woensdag 29 februari 2012

29


Ach God, nu we een schrikkeljaar hebben, moet ik ineens aan onze vroegere buurvrouw denken. En aan haar zoon. Op het veldje naast ons huis, waar we hutten bouwden, voetbalden(ik niet), kikkers vonden(vanwege het kikkerdril dat uitgekomen was in onze wekflessen), vuurtje stookten en cojboj en indiaantje speelden(net als onze Songfestival-kandidaat) en achter de heg naar de buren keken, op dat veldje dus(bent u er nog?) daar bouwden onbekenden een huis. Of liever gezegd twee. Voor ons gevoel was dat veldje van ons. Nou ja, onze ouders hadden het nooit geërfd of er een akte voor getekend bij de notaris, maar toch. Zoiets als de echte Indianen in de VS voelden wij tot op onze botten, dat we moreel de beheerders van het veldje waren. Het bleek echter niet zo te zijn. Gewichtige mensen op de gemeente, achter het grote zandpad tussen de korenvelden door, hadden anders beslist. Ze zetten grote stempels op deftige papieren met watermerken er op. Ongetwijfeld stonden daarop het aantal meters vermeld en wat de bestemming was van dat stuk grond.
Op een kwaaie woensdag waren er opeens landmeters en voor we goed en wel het verlies van ons dierbaar stukje aarde hadden opgenomen in onze hersencellen, verschenen opeens paaltjes, planken en machines. Het veldje deed niet langer dienst als ons speelveld, maar transformeerde in een grote kuil van goudgeel zand, waar rondom palen met planken, zodat er niemand onnodig in donderde. Er liepen streng kijkende mannen rond met grote tekeningen, er kwamen betonmolens,  nog meer planken, schoppen, zakken, stenen. O ja, hele stapels stenen. En langzaamaan veranderde onze verbazing en onthutsing in interesse naar wat er plaatsvond. In één zomer tijd rezen funderingen op. Snel volgden muren met deuren, raampartijen enzovoort. En in een mum lagen de dakspanten klaar. De dakpannen verschenen. Een grote tak stond fier op het hoogste punt, de bouwvakkers dronken bier. En alles leek donkerder te worden en kleiner, want ons veldje was weg. Voorgoed verdween dat stukje, wat zo lang ons zicht bood op een wijde horizon, waar in de verte achter de akker de trein denderde. Op gezette tijden, ook ´s nachts.
De mensen die verantwoordelijk waren voor dit alles, waren oude buurtgenoten van mijn moeder en haar ouders. Ergste was nog, dat we juist daarom vriendelijk dienden te knikken tegen die verraders, die ons ons land afhandig hadden gemaakt. We konden niet eens zoals echte Indianen ze neerhalen met onze pijl en boog, ze schrik aanjagen met onze tomohawk, vastbinden om een totempaal of de sqaw scalperen...
We dienden ons er bij neer te leggen, vriendelijk te glimlachen, niet te nieuwsgierig de vorderingen te bekijken en ons te gedragen als keurige jongens i.p.v. de bloeddorstige Indianen met getergde inborst. Vooruit dan maar, voor onze moeder...maar van harte ging het niet!
Een jaar of wat later zagen we de jonge man, die kaal door het leven ging met zijn verloofde polshoogte nemen. Het huis was zo goed als af.
Niet lang erna werd er getrouwd. Het toekomstige hoofd van het gezin voerde zijn bruid met de VW-kever naar zijn stulp. Helaas had ie buiten zijn broers of vrienden gerekend.
Wij lagen al in onze bedden. Echter, in de nacht hoorden we kabaal. We slopen naar het raam. Daar zagen we onze kersverse buurman met zijn bruid. Hij wurmde aan het lage draaibare hekje dat toegang gaf tot, jawel, zijn eigen inrit. Buurvrouw zat, verkleed als bevallig bruidje met het onmiskenbare bruidsboeket op schoot te wachten. De buurman klooide dapper voort. Het duurde even voordat we begrepen wat de reden was van dit tafereel. De ronkende auto, de ongeduldige vloekende buurman, waarvan het hoofd langzaam rood aanliep van de inspanning...Hij kreeg het kreng niet open. De rotjongens hadden het stevig vastgeknoopt, bij wijze van grap. Hij gaf echter niet op. Het bruidje werd allengs nerveuzer. ´Loat maar Gerrie´, zei ze op bescheiden en verzoenende toon. ´Zet de wagen mer aan de stroat.´ Haar tongval verraadde haar limburgse afkomst onmiskenbaar. Haar bloedeigen man was nog niet zover om op te geven. Hemel en aarde vervloekend, rukte hij boos aan het touw, dat geen duimbreed toegaf...De bruid was verstandig en zei niks meer. Ze plukte aan haar boeketje. Haar echtgenoot dreigde het hele muurtje omver te rijden. Zover kwam het echter niet. Zijn gezonde verstand won het en hij zette de auto voor het huis aan de straat.
Een tijd later vertoonde de buurvrouw tekenen dat ondanks het ongelukkige begin van de huwelijksnacht een en ander geconsumeerd was. Ze was overduidelijk in gezegende toestand. De spruit werd geboren op 29 december. Nadat hij uitgebreid bewonderd was, kwamen de grapjes natuurlijk los. Wat zou dat goedkoop zijn, maar 1x per 4 jaar jarig zijn. En wat zou ie jong blijven. Etcetera.
Het joch groeide voorspoedig op. Ik werd ingehuurd als babysit. Blijkbaar voldeed ik aan de gestelde eisen, want ik werd meer en meer gevraagd. Nu had de zoon des huizes de boeiende gewoonte om zijn speelgoed om te kiepen. Bouwstenen of mini-autootjes werden uit de kartonnen wasmiddeltonnen gedonderd op de serrevloer, waar ik als puber hem beobachte en moeite deed hem in het gareel te houden en op tijd zijn bed in te krijgen. Wanneer één ton geleegd was en na 5 minuten de volgende ter hand werd genomen, waarschuwde ik de kleine guit. Pedagogisch meldde ik hem, dat ´we dat zo niet deden´. ´Eerst ruimen we dit op en pas daarna gaan we met de volgende ton verder´, zei ik. Het joch keek me aan of dat ik niet helemaal wijs was.
Op het gevaar af dat ik mijn zakgeld niet langer met babysit-verdiensten kon aanvullen, nam ik dit stukje extra opvoeding ter hand. En warempel het werkte. Supernanny had me niet kunnen verbeteren. Het effect liet zich raden. Mijn buurjongetje was stapel op me, de buurvrouw stond verbaasd toen hij uit zichzelf de boel ging opruimen, precies zoals ik hem geinstrueerd had. Dat was nog nooit vertoond in haar theater. Ze kwam rap informeren hoe dat nu zo kon, bij mijn moeder. Die glom van trots dat ik zoiets voor elkaar had gekregen, terwijl ik het zelf de gewoonste zaak van de wereld vond. Ik had het niet eens aan mijn moeder verteld.
De buurvrouw zag ik jaren later terug. Ze zat nog vol lof over me en refereerde aan die episode in ons leven. Ik krabde me achter mijn oor om het me te herinneren. Ze meldde me ook dat haar lieveling tegenwoordig met pa de daken van mijn voormalige dorp onveilig maakte. Ze hadden het dakdekkersbedrijf van haar vader en broer overgenomen. Dus als u ooit een dakdekker ziet die zijn brander, de afval en de rollen netjes opruimt als ie klaar is, dan weet u nu hoe dat komt. En dat ie het dak nog effe lekker afveegt, hoeft u ook niet te verbazen.
Ik moest er allemaal aan denken, toen ik me realiseerde dat het bijna de 29e is. Proficiat Gerald! Je bent precies 10 geworden. En ik ben nog steeds trots op je! Zo, nou eens even kijken of ik die Supernanny kan aanklagen. Is ze nou helemaal gek geworden. Dat de buurvrouw over mijn sukses verteld heeft aan haar Canadese oom en tante en dat die het weer verder gebazuind heeft aan een buurvrouw die haar klep niet kon houden, wil nog niet zeggen dat ik het er mee eens ben, dat zo een doodgewoon Engels meisje in een villa woont in LA. Waar is het nummer van mijn advokaat? Je moet ook met alles rekening houden!

