
Voor onze bordjes stonden de eigengemaakte stukjes op tafel. De rode kaarsen staken triomfantelijk de lucht in, alsof ze wisten wat hun functie was. Pas als alles klaar was om het ontbijt te beginnen, mochten de kaarsen voorzichtig aangestoken worden.
Eerst zouden de mik, krentenmik en Weihnachtstol gesneden worden, de koffie ingeschonken. Pas dan de kaarsen aan. En de lampen uit. Wow, wat een sprookjesachtige sfeer. De enige keer dat er niet geklierd werd onderling en er in rust getafeld kon worden. Voor even dan toch...
We namen dikke sneeën mik en lever met saus op onze bordjes. Geen engel meer te zien. De kaarsen flikkerden, we sopten stukjes mik in de jus en namen er lever bij. Mmm, het leek wel de hemel! 
We waanden ons steenrijk. Wie had er zo´n mooie kersttafel, zo´n luxe mik en overal engelen om zich heen bij prachtig gedempt licht? Wie zulke ouders, die titanenwerk leverden om zoiets te voorschijn te halen?
Toen de lever verdwenen was, de engelen weer verschenen, kwam de anticlimax. Mijn broer keek naar mij en toonde mij, hoe hij zijn vinger door de vlam van zijn kaars bewoog. ´Dat durf jij niet´ fluisterde hij. Ik bewees met twee kaarsen dat het tegendeel. Flats, vaders hand bracht me naar de harde werkelijkheid. Ik protesteerde en wees naar mijn broer, terwijl nr. 3 zijn kans schoon zag om het huzarenstukje met 3 kaarsen te herhalen. De eerste rode druppels had ik al veroorzaakt op moeder beste tafellinnen. 
Een pandemonium volgde, vader vloekte en verklaarde dat ´het gedaan was met die rotdingen. Nooit meer van de verrekte stukjes.´ Moeder probeerde te sussen. Te laat. We waren weer terug in ´standje normale familie´. Toch gek, dat we het eerste stukje van die kerstontbijten en de voorbereiding altijd hebben geconserveerd in ons brein. En dat mijn broers nog mik bakken, lever eten, na al die jaren. Zalige broers!

zaterdag 24 december 2011

Lekker shoppen

Het kerstreces had vroeg ingezet voor ons dit jaar. Dus mochten we uitslapen van onszelf. De honden hadden dat niet echt begrepen en werden dus even tot de orde geroepen, zodat ik en mijn gade nog konden nasudderen en zo langzaam het ons gaan voegen bij het reeds wakkere gedeelte van de Nederlandse bevolking. De zaligheid om op je gemak te ontbijten. Daarna zette ik de fietsen klaar. We stapten op en reden  ontspannen naar de stad. Fred diende iets op te halen en ik wilde ergens een broodje eten en nog naar wat tijdschriften kijken. 
Het verliep voorspoedig. De meeste mensen lagen blijkbaar nog op één oor. Het winkelpersoneel kon nog even genieten van de rust, voordat de storm los zou barsten. 
We kwamen nog terecht bij een zaak die uitverkoop had, om even te snuffelen. En verder naar de boekhandel toe. Lekkere kookboeken, kalenders, nieuwe uitgaven. Allerlei bladen lonkten naar me, als waren het vrouwen die met wulpse gebaren hun handel etaleerden aan de grachten met de rode lampen in onze hoofdstad. Maar net zo min als bij de vrouwen liet ik me verleiden. Het spel en het grote aanbod was leuk, maar niets van mijn gading.
Terug naar een warenhuis, waar ik me bedacht dat ik een vraag wilde stellen bij de klantenservice. Fred liep rond bij de kerstafdeling zoals een jongetje in de speelgoedwinkel. Daarna naar de boekenafdeling, Fred zocht ondertussen naar cd´s en blue rays. Een stel van mijn leeftijd liep er ook rond. De vrouw schreeuwde echt naar de man, als in wanhoop: ´We gaan er op B-E-Z-O-E-K, verder niks.´ De man keek mij aan met een blik van ´Hellup´, terwijl hij zich achteruitmanoevrerend van zijn lieve echtgenote verwijderde. Ik vond het een boeiend schouwspel, maar voelde me onmachtig om hem bij te staan, zonder de kans te lopen door haar te worden gescalpeerd met een oorlogsyell. De kans om met een kale kanis onder de kerstboom te zitten of erger op de IC van het hospitaal door te brengen, lokte mij geenszins. De man had inmiddels zijn gsm stevig vast voor een gesprek. Zijn vrouw zweeg nu. De man had zichzelf gedegradeerd tot onhandige kluns, goed voor niks in de ogen van zijn partner. Ik stond in dubio, waar mijn sympathie lag. Bij mezelf dan maar, besloot ik. Niet mijn vrouw, niet mijn man, niet mijn bezoek of gsm. God zij dank!
De kerststress woedde in alle hevigheid, zoveel was duidelijk. En het was pas half 10 ´s ochtends.
We bewogen ons naar het lunchgedeelte van het etablissement. Een groepje mensen kluitte bij elkaar voor de soepterrine. Rond 10 uur, half 11 aan de soep leek me niks. De rand in de grote soepkom die ingedroogd was. De droge soepstengels...nee. Mijn lief twijfelde tussen gebak of een broodje. Ik nam een italiaans broodje kip. Hij toch een cranberriegebakjes. Tussen de bedrijven door, sloop achter mij een middelbaar vrouwtje. En daarachter het vergrijsde, afgesleten oudere exemplaar. Met rollator. Ze fluisterde haar dochter iets toe. Die gaf haar baarster een grauw: ´Mam, nou hou op met zeiveren, ik ben het he-le-maal zat!´ Senior zei niks meer, maar de bewegingen die ze met haar rollator maakte, spraken boekdelen. Achter junior verscheen een man, duidelijk een vermoeid type. De vrouw vleidde zich tegen hem aan. ´Ik wil zoooo graag gaan zitten..´ jammerde ze. ´Ga dan zitten´, de man vatte het geheel compact samen. Oma stond buiten het gevechtsdeel treurig te kijken. Ik stond inmiddels bij de koffie, klaar om te bestellen. Fred achter me. Opeens verscheen de vrouw met de rollator schuin achter me. Met haar schoonzoon en zijn depri-tronie. Zijn vrouw, nog steeds niet op zoek naar een stoel, posteerde zich ervoor, zodat alle drie buiten de rij een soort puist vormde. Ze stak een aantal bonnen omhoog, geknipt uit een krantje voor de nodige kortingen uit de kassa.
De jongeman die ons hielp, had het druk. Hij rekende af, zette de koffiemachine aan en legde onderwijl servetjes op de dienbladen en hield de rij in de gaten. Zo iemand verdient de Nobelprijs voor de vrede, want hij bleef rustig en charmant en beleefd, ondanks zijn nog jonge leeftijd. Petje af.
Mevrouw ´ik wil zooo graag gaan zitten´ stond inmiddels achter een andere man te dringen bij de kassa. Even later was ze toch eindelijk gaan zitten. Oma bleef veilig bij de treurwilg die haar dochter had getrouwd.
Helaas zag ik iets te laat, dat ik het tafeltje had gekozen naast het gezelschap. Dus werden we getracteerd op nog meer Kerststress. Het trio had plaatsgenomen, Dochter verdeelde de voordelige buit, maar meende enige ongeregeldheden in de toekenning van de gewenste kortingen te ontwaren. Pa hield zijn mond(mannen kunnen weinig goeds doen in zulke situatie´s) en oma zat te kluiven aan haar broodje. Misschien iets te oud voor haar valse tanden...maar alla. De opkomende boosheid bij haar dochter werd gek genoeg in de kiem gesmoord door haar man. Rust...
Ik voelde me zeer gelukkig. We wandelen terug naar onze fietsen. Er schoten overal gehaaste mensen voorbij. De drukte al in de zak en tas zitten. Hun geplaagde innerlijk toonde zich door gespannen gezichten en afgemeten loopjes. Wij hadden het slot van onze rijwielen en draaiden die huiswaarts. Waar het dorp vredig achter de Maas lag, waar de verwarming hoog stond, de honden kwispelden en we weg mochten zakken in de vredige wetenschap, dat alles in huis was, we boeken hadden om te lezen en blue rays om te kijken..
Ik heb engeltjes gevraagd om al die mensen bij te staan, wanneer ze op het laatste moment nog dingen moeten gaan halen of regelen. 

