dinsdag 25 maart 2014

Afstoffen en weer het zelfde

In het weekend hadden we onze oude levensfilosofie uit de mottenballen gehaald, bekeken, van stof ontdaan en weer in ere hersteld. We maakten afspraken met onszelf en verheugden ons bij voorbaat op het nut en het gevoel van geluk en genot dat het teweeg zou gaan brengen. Dat was geen onzin, we hadden het eerder ervaren, maar later in de vergetelheid weg gezakt. Eeuwige zonde, natuurlijk!

Nadat ik in de vroege ochtend manlief uitgezwaaid had en mijn mailverkeer bijgewerkt, met een verse mok koffie onder handbereik en de eerste was alvast draaiende in de achterbouw, haalde ik mijn laarzen tevoorschijn. Ze bleken nog stukjes ingedroogde klei tussen het profiel van de zolen te hebben, die eenmaal aangetrokken, zich meteen lieten vallen en verspreiden over de halvloer. Geen  nood, dat kwam later wel weer goed.

Ik dirigeerde twee van onze hartendieven in de keuken. Muffin toog mee naar de hal, waar de geur van de klei, mijn broekspijpen in mijn sokken gestopt en de laarzen hem gek maakte. Dit kon maar een ding betekenen! Het baasje zou hem meenemen voor een wandeling in het bos. Hij sprong vrolijk en ongeduldig in het rond.

Eenmaal buiten trok hij de riem  strak. Het verkeer was op stipssterkte dus moesten we uitkijken. Gelukkig nog geen schooljeugd te zien, daarvoor moesten de wijzers van de klok wat verder zijn. We gingen de weg omhoog. Het bospad leek  nog aardig vochtig. Maar...geen mens te bekennen. Muffin kon nauwelijks geloven, dat hij er weer liep en rook aan alles en niks. Eenmaal afgehaakt van zij riem dartelde hij door het kleine bos. Zijn neus in de wind. Opeens vertoonde hij niet meer de trekjes van een oudere, wat stijve hond, maar leek meer op de wakkere, speelse jonge hond die het heerlijk vond om te rennen, te snuffelen en takken te zoeken, die hij het baasje aan kon  bieden om te gooien, zodat hij die parmantig kon apporteren. Helemaal lukte dat niet,  want de bosbouwers hadden aardig huisgehouden met kappen en zagen. Maar hij vond toch een ielig takje. Kien keek hij me aan, maar ik verworp het lullige ding als totaal ongeschikt. Dat maakte voor zijn humeur niks uit, niet kapot te krijgen door dit plotse buitenkansje na de lange winter.
Halverwege kreeg ik een doorkijkje in het vizier. De zon scheen door de hoge bomen en het licht filterde prachtig! Het pad werd geaccentueerd en de bomen leken nog donkerder bruin, bijna zwart hierdoor. De tractatie werd gevolgd door een kijkje op een stukje mosachtig gewas. De nachtvorst had er een laagje wit overheen gepoederd met de grootste zorgvuldigheid. En nu begon de opkomende zon dat laagje te verwarmen, maar eerst de kristalachtige substantie te laten glinsteren...buitengewoon mooi en delicaat. Ik baalde dat ik mijn fotocamera niet bij me had. Terug gaan later zou geen optie zijn. Het effect dan al verdwenen, bovendien wachtte nr. 2 en nr. 3 nog thuis in de keuken. Een stuk verder komen we bij het vennetje. Het water is een soort wollig grijs. De zon zorgt voor dampigheid erboven. Ik denk dat ik een stuk hout in het water zie drijven, maar het is toch een eend die onhandig op vliegt en een stukje verder weer in het water plonst...

