donderdag 19 juni 2014

Oversteek


In de vroege ochtend sta ik oog in oog met een lijk. Nee, ik ben niet afgereisd naar India, waar met de regelmaat van de klok een dode gecremeerd wordt in de openlucht, waarna de as in de heilige Ganges gekiept wordt. Ik loop, beetje suffig nog(we schrijven 5 uur in de ochtend) met één van onze honden over het fietspad. Net buiten ons dorp zijn we geen trottoir rijk, dit is een multifunctioneel pad, voor zowel fietsers als voetgangers. Op dit vroege uur geen enkel probleem. Onze jongste lieveling Oskar zit nog in de fase dat hij niet alleen alles in zich opneemt met de ogen en de oren, maar ook met zijn neus en smaak. En hij is zeer wakker en razend snel. Ik dien dus echt goed op te letten. Want hij maakt ook kennis met de wereld om hem heen door van alles in zijn bek te stoppen en te proeven, letterlijk. Voor me zie ik een slak. Hij is middelbruin, licht slijmerig. Aan het spoor dat hij over het fietspad trekt, zie ik dat ie al een hele afstand heeft afgelegd. Tenminste voor zo'n klein diertje. Het is een naaktslak, hij draagt dus geen slakkenhuis op de rug. Zijn zeer kleine voelsprieten steken nauwelijks boven zijn kop uit. Het is een dappere poging om zich zo voort te bewegen en dat in een wereld die zo enorm groot is voor hem. Wij lopen ondertussen door.
Even later, Oskar is weer veilig thuis, loop ik met de andere twee, Muffin en Pippi, hetzelfde rondje. Ik zie dat de slak aangereden is. Een ontmoeting met een Sumateraans stuk rubber met profiel(fietsband) heeft hem geen goed gedaan. Zijn ingewanden, darmen en zo liggen lelijk bloot opeens. Hij heeft de oversteek over het fietspad niet gered. Ik loop door en denk aan alle dieren die hier rond kruipen, lopen, rennen, vliegen. Het zijn er nogal wat als je zo buiten een dorp woont, op het platteland. En ja, alles wat leeft, gaat een keer dood
 
Ik heb hier al heel wat lijken zien liggen. Konijnen, egels, eekhoorns platgereden door het snelverkeer. Kraaien, eksters, duiven. De laatsten worden regelmatig aangevallen door roofvogels, zoals buizerds en zo. De kraaien smikkelen vaak van de dode dieren, als ze de kans krijgen, ze zijn de vuilnismannen van de natuur en ruimen de boel al flink op. De insecten doen de rest. O ja, ook die ik regelmatig. Een dikke hommel op de rug, de kromme pootjes boven het bolle harige buikje en idem achterwerk. Ik durf die nauwelijks aan te raken net zoals de bijen die gestrekt liggen. Voor hetzelfde geld zijn ze niet echt dood en vliegen op en je aan. De vlinders en nachtvlinders stemmen me vaak wat treurig. Ze liggen achteloos ergens. Soms heb ik het gevoel dat ze alleen heel erg moe zijn, maar meestal blijkt dat een misverstand. Zijn ze toch morsdood. Het zijn de papierachtige vleugels die zo fragiel aandoen en me raken. Eigenlijk moet je niet teerhartig zijn hier. Een egeltje, die levens soms flink kunnen rennen, verbazingwekkend, zijn net enorme kastanjeschillen als ze platgereden op het wegdek liggen. Eekhoorntjes zijn ook raar dood. Zo'n roodbruine rakker die het niet gehaald heeft met zijn enorme pluimstaart. Een fractie van een seconde kan voldoende zijn. Datzelfde geldt voor de vogels die soms vlak voor een auto opvliegen of voor door vliegen. Dan houd je je adem in. Kamikazepiloten zijn er niks bij. Een konijntje is zo leuk, als die rustig knabbelend in het gras zit in de vroege ochtend. Maar als het hele koloniën worden, die gaten gravend en tuinen annexerend rondwaren, dan is het snel gedaan met de snoezigheid en worden het lastige klanten, hun mooie donkere ogen ten spijt. Er leeft hier zoveel. Ook kevers in allerlei kleuren, de meeste lijken op aardappelkevers. Net Afrikaanse schilden op hun rug met allerlei kleuren en vormen, fascinerend. Die vind je dood nooit terug. Vliegen, die schitteren alsof ze naar een disco in de 70er jaren moeten met glitterpakken aan. Mollen zie je ook nooit dood. Levend ook niet trouwens, alleen de hopen laten je weten dat ze er zijn. Af en toe een dode merel, een musje of meesje. Als je bedenkt wat hier allemaal leeft en rond dwaalt, op zoek naar eten, naar en plek voor een hol of plek voor een nest, dan realiseer je je weer, dat wij hier de vreemde eend in de bijt zijn i.p.v. de dieren. O ja, meeuwen en ganzen zijn hier ook, die zie je ook nauwelijks dood. Nou ja, de ganzen zullen wel trekken naar andere oorden van tijd tot tijd, naar gelang het seizoen.
Zo leven ze hier bijeen, vlak bij ons en ons 'nest'. Ze eten elkaar op en blijven zo in leven. En af en toe gaat er eentje dood, op natuurlijke wijze of door een ongeval. Onzichtbaar of zomaar op het asfalt. Met de honden en mij als toeschouwer.
 

1 opmerking:

  1. Ieeuwwww, ik denk dit is de beginzin van een spannende thriller!! Geprikkeld verder gelezen, maar soms is de natuur erg wreed, of verkeer ;-)
    "Mooie" overpeinzing, dood is overal, cirkle of life .... soms staan we er bij stil en kijken er naar.

    Weer een spontane, die uit het niets weer kwam door dat lijk. Jij kunt dat als geen ander! :-)

    BeantwoordenVerwijderen