dinsdag 15 mei 2012

Nostalgie

Sinds we in het bezit zijn van digitale tv is de charme er van af. Kiezen tussen zo ongeveer 150 kanalen zorgt er voor dat ik lusteloos rondzap en desondanks niks van mijn gading vind. Terwijl ik als kind nog feestelijk ging zitten voor het veel te grote tv-toestel in afwachting van wat ging komen, op tijd, want het kreng moest langdurig opwarmen, alvorens de studio van Hilversum in beeld kwam en de charmante omroepster naast een beeldig bloemstukje ging vertellen wat we te zien kregen. Iets wat ik allang in mijn hoofd geprent had.
Mijn moeder vertelde dat ik vroeger gek was op televisie kijken. Dat klopte niet helemaal of eigenlijk niet. Het is nu niet meer voor te stellen, maar in ons dorp gebeurde weinig van belang en dat zorgde ervoor dat mijn nieuwsgierigheid niet bevredigd werd. Mijn brein hunkerde naar nieuws, naar informatie, naar beelden, geluiden en wat dies meer zij, die ik nog niet kende.
Vandaag besloot ik niet te gaan zappen, in plaats daarvan zette ik mijn zinnen op een speciaal kanaal. Ouderwets woord tegenwoordig! Ik stemde af op Nostalgienet. Daar kwam dus een uitzending in beeld over het jaar 1975. Uitermate boeiend, want allereerst was het van een ongekende traagheid, erg grijs en zwart-wit en met commentaar door een uitermate beschaafd en duidelijk sprekende heer. Kom daar nu nog eens om. Bovendien bediende hij zich van ´echt Nederlands´met weinig vreemde woorden. 
We kregen te horen dat in 1975 de zomer net zo warm was als in 1911 en 1942, geloof ik. Voor onze ogen verscheen ´nieuws´ uit dat jaar. Mijn brein dwaalde, onder het zien van straten uit die tijd met ongelooflijk ouderwetse auto´s(waarbij ik de bijpassende kleuren zelf meteen ´zag´) en woest uitziende interieurs met enorme figuren op het behang en ietwat vermoeide vijftigers die staakten, omdat ze met 58 niet meer aan de bak zouden komen. Protestdoeken, spreekkoren. Even later zag ik een vrolijk rokende menigte, waartussen premier Joop den Uyl zich bevond en gezamenlijk maakten ze zich druk over het executeren van enige mensen in het Spanje van France zonder enige vorm van proces. Verrek, leefde die toen nog? Ja dus.
In datzelfde jaar vond ook de kaping van een trein plaats door een groep Molukse jongeren in het hoge noorden. Ik bedacht me dat ik toen die kant op wilde, maar me net op tijd bedacht. Hetgeen niet waar bleek te zijn, dat gebeurde pas een jaar of 2 later.
In 1975 was ik 18 jaar in de zomer. Ik had net de MAVO afgesloten met niet verholen tegenzin en diploma, waarbij ik baalde omdat ik net 1/10 punt tekort kwam om een 9 te laten prijken op mijn lijst voor engels. Ik had ook mijn 10 vingers blind machineschrijven-diploma behaald. Ik zat onder de puisten omdat mijn moeder het in haar hoofd gehaald had om ijsjes te gaan verkopen vanuit huis en we haar beste klnaten waren, hetgeen onze huid niet ten goede kwam. 
Nadat ik de vlag had uitgehangen en mijn boeken er aanvast, vanuit een ballorig gevoel, besloot ik dat ik wel wat ontspanning verdiend had. Ik werkte in het weekend bij een benzinepomp, waar ik lekker verdiende.
Dus kocht ik een tienerkaart, waarmee ik enkele dagen door ons kikkerlandje kon ´treinen´. Lekker in mijn uppie zou ik enkele uithoeken gaan bezoeken. Allereerst ging ik naar onze hoofdstad. De keer erop naar Zeeland, vraag me niet waarom, maar Vlissingen en Middelburg leken me wel wat. En om het af te ronden, wnat ik meen dat je 3x mocht reizen, naar het hoge Noorden toe. Friesland of Groningen of zoiets.
Ik ging wel naar Amsterdam met de zenuwen. In ons kleine dorp gonsde het altijd van de enge verhalen over de grote stad en Amsterdam spande wat dat betreft de kroon. Als je het mocht geloven, dan werd je bestolen, verkracht en verkocht als blanke slavin, mocht je het wagen om drie stappen buiten het Centraal Station te zetten. Een betere aanbeveling kon een tiener niet krijgen. Op naar het Westen dus. Met de moed van de helden der Berezina stapte ik in de trein en reed derwaarts! 
In het CS aangekomen klom ik uit het treinstel en ging naar buiten. Ik liep schichtig rond, op van alles bedacht. Er gebeurde niets. Ik vermeed het drukke centrum, wat niet erg moeilijk was en voor ik het wist, liep ik langs de grachten. Het kostte me enige moeite om de schoonheid er van te genieten, ik had het veels te druk om potentiële dieven en ander geboefte, die toch in grote getale overal aanwezig moesten zijn, te herkennen en zo te voorkomen, dat ze hun boze plannen konden uitvoeren. Het was prachtig weer. De bomen waren groen en weerspiegelden in het water van de grachten. Er heerste hier en daar aardig wat rust, voor zo´n grote plaats. Een stuk verderop begon ik wat te ontspannen. Ik ontmoette een jongeman, die vriendelijk naar me lachte. Het leek een buitenlander, dus dat zou wel goed zijn. Hij had donker glimmend haar, een open gezicht en was wat getint. Verder droeg hij een blauw gestreept shirtje en een spijkerbroek. Hij liep, net als ik met zijn handen in zijn zakken. Doelloos zo leek het tenminste. We raakten aan de praat. Mijn vermoeden bleek te kloppen. De jongeman, ik ben zijn naam vergeten, was een Amerikaan, hier op vakantie. In mijn zondagse engels spraken we met elkaar. Dat wende snel. Hij informeerde wat ik zoal hier al gezien had. Niks dus. O, dat was ook wat. Vervolgens hebben we, kletsend en lachend, want hij had ook een groot gevoel voor humor, Amsterdam. Hij liet me de Dam zien, de Kalverstraat, de binnenstad en zo meer. Het werd een erg gezellige dag. We hebben wat gedronken en namen wat te eten. 
Uiteindelijk namen we als vrienden afscheid. Waarbij ik hem hartelijk bedankte voor het mij tonen van mijn eigen hoofdstad. Hij nodigde mij uit om 'ooit' een bezoek te brengen aan hem, dan zou hij mij zijn hoofdstad laten zien: Washington. Want daar woonde hij! Hij vond mij wel vermakelijk, geloof ik. Jaren nadien hebben geschreven met elkaar. Zijn achternaam verraadde zijn latino-afkomst, dat herinner ik me nog. 
Ik ging tevreden in een hoekje weer terug naar Brabant. De vooroordelen van de dorpelingen sloegen nergens op. Je kon dus helemaal niet vertrouwen op de verhalen in het dorp, zoveel was duidelijk. Het vergrootte in mij de drang om weg te gaan. Uit te breken uit dit dorp en de wereld wat verder aan een onderzoek te onderwerpen. En dat heb ik gedaan.
Mijn MAVO-diploma leek toen nog wat. Net als het typdiploma. In het zaaltje, midden in het grote dorp dichtbij oefenden we. Er zaten weliswaar gekleurde dopjes op de toetsen van de loodzware typmachine die ik mee zeulde. Maar dat was niet voldoende volgens de leraar. We dienden met de handen op de kniën te zitten, terwijl het licht werd uitgedaan. Dan de tafelrand opzoeken, de toetsen en zo, in het donker de opgelezen tekst tikken. Dat lukte wonderwel. Zo werden we klaargestoomd voor de toekomst, die echt zoiets behoefde. Ach, had ik toen geweten, dat er er zoiets als een laptop aan zou komen met alle info van dien. En digitale tv met 150 zenders of meer. Waarbij geen mens meer tegen de gevel geplakt de antenne diende te verdraaien, maar via een kastje alles geregeld zou worden, inclusief de telefoon als men dat wilde.
Maar evenmin dan dat, wist ik dat ik terug zou keren in net zo'n dorp als wat ik achter had gelaten. Uit eigen vrije wil. Nee, niet mijn eigen dorp, dat niet.
Dat alles was me nog geheel onbekend. En maar goed ook! Hoe zou ik anders hebben kunnen begrijpen, hoe lekker het is, om op een regenachtig middag in mei in mijn eigen verleden te duiken, waarin het heel rustig, grijs en beschaafd was? En ik heb me genoten! 
O ja, de top 40 kwam ook nog voorbij! Beelden van Radio Noordzee en Radio Veronica. Shocking Blue met Mariska Veres. Die ongelooflijke ogen. She's got it! We kochten singles en haalden gratis de top 40 van die week bij de Muziekhandel. Met ons zuurverdiende geld van de pomp kocht ik de nieuwste liedjes, die 'hip' waren. Die hoorden we op de radio. En we zagen ze bij Toppop met Ad Visser als presentator en Penny de Jager als danseres. Elke week weer. Mijn vader vroeg dan of het absoluut nodig was 'die herrie en dat geschiefer'. Want Twiggy speelde in een zwart/wit clipje waar je ogen zeer van deden. Voor geen goud gaven we dat toe. Mijn vader was immers een fossiel, een versteend iets uit een archeologische opgraving, die daar geen kaas van had gegeten? Wij vonden dat hij zich er niet mee moest bemoeien, dat deden wij ook niet met Studio Sport. 


