dinsdag 19 maart 2013

Fotoke met glimlach

Tandartsen horen niet tot mijn favoriete mensensoort. Bakkers, restaurateurs, buschauffeurs, schrijvers en nog meer mensen gaan hen voor, wat mij betreft. Vreemd eigenlijk, één van de vakbroeders die het waagde om onverdoofd te verdwijnen in mjn keelholte en door ´het gerommel´ een trauma produceerde, dat jaren later nog diep in mijn hersenpan verborgen en verankerd zit en op de meest vreemde momenten weer naar boven te piepen en mijn lijf onder stroom zet vanwege de onwezenlijke irrationele spanning...is sterker dan de vakmensen die daarna kwamen en met engelengeduld mij behandelden.
Ergens in mijn mond was een tand aan het zeuren. Ik piekerde me suf wat het kon wezen. Losgeraakte vulling? Verzakking in de kaak? Gespleten of aangetast glazuur? Tandvlees ontstoken? Enige tijd had ik dat gevoel van vage pijn genegeerd. Het zou de kou wel wezen of de hitte van thee of soep die me soms adem benam. Of misschien een of ander fiemeltje dat zich met duivels genoegen genesteld had in het ´fietsenrek´, de engtes tussen mijn gebit.
Maar het ging niet weg de pijn. Er moest wel iets aan de hand wezen, al kon ik er de vinger niet opleggen. En net voor mijn weekje vrij begon het doorzeuren. Alsof een dreinerig kind bezig is, net wanneer moeders last heeft van pms en de plee brandschoon aan het poetsen is omdat én haar moeder én haar schoonmoeder tegelijk op visite komen. Niet handig dus, zeg maar...
Ik slikte pijnstillers, geheel tegen mijn gewoonte in. Dat was lekker, al kon ik na een paar uren weer het doosje openen en van voren af aan beginnen. Ik ging vrolijk door...
Toch moest er niets gebeuren. Ik belde min of meer vrolijk de assistente. En maakte een afspraak. Op de dag zelf stond ik op tijd op. Ik poetste en ragde alsof dat zou helpen. Het kauwen aan één kant zou wel niet meer lang duren. 
Onbekend met de oorzaak van het probleem sloeg mijn fantasie op hol. Alle mogelijkheden kwamen uitgebreid aan bod. Ik werd er enigszins depri van. De liefde van mijn leven had zich nog niet bij ons gevoegd, in het land van de levenden. Dus nam ik leesvoer mee, negeerde de berichten op de buienradar en fietste richting het volgende dorp.
Het miezerde wat. Ik pootte mijn rijwiel in het rek. Voor me, achter het grote raam zaten vijf mensen te wachten. Vijf? O mijn god. Nou ja, niks aan te doen. Onderweg had ik alle heiligen van de meeste wereldreligie´s aan geroepen, om niks aan het toeval over te laten. 
De wachtruimte was voorzien van design knalgroene stoeltjes. Ik nam mijn boek ter hand en draaide mijn stoel enigszins naar het licht. De tandarts kwam binnen. Zij en haar personeel droegen allen een polo-shirtje in het zelfde groen als de stoeltjes. Kindertekeningen zaten tegen de balie geplakt. Ik kon zien dat ze het druk had en haar best deed om efficiënt te werken. 
Al snel was ik aan de beurt. Ik lag onmachtig horizontaal. De assistente aan één kant. De arts aan de andere kant. Haar heerlijk Vlaams accent en gevoelige benadering vormden de punten waaraan ik me vastklampte als een drenkeling van de Titanic aan een plankje van niks in de oneindige oceaan. Ik legde het probleem uit. Zij zei: We gaan eens kijken. Eerst trok ze met een tangetje door de minieme ruimte tussen twee tanden. Daarna leek het alsof ze een kei in haar handen hield. Ze tikte daarmee tegen een voortand. Daarna tegen de snijtand. ´Voelde ge da? En dit?´ Ja, mevrouw Flintstone, zoude gij da niet voelen als ik uw email bewerk met zonne kei? dacht ik, maar ik gaf de sociaal wenselijke antwoorden en deed een poging een glimlach te produceren met open mond. Onbegonnen werk natuurlijk. ´Effekes kijken naar uw tandvlees´ mompelde ze. En roetsjte met weer iets metaalachtigs onder het tandvlees door...was te hebben. Stilte....Ze keek naar de assistente, die op haar beurt keek naar het beeldscherm van de computer, zoals een monteur bij de APK van een auto. Ik voelde me net zo dom.
De gekleurde vakjes , blauw, zeiden me weinig meer, dan dat ik aardig wat geld had over kunnen maken naar de kittige Vlaamse. En blij dat ze me zo goed begeleidde daarbij, telkens.
