maandag 30 juni 2014

Dit land




Dit is het land
waar achter de dijken
jongens een balletje trappen
waar een stuurs kijkende coach
aantekeningen maakt,
rerwijl collega's ijsberen
of de scheidsrechter aanspreken

Dit is het land
waar voetballers
aan de andere kant van de aardbol
bij bijna 40 graden
het hoofd koel houden
en onder een joelend Latijns publiek
op 't eind de overwinning halen

Dit is het land dat Mexico doet huilen
nadat de nuchtere Klaas-Jan
zijn penalty er 'gewoon' in knalt
en in den Haag een popconcert ff stilgelegd wordt
waar de hele trein juicht
en de KLM 'Adios Amigos' twittert

Dit is het land
waar het volk niet durft geloven
ondanks de clipjes met zingende Jordanezen
en juichpakken van slimme Brabanders
of nichten met veren in de dure pruik gestoken

Dit is het land
dat opeens als één man
achter van Gaal gaat staan
de man met de gouden pik
waarvan de vrouw van leer trekt
omdat haar Louis opnieuw in de krant
afgezeikt wordt

Dit is het land waar ouwe vedetten
en schrijvers achterover commentaar geven
met een liedje tussendoor
of zeiksnorren in dure hotels in het strand
wat we nog 's overdoen
met een slissende presentator en stamelende
schrijver in de ochtend
en kijken we naar mensen in de fontein gesprongen
nuchtere Rotterdammers
en de rotzooi in Eindhoven

Dit is het land
waar kleine mannetjes met mooie vriendinnen
eindelijk keihard in kan knallen
waar snelle spitsen zijn maat de goal gunt
waar een blonde kaaskop droog opmerkt
hoe zijn vader 7 jaar geleden stierf en hij
nu 7 jaar later zijn 100e interland speelt
Kippenvel
Dit is het land
dat wonderen verricht
als je het niet verwacht
dat de adem inhoudt
en ons arme hart vast

Dit is het land waar ik van hou
dit kleine maffe land
drie keer nog
zou het dan toch?
dan maar een nieuwe bank...


 

donderdag 19 juni 2014

Oversteek


In de vroege ochtend sta ik oog in oog met een lijk. Nee, ik ben niet afgereisd naar India, waar met de regelmaat van de klok een dode gecremeerd wordt in de openlucht, waarna de as in de heilige Ganges gekiept wordt. Ik loop, beetje suffig nog(we schrijven 5 uur in de ochtend) met één van onze honden over het fietspad. Net buiten ons dorp zijn we geen trottoir rijk, dit is een multifunctioneel pad, voor zowel fietsers als voetgangers. Op dit vroege uur geen enkel probleem. Onze jongste lieveling Oskar zit nog in de fase dat hij niet alleen alles in zich opneemt met de ogen en de oren, maar ook met zijn neus en smaak. En hij is zeer wakker en razend snel. Ik dien dus echt goed op te letten. Want hij maakt ook kennis met de wereld om hem heen door van alles in zijn bek te stoppen en te proeven, letterlijk. Voor me zie ik een slak. Hij is middelbruin, licht slijmerig. Aan het spoor dat hij over het fietspad trekt, zie ik dat ie al een hele afstand heeft afgelegd. Tenminste voor zo'n klein diertje. Het is een naaktslak, hij draagt dus geen slakkenhuis op de rug. Zijn zeer kleine voelsprieten steken nauwelijks boven zijn kop uit. Het is een dappere poging om zich zo voort te bewegen en dat in een wereld die zo enorm groot is voor hem. Wij lopen ondertussen door.
Even later, Oskar is weer veilig thuis, loop ik met de andere twee, Muffin en Pippi, hetzelfde rondje. Ik zie dat de slak aangereden is. Een ontmoeting met een Sumateraans stuk rubber met profiel(fietsband) heeft hem geen goed gedaan. Zijn ingewanden, darmen en zo liggen lelijk bloot opeens. Hij heeft de oversteek over het fietspad niet gered. Ik loop door en denk aan alle dieren die hier rond kruipen, lopen, rennen, vliegen. Het zijn er nogal wat als je zo buiten een dorp woont, op het platteland. En ja, alles wat leeft, gaat een keer dood
 