Chemie of vrouwtje theelepel



Vandaag ben ik druk bezig geweest met het bedrijven van chemie. Strikt genomen is dat niet waar, ik was me er enkel van bewust. Dat maakt het anders. 
In mijn jonge jaren, toen ik als puisterige, warse puber met bijgeleverde gevoeligheid en creatieve inborst mijn dagen grotendeel sleet op de middelbare school, kregen we uiteraarrd les in chemie. Onze docente, een vrouw met weinig warms of aantrekkelijks in haar voorkomen of uitstraling gaf die lessen. Ze had altijd een zeer strakke paardestaart in haar asblonde haar, een duffe kokerrok en truitje in onbestemde kleur en platte schoenen. Haar papieren zaten in een geslachtsloze, zwarte tas. Ze verspilde geen woord. Ik had al weinig met het onderwerp en het verblijven in dezelfde ruimte met dat ´ijskonijn´ om haar aan te horen, maakte die 45 minuten tot een ware uitdaging. En niet van de soort die ik graag aanging. Mevr. A.(de naaam, o Heer, bewaar ons, kwam ik later ook nog eens tegen in onze stamboom...) stond pinnig op haar verhoging. Ze hoorde en zag alles. En ze drilde ons, als ware wij harde werkers in een laboratorium. Ik willde alleen maar keten en zieken, want ik verveelde me kapot. We deden erg veel proeven. Dan moesten we nauwlettend de boel in de smiezen houden, er verslag van doen en een conclusie trekken aan het einde daarvan. Ook vooral samenwerken. Meestal werd ik gekoppeld aan een jongmens, die het wel geweldig vond. In mijn ogen toen een soort allien, die een totaal andere taal sprak...
Mijn conclusie als we in een glazen buisje suiker verhit hadden(lees verbrand) was dat suiker bij verhitting een bruine kont werd. Mevr. A. nam daar geen genoegen mee. Ik tastte in het duister over waar ze naar toe wilde met haar test.En trok me voortaan terug als kandidaat-laborant. 
Later hoorde ik tot mijn verrassing en onthutsing, dat mensen ook chemie bedrijven, wanneer ze koken, afwassen of poetsen b.v. Het bij mekaar donderen of juist scheiden van elementen of stoffen middels een proces is chemie. Nou, daar had mevr. A. van mij mee mogen starten! Als rechtgeaarde Maagd zoek ik vaak naar het praktische nut van dingen. Bij haar lessen vond ik die nergens. Toen was de lol er al gauw af. 
Vandaag had ik me voorgenomen om het zilver te poetsen. Als kind had ik een droombeeld, dat ik ´later´ een  mooi huis zou bewonen, waar geliefde familie regelmatig zou komen logeren en natuurlijk, naast thee-drinken ook ontbijten en dineren. Leek me allemaal erg sjiek. Bij dat diner hoorde ook een mooie gedekte tafel met zilveren bestek.
De realiteit haalde me algauw in. En i.p.v. sjieke diners werden het snel warm eten met een zootje ongeregeld., die nauwelijks oog leken te hebben voor de tafel of de ambiance. Een aantal waren nog erger, meer ordinaire uitvreters, klaplopers die het wel gemakkelijk vonden om in het weekend niet zelf te hoeven koken. Exit van die types volgden natuurlijk(zgn. vrienden heb ik het hier over)
Rust op zondag. Maar dat zilverwerk bleef als een hardnekkige droom rondwaren in mijn hoofd.
Nu pas heb ik het aangeschaft, toevallig zag ik het liggen in een leuke broccantezaak. Maar...het mocht wel een opfrisbeurt hebben. Ik zag het al liggen op het tafellaken in mijn gedachten aan de kerstdis.Met het juiste servies erbij.
Lang leven het internet. Ik zocht op hoe ik de boel vakkundig en veilig kon schoonmaken. Zilverpoets deed met iets te veel denken aan koperpoets en aan dienstmeisjes uit begin vorige eeuw.
Maar bij de rubriek ´Oma weet raad´ vond ik meer van mijn gading. 
Dus installeerde ik de bak in de gootsteen. Legde er een vel aluminumfolie in. Kwak soda er op. Warm water . En vervolgens de zilveren lepels. Ze dienden contat te maken met de folie, dus daar lette ik op.
Het water begon te borrelen en te sissen. Ik liet de boel rusten. De chemie moest een kans krijgen. Na een paar minuten, mijn ongeduld en mijn nieuwsgierigheid noopten mij tot actie, nam ik een kijkje. Ik rook een aparte lucht. Het water warrelde rond, als een krater van een vulkaan die op uitbarsten zou kunnen komen.
Ik viste een lepel op. Au, nog flink warm. Hij blonk me tegemoet. Ik wreef over het heft. Niet slecht.
Sommige bestekdelen hebben meer tijd nodig. Inmiddels is de derde portie bezig. En ik? Ik geniet. 
Conclusie? Mevr. A. was niet zo goed in lesgeven. Mijn zilver heeft zich gescheiden van de zwarte prut. En lang leve de soda. Lang leve mijn restje kinderdroom! En het belangrijkste: ik ben wel degelijk goed in chemie! Ergens...een beetje. Misschien moet ik mevr. A. maar ´s te eten vragen. Want het is toch familie, zij het van verre. 


Voor de volledigheid: ik heb Na2CO3 ottwel natriumcarbonaat gebruikt, beter bekend als soda. Niet te verwarren met NaOH of natriumwaterstofcrbonaat, de dubbelkoolzuursoda of baksoda, die vooral in angelsaksische landen wordt gebruikt bij het bakken van broden en b.v. scones.
Ik was niet goed in proeven, maar wel in het onthouden van chemische afkortingen. Je hebt er geen donder aan, maar het staat wel leuk, zal ik maar zeggen, als je chemische stoffen of verbindingen vlekkeloos uit je strot kunt krijgen...

