woensdag 1 februari 2012

Portret

Ik wilde eigenlijk helemaal niet aan hem denken. En toch gebeurde het! 
Eerst was er dat plekje. Ik sloeg er geen enkele acht op. Door wrijving ontstaan waarschijnlijk. Iets van niks. Ik stond niet eens stil aan het bestaan er van. Aan beide kanten. Door het wandelen verergderde het. En natuurlijk door het vele water.
Met twee honden, die dagelijks enkele malen uitgelaten moeten worden. Ieder aan één hand. De leren hondenriem die schuurt langs de zijkkant van mijn handen. Bij mijn pink waar dat bovenste vouwtje verschijnt als ik hem buig. Eerst wat eelt. Daarna het steeds in het water zitten. De afwas, thuis en op het werk. Het douchen, handen wassen, weer voorspoelen van de vaat, het hanteren van de was. Altijd maar weer dat water. 
En nu het vriesweer. Dat werd teveel. Er ontstond een kloofje. En door de kou sprong het open. 
De weervrouw liet ons zien hoe er een golfbeweging ontstond vanuit Rusland, naar Midden-Europa en langs onze landgrens af. En daardoor kregen wij deze koude wind, onderweg naar Scandinavië. En de bijbehorende gevoelstemperatuur die nog een stuk lager lag dan de werkelijke.
Mijn opa, door de omstandigheden gedreven, had contact gezocht met Haarlem. Daar zetelde een instituut, dat zich bezig hield met natuurgeneeswijzen. Allerlei oplossingen voor kwalen, ziekten enzovoort konden met gemak verlicht, verbetert of zelfs geheel genezen worden. Door simpele leefregels en door dingen uit de natuur rondom ons. Zijn altijd wel met iets kwakkelende vrouw diende geholpen te worden. En hun groeiende gezin had niet een dusdanig inkomen dat dat via reguliere wegen bereikt kon worden.  Een dokter was simpelweg te duur, zo net na de crisis. 
Elke maand ontving hij een periodiek tijdschrift. De mooie Art Nouveau illustratie´s aan de buitenkant versierden het krantje en de artikelen nam hij gretig tot zich. Natuurlijk had hij in zijn jeugd al vele dingen geleerd, die door plattelandsmensen generatie op generatie werden doorgegeven. En hier kwam er nog een soort wetenschappelijke onderbouwing bovenop, vanuit die oude stad in Holland. Dus moest het wel goed zijn...
Op zijn land groeide de aardappelen en de vele groenten. Gepoot, gezaaid, geplant en gespeend en liefdevol verzorgd door hem. Met genoegen keek hij hoe alles groeide en bloeide, wetende dat daardoor verse aanvoer van goedkope produkten voor zijn gezin gewaarborgd was. Hij experimeteerde me van alles en nog wat om te zien of hij nog wat verbeteren kon aan de tradionele manier van aanpakken. En hij had er veel lol aan, als dat bleek te lukken. 
Later, toen ik als zijn kleinkind op de proppen kwam, verbaasde ik me er over, net als over zijn uitspraken.
Hij strooide ze in de rondte, ongevraagd en onbekommerd. Het gebruik van water voor vaak wassen vond ie maar niks. Het is niet goed voor een mens, hoorden we dan, dat dagelijks wassen. Het tast de zuurgraad van de huid aan, die dan verschaalt en verdord, droog als gort, meende hij. Wij keken dan allemaal raar op. Zuur, op onze huid? Wat gek, nooit geweten...Pas veel en veel later, kwam ik er achter dat zijn wat ongelukkig manier van uitdrukken wel degelijk hout sneed. Bij Oil of Olaz en andere bedrijven weten ze er alles van. Al bleven we er hem van verdenken, dat ie gewoon een hekel had aan het wassen met koud water in de ochtend. Zo meldde hij ons ook vaak dat we ons hoorden ´te waken voor de van God getekenden´. Daarmee doelde hij op mensen die scheel waren, mank liepen, een bochel hadden of meer van dat soort ´afwijkingen´. Of een struma.nek er ook onder viel, was een twistpunt. En b.v. een wat klein uitgevallen persoon...pf flaporen en zo. En hoe zat het met zijn eigen moeder? We bezaten helaas geen portret van het goeie mens of haar man, maar ze schijnt volgens de verhalen een vinnige tante met, let op, rood haar te zijn geweest. Haar achternaam deed buitenlandse afkomst vermoeden, want die kwam niet vaak voor. Meerdere nichten hadden dat rood haar en vlammende reactie´s op dingen...Vielen die dan ook allemaal onder de ´door God getekenden´? We durfden het hem nooit te vragen...dat deed je niet.
