vrijdag 28 december 2012

Oud geheim

´Nee, gek! Onder die grote steen.´ Mijn broer duwde me aan de kant. Hij tilde de steen op, raapte de sleutel op en stak hem in het slot. Binnen in het schuurtje was het koud. We ploften op de grond neer.
In een hoekje stond een straalkacheltje. De stekker staken we in het stopcontact. ´Laat de deur maar open.´
Voor ons op de kist verscheen ´n flink pak. ´Kun je wel draaien?´ vroeg de jongste van het stel. ´Natuurlijk´, antwoordde de oudste. ´Wie kan dat nou niet?´
Hij toverde een vloeitje uit het pak tevoorschijn en deed er een pluk shag op. Ondertussen las ik het label. ´Zware pijptabak´ stond er op, met sierlijke letters.
Bij de eerste haal begon ik te hoesten als een long-patiënt. Het trok in me samen, naar mijn neus, waar een ongekende sensatie tegen het bot aan zich deed gelden. En de andere kant op, waar het voor een weeïg gevoel zorgde. Mijn keel stond in brand en mijn ogen deden zeer. Ik had geen idee wat ik had kunnen verwachten, maar de gretigheid van ´t roken, die volgde op het broeierige geheim van mijn broers, zou ons verbroederen als nooit te voren.
Een indianenstam die op het punt stond om op oorlogspad te gaan, was er niks bij. De blauwe damp vulde de ruimte en meer dan dat. We zaten gehurkt, als betrof het een vredespijp en ademden de vieze walm in. De hitte van ´t kacheltje dat loeide aan één kant, de vrieskou van de open deur aan de andere kant. Het gerochel en hoesten en kuchen zouden niet misstaan hebben op een bejaardensoos of op de kien-middag van een verpleeghuis in de 70-er jaren.

Eenmaal thuis schoten we schielijk voorbij onze verwekster en opvoedster, zo geruisloos mogelijk de trap op naar boven. Tenminste dat dachten we. Gelegen in bed draaide alles voor mijn ogen. Mijn keel schreeuwde machteloos om hulp, mijn maag draaide alle kanten op en mijn hoofd bonkte als een zee-fregat in de storm.Het leek alsof ik in die storm overboord was geslagen en nu als schipbreukeling overgeleverd aan de inktzwarte, woeste golven van een eindeloze zee.
´Hoe is het hier?´ De stem van mijn moeder klonk opeens. Onmerkbaar, op kousenvoeten was ze naderbij geslopen. Geen van ons had haar aankomst bemerkt, we hadden wel andere dingen aan het hoofd. Dit was teveel! Ik draaide me om, onder in het stapelbed, in een poging mijn toestand voor haar te verbergen en mijn  misselijkheid te bezweren. Mijn schaamte of de vernedering om deze ene keer toch niet de stoere, ´echte´ man te zijn, die mijn broers me voorgespiegeld hadden, was te groot. Ik had er, hoe dan ook, tabak van. Ik vervloekte de shag, het straal-kacheltje, mijn twee broers en de bouwvakkers die zo stom waren om die sleutel onder de steen te bewaren voor hun schaft, maar mezelf nog het meest, dat ik had laten verleiden door diezelfde broers.

1 opmerking:

  1. Hahaha .... stiekemerd!;-) Heerlijk beeldend verhaal weer! Zware pijptabak ook whahaha, kan me voorstellen dat je helemaal draaierig en misselijk werd.

    BeantwoordenVerwijderen