woensdag 21 december 2011

English cooking

Terwijl ik bezig ben, zie ik vanuit mijn ooghoek een Engels kookprogramma op tv. Vroeger zou dat mijn wenkbrauwen omhoog hebben laten schieten. Ik reisde al naar het prachtige eiland toen het nog een ondefineerbaar soort koken had met ´gerechten´, die ik god zij dank nog nooit had gezien noch gegeten. Sinds die tijd liet ik de gifgroene erwten, kleffe dikke frites besprenkeld met moutazijn, pies gevuld met ondefinieerbaar spul en andere rommel achter me. Ik probeerde het evenwel tussen mijn kiezen door te krijgen, met een eigenwijsheid als ware ik zelf Brits... Het meest erge wat ik aan de overkant van de Noordzee voorgeschoteld kreeg, bleek de waterachtige halfdoorzichtige troep die ze daar jelly noemen. 
Het tv programma van vandaag betrof twee harige heren die al kokend en motor rijdend hun land doorkruisten. Het koken werd afgewisseld door historische beelden. Vandaag werden we ´getrakteerd´ met beelden van ene Churchill die met smaak Fish and chips verorberde met een stalen gezicht. Een huzarenstukje, waaraan niettemin geen rechten aan ontleend mag worden.
De heren koks verzekerden dat de Engelse keuken al millenniums beroemd zou zijn. Volgens mij bedoelden ze berucht. Zelfs begonnen ze in de keuken met losse haren, allebei een baard en verschillende armbanden en ringen. Niet echt een toonbeeld van hygiëne. Ze namen een flink stuk buikspek vast met die handen, strooiden er allerlei kruiden op met zout, donderden het op een bakplaat en hup, de oven er in met het ding. Ze begonnen nog net niet te kwijlen toen die er uit kwam. Het moet gezegd worden, met een bruin korstje. Alleen het op en neer laten glijden van het vlees op de vette bakplaat door één van de ´heren´ maakte me toch wat misselijk.  Nog een filmpje er door geflikkerd van de Fish and chips en wat drankbereiding, whisky in dit geval, want ze bevonden zich in Edinburgh.
Ach, ik kan niet ontkennen dat sinds de 70er jaren daar een revolutie heeft plaatsgevonden op kookgebied. Na de ´Two fat ladies´(ook een motorrijdend paar, maar iets frisser uitziend van de oude school) kwamen Jamie Oliver voorbij met zijn sensuele lippen, Gordon Ramsy met zijn gevloek en getier en de onvolprezen Nigella Lawson. Witte bonen met tomatensaus op een snee slap witbrood is niet langer hun idee van een diner, als we het mogen geloven. Jamie heeft zijn stinkende best gedaan om schoollunches op te schroeven naar acceptabel en gezond(er) niveau. Nigella heeft het bereiden en opdienen van eten opgegeild naar een heel andere niveau. Maar om nou ineens te doen, alsof de Engelse keuken tot de top 3 in Europa behoort sinds eeuwen? Nee, dat gaat me toch iets te ver...al ben ik nog steeds op onze maffe buren overzee. 
Het is en blijft komisch om dat te horen beweren. Als toetje horen we hoe bij geroosterd schapenvlees, een ander vet soort vlees, Yorkshire pudding geserveerd werd. Pudding is een verwarrende uitdrukking. Een gummi soort platgeslagen meelbal, naast de aardappelen, jus, groente en roast en het dan als pudding betitelen...lijkt op het meesterlijk laten zien van excentriciteit. Kijk en daar zijn Engelsen écht goed in. Al zolang een mens zich kan herinneren, met een stalen gezicht. Het zij ze allemaal vergeven. Want gelachen heb ik vandaag, al is het maar stilletjes in mijn uppie, voor me heen....

Yule


Vandaag is Yule oftewel Midwinterzonnewende. De zon staat stil op het noordelijk halfrond. Het markeert het begin van de winter. Vroeger vierde men de 12 heilige dagen.
De zomer, gesymboliseerd door de Eikkoning, ziet zijn invloed tanen. En de winter, middels de Hulstkoning, neemt het over. De kortste dag van het jaar en de langste nacht. Het is zo donker dat mensen soms depri worden, terwijl ze mijmeren over het afgelopen jaar met alle kansen, al dan niet gemist. Tegelijk gaan ze langzaam weer verlangen naar de warmte van de zon, het licht. Beiden zijn ook nodig om straks het zaad weer te laten ontkiemen in de tuin en op het land, zodat we weer te eten hebben. En ook de bomen dienen weer groen te worden en de bloemen te groeien en bloeien en later zaad te schieten.
Tijdens deze dagen werd vroeger ook het Joelblok verbrand. Veel gebruiken lieten de mens afscheid nemen van wat geweest is om plek te maken voor wat komen ging. Van strohalmen werd een Joelbok gemaakt. De vogels en andere dieren profiteerden hiervan door de laatste graankorrels weg te pikken in de kou. En ook de noten die opgehangen werden hielpen allerlei dieren de koude dagen door te komen.
Mensen bleven dicht bij het vuur, zoals wij nog steeds de kaarsen aansteken en misschien de open haard en vertelden elkaar oeroude verhalen.

Rijtje



Mauro krijgt na veel gemier een jaar studieverlof. Ik vraag me af wie er nu ´lerend´ is...
Hier een rijtje jongens, die leiders op het verkeerde of goeie been zetten.

André moet

Vandaag is het zover. Onze nationale trots gaat de ruimte in. Weer in, moet ik zeggen. André Kuipers herhaalt wat ie al eerder deed. Na twee jaar van trainen, waarvoor hij de hele wereld over gevlogen is, zal hij een raket binnengaan. In die capsule verblijft hij dan de komende 6 maanden. Net op tijd om de top 2000 te ´lanceren´ vanuit de ruimte. In zijn kontzak zit ergens een USB-stick met de uitgezochte nummers. Zoals te zien op de foto draagt hij een omgekeerde vissenkom, zonder goudvissen gelukkig. Ik denk nl dat die het niet zouden overleven. Alsof dat nog niet genoeg is, kruipt hij in een ruimte van ongeveer een dikke vierkante meter bij twee meter, schat ik. Glimlachend toonde hij die aan de goegemeente. Iets waarvan ik natuurlijk gruw, als doorgewinterde claustrofoob. Hij dient zich staande vast te gespen in een soort van speciale slaapzak om niet rond te zweven. Iets wat ik dan weer jammer vind. Wat is mooier om rond te draaien als een vrije embryo in een baarmoeder? Als dat nog niet genoeg is, poetst hij zo zijn tanden, wast zich zo en kleedt zich aan en weer uit. Al die dingen in zo´n beperkte ruimte, hetgeen genoeg aanleiding zou moeten zijn om een lintje aan te vragen bij H.M. 
Heel veel oefenen in diverse landen ging er aan vooraf. André sjeesde van de ene kant van onze planeet naar de andere. Peanuts waarschijnlijk, vergeleken bij wat hem nog te wachten staat. Ik stel me voor dat ze in allerlei hangarachtige gebouwen de boel zo goed mogelijk nagebootst hebben. Zijn onverwoestbare glimlach behoudt hij ten alle tijde. Gek, dat maakt hem veel sympathieker dan Wubbo Okkels, in mijn ogen. Het slaat nergens op, but there it is...
Momenteel zit ie al in Kazachtstan, vlakbij de basis. Zijn overall met het kleine Nederlandse vlaggetje op zijn mouw hangt er ook.
Niets kan er nog fout gaan. Wind, sneeuwstorm, het kan hen niet deren. Of ja, toch nog iets. Jaren terug schijnt er een groep astronauten naar het lanceerplatform te zijn gelopen. Vanaf hun bus naar die geweldige raket. Toen hebben ze even moeten stoppen met hun zorgvuldig program. Eén van de ruimtevaarder moest plassen. En daarom moesten ze wachten, totdat hij zijn blaas geleegd had. Sinds die dag is het traditie geworden. Elke astronaut opent zijn gulp en gezamenlijk piesen tegen het grote wiel van de truck die hen zover gebracht heeft. Pas daarna zijn ze er klaar voor. Ik vind het een glorieus moment. Boys will be boys. En daarna kan het beginnen. Niets verbroedert mannen meer dan dit ritueel...Misschien moesten we dit maar struktureel invoeren, voor mannen iets belangrijks mogen beslissen of doen....effe plassen bij de bus.

