Vandaag dacht ik onwillekeurig aan mevr. B. Ze woonde een stukje verder in onze straat. Haar dochters waren van de leeftijd van mijn zus, die vriendin met hen was. Dan nog een zoon, die vond dat ie goed kon voetballen en verder eigenlijk alles heel goed kon(wij noemden hem een slijmbal)
Ik bevond me vaak bij hen in huis. Waarom? Geen idee! Waarschijnlijk vaak meegetroggeld door mijn zus, want meiden van die leeftijd schenen te denken, dat peuters eigenlijk aankleed- en speelpoppen waren. Zo leerden ze alvast hoe het aanvoelde om later moeder te zijn, nam ik aan. Ik had een hekel om meegetroggeld te worden, waar dan ook heen. Vaak hield het in dat je bewonderd werd, ongevraagd geknuffeld en gekust door mij onbekende vrouwen of, erger nog, in mijn wangen geknepen. Het gebaar dat ik daarna maakte door over mijn wangen te wrijven met de rug van mijn handen, werd zelden begrepen en al helemaal nooit geäppricieerd. Ze gingen er gewoon mee door, totdat ik te groot was geworden en mijn broertje de pisang was.
In die tijd(Napoleon net verbannen en zijn schamele leger terug naar la douce France) maakten vrouwen zelf nog pudding. In een pan verdween melk uit een fles, die nog even nagevuld werd met water om de laatste restjes room die bovenin de fles zat er uit te spoelen, in de pan. Dan werd de melk gekookt en op het juiste moment het pakje puddingpoeder geopend en erbij gedonderd, waarna driftig in het spul geroerd werd met een houten lepel.(Anders komt er teveel lucht bij en brandt de boel bliksemsnel aan. Niks zo smerig als aangebrande puddinglucht) Wanneer het mengsel dikker werd, hoorde men een inschatting te maken om het in de vorm te gieten. Soms een grote vorm met versiering, die na afkoeling omgekeerd kon worden op een bord, zodat de boel verdeeld kon worden. Maar ook vaak in kleine schaaltjes.Daarvoor verhuisde de boel naar de kelder op een plank. Gek genoeg zonder iets er op, gewoon zo op een schap.
Ik weet niet wat ik heb gedaan, maar mevr. B. liet me na dit hele proces de pan ´uitschaarsen´ zoals wij dat plachten te noemen. De lepel eerst en daarna gretig met de vinger in de gele, bruine of roze smurrie en aflikken. Een feest!
Soms werd ik echt ´gesommeerd´ om te komen, zodat ik de pan tot op de bodem leeg kon maken...
Zo ben ik dus door haar verleid....ik kan het met de beste wil van de wereld niet anders zien. Bij Adam was het een appel die aangeboden werd, bij mij een puddingpannetje. Het effect bleek hetzelfde.
Door mevr. B. ben ik gewaar geworden dat de wereld vol verleiding zit(Wat door de Wereldraad van Kerken beveestigt wordt, alsmede door het Vaticaan en de Raad voor Neleving van de Sharia in Teheran). Zij heeft als het ware de poort geopend, wat zeg ik, wijd open gezet. Alsof er niets aan de hand was...
Daarna heb ik allerlei verleiding gezien. Het bleef niet bij eten alleen. Ik had het ook helemaal niet in de gaten, want mevr. B. juichte het de eerste keren alleen maar toe. Ze vond het geweldig, dus wie was ik om het in twijfel te trekken?
Ik wil haar niet postuum beschuldigen of verwijten maken, ik ben er van overtuigd dat ze de reikwijdte van wat ze aanrichtte niet kon overzien. Maar het onheil was wel geschied.
Meneer B. heeft ze ook verleid, daar kan ik kort over zijn. Hij heeft haar ook gretig gevolgd, wat ze ook opperde of voorstelde. O, ze leek zo onschuldig met haar bloemetjesschort, de scheurkalender, krulspelden en de Arbeidsvitiaminen op de radio in de achtergrond. Wie zou daar nu niet ingetrapt zijn? Een engel op aarde. In een schoongeboend huis vol gezelligheid en gewoon een gezin.
Voor meneer B. was echter de maat vol, dat blleek jaren later. Ik wist er niet het fijne van, maar hoorde grote mensen om me heen fluisteren. Er was ´iets´ voorgevallen. Met een jong meisje. In de stad waar hij werkte. En nu was hij weg. Zomaar weg. Hij woonde in de stad. Met die del. (Ik wist bij god niet wat een del was, maar het leek niet goed) En mevr. B. was alleen met de kinderen. En volgens mij kookte ze nooit meer pudding, want ik werd niet meer gevraaagd voor die pan. Een hele teleurstelling voor mij...ik was zo gewend aan haar verleidingen en de houten lepel. Ik voelde me er zo bij thuis.
Ik vond meneer B. maar een sukkel. Om dat achter je te laten voor een del, wat dat ook mocht zijn. Mevr. B. was nu zielig, al snapte ik niet waarom. Dat krijg je nou met verleidingen. ´t Is maar dat u het weet. Want je tuint er zo in. En dan zit je met de gebakken peren. En zonder lepel...
Whahaha, ik zit hier weer hardop te schateren!
BeantwoordenVerwijderenWat een sukkel inderdaad, ik had het ook wel geweten, pudding in plaats van dellen natuurlijk!;)
Heerlijk die kinderlijke simpelheid van denken, bij jou was het dus niet een kwestie van weten waar abraham de mosterd haalt, maar wanneer mevrouw B. de pudding kookte!
Alleen dat vel van die gekookte pudding ... brr, kippenvel als ik eraan denk!
Geweldig leuk weer!