dinsdag 28 februari 2012

Opvoeden en vruchtbaarheid

Onderweg naar huis moest ik een omweg maken. Bij het station stapte ik uit. Ik dook in een kiosk en bladerde door enkele tijdschriften. Ook nam ik een blad ter hand, gericht op het opvoeden van kinderen. JM Ouders geheten. Ergens in het midden stond een interview met de schrijver Robert Vuijsje. In de kop van het interview las ik iets wat mijn haren ten berge deed rijzen. ´Zijn kinderen moeten opgroeien in Amsterdam-Zuid, de universiteit aflopen en heteroseksueel zijn. En als het anders is(vroeg de intervieuwer)? Dan hoop ik dat ik de grootheid kan opbrengen om aan hun belang te denken.´
Goh, dacht ik, want mijn verbeeldingskracht sloeg meteen aan en werkte op volle toeren. Stel dat jouw zoon homo is, waar haal je dan ineens die grootheid vandaan om aan zijn belang te denken? Zou deze man een toverstokje hebben om de bevooroordeelde genen die zich doen gelden in zijn hersenpan met één spreuk om te turnen en hee presto als een geweldig begripvolle vader zijn zoon te knuffelen met de woorden: Geef niks knul! Breng je vriend mee, ik maak het logeerbed alvast op?
Aan de ene kant vond ik zijn eerlijkheid enigszins ontwapenend, aan de andere kant kon ik nauwelijks bevatten dat een schrijver zo beperkt denkt en leeft, dat ie zulke uitspraken doet.
Opgroeien in Amsterdam-Zuid? Wat is daar zo bijzonder aan dan? Waarom zou dat beter zijn dan Tietjerkstradeel, Kerrade of Domburg? En hij dient universiteiten af te lopen, minstens één...Het grenst toch werkelijk aan snobisme, lijkt me zo. Deze auteur is amper 32 jaar, heeft een voorkeur voor donker getinte vrouwen met intelligentie(ook zo´n uitspraak) en heeft godbetert twee universiteiten bezocht, eentje in Nederland en eentje in de VS. Hij heeft als journalist gewerkt voor de Nieuwe Revu en de Pers(gratis treinkrant) Zijn relatie met een Braziliaans vrouw is beëindigd.
Ik bedacht me dat het zou kunnen dat hij dit soort controversiële uitspraken doet om in het nieuws te blijven. Voor je het weet, word je niet meer uitgenodigd bij DWDD of Paul Witteman en zo. Maar als je een goed schrijver bent, zou je dat dan nodig hebben? Of was ik inmiddels al zo cynisch dat ik op zulke gedachten kwam?
Hij beweert verder in het interview dat zijn zoontje slim is en origineel. Dat zal dan wel van zijn moeder komen, is mijn onmiddellijke reactie.
Ik moest denken aan een discussie die ik jaren terug met mijn toenmalige collega voerde. Hij was ook een jonge vader en vertelde me dat zijn zoontje alles mocht. Maar hij diende wel van voetballen te houden en bij de scouting later, wat er ook gebeurde. De weerstand in mij sprong uit mijn oren en neus. Desondanks hebben we een redelijk gesprek gevoerd. Ik vroeg aan hem: Wat als je zoon later van ballet houdt of breakdance? Wat als ie zwemmer wordt in zijn vrije tijd of kampioen van de schaakclub. En een pokkenpesthekel heeft aan de Scouting, kamperen en alles wat die mensen daar doen in hun uniform?
Tja, dat kon de goeie man zich nauwelijks voorstellen...maar goed, hij was enigszins bereid om water bij de wijn te doen. Al kostte hem het zichtbaar moeite...
Ik heb me vaak verbaasd over mensen die gelijkenissen met zichzelf willen herkennen in hun kroost. Natuurlijk, het is erg leuk! Maar het wordt ook erg vervelend als het een moeten wordt. En kan uitmonden in een gevecht om de ruimte zichzelf te mogen zijn. Het kind is er nl. niet om de ouder te bevestigen in zijn bestaan, een kopie te worden van pa of ma of de verwachtingen waar te maken. Koop dan een stel Barbie- en Kenpoppen en speel daar dan mee, denk ik. Een stuk rustiger...
Het blijkt eens te meer dat het geen kunst is om een kind te fabriceren. Je dient de juiste onderdelen bij elkaar te brengen en een of meerder orgasmes vormen het startschot van de zaaddeeltjes om de eitjes te bereiken. Niet zo moeilijk met een beetje geluk. Maar dan...dan begint het grote avontuur. Het hoogtepunt is dan bereikt en hierna komt de daaglijkse realiteit. Want met die miniscule zaadjes en eitjes komen ook een berg genen bij elkaar, worden wat geklutst en vormen een uniek iets, wat zich ook nog onvermijdelijk begint te delen en te groeien. Tja en wat het resultaat is, zie je pas jaren nadien.