Chanoeka

Het joodse deel van de wereldbevolking zal wel volop genieten. Vanavond start het feest Chanoeka. Een feest van licht, waarbij de negenarmige kandelaar gebruikt wordt. Het duurt 8 dagem en herinnert aan twee wonderen. Elke dag wordt een kaarsje aangestoken. De eerste dag één kaarsje, de tweede twee enzovoort. Op de laatste dag zijn alle kaarsjes aan. Het negende lichtje is extra, de kers op de taart zogezegd. 
Blijkbaar was er in een ver verleden gerommel tussen joden en Grieken in Jeruzalem. De Grieken hadden nogal huisgehouden in de tempel en toen alle stofwolken waren opgetrokken, gingen de joden de tempel in. Ze vonden de Menora, de kandelaar op de grond. Die werd weer rechtgezet. De kruiken met olie bleken leeg, maar ze vonden een minikruikje. Daarin net genoeg olie om de kandelaar te vullen en de hele boel brandend te houden voor één dag. Maar de dag erop zagen ze dat het kruikje weer vol was met olie. Opmerkelijk. Het lijkt wel dezelfde van de weduwe van Serepta. In ieder geval was iedereen onder de indruk van het geheel en putten er hoop uit voor de toekomst.
Licht, olie, wonder en hoop. Het doet wel denken aan de adventskrans en hoe in onze contreien licht gebracht werd op de donkerste dagen van het jaar. Licht, wonderlijk en hoop. 
Bij Chanoeka wordt lekker gegeten, o.a. aardappelkoekjes en rösti én chocolade munten. Ook worden er cadeautjes uitgedeeld. Ach, we hebben meer overeenkomsten als verwacht misschien. Een fijne Chanoeka!

Vogelgriep

De vogelgriep is terug, zo wordt ons gemeld. Men heeft ontdekt dat het deze keer niet alleen van dier naar mens over kan gaan, maar ook van mens tot mens.Dat is nieuw. Geweldige onderzoeken zijn gedaan om dat te ontdekken. Maar nu is er een Amerikaans bureau die niet wil dat deze informatie naar buiten gaat komen. Het zou iets kunnen dat kwaadwillenden er misbruik van zouden kunnen maken. Bioterreur heet dat dan en de plegers van zulke misdadige praktijken bioterroristen. Dat lijkt een futiele zaak, maar is dat allerminst. Men zou mensen moedwillig kunnen infecteren. Zonder kip, kuiken of ei op zak(wat iemand onmiddellijk zou indentificeren als terrorist) kan men medeplaneetbewoners nadelig beïnvloeden, mogelijk met dodelijke afloop. In gedachten zie ik Koerdische zelfmoordterroristen dagenlang in een kippenhok zitten en vervolgens illegaal de grens oversteken en b.v. Turken aansteken. Of Talibanstrijders Afghanen. Zelfs de Farc zou vanuit de jungle zo kunnen opereren. Of kwaadwillende Basken. De mogelijkheden zijn legio.
Maar één vraag blijf ik mee zitten. Zo meteen komt er weer een bericht van onze nationale bacterie-deskundigen. Dezelfde die met b.v. de Mexicaanse griep ons waarschuwden, waarop onze eigen regering, bij monde van onze minister geweldige hoeveelheden anti-stoffen insloeg om de burgers in te enten. Enige tijd later bleek dat toch een heel stuk minder nodig. En ook dat er een heleboel teveel inentingen waren ingekocht. Die men had proberen te slijten aan andere landen. Helaas niet zo geweldig getimed, want die hoefden het spul niet meer. Een strop voor ons allen. Mijn vraag blijft dan overeind staan. Zijn bacterie-deskundigen en de  leiders die op hun raad opereren nou ook te typeren als bioterroristen of is dat gewoon een foute inschatting en onderdeel van een ´vergissing´ met de beste bedoelingen...? Want regeren is vooruitzien, zegt het spreekwoord. Maar het is geen eitje....

dinsdag 20 december 2011

Wat anders of een heerlijke kerst

Frits draaide zich nog ´s om. Beneden hoorde hij gepraat. Daarna sloeg de voordeur dicht met een klap. Het werd stil in huis. Wat was zijn bed toch heerlijk warm. Hij verheugde zich op de dag. Even later hoorde hij gerommel op de trap. Kleine kindervoetjes volgden die van hun vader. Dat moest John zijn met zijn tweetal. Sigrid had de boel al de boel gelaten, met haar vriend mee. En de Turkse jongen had de boel ook ontvlucht.
Buiten startte de auto en rammelend kwam die opgang. Het rode bestelautootje zag hij in gedachten verdwijnen. Zo eindelijk rust in de tent.
Om half tien werd ie weer wakker. Hij rekte zich uit. Een beetje licht kierde langs het gordijn. Je kon zeggen wat je wilde, maar zo´n klein kamertje had wel wat. Met zijn voet kon hij vanuit deze positie het gordijn aan de kant schuiven om naar buiten te kijken. Kou kwam er achter vandaan. Maar ja, wat wilde je ook. Eind december. De kast stond op een kier, de deur wilde niet goed sluiten. Aan de andere kant zag ie zijn tafeltje staan met de foto´s en ernaast de enige stoel, met zijn kleren. Verder niks.
Hij sprong uit bed. In de keuken, die aan zijn kamer grensde, maakte hij koffie. En een boterhammetje. Wat een weelde. Alle andere mensen waren verdwenen. Hij had het huis voor zichzelf. John met zijn zoontje en dochtertje. Blij dat hij ze bij zich had en niet zijn ex, ging die op bezoek bij oma. Sigrid met haar Surinaamse vrijer. Haar moeder maakte de boel hier schoon één keer per week. Die kende hij nog van vroeger. Ze zouden kerst vieren met haar halfzusje. En waar die Turk uithing, mocht Joost weten. Hij leek bang te zijn voor Frits. Nou ja, wat maakte het ook uit.
Genietend slurpte hij ongegeneerd van zijn koffie en liep in zijn tshirt en onderbroek terug naar zijn kamer. En zijn nog warme bed. De deur liet ie open. 
Zijn moeder had hem gevraagd te komen, Allebei de dagen. Zelfs aangeboden om te blijven slapen. Niemand moest met Kerst alleen zijn, vond ze. Hij had het verstrooid aangehoord. Gemompeld dat ie het wel zou zien. Maar hij had er helemaal geen zin. in. Wat een gezeur allemaal, dat iemand eenzaam was met de feestdagen. In de tijd dat ie een relatie had, voelde hij zich vele malen eenzamer. Het was nog allemaal vers. Amper 6 weken ervoor had hij het vertrouwde huis verlaten en zijn partner. Na ruim 12 jaar was de koek op. Beiden hun best gedaan. Maar het gevoel dat de ander onbereikbaar was voor de dingen die er echt toe deden, overweldigde hem dusdanig, dat het teveel was. Einde verhaal. De omgeving snapte er niks van.
Een tijdje bij zijn broer ingetrokken, maar ja, dat kon niet blijven duren. Bij de gemeente zich ingeschreven, zonder vaste woon- of verblijfplaats. Niet gemakkelijk, de ambtenaar zeurde geweldig, dat dat niet kon etc. Nuchter stelde hij de man voor om dan maar bij hem in te trekken. Geschrokken bond die in. Buiten het oude gemeentehuis kon hij wel springen, dansen, juichen. Een last van hem afgevallen.Geen eigen plek, een boel onzekerheid, maar mijn hemel, het voelde fantastisch. Al gauw daarna deze kamer. Een troosteloze boel. Twee bij twe meter. Van een ´vergeten´ zelfgetimmerde salontafel had ie zijn bed gemaakt. Klaptafel met wat persoonlijke dingen, tv, kleren. Een mens had zo weinig nodig. Een hoek om te slapen, een vuurtje om te koken en nog iets om te wassen en zijn behoefte te doen.
Hij besloot het er lekker van te nemen. Opeens herinnerde hij zich die video. Een hele serie, wat een geluk dat ie die daar had. Hij bekeek de hoes. Shaka Zulu. Een magere man in Zuid-Afrika, die het schopt van vernederde bastaard tot gevreesde leider. Een hoop haat en ambitie bij elkaar gepropt in één man. In 12 delen, toe maar.
´s Middags stond ie met moeite op. Hij scharrelde in de keuken rond. Gadverdamme, er was weer niet afgewassen door iemand. Hij donderde de rotzooi in de afwasteil onder in het aanrecht. Zette water op. Toen dat kookte, trok hij een beker uit de kast. Golden Wonder Noodles. 69 cent. Hij goot onverschillig het water op de onduidelijke inhoud. Die begon te wellen. Het was warm en het vulde de maag, de rest deed er effe niet toe. Vergenoegd ging de tv en video weer aan. Shaka had er zin in, die vermoorde een ieder die hem voor de voeten liep. Lekker ding...


