dinsdag 18 februari 2014

Display

Met enige tegenzin was ik naar de stad gefietst. Mijn bezoek had ik al een dag uitgesteld. Het kon nu niet langer. De lucht tekende zich even grijs af als mijn binnenste. Toen ik de rivier naderede zag ik de grauwe ganzen, tussen de witte op het felgroene gras.
Bij de VVV kwam ik een stel tegen. Ik hoorde de medewerkster een poging te doen om ze de weg te wijzen. Ik brak in. 'Zal ik u meenemen? Ik moet toch die kant op en ben net geweest, waar u naar toe wilt.' Dat vonden ze sympathiek en blij volgden ze me. Onderweg kletsten we. De dame kwam uit Berlijn. Haar uitgegroeide staart gaf haar iets meisjesachtig. Ze kwam uit Berlijn, maar woonde allang in ons land. De man verontschuldigde zich, dat mensen aan de grens vaak daar overheen bevriend raken. Ik knikte. 'Hoe kan het ook anders?' Een beetje overdrijving kon wel, al bleek zij uit Berlijn te komen en hij uit Maastricht. :Hij had pretoogjes e een gezicht dat constant op genieten stond. We praatten nog even door, maar toen moest ik verder. We wensten elkaar het best voor de dag. Ik dook de supermarkt in.
Met volle tas liep ik naar mijn fiets. Alweer een aardige man, die zo vriendelijk was om wat ruimte tussen zijn stalen ros en het mijne te laten. Mooi, zo kon ik tenminste met alle gemak mijn fietstas vastmaken en het slot openen. Hij zei vriendelijk gedag.
Bij de oude kathedraal draalde ik. Ik wilde eigenlijk linksaf, maar logsistiek was dat niet zo handig. Dus besloot ik het stoplicht te negeren en zwiepte rechtsaf. Het hobbelweggetje omhoog, toen naar links. De markt lag aan de ene kant. Even opletten, hier schuifelden vaak vreemdelingen te voet, die niet of nauwelijks op het verkeer letten. Ik ging links, door het smalle steegje. Ik hield mijn vaart in en belde voor de zekerheid. Een plukje senioren liepen onbekommerd te schommelen en te kletsen. Onder ging ik rechts. Ik bekeek de gevels, want normaal fietste ik hier nooit. Statige grote panden. Veel groen, hoge bomen.
Even verderop zag ik een vrouw lopen. Ze had een camelkleurige jas aan. Haar haar leek van hetzelfde materiaal, vaal blond. Bij de parkeermeter stond ze stil. Ze schoof haar bril omhoog en keek kippig op het displaytje. Ze fronsde haar hele gezicht bijeen. Al snel besloot ze dat wat ze daar waarnam 'helemaal niets' met haar te maken had. Haar man voegde zich bij haar. Op dat moment draaide ze zich al resoluut om en liep met gretige passen weg. De man staarde wezenloos op de parkeermeter, alsof hij er nog iets aan kon veranderen, maar allang wist dat het vergeefse moeite was. De vrouw liep kordaat door. De man volgde, sukkelig en traag. Ik herkende hem opeens. Het stel woonde niet al te ver van mij. Zij bewoog zich alsof ze best wel veel voorstelde. Een beetje Hyacint Bouquetachtig. De neus in de wind. Hij liep regelmatig bij ons door de straat. Duidelijk aangekleed door moeder de vrouw. Een klassiek kledingstijl. Helaas werkte zijn figuur en gezicht niet mee. De wat stijve overjas wilde maar niet voldoende imposant om zijn armzalige lijf sluiten. De Franse zwierig bedoelde baret bleek nogal groot. En zijn intrieste smoel verpestte de Zuid-Franse sfeer zoals bedoelt, voorgoed. Ook de snor deed daar niks aan af. En zijn slome slenterloopje hielp ook niet echt. Ik zag de vrouw lopen. Borst vooruit, neus omhoog, ogen wijd open. Ze liet zich de kaas niet van het brood eten. Maar evengoed stelde het niet veel voor. Hij drentelde een meter of 20 achter haar. Dat deed ie al vele jaren, dat zag een kind. Zij zou nauwelijks merken als ie niet zou verschijnen of veel later. Net zoals Hyacint zou ze verzuchten 'Richaaaard' ...want ze had hem immers al jaren terug helemaal afgericht. De kloothommel liep ook nog met een hush puppy rond. De ogen van het dier spiegelden de druilerige gelatenheid van zijn baasje. En net zoals bij hem konden de vrolijke vlekken op zijn lijf daar niks in veranderen. Ik fietste welgemoed naar huis. Tevreden. Gelukkig. Misschien had ik het helemaal mis. Was het maar een vreemdsoortig spel. Durfde de bleekblonde madame geen vinger verkeerd te leggen op de stoelleuning thuis. En deed ze precies wat hij van haar vroeg, wie zal het zeggen. Maar ik geloof er niks van. Natuurlijk is me dat ingegeven door puur ego:isme. Want het stel maar even te zien, fleurde mijn dag op en maakte me enorm content met mijn eigen leven en eigen relatie. En of dat terecht is of niet, het zal me een grote rotzorg zijn. Zij deden tesamen in enkele luttele seconden het grijze wolkendek vergeten en het leek alsof de zon doorbrak. Voor mij alleen. En daar ben ik ze dankbaar voor! Want ik had het effe nodig...mooie timing!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten