zaterdag 25 mei 2013

Een gewone vrouw

Juffrouw Knoops woont alleen. Ze is 28 en erg tevreden. Ze heeft dan ook alles voor elkaar. Haar praktische kleding, haar werk, haar huis, haar relatie´s. Nou ja, relatie´s...Haar contacten met anderen. Die zijn summier. Maar juffrouw Knoops vindt dat voldoende. Ruim voldoende zelfs.
In haar hoofd zit een schema. Voor elke dag anders. Ze ontziet het milieu, koopt dingen verstandig. Vooraf checkt ze of iets a. Kema-keur heeft b. door de Consumentenbond bekeken is, c. het kenmerk van de Nederlandse vereninging van Huisvrouwen gekregen heeft.
Ze wast haar handen uitsluitend met desinfecterende zeep. En behandelt haar huid met vette creme van het Kruidvat op regelmatige basis. Ook haar stoelgang en menstruatie zijn gelijkmatig. Je kunt er de klok op gelijk zetten. Dat doet ze dan ook. Niet alleen bij haar zelf, maar ook bij anderen. Ze er 83 remedies tegen verkoudheid en griep uit haar hoofd. En 35 methodes of 271 vlekken effectief te verwijderen uit 92 soorten stoffen en andere ondergronden.
Nee, juffrouw Knoops maak je niks wijs. Ze heeft er een tijdje over gedacht om een kat in huis te nemen. Maar eerst en vooral kon ze niet wijs worden uit de vele verschillende rassen. Bovendien zou zo´n dier verharen, zodat haar bank er uit zouden zien als een bloem van een verwelkt boeket. Dat geeft geen pas. Dus besloot ze er niet aan te beginnen. Bovendien zou de kattenbak vol bacteriën zitten.
Aan een man in huis heeft ze ook eens gedacht. Verkering heeft ze nooit gehad. Ze heeft ooit een poging gedaan toen een vriendin haar overhaalde om in te schrijven voor een relatie-bureau. Ze wilde samen met haar de lijst op de computer invullen. Naast haar gezeten achter het bureau, voelde juffrouw Knoops haar dij tegen die van haar schuren, terwijl ze op het scherm dingen aan wees. Ook wipte ze in haar enthousiasme op en neer. ´Nou is het genoeg!´ zei ze. ´Ga maar naar huis, ik word hier niet goed van. Lame het maar alleen doen, want dit werkt niet..´ De vriendin ging teleurgesteld de deur uit. ´Het zou wat´ dacht juffrouw Knoops, terwijl ze haar Wedgewood kopjes meteen afwaste(gespaard met Albert Heijn-zegels natuurlijk)
Ze vond de vragen sowieso vrijpostig en een ernstige inbreuk maken op haar privacy. Dus liet ze het maar zo.
Een andere vriendin(eigenlijk gewoon een buurmeisje van vroeger) nam haar mee uit. Ze plantte Juffrouw Knoops neer op een barkruk en vervolgens kreeg die een borrel voor haar neus. `Hup, leegdrinken!´ commandeerde ze. Eind van het liedje was dat ze een erg licht hoofd kreeg, want het buurmeisje kon er wat van.Die wist wel raad met de glazen. In rap tempo leeg en de volgende.  Ze wist niet wat ze allemaal gezegd had, maar wel nog vaag dat die man aan de andere kant van de kroeg haar had meegenomen. De vriendin was toen al nergens meer te bekennen. Hij had haar huissleutel gevraagd, de deur geopend, waarna ze bijna languit over haar eigen trap viel. Hij ving haar nog net op. Ook maakte hij haar bovenknoop los, toen ze amechtig en rood aangelopen op de bank zat. Hij maakte nog veel meer los, dat was lekker, een beetje minder gespannen. De man rook lekker. Opeens voelde ze iets klams en vochtigs in haar nek en op haar gezicht. De tong van de heer ging op onderzoek uit. En ook zijn handen bleken erg ´ontdekkerig´ te worden. Dat had ze nog nooit meegemaakt in haar nog wat prille leven. Er begon iets te kriebelen, onder in de buik van juffrouw Knoops. Het borrelde naar boven en was niet meer tegen te houden. Ze lachte opeens keihard. Eenmaal begonnen kon ze niet meer stoppen. Ze lachten, ze brulde, ze hikte. En middenin de giechelbui die volgde, stond ze op, waardoor de man met zijn lippen boven op een kussen terecht kwam. Zijn duidelijk aanwezige mannelijkheid toonde zich, omdat hij zich omdraaide met grote ogen. Hij keek haar verbaasd aan. Dt maakte het alleen nog maar erger. Ze keek neer op hem en Zij kon niet meer stoppen met giebelen en ging aan één stuk door. Dat was teveel voor de man en zijn jongeheer. Zijn animo kromp ineen en zijn temperatuur zakte tot beneden het vriespunt. Hij ging rechtop staan. Het was een meer dan 2 meter lange Afrikaan, donker en trots. Hij rechtte zijn rug, trok zijn kleding weer terug in het fatsoen en mompelde ´Fais keboemba telpleti´. Wat in zijn taal betekent: neem me niet kwalijk, dat ik me even terug trek. Zo vluchtte hij het halletje in. In zijn oren klonken de onbedaarlijk gierende uithalen van het lachen van Juffrouw Knoops. Hij knoopte zijn jas dicht en trok zachtjes de voordeur dicht achter zich. Zo maakte hij zich uit de voeten.
Juffrouw Knoops had daarna nooit geen escapades meer. Ze vond het best zo. Af en toe dacht ze nog wel eens aan die vreemde ervaring, lang geleden, met een zeer lange Afrikaan, die lekker rook en verder erg nat en grijperig was. Het deed haar niks. In een uithoek van Zambia dacht de Afrikaan nog wel eens aan haar, de vreemde witte vrouw, die lachte. ´Ga nooit naar Europa´ vertelde hij de jongens in het wit. ´De vrouwen stinken enorm uit hun mond daar. Ze gaan met een man mee en lachen hem daarna gewoon uit. Heksen zijn het. ze betoveren je en dan is het met je mannelijkheid voorgoed voorbij.´  Helaas nam niemand enige notie van hem. Hij woonde al zolang op de afdeling van de Psychiatrische Kliniek. Verder zei hij niks. Hij staarde glazig in de ruimte en blaasde bellen met zijn eigen spuug. ´Juffrouw Knoeps´ mompelde hij dan. `Juffrouw Knoeps...´

Geen opmerkingen:

Een reactie posten