Ik heb hier al heel wat lijken zien liggen. Konijnen, egels, eekhoorns platgereden door het snelverkeer. Kraaien, eksters, duiven. De laatsten worden regelmatig aangevallen door roofvogels, zoals buizerds en zo. De kraaien smikkelen vaak van de dode dieren, als ze de kans krijgen, ze zijn de vuilnismannen van de natuur en ruimen de boel al flink op. De insecten doen de rest. O ja, ook die ik regelmatig. Een dikke hommel op de rug, de kromme pootjes boven het bolle harige buikje en idem achterwerk. Ik durf die nauwelijks aan te raken net zoals de bijen die gestrekt liggen. Voor hetzelfde geld zijn ze niet echt dood en vliegen op en je aan. De vlinders en nachtvlinders stemmen me vaak wat treurig. Ze liggen achteloos ergens. Soms heb ik het gevoel dat ze alleen heel erg moe zijn, maar meestal blijkt dat een misverstand. Zijn ze toch morsdood. Het zijn de papierachtige vleugels die zo fragiel aandoen en me raken. Eigenlijk moet je niet teerhartig zijn hier. Een egeltje, die levens soms flink kunnen rennen, verbazingwekkend, zijn net enorme kastanjeschillen als ze platgereden op het wegdek liggen. Eekhoorntjes zijn ook raar dood. Zo'n roodbruine rakker die het niet gehaald heeft met zijn enorme pluimstaart. Een fractie van een seconde kan voldoende zijn. Datzelfde geldt voor de vogels die soms vlak voor een auto opvliegen of voor door vliegen. Dan houd je je adem in. Kamikazepiloten zijn er niks bij. Een konijntje is zo leuk, als die rustig knabbelend in het gras zit in de vroege ochtend. Maar als het hele koloniën worden, die gaten gravend en tuinen annexerend rondwaren, dan is het snel gedaan met de snoezigheid en worden het lastige klanten, hun mooie donkere ogen ten spijt. Er leeft hier zoveel. Ook kevers in allerlei kleuren, de meeste lijken op aardappelkevers. Net Afrikaanse schilden op hun rug met allerlei kleuren en vormen, fascinerend. Die vind je dood nooit terug. Vliegen, die schitteren alsof ze naar een disco in de 70er jaren moeten met glitterpakken aan. Mollen zie je ook nooit dood. Levend ook niet trouwens, alleen de hopen laten je weten dat ze er zijn. Af en toe een dode merel, een musje of meesje. Als je bedenkt wat hier allemaal leeft en rond dwaalt, op zoek naar eten, naar en plek voor een hol of plek voor een nest, dan realiseer je je weer, dat wij hier de vreemde eend in de bijt zijn i.p.v. de dieren. O ja, meeuwen en ganzen zijn hier ook, die zie je ook nauwelijks dood. Nou ja, de ganzen zullen wel trekken naar andere oorden van tijd tot tijd, naar gelang het seizoen.
Zo leven ze hier bijeen, vlak bij ons en ons 'nest'. Ze eten elkaar op en blijven zo in leven. En af en toe gaat er eentje dood, op natuurlijke wijze of door een ongeval. Onzichtbaar of zomaar op het asfalt. Met de honden en mij als toeschouwer.
 

Donders goed!

