zondag 29 april 2012

Opvoeden

Ik las een stuk over opvoeden. Heel interessant. Het schijnt dat tegenwoordig veel ouders geplaagd worden door het gevoel dat ze het geweldig moeten doen met opvoeden. Dat komt op mij over als knap vermoeiend. Je kunt het nooit goed doen dan. En dat was één van hun klachten. Doordat ze zelf ervaringen hadden met strenge ouders, ferme grenzen en soms niet al te florissante financiële bodems, namen ze al vroeg het besluit het ´straks´ anders te gaan doen, met hun eigen kroost. Een alleszins begrijpelijk iets.
Doordat de gezinnen nu veel kleiner zijn, hoeven kinderen zich minder aan te passen, te knokken voor een vrij bevredigende positie. Niks delen, ze mogen als individu zichzelf zijn. Veel ouders staan te juichen en zijn vol lof en complimenten over hun prestatie´s. Sommigen schijnen daar nogal lui van te worden. 
Aan de andere kant worden ze beschermd aan alle kanten door pa en ma. Wat tot gevolg heeft dat ze geen uitdaging meer herkennen, ze krijgen nauwelijks of niet de kans om creatief te zijn, dingen op te lossen, ze zoeken snelle bevrediging, anders wordt het saai en haken ze af. Een behoorlijk zwart-wit beeld maar wel eentje die een beeld schetst van de ontstane situatie. Ik vind het nogal treurig, zowel voor kinderen als de ouders.
De kinderen krijgen, volgens het artikel problemen zich aan te passen in groepen. Ze komen nogal arrogant en verwend over, worden om een oud woord te gebruiken, asociaal. Buiten de maatschappij staand dus, er niet bij horend. Het deed me denken over mijn eigen jeugd en mijn eigen ouders.
Natuurlijk heb ik, net als vele andere van mijn generatie-genoten, de onvolprezen babyboomers, me jarenlang afgezet tegen zowat het tegendeel van dit alles. Wij dienden vooral te delen, ons als kinderen te gedragen(dus niet voor onze beurt te praten, met twee woorden, dnnkjewel, asjeblieft, meneer, mevrouw) rustig en op de achtergrond(niet iets waar kinderen in uit blinken ncoh op zitten te wachten!), het groepsbelang voor ons eigen ik en wensen te zetten(op het vervelende af) en van individuele aandacht van pa of ma was geen sprake. Geen tijd ook. Het tere kinderzieltje was een utopie. Ze moesten enigszins gedrild worden, luisteren, een lesje geleerd en hun plek weten. Volop gelegenheid te schoppen tegen je stomme ouders, ooms en tantes(die zich ook ongevraagd en onverwacht pedagogisch bemoeiden met dingen), oma´s en opa´s etc.
Na het lezen van het artikel ben ik toch wel een beetje anders gaan kijken. De grenzen die mijn ouders tot vervelends toe aangaven. Het ´mond dicht´ als je wilde protesteren of ´omdat ik het zeg´ van mijn vader om mijn eeuwige vragen ´waarom iets zo moest of was´, de onvermurwbaarheid van mijn moeder ´ja is ja en nee is nee´. en de uiterst irritante kwaliteit om precies te weten hoe ze mij en de rest het best kon straffen, zorgden ongemerkt voor een stevige bodem. Als kind wilde ik daar niet van weten natuurlijk en als puber al helemaal niet. Pas nu, na jaren zie ik hoe we er de vruchten van hebben kunnen plukken.
De bijna verstikkende beschermende kloekvleugels stevig om haar bloedjes van mijn moeder aan de ene kant. Het avontuurlijke er op uit gaan in de wereld van mijn vader die er haaks op stond. Hupsakee, in onvermoede, vreemde, verrassende en ja, soms gevaarlijke situatie´s en kijk maar wat je er mee doet en wat het met jou doet! En zoek een oplossing!
Een aardig maf stel samen, maar wel een heel erg lief stel. Mijn aardig, maf stel, die mij hebben opgevoed.
Wortels om te groeien en vleugels om het nest te verlaten. Ik zag het lang niet. Maar daarom, for what it´s worth: man en pap, jullie hebben het fantastische gedaan! Bedankt! 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten