zaterdag 12 april 2014

Voor mezelf

We liggen er vroeg in. Een lange dag is daar debet aan. Na een ontspannen avond zoeken we gretig ons bed op. De laptop laten voor wat ie is. Hij neemt zijn nieuwe foto-album mee. Ik de laatste editie van mijn lijfblad. We gekken wat, naast elkaar gezeten met het kussen rechtop tegen het headboard. Al gauw houdt ie het voor gezien. Hij legt zijn kussen plat. En zakt weg in een gelukzalige slaap. Ik lees nog wat columns en kleine stukjes. Dan leg ik het blad weg. Naast mij klinkt de regelmatige ademhaling. Ik draai me op mijn zij. Op zijn schedel steken piepkleine stoppeltjes zwart haar uit de huid. Er onder worden het glinsterende grijze dingetjes. Rond zijn ogen rimpelt het lief. Zijn arm ligt onder het kussen door gestoken. Zijn hoofd rust op de kleurige sloop. Ik kijk naar zijn borstelige snor. Naar het kuiltje in zijn kin. En naar zijn lieve oortjes. De sloop ligt verfrommeld onder zijn hoofd.
Ik realiseer me dat het zorgvuldig uitgezochte beddengoed er totaal niet toe doet. De kleuren, het merk en de stijl, allemaal onzin. Dan valt me op dat zijn t-shirt binnenstebuiten zit. Zou dat? Lijkt me bijna onmogelijk. Zijn eigenwijze oor steekt uit. Net als op de foto's van vroeger. Als baby op de arm van moeder. Als kleuter op de grond met voor zich zijn hondje Pipo. Op school met de ondeugende lach en de glimoogjes richting fotograaf. En later als spichtige puber met de handen in de zakken, nonchalant.
Wat hoor ik? Ben ik dat? Warempel, er zit een vreemd geluid in mijn ademhaling. Verdorie, dat lijkt de omgekeerde wereld wel. Hij had toch altijd astma, niet ik? Maar de droge lucht zorgt regelmatig voor een vreemd geluid bij mij, tijdens mijn slaap. Hij heeft het me vaak genoeg gezegd.
Ik bestudeer zijn gezicht. Alle kenmerken. Zijn oogleden trillen af en toe. Hij gaat met twee vingers over zijn neus. Die kriebelt onmiskenbaar. Een gebaar vol ongeduld.
Alles aan hem vertedert me. Zo moet het zijn, gaat er door me heen. Hij rustig in slaap, ik kijkend naar hem, omdat ik niet kan slapen. Zo moet het blijven, een jaar of 300 om te beginnen. Gewoon niet meer veranderen, niks meer aan doen.
Ach, wat heb ik afgetobd met de mannen. Elke kerel die voorbij kwam, was wel iets mee. En zelf was ik ook al geen toonbeeld van perfectie. De een dominant, de ander te onderdanig, Ziek of lui. Gefrustreerd. Dan weer misvormd. Verslaafd. Ongeïnteresseerd. Altijd wel een 'mankementje', een weeffoutje.
Maar dit, dit is goed. En hoewel we de omstandigheden zo leuk mogelijk hebben gemaakt, dat doet er allemaal niet toe. Alle rimpels in het kussen. De kleren verkeerd om, het mocht wat. Ze onderstrepen alleen wat er wel goed is. Beter dan dit wordt het niet. Dit is het complete verhaal. En ruim voldoende voor een man als ik.
Er steken wat lichaamsdelen onder het dekbed uit. We zijn beiden geen rustige slapers. We draaien, keren en wentelen wat af. En trekken aan het grootste dekbed dat ik maar kon vinden. Door ervaring wijs geworden wilde ik met minder geen genoegen nemen. Want ook op dat gebied van alles de revue gepasseerd: snurken, tandenknarsen, winden, you name it.
Ik kijk nog langer naar hem. Die 300 jaar zijn pas begonnen. En ik heb voor geen meter slaap. Het liefst zou ik een foto maken of een filmpje. Maar dit is niet vast te leggen. En al helemaal niet te delen. Ben je gek? Ik hou het lekker voor me zelf. Noem het bijgeloof. De goden niet verzoeken. Het kan me niet schelen. Ik wil het risico niet lopen, dat een ander in deze verkreukeling niet de schoonheid herkent. En het lieve. Vandaar. Maar neem maar van mij aan dat het prachtig is. Al ben ik niet geheel zonder vooroordeel, dat moet ik toegeven.

1 opmerking:

  1. Wow, geraakt door je lieve, prachtig verwoorde liefdesuiting!
    Heel erg mooi!!!!
    En ik snap dat je hem niet wil delen! ;-)

    BeantwoordenVerwijderen