Het is onderhand een traditie. In de aanloop naar het voelbalfeest, de WK, kijk ik met argusogen naar de voorbereidingen. In het verre Brazilië worden hele wijken gesloopt, zonder de arme bevolking te ontzien. In rap tempo, of nou ja, iets minder rap tempo worden enorme en dure stadions uit de jungle gestampt, grote wegen aangelegd en alles wat daar bij hoort. De bevolking protesteert, menigeen vindt dat ze de miljarden beter kunnen besteden. Demonstranten worden afgevoerd en ingeklemd tussen politie of me nog eens besproeid met pepperspray. De bobo's verheugen zich ondertussen op het feestje, de bejaarde voorzitter van de FIFA voorop. Hij gaat nota bene voor een nieuwe termijn, terwijl hij toch al een respectabele leeftijd heeft bereikt. Ondertussen speelt de commercie in ons eigen land(en ongetwijfeld in alle deelnemende landen) volop in op de komende toestanden. Een Braziliaanse reporter die met een idiote stem zich te schreeuwen, in vervoering in een autobedrijf. BN-ers die zingen, dansen met sambaballen of vol in de veren door supermarkten paraderen. Als toppunt scoort de jonge Brabantse ontwerper Donders met zijn 'juichpakken en petten, al dan niet met matje aan de achterkant'. In mijn eigen supermarkt staat de kop van ons Royke op de balkjes die mijn boodschappen scheiden van de klant voor of na mij. En ook de beroemde worstebroodjes zijn er verkrijgbaar.

Thuis informeer ik bij mijn man hoe de vlag er bij hangt. Als ex-voetballer geldt hij in mijn boekje als expert en liefhebber. Ik weet weliswaar onderhand wat buitenspel is en zo meer, dus helemaal voetballeek ben ik inmiddels niet meer. De liefde van mijn leven loopt nog niet warm voor het gebeuren. In de praktijk betekent dat dat er geen bitterballen of bakken chips er door gaan hier ten huize, nog bier of worst. We zitten op de bank, bezig met andere dingen, de tv staat op de achtergrond aan. Af en toe kijken we om beurten naar wat er op het groene gras zich afspeelt, allemaal heel relaxed.
Maar heel lang duurt dat niet. Als de eerste goal gescoord wordt tegen Oranje schieten we al recht. Een ander gevoel maakt zich van ons meester, we worden plots alerter en wat nerveus. Het zal toch niet? Dat gevoel neemt toe bij de tegengoal, onwillekeurig springen we juichend op van de bank. We glunderen. En dat gaat door met elke goal waarmee ons team de regerende kampioen Spanje afgestraft wordt. Genadeloos. Mooie doelpunten door van Persie en Robben. De kushandjes van de laatste die richting camera gaan en de glunderende lach van van Persie. Het samen vieren met van Gaal.
In de dagen er na kijken we met allengs meer belangstelling naar de andere wedstrijden. Er broeit iets in ons. Dat zet zich voort tijdens de wedstrijd met Australië. We hebben immers nog nooit van dat team gewonnen? Hoe zal dat gaan. We ergeren ons eensgezind aan het gestuntel in de eerste helft. Dan in de tweede helft lijkt het tij zich te keren. De Oranjekoorts begint nu door te werken. En we zijn niet meer te houden. Nagelbijtend bijna wachten we op het eindsignaal van de scheidrechter. Nog steeds wat bozig voer de handsbal die een geforceerde strafschop opleverde, maar blij en opgelucht over het eindresultaat van de match.
Mijn hemel, wat weten die mannen toch een emotie naar boven te brengen. Zelfs zo erg, dat mensen die niet die emotie voelen of tentoonspreiden bijna wantrouwen opwekken. En zo beleven we veel plezier aan het geheel, al kost het nog zoveel. Elke ochtend bekijk ik het gedreutel over de wedstrijden van de dag ervoor. Een clubje mannen waartussen een eigenwijze teckel ronddrentelt geven commentaar. Van journalisten, schrijver en cabaretmensen tot entertainers en zangers. En jawel, wij zijn natuurlijk met zijn 17 miljoen experts. Ach, het zij ons vergeven. De Spanjaarden mogen terug naar huis. De Aussies moeten nog aan de bak. Wij zitten op rozen, voorlopig. Met alles dient zich de volgende spannende stap aan in dit geheel. De bank krijgt het nog zwaar te verduren als we zo door gaan. Voorlopig zitten we op het puntje, mopperen, turen, vloeken, schelden en vliegen omhoog als een duveltje uit een doosje. Kortom Oranjekoorts.