dinsdag 2 oktober 2012

Bali for ever

Een lieve vriendin ging ´opeens´ naar een prachtig eiland. De omstandigheden waren niet optimaal, maar het is behelpen in het leven. Ik gunde het haar van harte. 
Terug reizende meldde ze ons via social media dat ze het jammer vond, omdat het zo heerlijk toeven was daar. Dat wilde ik meteen geloven. De foto´s die ze meezond, namen het eventueel aanwezige twijfel compleet weg. Een fantastisch zwembad, waarin een barretje met atapdakje en fraai uitzicht en ligbedden. Een zitje met bougainville, palmen en meer van inheemse flora. Een hemelbed waar slapen een schromelijke misvatting betekende.

Ik ging onmiddellijk terug in de tijd, zo´n 20 jaar. Een hotel op loopafstand van het strand. Verspringende huisjes allemaal wit met optimale privacy, snoepjes op het nachtkastje(tegen de zwaveldampen en voor een romantische nacht), een zacht geurend bloempje op het kussen. Bij het zwembad een zitje waar ik geweldige fruitmelange at elke ochtend(vergeet voor het gemak maar het zacht gekookt eitje, dat ik zo leeg kon laten druipen...halve minuut koken was íets te kort) 
Lange ritten, slingerend door het immer groene landschap, enorme temperaturen. Lauw water, toch drinken want ijskoud water, hoe lekker ook was uit den boze, je maag klapt dubbel als een klapband op een snelweg. Naast me in het busje een sarong en slendang voor eventueel tempelbezoek. Je slaat dan een prachitge wikkelrok om en een slendang als riem er boven, uit respect.
We werden spontaan uitgenodigd voor zoiets in een bergdorp. Na het afwachten van de moessonbui, wat toch een uurtje of 2 1/2 duurde, konden we opnieuw op weg. De tijd doodden we met gebabbel, lachen en fruit met hete thee. Onze sarongs werden ´afgekeurd´ door onze lieve gastvrouw op een onnavolgbare wijze, want een gast mag NOOIT, ik herhaal NOOIT malu worden(in verlegenheid gebracht of gezichtsverlies lijden) door gedrag dat als kasar(lomp of ondoordacht) betiteld kan worden. Wat een ellende voor een westerling om zo lang te wachten tot de natuur ons toestaat te doen wat we willen. 
Op een van de lange ritten vertelde de gids tijdens een korte stop(er moesten nodig foto´s genomen worden) dat er langs de kant van de weg een koffieplant stond. Die wilde ik persé zien, als notoire koffieleut. Dus dat deed ik. De Balinees rees niet eens zijn wenkbrauw, maar mijn medetoeristen uit Brazilië o.a. lagen in een deuk, die vonden het belachelijk. Hoe kasar! Maar ja, zij zouden waarschijnlijk lyrisch worden van 2 tulpen die een groen knopje boven de aarde zouden produceren...
Ik ben er eregast geweest op een Hindoe-bruiloft. De vrouwen daar zijn ongelooflijk elegant en sierlijk.Wat een beetje verneukeratief is. Zo´n prachtige godin die dans als een elf en beweegt als een etherisch wezen, zit even later b.v. naast je in de bus en rochelt gezellig een onbeschrijfelijke klodder op 2 cm naast je slippertje.
Dat haalt de betovering nogal weg...Bovendien die charme door kleine kinderen echt urenlang te drillen van een zeer jonge leeftijd, de taksi(charme) ontstaat door training...het is niet anders.
De zelfde onthutsing voelde ik toen ik met mijn vriend na de moessonbui in mijn geleende ´zondagse´ sarong met slendang bij de Hindoetempel aankwam in het aardeduister, we opnieuw moesten wachten onder een dakje, waar een stel vrouwen  al slapend wachten. Twee daarvan hadden binnen 2 seconden gezien, dat vriend en ik dezelfde ringen droegen en trokken de correcte conclusie dat die twee witte heren bed en leven deelden. Een realitycheck voor deze witte meneer, want leven in een Balinees gat op een berg, wil niet automatisch zeggen, dat je niet weet wat er in de wereld te koop is. Alweer een vooroordeel naar de knoppen, de witte meneer in een oogwenk op zijn nummer gezet zonder moeite...ai!
De geweldige panorama´s, de fantastische gerechten, het was fantastisch. Maar de bedelende kinderen, die uitgebuit worden door benden, waarbij 5, 6 jarigen verjaagd werden onder mijn ogen door 8, 9 jarigen, daar word ik misselijk van. En dan heb ik het nog niet over de zeer verborgen sex-industrie. Ik werd op een argeloze wandeling de huid volgescholden, omdat ik niet op de avances van een vrouw wilde ingaan...ik bedoel maar.
Maar de goede herinneringen blijven. De etensgeuren overal op straat. De muziek, de prachtig aangelegde tempels, de gastvrijheid, de dansavonden, de mooie hebbedingen en kleding tegen afbraakprijzen. 
Aan de andere kant laten wij hier ook busladingen Japanners en andere vakantie-gangers ook de mooiste dingen en de fijnste dingen zien, die ons kikkerlandje te bieden heeft. Er zijn hele volksstammen die nog steeds leven met de illusie dat we elke dag opstaan, ons in nationaal kostuum hijsen, onze klompen aandoen en ons onledig houden met het laten draaien van molens, roken van paling en foto´s nemen, tulpen planten. Als dat niet kan, stuur je je vrouw of vriendin naar de Wallen om daar te pezen, terwijl je zelf je wietplantjes water geeft of als drugskoerier met je auto door het land scheurt om bestellingen af te leveren. 
Ik hou die lekkere babi ketjap in gedachten en hoor de Balinese gamelan en strijk mijn slendang nog ´s glad.
(Die jaren om mijn Thaise boeddha heeft gehangen trouwens) Ik geef het toe, ik ben een toerist van niks.
Maar ik hou van Bali. En van dat beetje illusie die ik willens en wetens overeind hou. Het spijt me...

Geen opmerkingen:

Een reactie posten