Eenmaal terug controleerde ik de was. Ik zette Muffin in de bench en nam Oskar mee voor een rondje in  de straat. Hij stapte eigenwijs en olijk over het fietspad. De fietsers die er aan kwamen, aan de overkant en ons tegemoet wachtte hij nieuwsgierig op. Helaas, ze bleken niet de maatjes die met hem gingen spelen en ook een aai of knuffel zat er niet in. Maar niet getreurd, Oskar neemt het leven zoals het komt. Een wijs iets. Hij keek de fietser gezellig nog even na en liep toen weer door. Zijn riem stevig in de bek vast, waardoor het weer leek of ie zichzelf aan het uitlaten was. Ik als vrij overbodig versiersel er naast lopend. Thuis ontdeed ik hem van zijn riem. Ik kon niet voorkomen, dat ie de hand legde op enkele stukjes klei en die gezellig oppeuzelde. Mijn gemopper over zijn ondeugdenheid maakte weinig indruk. Hij snapte de ophef niet.
Gewillig vleidde hij zich op het kussen in de bench, met Muffin naast zich. Als dat maar goed gaat, bedacht ik. Muffin grauwde soms om zich heen als Oskar hem uitdaagde(lees lastig viel) en daarbij van geen ophouden wist. Maar zich meteen overgaf als Muffin hem terecht wees en blafte om  dat duidelijk te maken.

Pippi volgde me naar de hal. Ook bij haar maakte de laarzen van alles los. Ze stond geen moment stil meer, dus moest ik haar streng sommeren te gaan zitten, zodat ze de riem om kon krijgen. Buiten wlde ze er als een haas vandoor. Dat gebeurde  niet en kon ook niet. We staken de weg over, maar moesten toen de schooljeugd op de fiets voor laten bij de volgende oversteek. Met haar ging ik naar het grote bos. Ze was nauwelijks te houden en de strakke riem zei 'Schiet eens op' Vooraan op het bospad vliegt opeens een vogel op. Een enorme roofvogel zeilt schitterend tussen de boomtoppen door. Ik schat de spanwijdte op ruim een meter. Aan de rand van zijn vleugels zwarte veertoppen met een randje wit. Het maakt me bescheiden, want bij zoiets buitengewoons is de doorsnee mens toch maar een knullig in elkaar geboetseerd zoogdier. Een haastige maandagmorgenklus van de schepper zou je bijna denken. Nou ja, verschil moet er zijn..
Op de open plek gaat Pippi los en gooien we met een balletje, dat ze keurig apporteert voor een herhaald gooien. Het is een soort eenvoudige kermisattractie, waarbij zij de enige klant is in mijn ballengooientent. Maar wel elke keer gegarandeerd prijs! Nou ja, ze haalt het ding met passie op en sjeest als een bezetene weer naar bij. Onderweg laat ze het ding vallen en dat rolt dan zo'n beetje mijn kant op. Keer op keer heb ik geprobeerd duidelijk te maken dat de bal die op 60 cm van mijn voeten ligt op 10 cm gebracht dient te worden. Haar blik verraadt dat ik me om dat soort onbenulligheden niet druk moet maken en of ik maar 's op wil schieten met het gooien van de bal....en dat doe ik, sufferd van een baas weer braaf. Het enige wat mij te doen staat en waar nog enige autoriteit mag laten gelden is het afkappen aan het einde. Mijn waarschuwing 'laatste keer he' slaat ze als rare opmerking in de wind en probeert later mij met het balletje veilig achter de rits en in de zak weer terug in het spel te krijgen. Helaas, ik ben niet te vermurwen. Ook vandaag niet. Dat is nu eenmaal mijn rol.

Terug thuis wordt het spul voorzien van een extra portie water. En de rust is maar van korte duur, dan gaat het spel binnenshuis gewoon door. Ook hier moet ik helaas ingrijpen, na verloop van tijd. Ondertussen is het rond 9 uur en ik heb er al een halve dag opzitten. De wasmachine piept 'klaar' en de koffie lokt alweer. Maar het herhalen van het geluksgevoel door ons voornemen is geen illusie. In het glorieuse zonlicht dampt alweer koffie en de was hangt, terwijl ik mezelf 'af en liggen' hoor roepen tegen het drietal op hun kussen vlakbij. Ze leggen hun hoofd neer, terwijl ik mijn koffie mijn lijf voel verwarmen, heerlijk! Wat een goed begin van de dag! Morgen weer...

Geen opmerkingen:

Een reactie posten