Een vriendin en ik hebben hele gesprekken over vruchtbaarheid. Volgens ons wordt de fysieke vruchtbaarheid zwaar overschat op vele fronten. En richten mensen zich veel minder op die andere vorm. Wij hebben regelmatig uitspraken, gedachten en inzichten, die we delen. Deze vorm van ´kruisbestuiving´ zet van alles in gang! En is een uitstekende voedingsbodem voor nieuwe idealen, helderheid en ideeën. Een prachtige vorm van vrucht-dragen. En je krijgt er ook nog eens veel minder overbevolking van....met zijn 7 miljard op deze planeet, geen overbodige luxe...
Ach, ik snap heus wel dat mensen hun eigen menselijke zwaktes, hun hoop en trots ergens kwijt moeten. Maar laat ze er in hemelsnaam voor waken om dat vooral niet op hun kinderen te doen. Die hebben hun eigen pakketje al meegebracht. En dat is meer dan moeilijk genoeg voor hen.Ook als je in Amsterdam-Zuid woont, universiteiten afloopt en heteroseksueel bent. Want je moet je vader er soms voor behoeden dat ie zijn rare vooroordelen te serieus gaat nemen....misschien dat het helpt als je in Tietjerstradeel gaat wonen, homo bent en MBOer. Ziet ie nog wat van het normale leven...Beter laat dan nooit! Ik zou zeggen, sterkte Vuijsje jr. Ik sta achter je!

zaterdag 25 februari 2012

Joanne

Na een lange werkdag zit ik ´s avonds wat te zappen. Opeens zie ik haar voorbij komen. Verrek denk ik, ik ken dit toch. Dit landschap, die bomen, die resten van stenen pilaren. Ik zoef weg, jaren terug. In de 80er jaren zie ik mezelf op diezelfde plek staan. We gingen op dit eiland naar een tempel toe. Stomverbaasd ben ik wanneer blijkt dat het de plek is waar een school voor genezers gevestigd was, toegewijd aan Askleipios. Nu hoor ik de stem van haar weer, terwijl ik in een soort van deja-vu gevoel verkeer en alles weer in me op neem, opnieuw. Verder gaat ze, van dit Griekse eiland Kos naar het buureiland van Nissyros. Ze loopt door de enorme krater op het eiland. Ik zie en ruik de plek. De mosterdgele plekken van zwavel, opgedroogd, de waarschuwing niet te dicht bij de stukken te komen, waar rook opdwarreld vanuit de aardkorst. Precies als toen. De rottende eierenlucht dringt opnieuw in mijn neus, al zit ik nu in mijn luie stoel in Midden-Limburg. Zo gaat ze door. 
Ze doet het opnieuw, gaat het door me heen. En we lopen weer gelijk. Haar zachte stem maskeert een passie om te onderzoeken. De oude Goden en wat ze betekenden in het leven van de Grieken van toen. En nu, naar het blijkt. Gaat dit zien! Op Discovery Channel, nu! Fascinerend en een heel andere kant dan de vriendin die ze speelt in Absolutely Fabulous van Patsy Stone b.v. 
Hiervoor liet ze al een prachtige documentaire zien over het Noorderlicht in Noorwegen. Betoverend!
Toen wij daar met eigen ogen het Noorderlicht mochten zien, op vakantie in de winter van Midden-Noorwegen, zag ik dat ze absoluut niet overdreven had! En we voelden ons bijzonder dat we er niet voor tot boven de Poolcirkel hoefden te reizen, zoals zij had gedaan.
Tijdens die zelfde reis rustte ik uit van een dag buiten in de sneeuw bij -27 graden Celsius. Rozig van het vele lopen en opnemen van zoveel moois daar, lag ik na een heerlijke douche te zappen en zag tot mijn verbazing toen een indringende documentaire over de loop van de Nijl. Mijn ´eigen´ Joanne verraste me weer door naar Afrika te gaan en diep onder in Egypte te zoeken naar waar enkele bronnen miezerige stroompjes produceren, die dan verderop uitlopen in een machtige rivier, eindigend in de delta bij Caïro. Nu weet ik dus inmiddels dat ik in de ban ben van haar en haar verhalen. En dat ze me vindt, hier en daar, op haar eigen tijd en eigen manier! Zei ik al dat vrouwen mysterieus zijn en perfecte timing hebben. Joanne zeker in ieder geval....als je er het minst op bedacht bent, slaat ze toe. Zoals bij toverslag...En ik? Ik laat me betoveren..