Zelf boogde er zich op dat hij behoorde tot de ´met de helm geborenen´. Een verwijzing naar een geboorte, waarbij het vlies nog op het hoofd van de boreling geplakt zit als een soort helm, iets waar met ontzag over gesproken werd in die tijd, een teken dat de baby paranormaal begaafd was. 
Ook zei opa b.v. dat het matig eten héél goed was, vlak voordat hij een enorme hoeveelheid ijs met smaak verorberde.(Het was Kerst en mijn moeder verkocht ijs aan huis, vandaar dat ieder een grote beker met een smaak naar keuze voorgezet kreeg) ´Ontbijt als een keizer, lunch als een koning, dineer als een bedelaar!´ zei hij tegen ons, onschuldige bloedjes, met opgeheven vinger. 
Onderwijl prepareerde hij vreemde vloeistoffen met bijbehorende luchtjes, achter in het schuurtje. Wij vonden dat buitengewoon interessant, maar werden keer op keer weggejaagd door hem. Paranormaal of niet, je schrok je iedere keer rot, want hij verscheen telkens als we er gingen kijken...Waren het gevaarlijke dingen omdat het broeide en borrelde of voegde hij giftige ingrediënten toe van giftige planten? 
Als iemand een zweer had, deed hij er een blad van weegbree op met wat boter(echte roomboter). En zo had ie tal van middeltjes, met dank aan `Haarlem´ en de boeren uit zijn dorp. 
Ja en voor winterhanden en kloven had ie steevast ook zijn eigen recept. ´s Morgens er overheen piesen met de eerste urine. En dan goed inwrijven en laten drogen. Ik dacht aan de praktische bezwaren die ik erbij had. Elke ochtend zat ik op school tussen jongens, die van een boerderij waren. Ze pikte ze er zo uit, want ze roken naar de stal. Konden ze niks aan doen, maar ik onderging dat met een mengeling van afschuw en van ontzag. Het wende nooit die lucht. 
Dus zei ik maar ja en amen tegen opa met zijn middel en deed er niks mee. Tot één keer. Mijn kloven waren zo erg geworden en sprongen tot bloedens toe open. Ik waste dameshoofden de hele dag en spoelde verf van hun haren en permanenetvloeistof. En wel zonder beschermende handschoenen, het gebruik ervan daar was ik veels te stoer voor. En ook voor handschoenen op de fiets, al vroor het dat het kraakte. Handschoenen was iets voor mietjes. Ja, en kloven niet, die had ik volop. Ik kon wel janken hoe mijn huid opensprong. En ja hoor, na alles geprobeerd te hebben, paste ik opa´s wondermiddel toe. Twee of drie dagen, met washand, even laten drogen en daarna afgespoelde met water. Nog nooit zo´n zachte handen gehad en weg droogheid!
Vandaag kwam dat weer boven allemaal! Door de verdomde spleetjes aan mijn handen en het rotgevoel als ik afwas. En zo overbrug ik de kloof, of eigenlijk kloofje, tussen mij en hem. Vandaag te laat, morgen dan maar. Want die uierzalf en andere spul werkt niet. Vooruit dan maar....gelukkig hoef ik mijn tuin niet om te spitten en er een groentetuin van te maken, ik heb geen groot gezin. Maar wel een overgrootmoeder met rood haar, een paranormale opa en hun genen. 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten