donderdag 19 december 2013

Trio tussen regendruppels en afwas

Ik lig in bed. Na een lange dag eindelijk rust. Helaas, ik kan de slaap niet vatten. Verdorie, ik had nooit zoveel moeten drinken. Al die koffie en daarna nog fris. Vaak te koud uit de koelkast voor mij. Beneden is het stil. Naast mij ligt mijn wederhelft in diepe rust. Ik reken uit of ik de ochtend haal. De heel vroege ochtend zelfs, zonder toiletbezoek. Na veel gedub besluit ik van niet. Ik gooi het dekbed aan de kant, loop zacht de trap af. In de hal knip ik het licht aan. De gangdeur zet ik op een kier. Het licht schijnt net genoeg naar binnen. Dan open ik heel voorzichtig de keukendeur. Ik sluip langs de hondenmand en de bench. Dan de andere deur, trapje af. En zo de lange weg. Terug naar boven. Tot mijn verbazing blijft de hemelse rust gehandhaafd. Ik glij weer tussen de lakens en draai me op mijn linkerzij. Gelukkig, nu kan ik naar dromenland.

De komst van onze lieveling resulteert in een soort van extatisch gevoel. Een kleine verliefdheid, die alle andere dingen minder belangrijk maakt. Of tenminste de indruk wekt dat dat zo is. In onze ogen is het dat ook. Natuurlijk ligt er niemand wakker van, afgezien van onze lieve buren misschien. Het gevaar schuilt er in dat het onderwerp van onze bewondering ineens zoveel ruimte krijgt en ook neemt, meer dan goed is. Voor hem zowel als voor ons. Met als resultaat dat het een verwend kreng wordt en wij de slaven van zijn grillen en grollen. Dat kan nooit de bedoeling zijn. Het is zaak dat het een gezonde jongeman doet, die volgens de etiquette zich kan bewegen, een volwaardig lid van de samenleving. En dat wij als ouders trots kunnen zijn op onze gezonde opvoeding en niet ons hoofd dienen te buigen van schaamte, schuldgevoel en achteraf spijt.

Ik besluit om daar eens met de mede-opvoeder van over gedachten te wisselen. Voorlopig is dat nog geen optie, want pappa Fred ligt nog volop te genieten in dromenland. Gelijk heeft ie, hij heeft genoeg afgezien de laatste dagen.

Na het ontbijt zit ik op de bank. De regen tikt tegen het raam. Druppel plakken aan het vensterraam, waarachter de nacht het vertikt te verdwijnen. De donkere dagen voor kerstmis. Oskar zit in de bench. Naast GZ Pippi, die net als SB Muffin op het kussen ligt aan mijn voeten, staat de bench. Oskar zit vol energie. lees kattenkwaad. Hij draait en bijt. Hij frummelt aan het handvat en het slot. Hij steekt zijn pootjes in het rond en bekijkt de boel van alle hoeken en hoogtes. Ondertussen piept ie afkeurend. Hij vindt het niks dat de ouderen van het gezin vrij rond mogen bewegen, al liggen ze braaf op het kussen. Te lange leste heb ik hem wel genoeg genegeerd. Ik haal hem uit zijn 'benarde' positie en leg hem op mijn buik. Onmiddellijk bijt ie achtereenvolgens in mijn neus, mijn kin, mijn nek, het touwtje van mijn vest, de rits, mijn arm en probeert wanhopig zo te buitelen dat ie van de bank af kan. Of tenminste van mijn schoot. Helaas voor hem heb ik zijn nekriempje als houvast.  Even later geeft hij het eindelijk op en valt in een gelukzalige slaap. Op zijn rug. Zijn lieve snoetje met de aandoenlijke rimpels kijkt eigenwijs omhoog. De oogjes zijn toe. Ik kijk nar de lichte randjes rondom. Buiten zijn regelmatige ademhaling hoor ik niks in huis.

Het rondje buiten zit er weer op. Keurig heeft Oskar eerst zijn drolletjes geproduceerd. Met een hoog opgericht rugje, de staart achteruit. Daarna huppelt ie over het gras. Hij duikt met zijn achterwerk naar beneden. Als een meisje produceert hij zijn miniplasje. Niet meer dan op een opscheplepel past. Ik prijs hem hogelijk. Tevreden waggelt hij nog een stukje. Zijn mollige buikje schudt van de rechter- naar de linkerkant en zijn oortjes deinen vrolijk op en neer. Het laatste stuk draag ik hem. Zijn onderkant is flink nat.

In de keuken sluit ik de deur. De speeltjes van het spul hebben namen bij ons. De rubberen speeltjes met geluid heten allemaal Piep. Het gevlochten touw in de vorm van een bot heet Flossie. De bal heet gewoon Bal. Je kunt het ook te gek maken natuurlijk. Ik geef Pippie de grootste maat Flossie, Oskar krijgt de kleine. Ondertussen begin ik met de afwas. Muffin verlaat de mand. Dat is prachtig. Nu loopt Oskar naar de enorme mand. Met een flinke sprong springt ie over de rand. Flossie hangt in zijn bekkie. Op het kussen kluift ie gelukzalig aan het ding. Pippie kijkt. Ze loert op een kans om, naast haar grote Flossie die van Oskar ook in te pikken. Ik was 'gewoon' door. Even later is SB Muffin opeens aan het spelen met Pippie. Hij trekt, geheel buiten zijn gewoonten, aan Flossie. Pippie is geenszins om dat op zich te laten zitten en als een bezetene verdedigt ze haar 'bezit'. Om de boel ingewikkeldere te maken, kruipt ze onder hem door. Het verbaast me. Normaal is Muffin heel goed in het roerloos in de zon gaan liggen(is ie dol op), het neutraal staren in het niets(door ons mediteren genaamd) of het hooghartig aannemen van een 'adellijke pose', standje Noordeinde. Hij kijkt dan langs alles heen, alsof hij zich niet met het gewone gepeupel bezig kan houden. Kan zo als standbeeld bij de poort naast de ingang van een landgoed. En dan nu lekker spelen. Het kan verkeren.
Ik bedenk dat het wel grappig is. In menselijke termen is SB Muffin een jong-bejaarde van 70, een pensionado. Pippie is een late puber-meid, wild, passioneel en gevoelig. En onze Oskar een lief babytje, dat ontdekt via de zintuigen. Al met al een grappig trio, bij elkaar.

Even later is de afwas klaar. Verder kan ik niks doen. Ik wilde de duur verdiende slaap van Fred niet storen. Maar ik hoor boven mij al rumoer. Hij is in aantocht. De lummels vliegen naar de gangdeur, in blijde afwachting van. Ik verheug me op het ophalen van mijn laptop, zodat ik mijn lezerspubliek kan verblijden met alweer nieuwe avonturen van ons kroost. Wij allen wensen u alvast een geweldig mooie dag, waar u ook bent en wat u ook doet! Gods speed, haha!  

Geen opmerkingen:

Een reactie posten