zaterdag 4 februari 2012

Kroenen

Vroeger had ik er nog nooit van gehoord. Ik wist niet van hun bestaan. Niet wat ze deden. Ik was nog klein. Sprak geen engels. En zeker geen amerikaans. Wat iets heel anders is.

Mijn man was weg. Niet voor altijd. Gewoon weg. Iets anders doen. Ik liep te rommelen in huis. Op de kast lag van alles en nog wat. We waren te lui, te loom gister om het op te ruimen. Zo bleef het gevoel nog even hangen ook. Nu zag ik vanuit een hoekje van mijn oog het ding liggen. Ik maakte het open, nadat ik de achterkant bestudeerd had.
Even later schalde de stem van ene F, Sinatra door de kamer. Hij had het over april in Parijs. Mijn gedachtes vlogen weg. Ook ik was ooit, lang geleden, in Parijs. Rue de Martyrs, vlakbij Monmartre en de Sacre Coeur. Erg romantisch vonden we. Een kamer met schamele lits jumeaux(er bleek onder de ene geen poot te zitten, maar drie bakstenen. Er liepen enige Arabische ´kamermeisjes´ rond. We verloren er onze sleutel, werden uitgefoeterd en hadden evengoed erg veel lo.
Het liedje van meneer S. kende ik van de moeder van een vorig vriendje. Ze zong hartstochtelijk, waarschijnlijk omdat een mens in het Eindhoven van de 70er jaren toch ergens hartstocht vandaan moet halen. En op haar meest gekoesterde lp stond dit nummer. Haar ogen lichtten op als ze er maar naar keek. Logisch, Eindhoven is tenslotte de lichtstad...
Ondertussen werd onze huiskamer gevuld door de stem van meneer Bennett, Perry Como, Bing Crosby(van de film) Fred Astaire(ook, al danste die meer en tapte) Mel Tormé.
En ene T. Jones uit Wales. Het was dus niet alles Amerikaans wat de klok sloeg. Op de maat van de muziek hanteerde ik de afwasborstel en theedoek, een uitermate plezierige bezigheid. Al snel kon ik mijn eigen stembanden ook niet meer in bedwang houden. Het maskeerde ondertussen ook lekker de herrie van onze buurman, die eeuwigdurende verbouwingen houdt. Ik snap niet dat daar nog niet alles verbouwd is.
All Martino bezong Spaanse ogen. Ook daar kun je het uitgebreid over hebben in een song. Si, si, wacht op mij, jij en je Spaanse ogen.
Ik was blij dat ik het doosje geopend had en het schijfje in de speler gestopt. Zo kwamen er allemaal herinneringen omhoog. Spaanse ogen in de trein van Barcelona naar Parijs. Een twee turven hoge Spanjool, die me de liefde verklaarde onder het kedengedeng. Niet echt ideaal(ik heb niet zoveel met onze Iberische broeders over het algemeen), maar och, het bleek een welkome afleiding op de lange reis. Het is soms behelpen in het leven, maar god, je moet de mensen ook niet altijd teleurstellen. (Ik vergat dat diezelfde man me nog maanden brieven stuurde om het nog eens dunnetjes over te doen en we hadden niet eens gezoend)
On the street where you live...ach, als puber op en neer fietsend over de straat en maar hopen dat het ´slachtoffer´van deze jeugdige bevlieging je onder ogen zou komen, al dan niet ´toevallig´...
Unforgettable zingt Nat King Cole. Een stem die even unforgettable is. De man waar ik toendertijd aan dacht, was stukken minder onvergetelijk. Meer een kwal! Ach ja, je moet het ergens leren, dat verschil.
Barry White had het goed begrepen. ´Just the way you are´...ja, maar leuk is anders als je jong bent en je kop vol zit van erg ideale dromen...
Gelukkig is er altijd ´Bridge over troubled water´, het zachte kussen om zacht op te vallen en op je janken. Uithuilen en opnieuw beginnen zei een vriend vroeger, nuchter maar accuraat.

Al deze mensen croonen. Het zijn crooners. Ze zingen en bezingen de liefde of wat er voor door moet gaan aan alle kanten. Elk aspect wordt uitgelicht op een zeer aantrekkelijke manier. Met zoetgevooisde stemmen, zou Willem Duys zeggen in zijn programma op de radio. Deze crooners op ons schijfje zijn legendary. Ze hebben hun punten gescoord. Het is iets van voor deze tijd en het zal na onze tijd nog steeds bestaan.
Mijn ouders dansten al op hun muziek na de oorlog of zelfs ervoor. En ze gaven me de liefde ervoor door via hun genen. Nu zijn er ook volop crooners. In hun eigen moerstaal of in het engels. Heel basic voor een microfoon of strak in het pak. Met of zonder orkest. En ook in groepen. Denk maar aan Il Divo en b.v. LA the Voices. Maar ook Andrea Bocelli croont dat het een lieve lust is. Tussen de aria´s door van Puccini en Verdi maakt hij cd´s met nummers van Elvis en andere oude sterren. Gevoelige, langzame nummers. Romantisch en sensueel.
Ik zing ze zelf ook graag. Lekker sloom, wat rekken. En dat melancholische gevoel oproepen van dat wat misschien net niet perfect is, maar daardoor wel zeer aantrekkelijk. Tijdens mijn zanglessen hoorde ik dat ik een ´lyrische tenor´was. Ja, die zijn ook geschikt voor croonen. Mooi, dan gaan we daar mee door dan...
En er naar luisteren. Wil je eens wat nieuws horen? Probeer dan ´s te luisteren naar Mario Frangoulis, Gloria Estaban(in haar moerstaal Spaans), Peter Jöback(Zweed), Luis Miguel(wereldberoemd in Mexico), Harry Connick(VS) en de fameuze Josh Groban of Mario Lanzo.
Luis Miguel leerde ik kennen toen ik in Mexico City was. Het geld daar was net gedevalueerd, waardoor mijn meegebrachte dollars nauweljks op te krijgen waren. Ik kocht in het Casa de los Azulejos(Tegelhuis) enkele cd´s van hem. Hij is echt heel beroemd daar, terwijl hier bijna geen hond van hem heeft gehoord.
Het Casa trok mijn aandacht, want het lag in dezelfde straat als mijn hotel(zowat het enige waar ik ooit het aderes van heb onthouden en is het oudste koloniale gebouw van die stad met aan de buitenkant allemaal van die blauwwitte tegeltjes er in verwerkt, heel apart. Van binnen is het typisch Mexicaans, een carrévorm, waar goeie restaurants huizen, delicatessenzaken, cdwinkels en boekhandel. Ik nam er elke dag ontbijt. Als ik Luis hoor zingen, ben ik weer daar en zie de mensen in het park dichtbij zitten op de smeedijzeren bankjes. En kijk ik over de stad ´s nachts vanuit mijn hotelkamer of het plein met het Presindentieel Paleis, waar de indianen dansen met hun trommels en rookoffers, in traditioneel kostuum. Azteken live!

In Acapulco hoorde ik overal Gloria Estaban zingen. In het Spaans zong ze alsof ze in een oude club stond, heerlijke nummers. Zo staat ze ook afgebeeld op het hoesje met bloem achter het oor en in het zwart wit.
Ach, allemaal herinneringen! Dus croonen allemaal en zwijmelen in je heerlijke herinneringen en de melancholie van dat wat ooit was en nooit meer terug komt. O ja, weet je wie ook croonde? Onze eigen Wim Sonneveld. Liedjes als 1910, Zand en zee, Burgemeester Beekmanlaan en Huwelijksreis vallen ook in deze categorei, plus het onvolprezen Het dorp en het lied waarop het gebaseerd is in het Frans...Er valt dus nog heel wat te beleven voor onze oren!