Zijn ex had hem bezocht. Precies twee minuten, langer hield die het niet vol. De meegebrachte brieven werden hem haastig in zijn handen geduwd en voor Frits nog afscheid kon nemen, reed de auto weg. Met de ex in tranen, het was teveel hem zo te zien in dat hok. Frits trok zijn schouders op...
Om half drie sprong hij in de douche. Hij was pas bij deel 5. Fluitend verzorgde hij zich, kleedde zich aan Hij trok zijn jas aan, deed de handschoenen in zijn zak. Even later stond hij buiten en op zijn oude fiets begaf hij zich op weg. Het dorp deed wat versleten aan. Het regende en de kasteelruïne druilde mee. 
Zijn moeder begroette hem als de verloren zoon. Buiten hem was er niemand. Ook dat nog. Ze dronken koffie. Zijn vader zei niet veel. Later aten ze het avondbrood. Wel gezellig, maar daarna vertrok hij weer spoorslags. De gelegenheid om te doen wat hij wilde en de stilte te ervaren, was te groot. 
Die avond sliep hij tevreden in. De volgende dag ging ongeveer hetzelfde. Shaka moordde gezellig door, zijn moeder volgde hem, schichtig, half trots, half bang en zich schamend tegelijk. Nog een wonder dat er nog zoveel originele Zulu´s over waren, heden ten dage, bedacht hij zich. Maar uiteindelijk gaf hij de geest...
Tussendoor sloeg hij nog maar ´s een kant en klare maaltijd naar binnen. En at een verweesd soort kerstkransje op. 


Jaren daarna, toen allang weer opnieuw verliefd en gelukkig was geworden, dacht Frits nog vaak aan die Kerst en hoe heerlijk die was geweest. Ondanks dat goedbedoelende mensen hem hadden gezien en zo hun best deden om de Kerst draaglijk te maken. Gelukkig had Frits ze zoveel mogelijk af kunnen weren en genoten van die dagen met Golden Wonder en Shaka en zijn dooie Zulu´s. Want zeg nou zelf, elk jaar dat nieuwe Kindeke Jezus en die herders en drie Koningen, het wordt een beetje afgezaagd. 

maandag 19 december 2011

Meisje

Na een lange dag werken en een heerlijk maal zak ik even weg in mijn gerieflijke stoel. Op tijd zet ik de tv aan. Het is tijd om de wereld binnen te laten en kennis te nemen van wat er zich zoal afspeelt op onze planeet.
Snel maak ik koffie voor erbij. Als ik terugslof naar mijn stoel zie ik vanuit mijn ooghoek wat mensen op het scherm. Een man met een handdoek over zijn hoofd met een paraplu in zijn hand. Een aantal vrouwen met rare hoofddeksels op. Met zijn allen sjokken ze door een dorpje ergens in Afrika. ´Goh, wat een gezellig tafereel´, denk ik, terwijl ik de koffie op het tafeltje plant. Maar daar vergis ik me schromelijk. Het hele gezelschap is geschaard rond een kind. De paraplu wordt boven haar gehouden als bescherming tegen de felle zonnestralen. Iedereen is verkleed. Iedereen danst op het ritme van de muziek. Iedereen raakt er bijna van in een trance zo lijkt het. Ik hoor de stem van de nieuwslezer. Die vertelt ons dat het zich handelt om een besnijdenis van een meisje. Ze is acht jaar. Ik voel me misselijk worden. Dit kind, dat tussen dat rumoer angstig om zich heen kijkt, is zojuist verminkt. De mensen die een paraplu boven haar houden, hebben haar waarschijnlijk vastgehouden. Haar moeder, tantes, buurvrouwen of oudere zusjes. En ´iemand´ heeft haar edele deeltjes besneden. Of liever verminkt. Wat hebben ze gedaan? Haar schaamlippen ´alleen´ maar bijgesneden? Of haar clittoris weggehaald? Hoe groot is de clittoris van een achtjarig meisje eigenlijk? Hoe voelt het als je wordt vastgehouden door je familie en er ´daar onder´ in je gekrast en gesneden wordt, zonder verdoving waarschijnlijk. Hoe zeer doet dat, hoe bang ben je, omdat je bloed voelt wegstromen ´daar onder´. Hoe verward raak je? En hoe eenzaam, dat de mensen die van je zeggen te houden, waarbij je je veilig waant, dit toelaten. Ik stel me voor dat je niet alleen ´daar onder´, maar ook ´daar boven´ verminkt wordt. Je moeder en je tantes vertellen je waarschijnlijk dat het over gaat, dat je nu een grote meid bent. Dat zij dat ook allemaal hebben meegemaakt. En dat het niet erg is. Misschien laat ze hun eigen verminking aan je zien. Het maakt allemaal geen donder uit. Het is kapot. 
Ik weet niet wat ze gebruikt hebben. Een goedkoop scheermesje? Een glasscherf? Een oud mes? Was het schoon? Steriel? Zat er roest op? Etensresten?  
Ik weet wel dat ik me boos maak. Ik denk aan alle kleine meisjes. In Afrika. In Azié. In Arabische landen.
Die nooit meer normaal naar daar onder kunnen kijken, zonder te denken aan dat afschuwelijke moment. Die nooit meer hun eigen familie kunnen vertrouwen. En die zelf straks kinderen zullen krijgen. Meisjes. En ik hoop en dat ze zich verzetten zullen. Uit alle macht. Wanneer het hun dochters tijd is. Meisjes. Mesjes. Punt.


Want dochters van deze wereld worden moeders. En geen enkele dochter en geen enkele moeder verdient dit. Hoe kun je anders opvoeden in veiligheid, in gezondheid en in de wetenschap dat je er mag zijn. Precies zoals je bent. 
Ik weet niet welke gek dit ooit bedacht heeft, besnijdenis van een klein meisje. Bestaat er eigenlijk iets als besnijdenis van hersenen?