´Laten we een fotokke nemen, eens zien ´oe ´t er bij staat...´ Ja, laten we dat eens doen. Ik begon te transpireren. Er werd een zwart geval geklemd aan een soort beugel, wat in mijn mond gefrut werd. Die ik natuurlijk te snel sloot, meewerkend van aard als ik ben. Maar een 2e poging gelukte. De dames trokken zich terug en ik lach, stijf met de ogen dicht. Klik, klonk het. Tandarts naar voren om te kijken wat voor fraais er te zien was. Ik zag in mijn gedachten een verwijskaart en de kaakchirurg die met een soort slagersschort voor, vol bloed mij met satanisch genoegen verdoofde om zijn werk te doen. Wat neerkwam op een giga krater in mijn kaak. Hij was lekker bezig en wroette met worstvingers in die put om de zenuwen te ontwarren en die netjes op een rij op de zijkant te draperen. In mijn angst werkte de verdoving niet. Hij en zijn twee assistenten zagen niet wat dat met mij deed en ik spreidde mijn ogen en probeerde te knipperen en wanhopig te kijken, maar mijn lijf was als bevroren en ik kon niet eens één vinger bewegen, laat staan een hand optillen of praten. De vrouwen leunden ´gezellig´ op mijn keel en schouder om vooral niks te missen. 
Dat zou verschillende blauwe plekken op gaan leveren en een hese keel de eerste 2 maanden....
In werkelijkheid deed ik mijn ogen open. Op het minitieuze teeveetje zag ik een aardige donkere meneer dansjes doen met kleuters. Eerst bewoog hij zijn kontje van links naar rechts en daarna deden de kinderen precies hetzelfde. Ze hadden erg veel plezier, dat zag ik zelfs zonder geluid. Geen kontje kon echter mijn dag kleuren. Alleen mijn tandarts kon me uit mijn lijden verlossen, als het dan toch moest gebeuren en me snel de jobstijding brengen.
O god, daar was ze al en verscheen in mijn blikveld. ´Dit zie ik eigenlijk nooit´ begon ze. De slager veegde zijn handen schoon en zijn helpster vertoonde een reuzeninjectie voor mijn gezicht. ´Hebge iets hard gegeten, dat ´krak´ zei op een gegeven moment?´ Nee, ik kon me niks voor de geest halen. Ach, jawel, die verrekte dropjes natuurlijk! Dat was het. Nooit, nooit, nooit meer zou ik één enkel dropje in mijn mond stoppen, al was het maar om er op te sabbelen. ´En dan nog wat anders...zijde gij verkouden geweest?´Ja dus. De Vlaamse tandarts begon uit te leggen. Wat ze nog nooit gezien was, dat iemand een snijtand had, normaal begon dat pas voorbij de 2e snijtand, dus aardig ver achter in je mond, waarbij zo´n lange wortel zat. Die van mij voorin is superlang, reikt tot aan de sinus. Omdat ik verkouden ben geweest(niks bijzonders volgens mij) loopt de holte boven de kaak vol, drukt op mijn zenuw van de wortel en dat ´zeurt´ bij mij dus...Meer is het niet. Ik keek de goeierd verliefd aan. Dat kon niet waar zijn. Vergeten de kei tegen mijn tand, de kaakchirurg vervaagde en ik trok in gedachten een lange neus. Opgelucht stond ik weer verticaal. Kwestie van het snot, eet u smakelijk, kwijt raken. Dat schijnt dus langer te kunnen duren dan ik dacht...en de vullingen vervangen we binnenkort, die zijn wat gekraakt...O prima dokter! Geen probleem. Suffig maar opgelucht liep ik naar de balie en paste, nu voluit glimlachend mijn volgende afspraak aan. 
Onderweg ging ik nog een supermarkt binnen om in te slaan voor het koken. De wortels heb ik maar laten liggen...effe geen zin in! 

2 opmerkingen:

  1. Allemachtig! Had je die niet even uit kunnen stellen en donderdag kunnen plaatsen??!! Ik moet morgenvroeg naar de tandarts!!! *Grrromt* ;-)
    Ook niet mijn favoriete hobby, noodzakelijk kwaad.

    Maar je hebt het geweldig omschreven met hier en daar een kwinkslag en komische vergelijking!!
    Ik had wel gedacht trouwens dat je dan ipv wortels wel drop zou hebben gekocht!! ;-)

    Grinnikt nog even na ;-)

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Heeeeerlijk, daar moet je toch goeie zin van krijgen, van zo een verhaal. Vooral de tussentidjse nachtmerrie bij de kaakchirurg was meer dan beeldend :)
    Toevallig zijn Brigit en ik vanmorgen ook naar de tandarts geweest. Alleen maar voor controle. Tip: ik maak altijd grapjes tegen tandarts Bas, en dat werkt wel goed: nooit versleten vullingen, gaatjes of ontstekingen. Misschien een tip? Ook voor José?

    Groetjes van Karin

    BeantwoordenVerwijderen