Zaterdags geluk


Mijn man zou vroeg vertrekken. Hij had me op het hart gedrukt om vooral uit te slapen. Er hoefde niks in huis gehaald. Alles was er al. Geen bakker dus. Geen supermarkt. Niks. Hij verzorgde de honden wel, uitlaten en voeren. En dan vertrekken naar het station en de trein nemen. Ja, hij zou, na de toestanden op Utrecht CS eerst de website bekijken van de NS op eventuele storingen, vanwege het weer.
En pas dan naar de hoofdstad vertrekken. Daar wachtten tween vrienden uit Alaska. Ze waren onderweg naar Afrika, maar maakten een tussenstop in Amsterdam. Van de gelegenheid gebruik makend, had één van hen Fred gevraagd of het leuk was elkaar te treffen. En dat was het.
Ik draaide me nog eens om. Mijn bed voelde heerlijk warm aan. Ik had mijn blaas geleegd. En gedag gezegd. De honden waren zoet gaan liggen. Voor mijn geeestesoog zag ik Fred door de sneeuw en kou ploeteren op zijn nieuwe fiets.En ik hier vergenoegd in bed, onder het dikke dekbed. Op mijn vrije zaterdag. Door een randje op het glas van het dakvenster zag ik sneeuwvlokken.
Het lukte me wonderwel om niet te gaan denken. Funest in deze fase van de na-nacht. Als ik er eenmaal mee begon, dan zou mijn kans verkeken zijn. Gewoon ogen dicht en nergens aan denken en wegzakken in een zalige warmte van niks doen...
Mijn innerlijke klok had heel andere plannen. Ik was wakker, al deed ik nog net of ik me in dromenland bevond en niet over dat enorme dikke dekbed heen kon kijken naar de wekker. Die gaf 7.43 uur aan.
Ik sprong bijna uit bed. Ai, koud meteen! Al stond de verwarming al 2 uur aan. Ik liep naar de andere kamer om me aan te kleden. Buiten geen sneeuw te zien.
Eenmaal beneden deed ik mijn schoenen aan. Ik knoopte mijn veters zorgvuldig, deed mijn jas aan, sjaal om en handschoenen in mijn zak. In de kamer knipte ik een schemerlampje aan. Ik sloop bijna door de keuken. Tot mijn verbazing lagen de honden in diepe rust. Ze sloegen niet aan.
Eenmaal buiten haalde ik zo zachtjes mogelijk de fiets naar buiten en hing de tas er aan. Pas bij de buren deed ik de handschoenen aan. Fietsend naar het dorp keek ik over de velden. Automatisch ving ik de temperatuur op. -12 graden, bijna zo koud als de 1e keer in Roros, in Oost-Noorwegen. Viel daar mee, maar koud hier. Onder mijn neus voelde ik wat trekken. Mijn snor begon te bevriezen. Een goeie graadmeter voor mij, dat het echte kou betrof!
Bij de supermarkt gekomen zette ik de fiets in het rek. Gelukkig zag ik net op tijd een grote hondendrol. Ik tikte er voorzichtig tegen met de zijkant van mijn schoen. Hij was geheel bevroren en handig wipte ik hem weg. Ik wilde niet het risico lopen dat ik onnadenkend er toch in zou trappen als ik terug kwam.
Ik nam een karretje buiten. Ik was de eerste klant, samen met een oudere vrouw. In mijn hoofd zat een lijstje van dingen, die ik wilde aanschaffen. Gek genoeg verdween dat bijna toen ik de winkel in ging. Raar, net een soort bewustzijnsvernauwing. En weg lijstje! Ik stond even stil om het me te herinneren. En daar kwam het weer langzaam bovendrijven.
Achter in de winkel zat een deel van het personeel. Goeiemorgen klonk het.  De vorige eigenaar zat, samen met zijn zoon en schoondochter, aan de koffie. In zijn hand had hij de krant, opengeslagen. ´Hakke takke balle balle´, zei hij en met olijke ogen toonde hij me de pagina. Ik zag de foto van het Carnavalsfeest. ´Ja, zei ik op sombere toon. ´Dan weet je het wel weer...En daarvoor moest ik door de bittere kou komen, om dit te horen?´ Het gezelschap barstte in lachen uit. ´Zo, jullie zijn ook weer wakker!´zei ik voldaan en vervolgde mijn weg.
Ik reed weer langzaam terug naar huis, nadat ik betaald had. De weg was nog verlaten. Normale mensen sliepen nog. Ik passeerde de boerderij aan het begin ervan. Hun hond blafte tegen de eerste klant die stond te wachten op de bus. Een aardige jongeman, die me vriendelijke gedag zei. Wat hou ik toch van het platteland!
In de verte zag ik de stad. De lucht begon te veranderen.
Thuis aangekomen pakte ik de boodschappen uit. De honden waren nog steeds heel rustig, een unicum in het weekend. Ik nam een tissue, want mijn neus hield het niet meer. Ik haalde lagen kleding weg en hing die op de kapstok. Mijn sloffen aan, de ketel voor koffie. Met mijn ontbijtje innig tevreden bij het raam. De lucht kleurde inmiddels naar zacht roze-oranje. Een vogeltje deed zich te goed aan de vetbol. Een perfekt begin van deze dag. Ik ben toch blij met mijn inwendige wekker!

woensdag 1 februari 2012

De kracht van een verhaal

In vroeger dagen werden verhalen verteld. Op veel plekken op deze planeet was er nog geen schrift. Daarom bestond de noodzaak om verhalen uit het geheugen op te dissen en zo te brengen. Dat had veel voordelen. Men moest zich wel trainen in het onthouden ervan. En mensen kwamen bij elkaar om er naar te luisteren. De verhalenverteller had een belangrijke functie. Elke keer dat een verhaal verteld werd, was uniek Een mens is nou eenmaal geen machine, dus liep men de kans dat het verhaal net even anders vertelt werd dan de vorige keer of de volgende keer. Men gaf verhalen door, ook aan de volgende generatie. Een erfstuk als het ware, waarin de geschiedenis en de roots van een volk of familie doorgegeven werd. Je diende daar zuinig op te zijn, want het was de enige informatie. Er bestond geen boek om het na te kijken, geen computer. En ook geen beeld van personen, want er waren geen camera´s om ze te fotograferen of te filmen. De verteller schilderde het portret van de personen en ook de omstandigheden. 
In alle culturen kwamen die voor, meestal kwam men bijeen rond een vuur, vaak in de vorm van een cirkel. Zo kon iedereen de verteller zien en horen. En genieten van het verhaal. Een verhalenverteller gebruikte daarbij vele dingen. Alllereerst zijn of haar stem, bovendien vaak de handen of soms het hele lijf.
Men maakte gebruik van geluiden, soms muziek, soms zelfs dans, gebaren. Dat is tot op de dag vandaag zo gebleven. Al is het soms uitgesplitst. Een gewoon verhaal, een gedanst verhaal b.v. in ballet. Een gespeeld verhaal, een toneelstuk of cabaret. Een verhaal met poppen, b.v. poppenkast of wajang/schimmenspel.
Een goed lied vertelt ook een verhaal of het nou een aria uit een opera betreft, een jazz song, een smartlap, een volkslied of een rap.
Niet alleen bij elke cultuur komt het voor, ook bij elke religie. Jezus was een begenadigd verhalenverteller. Mohammed ook, net als Boeddha. Maar ook b.v. Gandhi.
Politieke verhalen zijn ook belangrijk. Een man als Marten Luther King en Obama zijn gekomen waren ze kwamen door verhalen. En ook Hitler, Sadam of Khadaffi kwamen vooruit door verhalen, soms zelfs door henzelf verspreid, al dan niet waar.
En in de literatuur zijn tal van verhalen die beroemd zijn geworden. Duizend en één nacht zijn ontstaan doordat één iemand verhalen vertelde. Anne Frank vertelde verhalen toen ze in de penarie zat in een verborgen ruimte en werd wereldberoemd en een icoon, voor altijd.
Verhalen vertellen kan ook heel gevaarlijk zijn, kijk maar naar Salman Rushdie. Maar ook heel veel geven, zoals de geschriften van de Dalai Lama of de Tao uit China.
Het kan troosten, zoals mensen troost vinden in psalmen of in gedichten. En ook recepten vertellen verhalen. Over wat er in streken groeit of voorkomt aan dieren en hoe mensen dat klaarmaken voor consumptie.