Kim en Kim of een ongelukkige ochtend

Vanmorgen begon de dag al niet geweldig. Mijn man had me op het hart gedrukt om nu eens ´gewoon´ uit te slapen. En echt, ik deed mijn uiterste best. Toen hij om half 5 opstond, bleef ik lekker in de warmte van mijn bed liggen. Ik verheugde me op het uitslapen, terwijl hij de honden uitliet, boterhammen smeerde en zich zelf verzorgde. Maar het lukte voor geen meter. Ik lag wat te mijmeren. En voor ik het wist, plopten er in mijn brein weer vele ideeën over het leven en ook voor stukjes op mijn blog. 
Fred kwam de trap op om gedag te zeggen, voordat ie naar zijn werk verdwijnen zou. Ik zuchtte eens diep en zei: ´Eindelijk! Luister eens, ik sta morgen gewone tijd op hoor. Dit is niks, ik kan maar niet uitslapen. En ik vind er niks aan...´ Waarop hij diep zuchtte.
Eenmaal beneden zette ik het Nieuws aan. Daar zag ik het bericht dat de ´Geliefde Leider´ van Noord-Korea Kim Jung-Il overleden was. En dat hij hield van wapens,  kreeft, rode kaviaar, vrouwen en dure Mercedessen. Die werden geïmporteerd voor hem voor 7 ton. De auto´s dan. De nieuwslezeres daar was of leek erg verdrietig. Zeer lachwekkend! Van de bevolking van Noord-Korea overleden er tijdens de regeerperiode 200.000 aan honger. Nog 199.996 x  doodgaan Kim, dan ´klopt´ het weer dacht ik somber. Een absurde gedachte. 
Zijn opvolger werd ook nog even getoond. Een pafferig jongmens. Het schijnt een van de zonen te zijn. Leeftijd onbekend. Verder geen gegevens. Net zo schimmig als papa dus. Zijn naam? Kim Jung-Oen. 
Hoe zijn de Romeinen dat ook al weer? Omen est nomen. De naam is een voorteken. Ik hoop dat ze ongelijk hebben. Al was het maar voor de komende 200.000 Koreanen, die dan op de dodenlijst staan, als het ware.
Hierboven nog ´s plaatje van papa. Het is nou niet moeders mooiste als je het mij vraagt. En zoiets onderdrukt dan een heel volk, wijst contact met Westerse landen af, onderhoudt zeer summiere banden met vrienden China en Rusland en bouwt gezellig aan kernwapens. Nou maar afwachten of Oen zelf de boel strak in handen krijgt. Of dat ze afstevenen op chaos en burgeroorlog, met alle gevolgen van dien. Nou ja, 200.000 mensen, dat moet te doen zijn. Piece of cake!

dinsdag 13 december 2011

Lezen

In de bieb had ik een stapel boeken meegenomen. Erg tevreden stapte ik weer naar buiten. De ene keer kan ik maar niks vinden, een andere keer kom ik met een flinke buit weer naar huis. Nadat ik een erg saaie biografie aan de kant had geschoven(in tegenstelling tot vroeger ´hoef´ ik die niet uit te lezen van mezelf als ik er niks aan vind), zat ik in no time te genieten van de belevenissen van een vrouw, die twee jaar in Mongolië woonde. Als kind fantaseerde ik over vreemde culturen en volken. Hoe zou het zijn om als een Chinees door het leven te gaan, b.v. door zulke spleetogen de wereld te bekijken, altijd met stokjes te eten of het rode boekje van Mao Zedong op zak te hebben? Maar ook vroeg ik me af hoe het was om met paard en wagen rond te trekken zoals zigeuner deden, een moeder te hebben die met haar zusters en nichten wild dansten, terwijl hun mannen en zonen de viool bespeelden met opzwepende muziek en de paarden briesten in de buurt. En wat te denken van Bedoeïen(eigenlijk moet je zeggen Bedoeïn, want dat is al meervoud) die op lome kamelen door zinderende hitte een enorme kattenbak doorkruisen met fata morgana´s, terwijl ze af en toe hun geitenleren zwarte tenten opzetten en zoete thee drinken op handgeknoopte tapijten? Hoe zou dat ruiken zo dicht bij de kamelen, Hoe wassen ze zich? Of hun kleren. Hoe vinden ze in Godsnaam hun weg door de onmetelijke woestijn. En hoe voelt het om in een kring te zitten onder een diepblauwe hemel, bezaaid met sterren, met de smaak van platte in kuilen gebakken broden nog in je keel? Ook dacht ik aan kleine mensen die langs zeer smalle paadjes enorm hoge bergen beklommen met achter zich aan lama´s. De kleurige kleren en gekke hoedjes er boven. Of aan de Mexicanen die tijdens de Dodendag altaartjes oprichten met veel afrikanen, goudsbloemen en dahlia´s en lang koken om vervolgens met zijn allen te eten op de graven van geliefde gestorvenen. En vissers in Polynesië die op lange smalle boten de oceaan op gingen om er te vissen. Hun tattoëringen die met schijnbaar primitieve werktuigen aangebracht werden. En hun dansen met ritmisch getrommel...de vrouwen met prachtige donkere haren en een achteloos bevestigde bloem aan hun oor. De met as besmeurde Indiër die totaal onthecht ergens zit in zijn blootje, terwijl erg rijke mensen passeren, bedelaars en gehandicapten en er ook nog lijken aan de oever van de rivier verbrand werden. En dan de Eskimo´s(eigenlijk een scheldnaam of tenminste denigrerende benaming) die zeehonden vangen en van elk beest de hele boel compleet gebruiken. En die naakt onder huiden slapen in hun sneeuwhut, maar wel eerst hun body insmeren met urine. Fris is anders, maar zo met een hele familie aan elkaar geplakt, terwijl buiten een enorme witte vlakte ligt, zonder enig oriëntatiepunt...Hun vrouwen die dagenlang op huid kauwden om die soepel te maken en zonder te zeuren hun kind in een soort draagwieg op de achterkant van hun anorak meesjouwden. En toen waren er nog pygmeeën in donker Afrika, waar nauwelijks mensen doordrongen. Ze reikten amper tot een blanke mans borst en met kroeshaar. En nog kannibalen, brrrrr.....
Maar goed, terug naar het boek. Ik zat dus genoeglijk in bed, onder een warm dekbed, lekker tegen mijn kussen, ondertussen mijn geest mijlenver weg, op de steppe van Mongolië. Mijn romantische kinderdromen over daar ooit te mogen zijn en het zelf te beleven, aanschouwen, proeven, ruiken, aanraken in mijn achterhoofd. Al snel ging het verhaal weg bij de ger(niet de joert) waar enkele nomadefamilie´s nog huizen en in Ulaan Bataar. In de hoofdstad heerst armoede(o.a.) en kruipen de straatjongeren ´s nachts onder de grond om zich tegen de warme buizen van de stadverwarming te koesteren. Overdag is dan weer een ander verhaal. De schrijfster verhaalt, terecht, over onderwijs of het gebrek er aan, over rijkdom, over handel en over feesten, verliefdheden, culturele ontmoetingen, worstelen enz. O ja, en over het legendarische paardenras dat typisch Mongools is.  Een boeiend geheel en mooie waarnemingen. Kortom een boek wat je ´opvreet´. Ik ga ook zeker kijken of ze nog meer geschreven heeft. Aanrader.
Het is geschreven door Jannie Regnerus en de titel is ´De volle maan als beste vriend´. Het onopgesmukt relaas heeft mijn verdriet om het loslaten van  mijn overdreven beeld van het land verzacht. ..