Ons wereldje was zo goed en overzichtelijk. Datzelfde jaar werd dat geschokt, omdat een groep idealistische Molukse jongeren een trein kaapten. We wisten niet eens wat dat was 'kapen'. Het was apart om zo te zien en heel zielig dat daar mensen vastzaten in die trein. En hoe moest dat met eten en poepen daar op die rails? We zagen ook Den Uyl en van Agt die justitie deed vergaderen. En opeens vlogen er rakelings straaljagers over die trein. Er vielen doden. We snapten er niks van, waarom dat moest. Gelukkig was het ver weg aan de andere kant van het land. We waren dus best nog veilig. Toch veranderde er van alles. En nu? Nu kijk ik terug, vol nostalgie. Ik zie Mevrouw den Uyl voorbij komen, die Rooie Feministische vrouw met een sigaartje en een kapsel waar Beatrix een moord voor zou doen. Ach, wat waren we naïef. Wisten wij veel dat er nog veel meer geweld onze kant op zou komen. 9/11. Revolutie in Islamitische landen. We zagen Spaanse gastarbeiders toen, op kamertjes wonen. En Italianen. Later kwamen pas Turkse mannen. En Marokaanse. Allochtonen, wat zijn dat? Gerd Leers scheurde op een brommer rond, had toen waarschijnlijk nog een vetkuif. En Wilders knikkerde en huilde als ie verloor in Venlo. Devaluatie, recessie, babybomer? 
Toen had je nog religie, zuilen, rangen en standen. Niet meer voor te stellen, nu. Ach, een uurtje terug. Naar toen, met nostalgie, met weemoed en verbazing om wie en wat we waren...



Geen opmerkingen:

Een reactie posten