Via de boekdrukkunst werden verhalen veel sneller verspreid dan voorheen. Mensen hoefden niet langer zelf t e reizen en hun verhalen aan de man te brengen. Men stuurde het boek of zocht het op in een bibliotheek.
Nu kan het nog sneller met de komst van de computer. 
Het is niet langer nodig om bij een vuur te zitten en te luisteren. Je kunt een blog openen en op elk gewenst moment iets lezen. Toch vind ik het soms jammer, hoeveel voordelen er ook aan zitten. Het haalt toch een stuk van de romantiek af. Je hoeft er minder moeite voor te doen, niet te reizen, niet te luisteren met aandacht, niet dat op te slaan in je geest. De kunst om dat te doen en het later weer voor de geest te halen, kunnen we daardoor verliezen. En ook het respect voor een verteller die een verhaal goed vertelt. 
Even een stukje lezen op je tablet of je iPhone is toch iets anders dan een nacht lang tussen dorpsgenoten naar een wajangspel te kijken....En het is heel erg moeilijk om dat bewust terug te draaien. De computer een moment aan de kant te schuiven en bij je kinderen een verhaal te lezen of te vertellen. Laten we het toch maar doen, van tijd tot tijd. Het vuur aan of een kaarsje en vertellen terwijl een ander of anderen lekker loom achterover hangen aan je lippen. En lach, droom of voel je getroost, gesterkt of wakker geschud door wat je hoort. En deelt. Want zeg nou zelf: wat is een dorpshuis, een kroeg, een kapper, een sauna zonder verhalen?
Zelfs een bruiloft, verjaardag, begrafenis zijn niks zonder verhalen...het hoort bij ons! Een verhaal kan altijd en overal. Met zijn tweeën of met een groep, bij jong en oud, in de bus, op de trap, in de lift, onder het sporten, in het toilet, bij de was, onder het roken, het eten, het drinken. 