donderdag 8 december 2011

Kepler 22 b

Onlangs kwam het bericht dat er door wetenschappers van de Nasa een ´nieuwe´ planeet ontdekt is. Ze werd Kepler 22b gedoopt. Ze heeft een massa van 2,4 x die van onze eigen aarde. Het duurt ongeveer een maand of 9 en een half voordat ze haar rondje om de moederplaneet gemaakt heeft, waarbij ze ver genoeg er vanaf blijft om niet te botsen en dicht genoeg om er bij te horen. Er om heen bevindt zich een atmosfeer. Ze weten alleen nog niet of er ook een oppervlakte op de planeet is. Het kan dat er zich alleen een waterachtig milieu te vinden is. De temperatuur schommelt van - 11 graden tot 22 graden. Alle voorwaarden voor leven zijn aanwezig en er heerst waarschijnlijk een heerlijk klimaat, niet te koud en niet te warm. Ik vind haar ook erg mooi van kleur. Lijkt een beetje op onze eigen blauwe planeet. 
Het schijnt dat ze al eerder gesignaleerd was, o.a. in 2010. Blijkbaar dient ze vaker te verschijnen voor de telescopen, vooraleer ze ´erkent´ wordt als een planeet. En dat gebeurt in haar geval in bijna 600 lichtjaren van ons af. Nou vind ik dat persoonlijk nogal een moeilijk en abstract begrip, lichtjaren. Ik kan me er bijna niks bij voorstellen. Kilometers, meters, centimeters, dat is nog te behappen voor mijn beperkte brein en dito voorstellingsvermogen. Mijlen, voeten lukt ook nog. Maar lichtjaren...het is teveel van het goeie. In ieder geval is het héél ver.
In mijn jeugd lukte dat ook nauwelijks. In de hype voor de Amerikanen stuurden de Russen, die ijverig wedijverden met hen, raketten de ruimte in. Ik herinner me vaag dat ze in eentje een hond stopten. Toen die gezond en wel, tenminste ogenschijnlijk, terug kwam, kreeg ze onmiddellijk een heldenstatus. Pas daarna gingen mensen mee in metalen capsule. Ze droegen dikke pakken met een soort stofzuigerslangen er aan, flinke, een soort omgekeerde vissenkommen op hun hoofd en konden alleen maar zonder geluid en half met gebaren zoals duim opsteken ietwat communiceren. Ik heb me vaak afgevraagd of die hond ooit moest kotsen omdat ze vergeten waren uit te testen of ze misschien reisziek was. Of ze überhaupt begreep dat ze lange tijd van huis ging, er van uit gaande dat ze een huis had en niet als puppy in een lab was opgegroeid. En voor wat de stoere Rus in zijn dikke pak wegging of hij permissie had van zijn vrouw, zijn moeder niet stiekem bad voor een clandestien bewaarde icoon van de heilige moeder voor zijn behouden terugkeer. 
Ik heb het over de communistische tijd. Europa had nog een IJzeren Gordijn, dat West-Europa scheidde van Rusland en de landen ervoor, die satelietstaten werden genoemd en al even dogmatisch communistisch bestuur hadden met enge voortgedreven olympische sporters, geheime diensten en een bevolking die basisbehoeften hadden, maar voor sommige dingen urenlang in een rij stonden voor een winkel met 3 schappen vol of soms nog minder.
Een paar jaar later hadden de Amerikanen hun Oost-Europese evenknieëm ingehaald. De PR draaide op volle toeren. Ze ontwikkelden een hele reeks van raketvluchten naar de Maan. De maan! Die wij vanaf ons plek op de aarde allemaal konden zien, bijna aanraken voor ons gevoel, maar tegelijk vele mijlen van ons verwijderd was in een donker heelal. 
Ik las er over in een wetenschappelijk Jeugdblad, net als over vele dingen die ons zo goed als zeker te wachten stonden. Bovendien bezochten we klassikaal het Evoluon, dat wonder van technische snufjes uit de toekomst, ondergebracht in een futuristisch UFO-achtig gebouw te Eindhoven.
En voor we goed en wel adem konden halen, verscheen het life verslag van de maanvluchten, allemaal Apollo genaamd naar de wonderschone Goddelijke Griekse Godenzoon. Het was alsof de erg enthousiaste Amerikanen toch voor de zekerheid de gunst van de Goden wilden afsmeken door dat gebaar.
We zagen life de astronaut een tarpje afdalen en wat hoppen op het maanoppervlak, als een kind dat voor het eerst hinkelt in wat rul zand. Onwennig en onhandig. Hij sprak de beroemde woorden. Waarschijnlijk geschreven door een goeie schrijver van te voren. 
Ik was zo overdonderd, dat ik totaal niet bedacht dat men evengoed een ouwe hangar vol woestijnzand had kunnen gooien en daar de scene spelen. Dan had Henk Terlingen mooi voor joker gezeten in zijn grijze studio, zonder dat ie het wist. 
Er kwamen boeken uit, bladen en er werden munten geslagen, die van goud leken met de desbetreffende Apollo met de nrs. En de astronauten aan de andere kant.
Dit komt allemaal naar boven nu ik over de nieuwe planeet heb gehoord. De naam is niks, die moet nog veranderd. Maar misschien is dat iets waar men het hoofd niet over breekt. Net zoals ik me meer voor kan stellen over het heelal en wat er zich in bevindt, is de romantiek wat verdwenen, zo lijkt het. En toch, toch...ik zie die prachtige planeet. De temperatuur is geweldig. Ze is nog leeg, denk ik. Op wat begroeiing na. En nog maagdelijk, geen vervuiling, geen gifstoffen in de lucht, in het water, in de grond. Er overvalt me een gevoel, dat ik er op vakantie wil. Gewoon sparen. Boeken en in een capsule plaatsnemen. Met duizenlingwekkende snelheid de ruimte in. De weidsheid van het heelal zelf zien en ervaren. De diepblauwe achtergrond. Het onmetelijke van de ruimte met allemaal zwevende bollen in allerlei kleuren. 
En dan aankomen bij die turqoise planeet, die dampkring in en neerploffen op het oppervlak. Ik vrees dat mijn gsm er niet werkt, foto´s maken onmogelijk is en er niks te eten valt en een slaapplek onvindbaar is. Of misschien een soort noten of bessen, fruit. En met wat bladeren een soort van bed maken...Helaas moet de capsule weer terug. Maar stel dat ik het er heerlijk vind...en de keuze moet maken om te blijven. Illegaal...niet meer in dat ruimteschip terug. Gewoon de belasting vergeten, Wilders en Rutten, de NS, Hema-rookworsten, het asielbeleid. Mijn wasmachine, hypotheek, sneeuwschuiver, ledlampjes en mijn mooie dekbedovertrekken .De crisis, mijn kreditkaart. Mijn sportschool en het abonnement, appeltaart, de Libelle.Facebook, kerstkaarten. Het Prinsengrachtconcert. Koninginnnedag, het strand.Het gekibbel bij Ajax.  Zou ik het missen? Kijk, daar hoorde ik mijn wetenschappelijk blad niet over. 
In de astrologie betekent de ontdekking van een nieuwe planeet iets. We kunnen weer iets verder kijken, er is meer te zien. In psychologische zin betekent dat dan, dat die nieuwe planeet de verpersoonlijking is het oprekken van dat wat kunnen bevatten. Een nieuw aspect wordt belicht, in de spotlights gezet als het ware. In de kleurenleer betekent turquoise androgyn. Het heeft ook te maken met weerstand in de gezondheid bijvoorbeeld. En een cyclus van 9, 5 maand, tja, dat komt aardig overeen met de zwangerschap hier op aarde. In vroeger eeuwen waren astronomie en astrologie ook niet gescheiden. De wetenschapper die uitrekende hoe de stand van de planeten waren t.o.v. elkaar, wisten ook wat dat betekende voor mensen. En legden dat uit. Gekroonde hoofden, regeringsleiders, rijken, ze raadpleegden deze mensen, de sterrenwichelaars. Die stonden in hoog aanzien en waren vaak zelf niet onbemiddeld. De drie koningen of wijzen uit het Oosten waren zulke mensen. Ze zagen die nieuwe ster boven Bethlehem. En lieten de hele zooi achter om hem te volgen. En zo zie je: er is niks nieuws onder de zon. Ik pak mijn koffer nog niet. Maar ik ben net zo benieuwd als zij, wat we gaan vinden...

Hemels

woensdag 7 december 2011

House for sale


Wie zoekt een leuk huis in een gezellig dorp, niet ver van Den Bosch?
Dit huis wordt 30 januari 2012 geveild. Misschien iets voor jullie?

Leuke boeken


Toen ik deze boeken tegenkwam, leek het erg op ´Mediumschap voor Dummies´ of iets dergelijks. Niets is minder waar. Schrijfster is een medium, Amerikaanse van Italiaanse komaf. Ze geeft op vrij luchtige manier, maar wel serieus antwoord op allerlei zeer menselijke vragen over hoe een medium werkt, wat wel en niet waar is enz in korte stukjes. Soms erg grappig, soms behoorlijk ernstig, altijd heel informatief en luchtig, makkelijk te lezen en begrijpen, maar niet oppervlakkig. Heerlijk!

