dinsdag 5 juli 2011

Reine Claude

Vandaag bereikte me het bericht dat, net als alles dit jaar, ook de pruimen vroeg zijn. Dit kwam met een foto, waarop paars-rode vruchten te bewonderen vielen. Wij hadden die vroeger ook in de tuin, net als onze buurman. Mijn moeder placht vanille pudding te koken, we spreken hier over de 60er jaren van de vorige eeuw en daarin de pruimen. Behalve dat de darm-werking stimuleerde, ook een heerlijk dessert. En gezond!
Dit deed me nog aan iets anders denken. De pruimen uit onze tuin waren overvloedig aanwezig en dienden snel gebruikt te worden, want ze waren vrij kwetsbaar en dus snel aan het bederven. Zonde, want eigen fruit, goedkoop en lekker, iets wat toen nog zeer gewaardeerd werd. Zuinigheid was een zeer gewaardeerde deugd van de huisvrouw in dat pre-babyboom tijdperk.
Iets minder goedkoop: de gele pruimen. De soort heette Reine Claude en pas nu besef ik, vernoemd naar een heuse koningin, zoals hierboven te zien afgebeeld uit Frankrijk, levend in de 15e eeuw.
Het enige probleem met deze wat chiquere vrucht voor mijn moeder was dat ze er ziek van werd. Elk jaar probeerde ze het weer, dol op de smaak. En het moet gezegd worden, sappig, mooi van kleur, van binnen en buiten. Edoch, zo gauw mijn moeder één hap nam, zag je haar veranderen. Haar gezicht begon dan op te zwellen tot buitengewone proporties, zelfs waar je bij stond. Ze kroop alras het bed in, voelde zich beroerd. Soms keken we dan als kind toe, hoe onze moeder van gezicht veranderde als door magie. Haar jukbenen en wangen zwollen op, de ogen waren in no time nog minieme spleetjes. Ze sprak ook anders, stamelde bijna. We vonden dat ze er uit zag als een Tibetaanse, wat ons mateloos fascineerde, vooral ook door de snelheid waarmee het proces zich voltrok. Staande aan het voeteneind, waar onze verwekkers doorgaans hun welverdiende nachtrust genoten, lag nu opeens een aziatische vrouw, waar seconden ervoor gewoon ons mam zich bevond. Wonderlijk! We waren niet weg te slaan daar, maar meestal kreeg zelfs mijn vader toch door dat we iets té stil waren en joeg ons de kamer uit, naar beneden...Ik geloof zelfs dat we erg moesten lachen. Kinderen trekken zich niet veel aan van dit soort dingen en gedragen zich erg ongevoelig. Vinden dat ook heel gewoon. We verzonnen dan ook allerlei smoezen om toch nog even naar die vreemde vrouw te mogen gaan kijken. Glaasje water brengen, kijken of ze sliep en meer van die onzin. Allengs won onze compassie aan kracht en lachten we minder, onder het wijzen naar dat vreemde ´creatuur´. Bovendien op het moment dat haar tong weer enigszins normaal begon te functioneren en haar lippen het weer opbrachten om gewone woorden te spreken i.p.v. een dof soort dronkemanspraat te produceren, was bij ons de lol er vanaf. Haar jukbeenderen drukten niet meer tegen haar wimpers meer, de kleur van haar ogen werd weer zichtbaar. Jammer, want de ´gewone´ moeder, dat wisten we nou wel...De gesloten gordijnen verhoogde de sfeer natuurlijk ook aanzienlijk, ze kon slecht tegen het licht.
Natuurlijk leed ze aan allergie. Er waren een paar jaar voor nodig, voordat ze dat doorhad, want ieder jaar liet ze zich verleiden door die dure, mooie, sappige vrucht. Eén hapje was voldoende.
Het schijnt dat Reine Claude een erg ongelukkig leven heeft gehad. Zou zij nou ook zonen hebben gehad, die ongegeneerd naar haar wezen, lachten en als erg vreemd ervaarden, al was het maar voor een tijdje? Het zou me niks verbazen. Met haar heb ik weinig compassie. Met mijn moeder wel, met terugwerkende kracht...Sorry mam!

2 opmerkingen:

  1. Mooi hoe je hersens door bepaalde dingen te zien/voelen/ruiken zomaar herinneringen kunnen oproepen.
    Denk niet dat die Reine Claude zulke zonen had, ze glimlacht me teveel op die foto;)

    :thumbs up: weer!

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Haha, je weet toch, José, dat de schilders vroeger hun opdrachtgevers vaak heel geflatteerd portretteerden, anders was het gauw gedaan met ze...!

    BeantwoordenVerwijderen