Portret

Ik wilde eigenlijk helemaal niet aan hem denken. En toch gebeurde het! 
Eerst was er dat plekje. Ik sloeg er geen enkele acht op. Door wrijving ontstaan waarschijnlijk. Iets van niks. Ik stond niet eens stil aan het bestaan er van. Aan beide kanten. Door het wandelen verergderde het. En natuurlijk door het vele water.
Met twee honden, die dagelijks enkele malen uitgelaten moeten worden. Ieder aan één hand. De leren hondenriem die schuurt langs de zijkkant van mijn handen. Bij mijn pink waar dat bovenste vouwtje verschijnt als ik hem buig. Eerst wat eelt. Daarna het steeds in het water zitten. De afwas, thuis en op het werk. Het douchen, handen wassen, weer voorspoelen van de vaat, het hanteren van de was. Altijd maar weer dat water. 
En nu het vriesweer. Dat werd teveel. Er ontstond een kloofje. En door de kou sprong het open. 
De weervrouw liet ons zien hoe er een golfbeweging ontstond vanuit Rusland, naar Midden-Europa en langs onze landgrens af. En daardoor kregen wij deze koude wind, onderweg naar Scandinavië. En de bijbehorende gevoelstemperatuur die nog een stuk lager lag dan de werkelijke.
Mijn opa, door de omstandigheden gedreven, had contact gezocht met Haarlem. Daar zetelde een instituut, dat zich bezig hield met natuurgeneeswijzen. Allerlei oplossingen voor kwalen, ziekten enzovoort konden met gemak verlicht, verbetert of zelfs geheel genezen worden. Door simpele leefregels en door dingen uit de natuur rondom ons. Zijn altijd wel met iets kwakkelende vrouw diende geholpen te worden. En hun groeiende gezin had niet een dusdanig inkomen dat dat via reguliere wegen bereikt kon worden.  Een dokter was simpelweg te duur, zo net na de crisis. 
Elke maand ontving hij een periodiek tijdschrift. De mooie Art Nouveau illustratie´s aan de buitenkant versierden het krantje en de artikelen nam hij gretig tot zich. Natuurlijk had hij in zijn jeugd al vele dingen geleerd, die door plattelandsmensen generatie op generatie werden doorgegeven. En hier kwam er nog een soort wetenschappelijke onderbouwing bovenop, vanuit die oude stad in Holland. Dus moest het wel goed zijn...
Op zijn land groeide de aardappelen en de vele groenten. Gepoot, gezaaid, geplant en gespeend en liefdevol verzorgd door hem. Met genoegen keek hij hoe alles groeide en bloeide, wetende dat daardoor verse aanvoer van goedkope produkten voor zijn gezin gewaarborgd was. Hij experimeteerde me van alles en nog wat om te zien of hij nog wat verbeteren kon aan de tradionele manier van aanpakken. En hij had er veel lol aan, als dat bleek te lukken. 
Later, toen ik als zijn kleinkind op de proppen kwam, verbaasde ik me er over, net als over zijn uitspraken.
Hij strooide ze in de rondte, ongevraagd en onbekommerd. Het gebruik van water voor vaak wassen vond ie maar niks. Het is niet goed voor een mens, hoorden we dan, dat dagelijks wassen. Het tast de zuurgraad van de huid aan, die dan verschaalt en verdord, droog als gort, meende hij. Wij keken dan allemaal raar op. Zuur, op onze huid? Wat gek, nooit geweten...Pas veel en veel later, kwam ik er achter dat zijn wat ongelukkig manier van uitdrukken wel degelijk hout sneed. Bij Oil of Olaz en andere bedrijven weten ze er alles van. Al bleven we er hem van verdenken, dat ie gewoon een hekel had aan het wassen met koud water in de ochtend. Zo meldde hij ons ook vaak dat we ons hoorden ´te waken voor de van God getekenden´. Daarmee doelde hij op mensen die scheel waren, mank liepen, een bochel hadden of meer van dat soort ´afwijkingen´. Of een struma.nek er ook onder viel, was een twistpunt. En b.v. een wat klein uitgevallen persoon...pf flaporen en zo. En hoe zat het met zijn eigen moeder? We bezaten helaas geen portret van het goeie mens of haar man, maar ze schijnt volgens de verhalen een vinnige tante met, let op, rood haar te zijn geweest. Haar achternaam deed buitenlandse afkomst vermoeden, want die kwam niet vaak voor. Meerdere nichten hadden dat rood haar en vlammende reactie´s op dingen...Vielen die dan ook allemaal onder de ´door God getekenden´? We durfden het hem nooit te vragen...dat deed je niet.
Zelf boogde er zich op dat hij behoorde tot de ´met de helm geborenen´. Een verwijzing naar een geboorte, waarbij het vlies nog op het hoofd van de boreling geplakt zit als een soort helm, iets waar met ontzag over gesproken werd in die tijd, een teken dat de baby paranormaal begaafd was. 
Ook zei opa b.v. dat het matig eten héél goed was, vlak voordat hij een enorme hoeveelheid ijs met smaak verorberde.(Het was Kerst en mijn moeder verkocht ijs aan huis, vandaar dat ieder een grote beker met een smaak naar keuze voorgezet kreeg) ´Ontbijt als een keizer, lunch als een koning, dineer als een bedelaar!´ zei hij tegen ons, onschuldige bloedjes, met opgeheven vinger. 
Onderwijl prepareerde hij vreemde vloeistoffen met bijbehorende luchtjes, achter in het schuurtje. Wij vonden dat buitengewoon interessant, maar werden keer op keer weggejaagd door hem. Paranormaal of niet, je schrok je iedere keer rot, want hij verscheen telkens als we er gingen kijken...Waren het gevaarlijke dingen omdat het broeide en borrelde of voegde hij giftige ingrediënten toe van giftige planten? 
Als iemand een zweer had, deed hij er een blad van weegbree op met wat boter(echte roomboter). En zo had ie tal van middeltjes, met dank aan `Haarlem´ en de boeren uit zijn dorp. 
Ja en voor winterhanden en kloven had ie steevast ook zijn eigen recept. ´s Morgens er overheen piesen met de eerste urine. En dan goed inwrijven en laten drogen. Ik dacht aan de praktische bezwaren die ik erbij had. Elke ochtend zat ik op school tussen jongens, die van een boerderij waren. Ze pikte ze er zo uit, want ze roken naar de stal. Konden ze niks aan doen, maar ik onderging dat met een mengeling van afschuw en van ontzag. Het wende nooit die lucht. 
Dus zei ik maar ja en amen tegen opa met zijn middel en deed er niks mee. Tot één keer. Mijn kloven waren zo erg geworden en sprongen tot bloedens toe open. Ik waste dameshoofden de hele dag en spoelde verf van hun haren en permanenetvloeistof. En wel zonder beschermende handschoenen, het gebruik ervan daar was ik veels te stoer voor. En ook voor handschoenen op de fiets, al vroor het dat het kraakte. Handschoenen was iets voor mietjes. Ja, en kloven niet, die had ik volop. Ik kon wel janken hoe mijn huid opensprong. En ja hoor, na alles geprobeerd te hebben, paste ik opa´s wondermiddel toe. Twee of drie dagen, met washand, even laten drogen en daarna afgespoelde met water. Nog nooit zo´n zachte handen gehad en weg droogheid!
Vandaag kwam dat weer boven allemaal! Door de verdomde spleetjes aan mijn handen en het rotgevoel als ik afwas. En zo overbrug ik de kloof, of eigenlijk kloofje, tussen mij en hem. Vandaag te laat, morgen dan maar. Want die uierzalf en andere spul werkt niet. Vooruit dan maar....gelukkig hoef ik mijn tuin niet om te spitten en er een groentetuin van te maken, ik heb geen groot gezin. Maar wel een overgrootmoeder met rood haar, een paranormale opa en hun genen.