HET MAYAJAAR 2012

Sinds enige jaren krijgen we met de regelmatigheid berichten over ons uitgestort, die het jaar 2012 betreffen. Om meer nauwkeurig te zijn, wat ons te wachten zou staan op de 21e december van dat jaar.  Als ik het rechtuit mag vertalen: volgens de Maya-kalender en de berekeningen die sommigen er op losgelaten hebben en de conclusie´s die volgden in de vorm van een voorspelling zou die dag de wereld vergaan. Onze gehele planeet zou niks dan rampspoed, ellende en apocalyps-achtige taferelen kunnen verwachten. 
In eerste instantie deden die voorspellingen vooral de ronde in kringen van ´spirituele mensen´. Mensen die zich verdiepen in de diepere lagen van het menselijke bestaan. Ik moet zeggen dat ik veel ervaring heb met het vertoeven in die kringen en heb ook wel een en ander meegekregen van wat zich daar afspeelt. En ik voor mij zelf het idee dat elk mens spiritueel is, simpelweg omdat die onstaat en een reisweg aflegt in dit leven, met eigen uniek ervaringen, problemen en geluksmomenten. Hetzelfde geldt voor kunst, wat mij betreft. Elke kunst voegt iets toe aan de cultuur en aan de mens die er ´gebruik´ van maakt, die wordt er door aangeraakt of misschien zelfs ontroerd door. Of het nu een boek, een beeld, schilderij of muziekstuk betreft. En door die ervaring verandert er iets in die mens, er ´verschuift´ iets en het wordt nooit meer 100 % hetzelfde meer.
De gruwelijke voorspellingen voor 2012-20-12, de engelstalige manier van datums weergeven, hebben zich nu uitgestrekt naar journalistieke en wetenschappellijke vlakken van de maatschappij en wel wereldwijd zo schijnt het. De meest vreemde boodschappen komen uit de soms potsierlijk zich presenterende mensen of verenigingen. Helaas bekruipt me dan het zelfde gevoel als de kerken die eeuwenlang mensen bestookten met onbehaaglijk aanvoelende gevoelens. Tegenwoordig kunnen we die gerust als angst bestempelen. En je hoeft geen groot psychisch inzicht te hebben om vast te stellen, dat mensen die angstig zijn, de meest vreemde beslissingen nemen. Eén daarvan is zich proberen te beschermen voor onheil, te vluchten of te vechten. Helaas is het een Don Quichotte-verhaal. Men strijdt tegen windmolens. Ook moet ik dan denken aan soortgelijke profetiën die door soms onvermoeibaar werkenden ons voorschotelden bij het bereiken van de jaarswisseling 1999-2000. De ziekenhuizen zouden niet meer kunnen werken. Patienten die onherroepelijk op dat moment het stoffelijke voor het eeuwige wisselen moesten, omdat de computergerstuurde apparaten uit zouden vallen en ook noodaggregaten niet meer werken. ´t Is jammer....Ook enorme jumbojets en boeings met honderden passagiers zouden uit het luchtruim donderen, als fruitvliegjes die een wolk van DDT in vliegen...En schepen tegen elkaar botsen, omdat hun radar waardeloos was geworden. Vulkaanactiviteit niet meer meetbaar, seismografische vibratie´s onberekenbaar, tsunami´s vrij spel. Telefoonverkeer? Onmogelijk voor maanden. Rekeningen betalen of geld pinnen? Vergeet het maar. Totale chaos zou ons deel worden, anarchie en oproer. Een festijn voor dieven, alarminstallatie´s waardeloos. Revolutionairen die hun slag zouden slaan. 
Ik had die avond dienst bij ´mijn´ verstandelijk gehandicapten. Als ik dan toch de geest moest geven, dan maar bij mensen, die zich geen bal van al die depri-berichten zouden aantrekken. Go out with a blast!
Helaas, van al wat voorzegd was, bleek geen enkel ding uit te komen. Treinen reden normaal, computers deden het, telefoon naar familie om 12 uur als altijd, geen enkele chirurg en verplegende hoefden 8 patienten tegelijk te beademen of reanimeren op de IC. Ik vond het wel een afknapper. Want ergens in mijn achterhoofd hadden zich de beelden van een horror-rampenfilm uit de VS genesteld, tegen wil en dank.
De enige ramp was dat ik mijn lullige twee bewoners om half 2 nog niet naar bed kreeg, ze wilden simpelweg niet, want ze zagen nog een verwaaide vuurpijl en hoorden nog enkele gillende keukenmeiden dichtbij. En de volgende dag vloog het servet van de enig overgeblevene tegenover me aan tafel in de fik. Wat ik fiks bluste met mijn glas water. Die man lachte zich een kriek om het water dat van de tafel droop....dat was alles.
Toch wil ik mijn medemens gerust stellen, voor zover mogelijk. 2012 zou volgens de berekeningen een speciaal jaar zijn, het einde van de eeuwenoude Maya-kalender. Het mocht wat! Allereerst zijn 98 % van mijn lezers geen Maya´s, schat ik even. En na enig rekenwerk(lang leve Google!) zie ik het volgende:
De Chinezen zitten bij jaar 4707, de Tibetanen bij 2139, de Hiindoes 5114, de joden 5753, de moslims 1433, de boeddisten lopen 543 achter op onze jaartelling, de japanners 600 jaar. Al met al, we hebben allen een heel andere berekening. Het zou wel erg onrechtvaardig zijn om dat allemaal over één kam te scheren, geheel tegen de SP-principes. Ik geloof er dus allemaal geen snars van dat 2012 het einde betekent van onze planeet en alles wat er op leeft. En mocht het wel zo zijn, dan leef ik tot de laatste snik mijn leven, want ik laat me geen ene dag afpakken. De Maya´s kunnen me wat, al denk ik dat we meer onheil te verwachten hebben van de spirituele types, die zich bang laten maken en de wetenschappers, die eeuwige roem nastreven of de journalisten, die de boel graag opkloppen omdat ze dan nog heel wat artikelen kunnen schrijven. Tegen allen wil ik zeggen: bemoei je alsteblieft met je eigen zaken! Ik doe niet mee, lekker puh. Tot de volgende weer komt met een nieuwe ramp. Wie zal het deze keer worden? Mormonen, Jehova´s getuigen? U ziet: zelfs rampen beginnen te devalueren onder invloed van de crisis! Ik heb al, net als u, zoveel onheilstijdingen gehoord, dat het begint te wennen. Ik ben reeds immuun geworden. Zodat ik nu de vrijheid om er zelfs iets moois van te maken. En dat doe ik! Maar dat is niks nieuws...misschien krijgen de Maya´s wat dat betreft gelijk! Het einde van het oude en van iets prachtig nieuws! Maar daarvoor hebben we 2012 niet nodig. Dat kan elke dag en elk moment...maar even goed bedankt, ouwe indianen....

Moment


De lucht is opgeklaard
loodgrijs
maakt plaats 
goud-geel 
krijgt ruim baan

Mijn lief bakt pepperkaken
Noorse koekjes voor de kerst

De drie koningen
staan in de sneeuw,
kijken me goedmoedig aan
vanaf het dressoir

Good old Doris Day
87 jaar inmiddels
is a´caroling
met ´n eeuwig jonge keel

Het jaarwiel draait zich opnieuw
als de deeghaken van de mixer
door het deeg zonder begin of eind

De oven verwarmt de keuken
de geur verwarmt mijn hart
De kerstboom verlicht de kamer
de sfeer verlicht mijn hart

Simpelweg geluk
ik voel me zo senang
genoeg voor de dagen
die nog komen gaan
het hele jaar erna!

Robert