zaterdag 4 februari 2012

Zaterdags geluk


Mijn man zou vroeg vertrekken. Hij had me op het hart gedrukt om vooral uit te slapen. Er hoefde niks in huis gehaald. Alles was er al. Geen bakker dus. Geen supermarkt. Niks. Hij verzorgde de honden wel, uitlaten en voeren. En dan vertrekken naar het station en de trein nemen. Ja, hij zou, na de toestanden op Utrecht CS eerst de website bekijken van de NS op eventuele storingen, vanwege het weer.
En pas dan naar de hoofdstad vertrekken. Daar wachtten tween vrienden uit Alaska. Ze waren onderweg naar Afrika, maar maakten een tussenstop in Amsterdam. Van de gelegenheid gebruik makend, had één van hen Fred gevraagd of het leuk was elkaar te treffen. En dat was het.
Ik draaide me nog eens om. Mijn bed voelde heerlijk warm aan. Ik had mijn blaas geleegd. En gedag gezegd. De honden waren zoet gaan liggen. Voor mijn geeestesoog zag ik Fred door de sneeuw en kou ploeteren op zijn nieuwe fiets.En ik hier vergenoegd in bed, onder het dikke dekbed. Op mijn vrije zaterdag. Door een randje op het glas van het dakvenster zag ik sneeuwvlokken.
Het lukte me wonderwel om niet te gaan denken. Funest in deze fase van de na-nacht. Als ik er eenmaal mee begon, dan zou mijn kans verkeken zijn. Gewoon ogen dicht en nergens aan denken en wegzakken in een zalige warmte van niks doen...
Mijn innerlijke klok had heel andere plannen. Ik was wakker, al deed ik nog net of ik me in dromenland bevond en niet over dat enorme dikke dekbed heen kon kijken naar de wekker. Die gaf 7.43 uur aan.
Ik sprong bijna uit bed. Ai, koud meteen! Al stond de verwarming al 2 uur aan. Ik liep naar de andere kamer om me aan te kleden. Buiten geen sneeuw te zien.
Eenmaal beneden deed ik mijn schoenen aan. Ik knoopte mijn veters zorgvuldig, deed mijn jas aan, sjaal om en handschoenen in mijn zak. In de kamer knipte ik een schemerlampje aan. Ik sloop bijna door de keuken. Tot mijn verbazing lagen de honden in diepe rust. Ze sloegen niet aan.
Eenmaal buiten haalde ik zo zachtjes mogelijk de fiets naar buiten en hing de tas er aan. Pas bij de buren deed ik de handschoenen aan. Fietsend naar het dorp keek ik over de velden. Automatisch ving ik de temperatuur op. -12 graden, bijna zo koud als de 1e keer in Roros, in Oost-Noorwegen. Viel daar mee, maar koud hier. Onder mijn neus voelde ik wat trekken. Mijn snor begon te bevriezen. Een goeie graadmeter voor mij, dat het echte kou betrof!
Bij de supermarkt gekomen zette ik de fiets in het rek. Gelukkig zag ik net op tijd een grote hondendrol. Ik tikte er voorzichtig tegen met de zijkant van mijn schoen. Hij was geheel bevroren en handig wipte ik hem weg. Ik wilde niet het risico lopen dat ik onnadenkend er toch in zou trappen als ik terug kwam.
Ik nam een karretje buiten. Ik was de eerste klant, samen met een oudere vrouw. In mijn hoofd zat een lijstje van dingen, die ik wilde aanschaffen. Gek genoeg verdween dat bijna toen ik de winkel in ging. Raar, net een soort bewustzijnsvernauwing. En weg lijstje! Ik stond even stil om het me te herinneren. En daar kwam het weer langzaam bovendrijven.
Achter in de winkel zat een deel van het personeel. Goeiemorgen klonk het.  De vorige eigenaar zat, samen met zijn zoon en schoondochter, aan de koffie. In zijn hand had hij de krant, opengeslagen. ´Hakke takke balle balle´, zei hij en met olijke ogen toonde hij me de pagina. Ik zag de foto van het Carnavalsfeest. ´Ja, zei ik op sombere toon. ´Dan weet je het wel weer...En daarvoor moest ik door de bittere kou komen, om dit te horen?´ Het gezelschap barstte in lachen uit. ´Zo, jullie zijn ook weer wakker!´zei ik voldaan en vervolgde mijn weg.
Ik reed weer langzaam terug naar huis, nadat ik betaald had. De weg was nog verlaten. Normale mensen sliepen nog. Ik passeerde de boerderij aan het begin ervan. Hun hond blafte tegen de eerste klant die stond te wachten op de bus. Een aardige jongeman, die me vriendelijke gedag zei. Wat hou ik toch van het platteland!
In de verte zag ik de stad. De lucht begon te veranderen.
Thuis aangekomen pakte ik de boodschappen uit. De honden waren nog steeds heel rustig, een unicum in het weekend. Ik nam een tissue, want mijn neus hield het niet meer. Ik haalde lagen kleding weg en hing die op de kapstok. Mijn sloffen aan, de ketel voor koffie. Met mijn ontbijtje innig tevreden bij het raam. De lucht kleurde inmiddels naar zacht roze-oranje. Een vogeltje deed zich te goed aan de vetbol. Een perfekt begin van deze dag. Ik ben toch blij met mijn inwendige wekker!

1 opmerking:

  1. Zalig gevoel, het nietige van kleine genietmomentjes die je dag kleuren, en zeker als ie al zo lekker begint. Snotterbelde even met je mee ;)

    BeantwoordenVerwijderen